Zoekresultaten 2551-2600 van de 44677 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:74 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1901
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:74
Klacht tegen vertrouwensarts, werkzaam bij Veilig Thuis. Klaagster is de moeder van vier kinderen. Eind 2018 werd een melding gedaan bij Veilig Thuis, waarna Veilig Thuis een onderzoek is gestart en een rapport heeft uitgebracht. Klaagster verwijt de vertrouwensarts dat zij 1) complete huisartsendossiers heeft opgevraagd zonder toestemming, 2) zich heeft gemengd in behandelovereenkomsten zonder bevoegdheid en toestemming, 3) niet over afdoende adequate kennis beschikt en 4) opmerkingen heeft laten opnemen in het huisartsendossier zonder toestemming. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:118 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/722880 / DW RK 22/345
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 02-06-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:118
De gerechtsdeurwaarder heeft in verscheidene verstrekte overzichten onvoldoende uitleg en wisselende, gebrekkige standpunten ingenomen over het door klaagster verschuldigde bedrag. Omdat dit geen duidelijke en eenduidige informatievoorziening is heeft de kamer het verzet gegrond verklaard. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:86 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-119/DH/RO
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:86
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een huurgeschil. Verweerder het steeds op zakelijke wijze het standpunt van de verhuurder verwoord. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1903
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:75
Klacht tegen cardioloog. De cardioloog is door de rechtbank tot deskundige benoemd in een beroepsprocedure tussen klager en de uitvoeringsinstantie over de weigering om klager een uitkering toe te kennen. De cardioloog heeft klager in januari 2022 gezien en een aantal dagen later aan de rechtbank gerapporteerd. Klager verwijt de cardioloog dat hij toezeggingen aan klager niet is nagekomen, dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan en dat de rapportage onjuist is en blijk geeft van vooringenomenheid. Ook zou sprake zijn van belangenverstrengeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:76 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1935
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 17-04-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:76
Klacht tegen internist-nefroloog. Klaagster is vanaf 1992 onder behandeling van verweerder geweest in verband met dunne membraan nefropathie. Vanaf medio 2016 ervoer klaagster buikklachten. Verweerder heeft buikonderzoek gedaan. Verweerder kon geen verklaring vinden voor de klachten. Daarna zijn er vier consulten van klaagster bij de endocrinoloog geweest en is klaagster nog een keer door verweerder gezien. Verweerder heeft toen nader onderzoek voorgesteld. Klaagster stemde hier niet mee in. De consulten bij de endocrinoloog zijn beëindigd waarbij door de endocrinoloog in het dossier is aangegeven dat er geen gastro-intestinale klachten waren. Daarna vonden er twee consulten van klaagster bij verweerder plaats waarbij de klachten opnieuw zijn besproken en door verweerder nader onderzoek is geadviseerd. Dit onderzoek is door klaagster geweigerd. Klaagster is door verweerder verwezen naar een endocrinoloog en later naar een MDL-arts en diëtist. Klaagster verwijt verweerder dat hij in strijd heeft gehandeld met c.q. is tekortgeschoten in hetgeen van een behoorlijk handelend arts mag worden verwacht. In het bijzonder verwijt klaagster verweerder dat hij: 1. zich tot driemaal toe grensoverschrijdend heeft gedragen; 2. een verwijtbare vertraging in de behandeling heeft veroorzaakt; 3. zijn beroepsgeheim heeft geschonden door een persoonlijke brief over klaagster te sturen naar beoogd opvolgend nefroloog. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het beroep van klaagster beperkt zich tot het tweede klachtonderdeel dat gaat over de vertraging in de behandeling. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:81 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-424/DH/DH
- Datum publicatie: 17-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:81
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. De kwaliteit van de dienstverlening door verweerder is ondermaats geweest. Verweerder heeft in een periode van vier maanden geen werkzaamheden verricht, terwijl klaagster dat wel mocht verwachten. Niet kan worden uitgegaan van de stelling dat verweerder in de tussentijd al een conceptdagvaarding per post had verzonden. Verweerder is ook niet transparant geweest in de werkzaamheden die hij voor klaagster zou uitvoeren. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:91 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-481/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:91
