Zoekresultaten 12701-12750 van de 45118 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:138 Raad van Discipline Amsterdam 20-333/A/NH
- Datum publicatie: 22-06-2020
- Datum uitspraak: 15-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:138
Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van deken kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder partijdig is geweest in zijn onderzoek naar de door klager over een advocaat ingediende tuchtklacht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:43 Accountantskamer Zwolle 20/210 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-06-2020
- Datum uitspraak: 19-06-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:43
Een accountant heeft samen met een compagnon (geen accountant) een accountantskantoor. De compagnon, die binnen het kantoor verantwoordelijk is voor kwaliteitsaangelegenheden, heeft voor de accountant verzwegen dat er een kantoortoetsing zou plaatsvinden. Omdat de compagnon de kantoortoetsing wilde ontlopen, heeft hij de afspraak voor de kantoortoetsing negen keer kort van tevoren afgezegd. De Accountantskamer heeft geoordeeld dat de accountant verantwoordelijk is voor het feit dat de kantoortoetsing niet heeft plaatsgevonden. Als enige accountant is hij de kwaliteitsbepaler en is hij verantwoordelijk voor het kwaliteitssysteem. Vanwege deze verantwoordelijkheid had de accountant erop moeten toezien dat de compagnon op juiste wijze uitvoering gaf aan de gedelegeerde taken op het gebied van de kwaliteit. Klacht gegrond. Tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:44 Accountantskamer Zwolle 20/110 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-06-2020
- Datum uitspraak: 19-06-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:44
Een accountant heeft vertrouwelijke gegevens van klagers verstrekt aan zijn advocaat ten behoeve van een incassotraject. De advocaat heeft deze vertrouwelijke gegevens gebruikt om conservatoir derdenbeslag te leggen onder klanten van klagers, waardoor de vertrouwelijke gegevens ook terecht zijn gekomen bij die klanten. De accountant heeft hiermee het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid geschonden. Ook is sprake van schending van het fundamentele beginsel van integriteit. De accountant heeft zich niet gehouden aan de overeenkomst van opdracht en de algemene voorwaarden, waarin is afgesproken dat hij de vertrouwelijke gegevens niet zonder toestemming van klagers met derden zou delen en dat hij deze gegevens niet voor een ander doel zou gebruiken dan waarvoor ze aan hem waren verstrekt. Klacht gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-359/DB/OB
- Datum publicatie: 19-06-2020
- Datum uitspraak: 15-06-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:41
Voorzittersbeslissing. Van het feit dat verweerster de overeenkomst ondanks haar eerdere toezegging niet aan klagers advocaat heeft toegestuurd kan haar geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt, nu verweerster onweersproken heeft gesteld dat zij de overeenkomst niet van haar cliënte heeft ontvangen omdat haar cliënte de overeenkomst kwijt was. Niet tuchtrechtelijke verwijtbaar gehandeld door klager bij het uitblijven van betaling indiening van een faillissementsverzoek in het vooruitzicht te stellen. Dit was, anders dan klager stelt, in de gegeven omstandigheden geen ongeoorloofd pressiemiddel. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:133 Raad van Discipline Amsterdam 20-300/A/A
- Datum publicatie: 18-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:133
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Niet gebleken dat verweerder in zijn gedingstuk van 14 september 2019 de rechtbank onjuiste informatie heeft verstrekt. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:127 Raad van Discipline Amsterdam 20-208/A/A
- Datum publicatie: 18-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:127
Ongegronde klacht over de eigen advocaat. Klaagster heeft onvoldoende onderbouwd dat verweerder haar belangen niet goed heeft behartigd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:134 Raad van Discipline Amsterdam 20-298/A/A
- Datum publicatie: 18-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:134
Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht. Anders dan klager kennelijk veronderstelt, betekent het enkele feit dat hij door het Juridisch Loket is verwezen naar verweerder niet dat een advocaat-cliëntrelatie tussen klager en verweerder tot stand is gekomen. Dat in de verwijzing door het Juridisch Loket is opgenomen dat het om een Lichte Advies Toevoeging gaat maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:128 Raad van Discipline Amsterdam 20-235/A/A
- Datum publicatie: 18-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:128
Ongegronde klacht over de eigen advocaat. De raad acht de aanpak van verweerder – geen brief op hoge poten schrijven – begrijpelijk en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Als klaagster het niet eens was met deze aanpak had het op haar weg gelegen om dat aan verweerder duidelijk te maken. Dat heeft zij niet gedaan. Het stond verweerder voorts vrij het dossier van klaagster te sluiten en de toevoeging te declareren.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:129 Raad van Discipline Amsterdam 20-154/A/A
- Datum publicatie: 18-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:129
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. De rechtbank had de beslissing aangehouden in afwachting van het verloop van de mediation. Verweerster heeft zich na mislukt mediationtraject zonder toestemming van klagers advocaat een inhoudelijke brief naar de rechtbank gestuurd. Deze handelwijze is in strijd met gedragsregel 21 lid 3 en met de norm van artikel 46 Advocatenwet. Klacht gegrond. Maatregel waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:130 Raad van Discipline Amsterdam 20-301/A/A
- Datum publicatie: 18-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:130
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Hoewel de voorzitter begrijpt dat klager het niet eens is met de beslissing van de vrouw zich tot verweerder te wenden in plaats van een mediator, kan het verweerder niet tuchtrechtelijk verweten worden dat hij vervolgens namens en in het belang van de vrouw een brief aan klager heeft gestuurd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:131 Raad van Discipline Amsterdam 20-287/A/A
- Datum publicatie: 18-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:131
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Het stond verweerster vrij om namens haar cliënt een verzoekschrift tot onderbewindstelling in te dienen. Daarbij behoefde zij niet de instemming van de overige kinderen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:132 Raad van Discipline Amsterdam 20-313/A/NH
- Datum publicatie: 18-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:132
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij (Gedragsregel 15 en misbruik derdengeldenrekening) kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang bij de klacht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:42 Accountantskamer Zwolle 18/718 en 18/719 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-06-2020
- Datum uitspraak: 17-06-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:42
Klachten AFM over controle jaarrekening groep en tot de groep behorende dochtervennootschap. Contante commissiebetalingen door de dochtervennootschap. Klacht tegen de accountant van de dochtervennootschap deels gegrond; strijd met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid; oplegging maatregel van berisping. Klacht tegen de groepsaccountant ongegrond. De Accountantskamer is van oordeel dat de accountant van de dochtervennootschap bij de start van ieder van de te controleren jaren niet het juiste uitgangspunt heeft gehad door al bij het begin van de controle te stellen dat het issue van de contante betalingen aan derden was opgelost. Uitgangspunt voor ieder controlejaar dient te zijn dat een accountant zich behoort af te vragen of er een risico op fraude is. Een dergelijk risico kan zich immers – ook na een beëindiging van een eerdere controle – ieder jaar opnieuw voor doen. Juist in deze controlejaren was bij de te controleren rechtspersonen sprake van voldoende concrete aanwijzingen om hieraan bijzondere aandacht te besteden. De Accountantskamer is van oordeel dat sprake was van een groot aantal signalen waaruit naar voren kwam dat ook in de controlejaren waar deze klacht betrekking op heeft sprake was van een doorgaande praktijk van contante betalingen bij wijze van ‘sales incentives’ in welke betalingen de accountant van de dochtervennootschap geen inzicht had. De Accountantskamer concludeert dat de accountant van de dochtervennootschap niet zo zeer zijn ogen heeft gesloten voor de aanwezige contante betalingen, maar dat hij ze niet heeft