ECLI:NL:TGZRAMS:2024:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5827

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2024:5
Datum uitspraak: 05-01-2024
Datum publicatie: 05-01-2024
Zaaknummer(s): A2023/5827
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster een lipoom aan de linkerzijde van de heup operatief verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg onder andere dat hij het operatiegebied niet gedesinfecteerd heeft en dat de nazorg onvoldoende was. Het is volgens het college niet aannemelijk dat de plastisch chirurg het operatiegebied niet ontsmet heeft. Bovendien betekent het ontstaan van een infectie niet zonder meer dat het niet ontsmet is. Dat klaagster is geïnformeerd over de ingreep vindt steun in het medisch dossier. Niet kan worden vastgesteld dat de plastisch chirurg te weinig aandacht aan klaagster heeft besteed. Hij kan voorts niet verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van een andere zorgverlener (verpleegkundige). Klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

A2023/5827
Beslissing van 5 januari 2024


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM

Beslissing in raadkamer van 5 januari 2024 op de klacht van:


A,
wonende te B,
klaagster,
gemachtigde: C,


tegen


D,
plastisch chirurg,
werkzaam te B,
verweerder, hierna ook: de plastisch chirurg,
gemachtigde: mr. M.L. Jinkes de Jong, werkzaam te Zoetermeer.


1. Waar gaat de zaak over?
1.1 De plastisch chirurg heeft bij klaagster een lipoom aan de linkerzijde van de heup operatief verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg onder andere dat hij het operatiegebied niet gedesinfecteerd heeft en dat de nazorg onvoldoende was.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.


2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 12 juli 2023;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- de e-mail van de gemachtigde van klaagster van 4 september 2023, met de bijlage;
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 4 oktober 2023, binnengekomen op 6 oktober 2023, met als bijlage een machtiging;
- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek, gehouden op 23 oktober 2023.

2.2 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.


3. Wat is er gebeurd?
3.1 Klaagster, geboren in 1971, is door de huisarts verwezen naar E in verband met een zwelling aan de linkerzijde van de heup.

3.2 Op 9 januari 2023 zag de plastisch chirurg klaagster samen met haar echtgenoot op consult. Op 21 november 2022 waren al een MRI-scan en een echo gemaakt. De plastisch chirurg concludeerde op basis daarvan dat er sprake was van een lipomateuze zwelling en dat chirurgische verwijdering geïndiceerd was. Hierover is in het medisch dossier genoteerd:
“(…)
Beleid:
uitleg, chirurgisch extirpatie van de zwelling, achter laten van een drain, ingreep en complicaties besproken. recidief kans besproken. aanmelden voor OK met 1 nacht verblijf in het ziekenhuis. “

3.3 Op 13 maart 2023 werd klaagster gezien door de anesthesioloog voor een preoperatieve screening.

3.4 Op 15 mei 2023 heeft de plastisch chirurg klaagster geopereerd. De operatie verliep zonder bijzonderheden. Er werd een drain geplaatst. Na de operatie werd klaagster naar de afdeling gebracht.

3.5 Op 16 mei 2023 is de drain verwijderd door een verpleegkundige in overleg met de plastisch chirurg. Hierna werd klaagster ontslagen. Klaagster wilde in verband met haar thuissituatie graag naar een zorghotel om verder te herstellen.

3.6 Op 20 mei 2023 heeft klaagster zich gewend tot de Spoedeisende Hulp van F. Daar werd een infectie van de wond vastgesteld waarvoor klaagster is behandeld.


4. De klacht en de reactie van de plastisch chirurg
4.1 Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat:
a) hij het operatiegebied niet heeft gedesinfecteerd waardoor er een infectie is ontstaan;
b) hij haar niet goed heeft geïnformeerd over de kans op complicaties;
c) hij onvoldoende aandacht had voor klaagster en geen vervolgafspraak maakte;
d) klaagster zeer slecht is behandeld door een verpleegkundige.

4.2 De plastisch chirurg heeft het college verzocht C als klager niet-ontvankelijk te verklaren. Voor het geval het college de klacht wel inhoudelijk gaat beoordelen, heeft de plastisch chirurg het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.