Raadsbeslissing. Verzetschrift is door klaagster te laat ingediend wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van haar verzet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:98 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-758/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:98
Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. De inhoud van de brief van verweerder aan klagers is buiten proportie. De aanleiding voor de brief is geen toereikende rechtvaardiging voor de gebruikte zware bewoordingen, de dreigementen en de ernstige, maar klaarblijkelijk ongefundeerde beschuldigingen. Verder mag een advocaat niet zonder het te verifiëren aan een wederpartij schrijven dat er bij de politie aangifte van een strafbaar feit is gedaan. Klacht deels gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:110 Hof van Discipline 's Gravenhage 230078
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:110
Klaagster is een onderneming. Verweerder was lange tijd de vaste advocaat van klaagster. Na het aftreden van de toenmalig bestuurder en het aantreden van diens zoon als nieuwe bestuurder, heeft de nieuwe bestuurder vragen aan verweerder gesteld over de door verweerder aan klaagster gestuurde facturen. De raad heeft de klacht van klaagster niet-ontvankelijk / ongegrond verklaard. Klaagster heeft hiertegen beperkt hoger beroep ingesteld. Hoger beroep verweerder te laat. Het beroep van klaagster slaagt ten aanzien van de niet-ontvankelijkverklaring als gevolg van te laat klagen. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat voor de aanvang van de verjaringstermijn derhalve niet de datum waarop de brief (destijds) door klaagster is ontvangen of had moeten zijn ontvangen bepalend is, maar het moment waarop klaagster bekend werd met het feit dat verweerder, bij navraag, onjuiste informatie had gegeven. Daarmee werd klaagster op een later moment (als gevolg van een dekenklacht) bekend geworden. Dit leidt overigens niet tot een gegrondverklaring van de klacht. Klaagster heeft verweerder veelvuldig bestookt met een veelheid aan vragen over het verleden, die hun oorzaak vinden in het niet op orde zijn van de interne administratie van klaagster. Onder die omstandigheden past het niet verweerder op een mogelijke onjuiste feitelijke mededeling ter zake tuchtrechtelijk aan te spreken. Bekrachtiging beslissing van de raad voor het overige. Klachten niet-ontvankelijk/ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:92 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-594/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:92
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-892/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:99
Raadbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft het ouderschapsplan te onbepaald geformuleerd ten aanzien van zowel de ingangsdatum van de alimentatieplicht als de opschortende voorwaarde. Hierdoor is tussen partijen onduidelijkheid ontstaan die eenvoudig te voorkomen was geweest. Bovendien moeten afspraken dusdanig worden vastgelegd dat incassomogelijkheden bestaan in geval van niet-nakoming door één van de partijen. Klacht gegrond. Kernwaarde deskundigheid geschonden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:77 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-669/DH/DH
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:77
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door aan de (advocaat van) de wederpartij van klager meer mede te delen dan enkel het bericht dat hij niet langer voor klager optreedt. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:111 Hof van Discipline 's Gravenhage 230226
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:111
Klacht tegen advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Anders dan de raad merkt het hof nog op dat de uitlatingen van verweerder op hun eigen merites moeten worden beoordeeld en de beoordeling daarvan niet afhankelijk is van de wellicht scherpe uitlatingen aan de zijde van klager. Verweerder heeft er als advocaat (van de wederpartij) voor te waken dat het conflict verder escaleert. Hoger beroep klager slaagt niet. De mededeling van verweerder over de schriftelijke aanwijzing was niet onjuist, maar eerder niet volledig. Hoewel het verweerder had gesierd om melding te maken van het feit dat de schriftelijke aanzegging inmiddels was ingetrokken, acht het hof het achterwege laten daarvan niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daarnaast is het hof met de raad van oordeel dat de woordkeuze 'misbruik' niet de meest gelukkige woordkeuze is geweest, maar dat gelet op de context waarin het is gebruikt, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De uitlatingen van verweerder zijn bovendien niet onnodig grievend geweest en voldoende duidelijk is dat verweerder de bewoordingen van zijn cliënt heeft aangehaald. Ook het gebruik van het woord mishandeling is niet onjuist en evenmin zodanig kwetsend dat verweerder zich daarvan had moeten onthouden. Bevestiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-601/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:93