open gedaan. In het licht van de controlematerialiteit van de groep was het bedrag dat gemoeid was met de contante betalingen bij de dochtervennootschap zeer gering. Fraude en corruptie zijn onderdeel geweest van de uitgevoerde controles, het Board Report en de besprekingen met het management van de groep, zij het dat dit niet specifiek gericht was op de situatie bij de dochtervennootschap. Onderzoek had geen aanwijzingen opgeleverd dat de ‘scoping’ van de controle van de groepsjaarrekening tekortschoot. De groepsaccountant mocht zich hierdoor gesterkt voelen in de opvatting dat het plaatsvinden van dergelijke contante betalingen van een op groepsniveau zo geringe omvang niet direct meebracht dat sprake was van een frauderisicofactor op het niveau van de groep. De groepsaccountant mocht onder de gegeven, bijzondere omstandigheden afgaan op de informatie die hij van de accountant van de dochtervennootschap had ontvangen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:41 Accountantskamer Zwolle 17/920 en 17/925 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-06-2020
- Datum uitspraak: 17-06-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:41
Deze klachtzaak is verbonden met de klachtzaken 18/718 en 18/719 Wtra AK. Fishing expedition van klaagster versus geheimhoudings-/vertrouwelijkheidsverplichting van betrokken accountants. Klaagster klaagt erover dat de accountants jarenlang kennis hebben gehad van omkopingsfraude bij een dochteronderneming van een door hen gecontroleerde onderneming. De accountants zouden hebben nagelaten fraudes aan de bevoegde autoriteiten te melden. Klaagster heeft daarbij alleen gewezen op drie in het NRC gepubliceerde krantenartikelen. Op klaagster ligt de stelplicht en de bewijslast; met het enkel verwijzen naar die krantenartikelen heeft zij daar niet aan voldaan.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 201/2019
- Datum publicatie: 16-06-2020
- Datum uitspraak: 16-06-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:67
Klaagster verwijt beklaagde dat zij niet tijdig heeft gekozen voor het laten uitvoeren van een operatie aan een (te lange) Bricker-lis. Ook verwijt zij dat beklaagde antibiotica heeft voorgeschreven die de lever van klaagster heeft aangetast. Het college oordeelt dat beklaagde de mogelijke gevolgen en risico’s van terugkerende urineweginfecties heeft afgewogen tegen het risico van een ingrijpende operatie en dat haar handelwijze en afwegingen adequaat waren. De door beklaagde voorgeschreven onderhoudsdosering antibiotica is voorgeschreven nadat bleek dat de problemen met de lever niet het gevolg waren van antibiotica. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:181 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-229
- Datum publicatie: 15-06-2020
- Datum uitspraak: 02-06-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:181
Voorzittersbeslissing. De klachten dat verweerder zijn cliënten heeft geadviseerd om de Stichting te liquideren, daaraan zijn medewerking heeft verleend en het doen van een valse opgave aan het handelsregister van de Kamer van Koophandel door zijn cliënten heeft bevorderd missen feitelijke grondslag. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:126 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-232
- Datum publicatie: 15-06-2020
- Datum uitspraak: 02-06-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:126
De voorzitter oordeelt de klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerder heeft in overleg met klager het verzoekschrift, zonder bijlagen, aan de rechtbank gestuurd en tijdig voor de zitting nadere producties ingediend. Overige klachten onvoldoende onderbouwd of inzichtelijk gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:113 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.084
- Datum publicatie: 11-06-2020
- Datum uitspraak: 28-05-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:113
Klacht tegen bedrijfsarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond en deels ongegrond verklaard en aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping opgelegd. De bedrijfsarts heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, waarna klaagster incidenteel beroep heeft ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege heeft de zaak ter terechtzitting behandeld, maar acht zich nadien nog onvoldoende ingelicht. In deze tussenbeslissing wordt het onderzoek heropend en de behandeling van de zaak aangehouden.