5. De overwegingen van het college
Ontvankelijkheid
5.1 De plastisch chirurg heeft naar voren gebracht dat klager niet-ontvankelijk is in de klacht. Klager kan alleen klagen namens klaagster als klaagster daarvoor uitdrukkelijk toestemming geeft. Die uitdrukkelijke toestemming was er niet ten tijde van het opstellen van het verweerschrift, aldus de plastisch chirurg.

5.2 Het college stelt vast dat het klaagschrift is ondertekend door zowel klaagster als door C. Daaruit blijkt dat klaagster zelf de klacht indient en dat C optreedt als haar gemachtigde. Naar aanleiding van het gevoerde niet-ontvankelijkheidsverweer is er nog een expliciete machtiging van klaagster overlegd waarin zij C machtigt. Op basis van deze omstandigheden treft het niet-ontvankelijkheidsverweer geen doel. De klacht zal hieronder inhoudelijk behandeld worden.

Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.3 De vraag is of de plastisch chirurg de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende plastisch chirurg. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de plastisch chirurg geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

Klachtonderdeel a) niet desinfecteren operatiegebied
5.4 Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij het operatiegebied niet goed gedesinfecteerd heeft voorafgaand aan de operatie. De wond is na de operatie geïnfecteerd geraakt. Als de infectie zo kort na de operatie is ontstaan, dan moet dat wel komen doordat de wond niet goed gedesinfecteerd is, aldus klaagster.
De plastisch chirurg voert aan dat het operatiegebied volgens de standaardprocedure is ontsmet en daarna steriel is afgedekt. Dit staat niet expliciet vermeld in het operatieverslag, ook omdat het voor hem en zijn collega’s absoluut vanzelfsprekend is dat de huid eerst ontsmet wordt alvorens te opereren.

5.5 Het college overweegt dat bij elke operatie er een geringe kans op een infectie bestaat. Ondanks het feit dat er geprobeerd wordt zo steriel mogelijk te werken, kunnen er tijdens de operatie bacteriën in de wond komen, omdat de wond dan openligt. Een infectie kan ook na de operatie ontstaan. Het ontstaan van een infectie betekent derhalve niet zonder meer dat de plastisch chirurg het operatiegebied niet ontsmet heeft. Gelet op de algemeen bekende, gebruikelijke gang van zaken bij een operatie als de onderhavige acht het college het ook zeer onwaarschijnlijk dat de plastisch chirurg vergeten is het operatiegebied te ontsmetten en hij daar vervolgens door zijn aanwezige collega’s ook niet op is gewezen. Dat er omstandigheden zijn waarom daarvan toch dient te worden uitgegaan zijn door klaagster niet gesteld en zijn het college ook overigens niet gebleken. Het enkele feit dát zich een infectie heeft voorgedaan is, zoals volgt uit het voorgaande, daarvoor onvoldoende. Het klachtonderdeel is ongegrond.

Klachtonderdeel b) niet goed informeren kans op complicaties
5.6 Klaagster stelt dat zij voorafgaand aan de operatie niet goed geïnformeerd is over de kans op complicaties. Tijdens het voorbereidende consult zou de plastisch chirurg alleen hebben benadrukt dat dit type operatie in de regel zonder complicaties verloopt en dat deze operatie belangrijk was voor klaagster. Klaagster vertrouwde er daarom volledig op dat dit de beste behandeling was voor haar en heeft daarom ingestemd met de operatie.
De plastisch chirurg voert aan dat hij klaagster en haar echtgenoot heeft uitgelegd dat het een laagcomplexe operatie was maar dat er desondanks altijd een kans bestaat op complicaties, zoals infecties. De plastisch chirurg had tijdens het consult op 9 januari 2023 het gevoel dat klaagster en haar echtgenoot de ontvangen informatie begrepen. De echtgenoot van klaagster sprak volgens verweerder beter Nederlands dan klaagster. De plastisch chirurg was ervan overtuigd dat dat hetgeen hij vertelde goed werd vertaald door de echtgenoot aan klaagster. Hij heeft aan het einde van het consult expliciet gevraagd of alles zo duidelijk voor hen was.