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:46 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-759/DH/RO/D
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 04-03-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:46
Dekenbezwaar. Verweerster is ook na een eerder opgelegde voorwaardelijke schorsing in gebreke gebleven om de deken tijdig te informeren over de voortgang van het opgelegde coachingstraject. Het mocht, gelet op de uitspraak van het hof van discipline, van verweerster worden verwacht dat zij voortvarend aan de slag zou gaan met het coachingstraject en dat zij in ieder geval tijdig zou voldoen aan de verzoeken van de deken. Ook bij het aanleveren van de financiële kengetallen heeft verweerster niet tijdig gereageerd. Illustrerend is ook de (on)bereikbaarheid van verweerster in deze tuchtprocedure geweest. Laatste kans tot verbetering. Voorwaardelijke schorsing van 26 weken met een kantoororganisatiecoach als bijzondere voorwaarde.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-684/DH/DH
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:78
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een huurgeschil. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder de zitting niet goed heeft voorbereid. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door geen hoger beroep in te stellen tegen het vonnis, omdat klagers uitdrukkelijk hadden laten weten dat verweerder niet meer voor hen mocht optreden. Niet gebleken dat verweerder ondeskundig is in het huurrecht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-098/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:100
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-897/AL/OV
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:94
Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft zich in zijn conclusie van antwoord niet onnodig grievend uitgelaten. Een advocaat hoeft in een processtuk niet nadrukkelijk te vermelden dat het niet zijn eigen mening is, maar die van zijn cliënt die hij daarin verwoordt. Denkbaar is dat bepaalde stellingen van een cliënt van dien aard zijn, dat een advocaat daar in zijn bewoordingen nadrukkelijk afstand van moet nemen, maar daarvan is hier geen sprake. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-703/DH/RO
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:79
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder is zijn toezegging om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie in te dienen, niet nagekomen waardoor de alimentatie niet al in augustus 2022 is verlaagd, maar pas vanaf september 2022. Verweerder is tekortgeschoten in het nakomen van zijn contractuele verplichting om een bindend adviesprocedure bij de Geschillencommissie Advocatuur mogelijk te maken, zoals in zijn algemene voorwaarden is opgenomen. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:107 Hof van Discipline 's Gravenhage 240021 en 240022
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:107
Hoger beroep van verweerder te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk. Het hof stelt de ingangsdatum van de door de raad opgelegde schorsing vast.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-530/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:95
Klacht van advocaat over andere advocaat. Klacht over rechtstreeks benaderen van de wederpartij en over uitlatingen van verweerder over klaagster zijn gegrond. De raad heeft geoordeeld dat dit handelen in beginsel de oplegging van een maatregel rechtvaardigt. De raad houdt er echter rekening mee dat de behandeling van deze klacht erg lang heeft geduurd. Gelet op deze omstandigheid zal de raad volstaan met de (gedeeltelijke) gegrondverklaring van de klacht en geen maatregel opleggen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6174
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 16-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:88