-
ECLI:NL:TNORARL:2020:17 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/344161 KL RK 18-158 C/05/344161 KL RK 18-158a
- Datum publicatie: 11-06-2020
- Datum uitspraak: 25-02-2020
- ECLI:NL:TNORARL:2020:17
Betreft verzoek van een oud-notaris tot intrekking c.q. herziening van de beslissing van de voorzitter omtrent de waarneming in het vacante protocol van de oud-notaris. De voorzitter is van oordeel dat de benoeming van een waarnemer weliswaar kan worden aangemerkt als ordemaatregel, maar deze heeft niet het karakter van een voorlopige voorziening. In de wet op het notarisambt is, anders dan door de oud-notaris betoogd, geen op dit punt te voeren bodemprocedure voorgeschreven. Het instellen van hoger beroep is de aangewezen route om op te komen tegen een beslissing van de voorzitter van de kamer met betrekking tot de waarneming in een protocol. Dit staat ook met zoveel woorden in artikel 29 lid 3 Wna. Voorts heeft de oud-notaris onvoldoende gesteld en onderbouwd dat aan de eisen van herroeping op grond van artikel 382 Rv is voldaan. Tot slot heeft de oud-notaris onvoldoende onderbouwd dat aan de voorwaarden voor herziening is voldaan. Het verzoek is daarom afgewezen.
-
ECLI:NL:TNORARL:2020:18 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/359820 KL RK 19-122
- Datum publicatie: 11-06-2020
- Datum uitspraak: 13-05-2020
- ECLI:NL:TNORARL:2020:18
De notaris is executeur in de nalatenschap van moeder. Klaagsters zijn twee dochters van moeder en erfgenaam. Op zijn verzoek heeft de notaris de sieraden van moeder in bewaring genomen op zijn kantoor. In april 2018 constateert de medewerker van de notaris dat er een aantal sieraden is ontvreemd uit de kluis van de notaris. De notaris heeft klaagsters in maart 2019 over de vermissing van de sieraden geïnformeerd. Naar het oordeel van de kamer verwijten klaagsters de notaris terecht dat er bijna een jaar is verstreken tussen het moment dat de vermissing van de sieraden werd geconstateerd door de medewerker van de notaris en het moment dat klaagsters hierover door de notaris werden geïnformeerd. De notaris had de erfgenamen eerder kunnen en moeten informeren, hetgeen de notaris ook heeft erkend. Ook het verwijt van klaagsters dat het voor anderen dan de notaris kennelijk mogelijk is geweest om de sieraden ongemerkt uit de kluis te ontvreemden, is terecht. De notaris heeft aangevoerd dat hij in de veronderstelling verkeerde dat de sieraden veilig waren opgeborgen, omdat de kluis voldoet aan alle voorschriften voor brand- en inbraakpreventie en alleen de notaris en zijn medewerkers toegang hebben tot de kluis. Uit de stukken blijkt dat de sieraden op verzoek van de notaris door hem in bewaring zijn genomen. Daarom rust op de notaris een verzwaarde zorgplicht, te meer omdat de sieraden ook een affectiewaarde voor de erfgenamen hebben. Omdat de doos met sieraden kennelijk voor anderen dan de notaris zelf toegankelijk was en de sieraden ongemerkt konden worden weggenomen, heeft de notaris zijn zorgplicht geschonden. Gezien de feiten en omstandigheden acht de kamer de maatregel van berisping passend en geboden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/396
- Datum publicatie: 10-06-2020
- Datum uitspraak: 10-06-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:75
Klaagster verwijt de huisarts dat zij een crisisdienst heeft ingeschakdeld zonder eerst contact te hebben met klaagster op een moment dat zij bovendien al een andere huisarts had. Verder verwijt klaagster dat de huisarts de hulpvraag van klaagster in het kader van PTSS heeft genegeerd, ten onrechte van een persoonlijkheidsstoornis heeft beticht etc. De huisarts voert verweer; zij heeft geprobeerd met klaagster telefonisch in contact te komen, maar zij kreeg geen gehoor. Verder betwist zij de overige verwijten die haar worden gemaakt. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:114 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190080HH en 190237HH
- Datum publicatie: 09-06-2020
- Datum uitspraak: 08-06-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:114
Verzoek om herziening. Gegrond. Het hof heeft een wrakingsverzoek ter zijde gelegd die in behandeling had moeten worden genomen.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/50