5.7 Het college stelt vast dat verweerders lezing dat hij klaagster weldegelijk heeft geïnformeerd, steun vindt in het medisch dossier. Daarin is vermeld dat de ingreep en complicaties zijn besproken en dat klaagster heeft ingestemd met de operatie. Bij het verstrekken van de informatie dient de arts altijd goed na te gaan of de patiënt de informatie ook daadwerkelijk heeft begrepen. De plastisch chirurg lijkt zich hiervan voldoende bewust te zijn geweest. Het klachtonderdeel is ongegrond.

Klachtonderdeel c) onvoldoende aandacht en geen vervolgafspraak
5.8 Klaagster stelt dat de plastisch chirurg onvoldoende aandacht aan haar heeft besteed na de operatie. Hij heeft geen pleisters of instructies over wondverzorging meegegeven. Ook is er geen poliklinische controleafspraak gemaakt toen zij werd ontslagen.
De plastisch chirurg zegt dat dit niet juist is. Hij is na de operatie bij klaagster langsgekomen. De wond zag er goed en droog uit. Klaagster mocht dezelfde dag van de operatie al naar huis, maar omdat zij het fijn vond om een nacht in het medisch centrum te verblijven, is dit van tevoren geaccordeerd door de plastisch chirurg. Bij het ontslag was er geen indicatie om klaagster pleisters of wondverzorgingsproducten mee te geven. De plastisch chirurg schrijft dit niet voor als het ook bij de drogist te koop is. Het is standaard dat mensen twee weken na de operatie terugkomen voor controle. Er is ook voor klaagster een poliklinische controleafspraak gemaakt.

5.9 Het college stelt vast dat uit het medisch dossier blijkt dat de plastisch chirurg opdracht heeft gegeven om twee weken na de operatie een controleafspraak in te plannen bij hem. Een verpleegkundige heeft vervolgens de afspraak ingepland. Uit het medisch dossier blijkt verder dat de plastisch chirurg na de operatie op 15 mei 2023 heeft beoordeeld dat klaagster na de opname in het medisch centrum naar huis mocht. Klaagster wilde echter liever naar een zorghotel en dit is verder opgepakt door de verpleegkundigen en de huisarts. In de ochtend van 16 mei 2023 heeft een verpleegkundige telefonisch contact opgenomen met de plastisch chirurg, die toen aangaf dat de drain verwijderd mocht worden. Verder volgt het college de uitleg van de plastisch chirurg over het al dan niet voorschrijven van
pleisters en wondverzorgingsproducten. Alles overwegende kan in het dossier geen steun worden gevonden voor klaagsters stelling dat de plastisch chirurg te weinig aandacht aan haar heeft besteed. Klaagster heeft die stelling ook overigens niet nader onderbouwd zodat ook dit klachtonderdeel ongegrond wordt verklaard.

Klachtonderdeel d) slecht behandeld door verpleegkundige
5.10 Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat zij door een verpleegkundige die werkzaam is bij het medisch centrum zeer slecht is behandeld.
De plastisch chirurg voert aan dat hij niet weet wat klaagster bedoelt en dat het handelen van een andere zorgverlener hem niet tuchtrechtelijk verweten kan worden.

5.11 Het college overweegt dat een zorgverlener alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn of haar eigen handelen. Klaagster heeft niet duidelijk gemaakt op welke wijze zij slecht behandeld is door de verpleegkundige en wat de rol van de plastisch chirurg hierin is geweest. Het klachtonderdeel is daarmee onvoldoende gemotiveerd onderbouwd en zal ongegrond worden verklaard.

Slotsom
5.12 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht kennelijk ongegrond zijn.


6. De beslissing
De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 5 januari 2024 door A. van Maanen, voorzitter, L.W.M. Creemers, lid-jurist, R.A. Christiano, J.F.M. Heuff-Macaré van Maurik en J.W.D. de Waard, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door E.A. Weiland, secretaris.