ECLI:NL:TADRARL:2024:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-314/AL/OV

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2024:89
Datum uitspraak: 15-04-2024
Datum publicatie: 15-04-2024
Zaaknummer(s): 23-314/AL/OV
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 15 april 2024
in de zaak 23-314/AL/OV

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 7 augustus 2023 op de klacht van:

klager 

over

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 17 september 2022 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2    Op 4 mei 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2083730 van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 7 augustus 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Op 10 augustus 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. 
1.4    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 16 februari 2024. Daarbij was verweerder aanwezig. Klager is zonder kennisgeving niet verschenen. 
1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de brief van klager met bijlagen van 24 januari 2024.

2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
I)    De voorzitter had de klacht niet-ontvankelijk moeten verklaren en naar de deken terug moeten verwijzen, omdat het vooronderzoek door de deken nog niet was afgerond.
II)    Vanwege het onvolledige vooronderzoek door de deken had de voorzitter de inhoudelijke zaak niet als kennelijk ongegrond mogen afdoen. Verweerder heeft klager ten onrechte voor het geschil met zijn verhuurder verwezen naar de Huurcommissie. Verder is het niet aan verweerder en ook niet aan de voorzitter om te oordelen over de inhoudelijke zaak. Het is voorbehouden aan de rechter om een oordeel te geven over het geschil tussen klager en zijn verhuurder. Verweerder heeft onvoldoende rechtsbijstand verleend en de belangen van klager niet goed behartigd door het geschil niet aan de rechter voor te leggen.
2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING
4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. 
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING

De raad van discipline:
-    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, mrs. M.J.J.M. van Roosmalen en S.J. de Vries, leden, bijgestaan door mr. W.E. Markus-Burger als griffier en uitgesproken in het openbaar op 15 april 2024.
  


Griffier    Voorzitter

Verzonden op : 15 april 2024