- Datum publicatie: 05-06-2020
- Datum uitspraak: 20-04-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:12
Samengevat verwijten klagers de notaris dat hij onjuist en klachtwaardig heeft gehandeld door aan hen geen afschrift of uittreksel te verstrekken van het dossier met betrekking tot de notariële volmacht van erflaatster, meer specifiek door aan hen geen afschrift of uittreksel te verstrekken van de aantekeningen van de bespreking tussen de oud-notaris, erflaatster en [klager 6] in april 2011. De notaris heeft volgens klagers gehandeld in strijd met zijn zorgplicht ten opzichte van de gezamenlijke erfgenamen van erflaatster en daarmee een voedingsbodem gegeven voor een geschil tussen de erfgenamen. De notaris heeft met een beroep op de notariële geheimhoudingsplicht geweigerd inzage te geven in het betreffende dossier en de van dat dossier deel uitmakende gespreksaantekeningen. De kamer volgt de notaris in zijn verweer. De kamer heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat de notaris - die het protocol van de oud-notaris heeft overgenomen en ook met betrekking tot hetgeen vóór zijn ambtsperiode werd toevertrouwd en aan de bij zijn protocol behorende archieven werd toegevoegd een geheimhoudingsplicht heeft - zich in de gegeven omstandigheden ten onrechte op zijn geheimhoudingsplicht jegens klagers beroept. Bij dit oordeel weegt mee dat het ambtsgeheim niet beperkt is tot datgene wat zijn weerslag in een akte vindt. Ook hetgeen aan de oud-notaris schriftelijk of mondeling door erflaatster en/of [klager 6] is meegedeeld, valt in beginsel onder de geheimhouding, evenals de door de oud-notaris zelfgemaakte aantekeningen van gedachtewisselingen met erflaatster en [klager 6]. Nader onderzoek in het kader van deze klachtprocedure acht de kamer daarom niet noodzakelijk. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze ziet op het verzoek om het overleggen van stukken en de klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/46
- Datum publicatie: 05-06-2020
- Datum uitspraak: 20-04-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:13
De klacht van het BFT bestaat uit de volgende onderdelen. I. Onzorgvuldig handelen bij het passeren van het testament, het levenstestament en de algehele volmacht van moeder. De onzorgvuldigheid zit hem volgens het BFT in: A. onvoldoende onderzoek naar de wilsbekwaamheid van moeder; B. onvoldoende onderzoek naar de onafhankelijke wilsvorming van moeder; C. schending van de informatieplicht; D. onzorgvuldig handelen. II. Onzorgvuldig handelen bij de afwikkeling van verschillende boedeldossiers. De onzorgvuldigheid zit hem volgens het BFT in: A. onvoldoende communicatie/voortvarendheid/zorgvuldigheid; B. schending van de informatieplicht/belehrung; C. onzorgvuldige dossiervoering. De kamer verklaart alle klachtonderdelen gegrond. Naar het oordeel van de kamer zijn de feiten waarvan de notaris in de klachtonderdelen I A tot en met I D een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt zo ernstig dat een schorsing in de uitoefening van het ambt passend is. Het feit dat de door het BFT ingediende klachtonderdelen II A tot en met II C - die volgens het BFT met name illustratief zijn - gegrond worden verklaard, sterkt de kamer in het oordeel over de op te leggen maatregel. De kamer legt een schorsing voor de duur van twee weken op.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:14 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/47, 48 en 49
- Datum publicatie: 05-06-2020
- Datum uitspraak: 20-04-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:14
Klagers verwijten de oud-notaris en twee notarissen dat zij ten aanzien van een ontwikkelingsproject onzorgvuldig hebben gehandeld. De verwijten houden in de kern het volgende in. ten aanzien van de oud-notaris en [mr. A] In de individuele akten van levering staan onduidelijkheden casu quo onjuistheden. Dit leidt tot discussie tussen de eigenaren over wat ze nu eigenlijk hebben gekocht en dus tot rechtsonzekerheid. Bij het opstellen van opeenvolgende akten van levering is de verdeling van de 86 aandelen in de mandeligheid niet bewaakt - als gevolg waarvan uiteindelijk niet alle 86 aandelen in de eigendom van de mandeligheid zijn verdeeld - en is geen rekening gehouden