Deels gegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster was onder behandeling bij een GGZ instelling in verband met PTSS. Voor de medicamenteuze ondersteuning kwam zij bij de psychiater in behandeling. Naast de medicatie heeft klaagster ook een (geneeskundige) verklaring gevraagd over haar behandeling/medicatie in verband met een lopende strafzaak waarin zij benadeelde partij is. Over deze verklaring is tussen klaagster en de psychiater wrijving ontstaan. Zij heeft hierover een klacht ingediend bij GGZ instelling. Daarna is de behandeling beëindigd tegen de wil van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater onder meer onheuse bejegening ten aanzien van de gevraagde brief en onrechtmatige opzegging van de behandelovereenkomst. De klacht over de beëindiging van de behandelovereenkomst is gegrond verklaard. Het college begrijpt dat op medisch-inhoudelijke gronden de behandelingsovereenkomst met klaagster is beëindigd, maar de wijze waarop de psychiater de beëindiging van de behandelovereenkomst heeft vormgegeven is niet voldoende zorgvuldig. Het had op de weg van de psychiater, tevens regiebehandelaar, gelegen om hierover zelf een persoonlijk gesprek met klaagster te organiseren. De overige klachtonderdelen worden afgewezen. Klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:108 Hof van Discipline 's Gravenhage 230376
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:108
Beklag art. 13. Deken heeft op juiste gronden het verzoek van klager om toewijzing van een advocaat heeft afgewezen. Voor het doen van een aangifte is geen verplichte bijstand van een advocaat nodig. De deken heeft in haar afwijzende beslissing van 6 december 2023 er verder terecht op gewezen dat klager zo nodig hulp kan inroepen van een (niet) jurist of een andere gemachtigde bij het doen van aangifte. Artikel 13 Advocatenwet biedt dan ook geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek van klager. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-661/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:96
Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat verweerster in strijd met de waarheid heeft gesteld dat zij bepaalde stukken van klager, de wederpartij van haar cliënte, niet had ontvangen. De raad acht dat onzorgvuldig, mede omdat de rechtbank klager had veroordeeld om op straffe van een hoge dwangsom (onder meer) die stukken te overleggen. In het voordeel van verweerster houdt de raad er rekening mee dat zij niet eerder door de tuchtrechter in veroordeeld. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden, is de raad van oordeel dat het opleggen van een waarschuwing passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-778/DH/RO
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:80
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft nagelaten bewijsstukken die voor klager belangrijk waren in te dienen bij het gerechtshof. Ook heeft verweerder nagelaten om klagers medische onderbouwing aan de verzekeraar te sturen en de vragen van klager te beantwoorden, ondanks vele herinneringen. Verweerder heeft op geen moment gereageerd op de ingediende tuchtklacht. Mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder legt de raad de maatregel van schrapping op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A23023/5641
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 16-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:89
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft klager in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de eerder gestelde diagnose Autismespectrumstoornis bevestigd en dat in een gesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager verwijt de psychiater dat zij een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en die hem schade heeft berokkend en dat de psychiater hem tijdens het gesprek onheus heeft bejegend. Het college heeft geen aanwijzingen dat het onderzoek van de psychiater onzorgvuldig is geweest; de diagnose kon uit haar bevindingen volgen. Het college kan niet vaststellen dat klager onheus is bejegend. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:109 Hof van Discipline 's Gravenhage 230176
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:109
Klacht tegen advocaat wederpartij. De advocaat van de man wordt verweten in een procedure over het gezag van de dochter een tweetal verklaringen van een psycholoog van de man in het geding te hebben gebracht terwijl zij wist dat voor een van de verklaringen de psycholoog door het regionaal medisch tuchtcollege is berispt. Het hof volgt de raad dat het (ongeclausuleerd) overleggen van de verklaringen waarin grievende uitlatingen over de vrouw staan, onnodig waren. De belangen van klaagster zijn daardoor nodeloos geschaad. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-163/AL/MN
- Datum publicatie: 16-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:97
Voorzittersbeslissing over advocaat wederpartij. Klaagster wordt in een aantal klachten kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat die klachten het algemeen belang betreffen en de deken daarover alleen kan klagen. Overige klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:103 Hof van Discipline 's Gravenhage 240029