met de forse functiewijziging (van kantoor naar horeca) van één van de bedrijven aan de mandelige weg. ten aanzien van [mr. B] In de periode van mei 2018 tot het indienen van de klacht is [mr. B] tekortgeschoten in zijn zorgplicht en heeft hij nagelaten om adequaat te handelen en een oplossing te bereiken voor de problemen met betrekking tot de mandeligheid. De kamer verklaart van de klacht alleen klachtonderdeel 1 jegens de oud-notaris gegrond. Vaststaat namelijk dat in de na de akten van (hoofd-/onder)splitsing door de oud-notaris gepasseerde akten van levering - waarbij de afzonderlijke 18 woonappartementen en de afzonderlijke 54 parkeerplaatsen in de parkeerkelder zijn (door)geleverd aan de betreffende kopers - de betreffende aandelen in de mandeligheid niet altijd juist staan vermeld. Dat op grond van de akte van hoofdsplitsing aan elk woonappartement en aan elke parkeerplaats in de parkeerkelder een aandeel in de mandelige weg met parkeerplaatsen is gekoppeld van 1/86e gedeelte, komt niet in iedere akte van levering tot uitdrukking. Hierdoor bestaat tussen klagers en de overige eigenaren van de mandelige weg en parkeerplaatsen onduidelijkheid over de omvang van hun aandeel in de mandeligheid. De kamer is van oordeel dat deze fouten de oud-notaris kunnen worden aangerekend. De door de oud-notaris erkende fouten in de omschrijving van de aandelen in de mandeligheid vinden hun oorsprong namelijk in de door hem zelf op 29 maart 2005 gepasseerde akte van hoofdsplitsing. De redactie van de in deze akte opgenomen bepaling met betrekking tot de aandelen in de mandelige weg en parkeerplaatsen blinkt niet uit in duidelijkheid. Hierbij speelt ook een rol dat voor de eigendom van de woningen en bedrijfsruimten de afzonderlijke aandelen in de mandeligheid niet nader zijn bepaald. Dat de akte van hoofdsplitsing op dit punt duidelijker had gemoeten, wordt bevestigd door het feit dat de oud-notaris genoemde fouten heeft gemaakt bij de uitponding van de appartementsrechten. Het gegrond verklaarde verwijt acht de kamer niet zodanig ernstig dat de oud-notaris daarvoor een tuchtrechtelijke maatregel moet worden opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:120 Raad van Discipline Amsterdam 19-813/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:120
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:121 Raad van Discipline Amsterdam 19-850/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:121
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:122 Raad van Discipline Amsterdam 20-265/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:122
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Dat verweerder heeft toegezegd het gehele door klager betaalde bedrag voor een oriënterend gesprek aan klager terug te betalen heeft klager tegenover de betwisting daarvan door verweerder niet onderbouwd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:116 Raad van Discipline Amsterdam 20-098/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:116
Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Door het verzoek om verlenging spreektijd vijftien minuten na het versturen daarvan aan het hof aan de advocaat van klager te sturen heeft verweerder voldaan aan het bepaalde in Gedragsregel 21 lid 1. De onjuistheid in de pleitnota van verweerder is voorts onvoldoende zwaarwegend om hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:123 Raad van Discipline Amsterdam 20-267/A/NH
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:123
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:117 Raad van Discipline Amsterdam 19-846/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:117
Klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang dan wel tijdsverloop en deels ongegrond. Geen strijd met Gedragsregel 3 lid 6. De feitelijke onjuistheden die klager noemt zien op het inhoudelijke geschil en zijn aan de civiele rechter om te beoordelen. Nu klager geen client van verweerder was rustte op verweerder niet de verplichting de tekst van de overeenkomst en de borgstelling met de mogelijke gevolgen daarvan te bespreken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:124 Raad van Discipline Amsterdam 20-269/A/NH
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:124
Voorzittersbeslissing. Klacht over belastering door de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:118 Raad van Discipline Amsterdam 19-852/A/NH
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:118
Gegrond verzet omdat de klacht niet kennelijk ongegrond is. Er zal een nieuwe datum bepaald worden voor de behandeling van de klacht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:125 Raad van Discipline Amsterdam 20-268/A/NH
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:125
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:119 Raad van Discipline Amsterdam 20-087/A/NH
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:119
Gegronde klacht over regel 7 lid 4 van de Gedragsregels 1994; verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door voor de man tegen klaagster op te treden, terwijl zijn (voormalige) kantoorgenoot eerder als mediator voor klaagster en de man is opgetreden. Verweerder heeft daarnaast tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in de gegeven omstandigheden tot beslaglegging over te gaan. Berisping en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:126 Raad van Discipline Amsterdam 20-288/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:126
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/54
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 20-04-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:11
Klager verwijt de kandidaat-notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de financiële afwikkeling van de overdracht van de aan hem en zijn ex-echtgenote in eigendom toebehorende woning. Volgens klager heeft de kandidaat-notaris, in strijd met de beschikkingen van de rechtbank en het hof, de gehele overwaarde aan de ex-echtgenote uitgekeerd. De kamer volgt de kandidaat-notaris in het door hem gevoerde verweer. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris de zorgvuldigheid heeft betracht die een behoorlijk handelend kandidaat-notaris betaamt. Bij dit oordeel spelen met name de volgende omstandigheden een rol. a) Tussen klager en de kandidaat-notaris is niet in geschil dat het verkoopsaldo van de woning in beginsel aan klager en zijn ex-echtgenote toekomt, ieder voor de onverdeelde helft. b) Uit de door de kandidaat-notaris overgelegde stukken volgt dat er, voorafgaand aan de levering van de woning, op verzoek van de ex-echtgenote twee executoriale beslagen zijn gelegd ten laste van klager: 1. executoriaal beslag op de aan klager toekomende onverdeelde helft van de woning; en 2. executoriaal derdenbeslag onder het notariskantoor op de aan klager toekomende overwaarde van de woning. De kamer is van oordeel dat de ex-echtgenote op grond van de betreffende beschikkingen ten laste van klager executoriaal beslag kon leggen. Gesteld noch gebleken is dat klager de betreffende vorderingen van de ex-echtgenote al had voldaan. c) Uit de aan het notariskantoor betekende beslagexploten blijkt dat de betreffende beschikkingen aan klager waren betekend. d) De gemachtigde van klager heeft ter zitting erkend dat klager de op 29 mei 2019 door de kandidaat-notaris aan hem gemailde concept-nota’s heeft ontvangen. De kandidaat-notaris heeft klager steeds geïnformeerd over de stand van zaken en de wijze van uitbetaling van het verkoopsaldo van de woning. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:120 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-845
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:120
Voorzittersbeslissing. Nu klager heeft gesteld dat verweerder in eerste instantie de opdracht tot bijstandverlening in hoger beroep had aanvaard en zich daarna zonder opgaaf van redenen heeft teruggetrokken en verweerder deze stelling gemotiveerd heeft betwist, is de juistheid van genoemde stelling van klager en daarmee de gegrondheid van de klacht niet komen vast te staan. Stukken die het standpunt van klager onderbouwen, ontbreken. Ook overigens geen sprake van klachtwaardig handelen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-414
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 14-04-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:114