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:103
Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:104 Hof van Discipline 's Gravenhage 230151
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:104
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder mocht niet optreden in een geschil tegen klaagster over een distributieovereenkomst. Deze distributieovereenkomst (en een daarbij behorende aandelenovereenkomst) was opgesteld door een advocaat die later zijn kantoorgenoot is geworden. In de opdrachtbevestiging had die advocaat de verplichting op zich genomen om in geval van een geschil niet voor een van bij overeenkomsten betrokken partijen op te treden. Het hof overweegt dat het verweerder als huidige kantoorgenoot van de advocaat die destijds de overeenkomsten had opgesteld, ook niet vrij stond om tegen klaagster op te treden. Toen verweerder op hoogte raakte van de verplichting van zijn kantoorgenoot had hij zich moeten terugtrekken om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739725 / DW RK 23/340 EV/SM
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:20
Beslissing op verzet. Een deel van de klachten van klager kunnen niet meer in behandeling worden genomen nu de gewraakte handelingen de (redelijke) termijn van drie jaar overschrijden nadat klager hiervan kennis heeft kunnen nemen. Voor het overige is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder kosten heeft gemaakt die hij niet heeft mogen maken. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:53 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-024/DB/OB/D
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:53
Raadsbeslissing. Dekenbezwaar. Verweerster heeft gedurende een periode van circa vijf jaar in een zeer groot aantal (circa 2500) dossiers bij de indiening van gemeenschappelijke echtscheidingsverzoeken louter als doorgeefluik gefungeerd, zonder dat sprake is geweest van enige inhoudelijke betrokkenheid van verweerster bij de dossiers en zonder dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende verplichtingen. Aldus heeft verweerster gehandeld in strijd met artikel 10a Advocatenwet, de artikelen 7.1 en 7.5 Voda en de gedragsregels 1, 2, 12, 14 en 16. Verweerster heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet en bovendien niet deskundig en niet integer gehandeld in de zin van artikel 10a Advocatenwet. Verweerster heeft met haar handelen, dat gedurende meerdere jaren heeft voortgeduurd en in een groot aantal dossiers heeft plaatsgevonden, haar taak als advocaat miskend en het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 12 weken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:105 Hof van Discipline 's Gravenhage 230152
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:105
Klacht tegen kantoorgenoot advocaat wederpartij. Verweerder heeft bewerkstelligd, althans niet voorkomen, dat zijn kantoorgenoot is gaan optreden tegen klaagster in een geschil over een distributieovereenkomst. Deze distributieovereenkomst (en een daarbij behorende aandelenovereenkomst) was opgesteld door verweerder (mede) in opdracht van klaagster toe hij nog bij een ander kantoor werkzaam was. In de opdrachtbevestiging had verweerder de verplichting op zich genomen om in geval van een geschil niet voor een van bij overeenkomsten betrokken partijen op te treden. Het hof overweegt dat verweerder de verplichting om niet tegen klaagster op te treden in geval een geschil over een van de overeenkomsten had meegenomen naar zijn nieuwe kantoor. Toen een van de andere betrokken partijen zich bij verweerder meldde voor een geschil met klaagster had verweerder de zaak naar een advocaat buiten zijn kantoor moeten verwijzen. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-126/DB/OB/D
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:54
Raadsbeslissing. Dekenbezwaar. Verweerder heeft ondanks herhaalde verzoeken en met de deken gemaakte afspraken nog altijd niet de voor de ONK benodigde stukken aangeleverd, geen opgave van de kengetallen en geen kantooropgave gedaan, geen certificaten van behaalde opleidingspunten aan de deken verstrekt en geen opgave gedaan van zijn actuele kantooradres. Verweerder heeft de deken door zijn handelen en nalaten op ernstige wijze in zijn toezichthoudende taak gefrustreerd (gedragsregel 29) en niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Daarnaast heeft verweerder in strijd gehandeld met de bepalingen in de Verordening op de advocatuur (Voda) die zien op het voeren van een gedegen kantoororganisatie en met de kernwaarden deskundigheid en integriteit (artikel 10a Advocatenwet). Verweerder heeft met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad en zijn handelen is in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarden en met de in artikel 46 Advocatenwet omschreven normen. Dekenbezwaar gegrond. Gelet op de ernst van de feiten en omdat verweerder geen enkel inzicht in zijn situatie en uitleg over zijn handelen en nalaten heeft gegeven, is de raad van oordeel dat het niet verantwoord is dat verweerder de praktijk als advocaat nog langer uitoefent. Verweerder blijkt niet in staat om aan meerdere op hem rustende (administratieve) verplichtingen te voldoen, is onbereikbaar, onttrekt zich aan het toezicht van deken en verschijnt niet bij de tuchtrechter. Schrapping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:106 Hof van Discipline 's Gravenhage 230149
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:106
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder wordt verweten dat hij “spookfacturen” (niet terechte nota’s voor advocaatkosten) heeft verzonden aan een vennootschap waarvan klaagster medeaandeelhouder en medebestuurder was. Het hof oordeelt (anders dan de raad) dat klaagsters hun klacht te laat (niet binnen drie jaar na kennisneming van het verweten handelen) hebben ingediend en niet-ontvankelijk zijn in hun klacht.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:55 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-822/DB/LI
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:55
Verzetbeslissing. Klacht over verweerster in hoedanigheid van deken. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:17 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/725026 DW RK 22/411 EV/SM
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:17
Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder is in beginsel gebonden aan de ministerieplicht. Dat de schuldeiser niet (direct) eerst de route van de geschillencommissie heeft willen bewandelen, kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-314/AL/OV
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:89
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-872/DB/ZWB 23-873/DB/ZWB
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:56
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerster in de bijstand aan klagers ex-partner de grenzen van de aan haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden. Klacht ongegrond. Voor zover klager erover klaagt dat verweerster niet heeft gehandeld in het belang van haar cliënte en dat zij het belang van haar cliënte heeft geschaad, is de klacht niet-ontvankelijk omdat niet is gebleken dat klager hierdoor in zijn belang is getroffen of kan worden getroffen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:18 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/726763 / DW RK 22/458 EV/SM
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:18
Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel: waarschuwing. Hoewel niet wettelijke verplicht, kan het overgaan tot de toepassing van een ingrijpend middel als derdenbeslag reden (genoeg) zijn om klager daarvan vooraf in kennis te stellen. Het geval wil dat hier gaat om een niet uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak, waarvan klager in een vroeg stadium heeft aangegeven hoger beroep in te stellen. Bij klager informeren wat de huidige stand van stand van zaken daaromtrent was, had de mogelijkheid om alsnog over te gaan tot het beslag niet in de weg gestaan. Terwijl aan de andere kant de mogelijkheid bestond dat het derdenbeslag, welke sowieso ingrijpt in de privésfeer, de arbeidsverhouding (nodeloos) op scherp had kunnen zetten.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:90 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-345/AL/MN
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 15-04-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:90
Klacht over eigen advocaat. De raad heeft geoordeeld dat verweerder (onder meer) processtukken te laat heeft ingediend en klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de mogelijkheden van gefinancierde rechtsbijstand. Gelet op de ernst van dit handelen en de omstandigheid dat verweerder eerder door de tuchtechter is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:19 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729281 / DW RK 23/39 EV/SM
- Datum publicatie: 15-04-2024
- Datum uitspraak: 05-04-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:19
Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Geen oplegging van maatregel. De gerechtsdeurwaarders hebben te laat gereageerd op de e-mail van klager. Maar tegen de achtergrond dat de gerechtsdeurwaarders steeds tijdig en adequaat hebben gereageerd op de talrijke berichten van klager, vaak ondanks diens toonzetting, ziet de kamer aanleiding om af te zien van het opleggen van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5458
- Datum publicatie: 12-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:84
Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog. Klaagster heeft na een val van de trap vanwege pijnklachten aan de voet op 16 mei 2015 de SEH van het ziekenhuis bezocht. Bij de die dag gemaakte röntgenfoto’s was de radioloog niet betrokken. De radioloog was alleen betrokken bij het beoordelen van de röntgenfoto’s op 8 juni 2015, waarbij opnamen in drie richtingen gemaakt zijn, en de CT-scan op 10 juni 2015. Klaagster verwijt de radioloog dat hij meerdere malen de luxatie van het Lisfranc-gewricht van haar voet op zowel de röntgenfoto’s als de CT-scan heeft gemist, waardoor een verkeerd behandelbeleid, namelijk voortgang van het conservatief beleid, is ingesteld. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college constateert geen gebreken in de wijze van totstandkoming of de kwaliteit van de betreffende beelden. Daarvan valt de radioloog dan ook geen verwijt te maken. Het college oordeelt verder dat de radioloog in redelijkheid op de beelden van 8 juni 2015 en de CT-scan geen Lisfranc-luxatie had moeten zien. Er waren geen, voor een dergelijke zeldzame luxatie, evidente standsafwijkingen of fracturen te zien op de foto’s en de CT-scan. Ook valt voornoemde luxatie vaak niet goed te constateren op beeld, dat was ook bij klaagster het geval. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5460
- Datum publicatie: 12-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:85
Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog. Klaagster heeft na een val van de trap vanwege pijnklachten aan de voet op 16 mei 2015 de SEH van het ziekenhuis bezocht. Bij de die dag gemaakte röntgenfoto’s was de radioloog betrokken. Klaagster verwijt de radioloog dat hij de luxatie van het Lisfranc-gewricht heeft gemist, waardoor een verkeerd behandelbeleid, namelijk een conservatief beleid, is ingesteld. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college constateert geen gebreken in de wijze van totstandkoming of de kwaliteit van de betreffende beelden. Daarvan valt de radioloog dan ook geen verwijt te maken. Het college oordeelt verder dat de radioloog in redelijkheid op de beelden van 16 mei 2015 geen Lisfranc-luxatie had moeten zien. Er waren geen, voor een dergelijke zeldzame luxatie, evidente standsafwijkingen of fracturen te zien op de röntgenfoto’s. Ook valt voornoemde luxatie vaak niet goed te constateren op beeld, dat was ook bij klaagster het geval. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5312
- Datum publicatie: 12-04-2024
- Datum uitspraak: 11-04-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:25
Bedrijfsarts: Verweerder wordt verweten dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder toestemming van klaagster medische informatie met klaagster te bespreken in video-driegesprekken waaraan ook haar werkgever heeft deelgenomen. Gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5459
- Datum publicatie: 12-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:86
Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog. Klaagster heeft na een val van de trap vanwege pijnklachten aan de voet op 16 mei 2015 de SEH van het ziekenhuis bezocht. Bij de die dag gemaakte röntgenfoto’s was de radioloog niet betrokken. De radioloog was alleen betrokken bij het beoordelen van de röntgenfoto’s van de voet op 6 juli 2015. Enkele dagen later is klaagster na een second opinion geopereerd in een ander ziekenhuis in verband met verdenking op een luxatie van het Lisfranc-gewricht. Klaagster verwijt de radioloog dat hij de luxatie van het Lisfranc-gewricht van haar voet heeft gemist, waardoor een verkeerd behandelbeleid, namelijk voortgang van het conservatief beleid, is ingesteld. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Bij het laatste röntgenonderzoek op 6 juli 2015, zijn er opnamen gemaakt van beide voeten in twee richtingen en ook belaste opnamen. Dit traject is adequaat en overeenkomstig de staande praktijk Het college constateert geen gebreken in de wijze van totstandkoming of de kwaliteit van de betreffende beelden. Daarvan valt de radioloog dan ook geen verwijt te maken. Het college oordeelt verder dat de radioloog in redelijkheid op de beelden van 6 juli 2015 geen Lisfranc-luxatie had moeten zien. De vergelijking tussen de linker- en de rechtervoet, waarbij de behandelend chirurg de radioloog overigens gericht gevraagd heeft naar een mogelijke luxatie in het Lisfranc gewricht, toont geen standsafwijkingen, wat wel te verwachten is bij een dergelijke luxatie. Ook valt voornoemde luxatie vaak niet goed te constateren op beeld, dat was ook bij klaagster het geval. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5949
- Datum publicatie: 12-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:87
Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog. Klaagster verwijt de radioloog dat hij haar niet op de hoogte heeft gebracht van het feit dat zij een justitiële monitor in haar hoofd heeft. Hij had dit 1) moeten zien op een CT-scan die hij heeft beoordeeld op 26 februari 2021, nadat patiënte zich met een hoofdtrauma had gemeld op de SEH van het ziekenhuis en 2) dit met klaagster moeten bespreken. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. De leden-radiologen van dit college hebben de beelden goed bekeken en geen lichaamsvreemde voorwerpen waargenomen. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat zich in het hoofd van klaagster een (justitiële) monitor bevindt. Dat betekent dat het college niet kan vaststellen dat de radioloog een fout zou hebben gemaakt. Bovendien behoort het tot de taak van de arts die een onderzoek aanvraagt (de SEH-arts) om de uitslag van dat onderzoek met de patiënt te bespreken. De radioloog kan geen tuchtrechtelijke verwijt worden gemaakt. De klacht is daarom kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5828
- Datum publicatie: 12-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:81
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een uroloog. Klager verwijt de uroloog dat zij a) onzorgvuldig gehandeld heeft bij de uitvoering van de vasectomie waardoor het vlies van de rechterzaadleider van klager verkleefd is geraakt met de huid van zijn scrotum, welke verkleving klager pijn en ongemak geeft en b) hem onjuist heeft bejegend door ongepaste uitlatingen te doen. De uroloog heeft verweer gevoerd en het college verzocht klachtonderdeel a ongegrond te verklaren en klachtonderdeel b gegrond te verklaren zonder oplegging van een maatregel. Het college stelt op grond van het operatieverslag (bijlage bij verweerschrift) en de toelichting die de uroloog in haar verweerschrift alsook bij het mondelinge vooronderzoek en op zitting heeft gegeven vast dat de uroloog de vasectomie heeft uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen en protocollen die gelden bij de vasectomie. De uroloog heeft haar excuses aangeboden voor haar uitspraken. Het was niet haar bedoeling om klager ongemak te bezorgen, maar om hem af te leiden van de ingreep. De uroloog beseft dat dergelijke opmerkingen (zie beslissing onder 5.5) niet gepast zijn. Klachtonderdeel a is ongegrond en klachtonderdeel b is gegrond. Het college ziet geen aanleiding meer om de uroloog een maatregel op te leggen. De uroloog heeft erkend dat zij bepaalde uitspraken niet had moeten doen en (herhaaldelijk) haar excuses aangeboden aan klager, zij heeft gereflecteerd op haar eigen handelen. De klacht is besproken binnen de vakgroep urologie van het ziekenhuis en gewezen is op de risico’s van het doen van dergelijke uitspraken. Voor het college is aannemelijk geworden dat de uroloog van dit gevel heeft geleerd en dat zij geen niet-passende uitspraken meer zal doen. Gedeelte geronde klacht zonder oplegging van een maatregel met publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5865
- Datum publicatie: 12-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:82
Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog. Bij klager is in 2018 een röntgenfoto van de buik gemaakt. Een radioloog in opleiding heeft onder supervisie van verweerster de foto beoordeeld en daarvan verslag gedaan. Klager verwijt verweerster dat hij een overdosis straling heeft gekregen bij het maken van de X-buikoverzichtsfoto en dat hij op 14 augustus 2018 is geweigerd op de SEH. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college heeft het beschikbare dosisrapport opgevraagd en bestudeerd van de door een laborant gemaakte röntgenfoto. Op basis daarvan heeft het college vastgesteld dat klager geen overdosis aan straling heeft gekregen bij het maken van de röntgenfoto. Het klachtonderdeel is ongegrond. Voorts stelt het college vast dat de radioloog niet betrokken is bij de zorg van klager op de SEH op 14 augustus 2018. Beide onderdelen van de klacht zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:102 Hof van Discipline 's Gravenhage 230262
- Datum publicatie: 12-04-2024
- Datum uitspraak: 12-04-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:102
Klacht curator tegen advocaat van de medebestuurder van gefailleerde. De advocaat heeft anderhalf jaar vóór het faillissement met toestemming van beide bestuurders gelden van de vennootschap op zijn kantoorrekening laten storten om deze vervolgens door te storten naar de rechthebbenden ter afwending van een faillissement van één van de aandeelhouders van de vennootschap. De curator is niet ontvankelijk in zijn klacht. De curator heeft onvoldoende onderbouwd dat het handelen van de advocaat rechtstreeks de vermogensrechtelijke belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de failliete vennootschap raakt of heeft kunnen raken. Bekrachtiging.