Klager heeft zich tijdig en op zorgvuldige wijze onttrokken als advocaat van klagers zoals hij dat heeft gedaan (Regel 9 lid 2 oud). Klagers hadden daarna nog ruim de tijd om lopende procedures over te laten nemen door een andere advocaat. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:115 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-415
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 14-04-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:115
Naar het oordeel van de raad heeft klaagster geen eigen rechtstreeks belang bij haar klacht jegens verweerder. Verweerder heeft in zijn e-mail van 22 augustus 2017 een stukje tekst geciteerd uit een door hem eerder ontvangen e-mail van 16 augustus 2017 van de heer M. De raad is uit de inhoud ervan niet gebleken dat laatstgenoemde e-mail afkomstig was van de heer M namens klaagster. Verweerder kan dan ook niet door klaagster worden verweten dat hij vertrouwelijke informatie van klaagster heeft gebruikt uit de e-mail van 16 augustus 2017 jegens derden en daarmee de geheimhoudingsplicht jegens klaagster heeft geschonden. Niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:116 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-439
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 20-04-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:116
Verweerder staat al jarenlang de vennoten van een snackbar bij in diverse kwesties. Uit de overgelegde stukken is de raad gebleken dat klaagster aan verweerder opdracht heeft gegeven om bezwaar te maken en later ook beroep in te stellen tegen opgelegde bestuursrechtelijke boetes. Dat een van de schriftelijke opdrachtbevestigingen niet is ondertekend en ook geen intakegesprek heeft plaatsgevonden doet in de gegeven omstandigheden aan de binding aan de overeenkomsten niet af. Gebleken is ter zitting dat verweerder op verzoek van de vennoten, die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn, vooral telefonisch en ook per e-mail met elkaar, waar nodig ook met hun boekhouder, heeft gecommuniceerd, op die wijze de risico’s van de procedures heeft besproken en de vennoten ook heeft geadviseerd. Dat verweerder de kans van slagen daarbij te rooskleurig zou hebben voorgesteld of de procedures bij voorbaat kansloos waren, kan de raad, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door verweerder en ontbreken van stukken, niet vaststellen. Voorts heeft verweerder klaagster duidelijk genoeg geïnformeerd over de financiële gang van zaken. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:117 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-391
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 28-04-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:117
Raadsbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Gedragsregel 27 is niet geschonden. De opmerking dat het schikkingsvoorstel “laag en summier gemotiveerd was” is in dermate algemene bewoordingen geformuleerd, dat deze de inhoud van de schikkingsonderhandelingen niet raakt. Verder heeft verweerder niet in strijd met Gedragsregel 5 gehandeld door een dagvaarding uit te brengen nadat de correspondentie van de kant van klager meer dan een maand was stilgevallen. Er is in dat geval geen sprake van rauwelijks dagvaarden. Klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:111 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-513
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 06-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:111
Verweerder is opgetreden voor de gemeente en opgetreden voor een medewerker van de gemeente, die bij de rechtbank een verklaring heeft afgelegd in een kwestie die hem privé aangaat. Klager heeft een geschil met de gemeente en heeft in dat kader de gemeente ambtenaar laten horen. In hoeverre sprake is van tegenstrijdig belang is niet duidelijk geworden. Dat is van minder belang nu de gedragsregel over tegenstrijdige belang ten behoeve van de eigen cliënt is geschreven. De geschonden norm moet dienen om de belangen van de benadeelde te beschermen (Schuznorm). Klager is geen benadeelde van de norm en daarmee ook geen belanghebbende. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:118 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-764
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 04-05-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:118
Dekenbezwaar. Uit de verklaringen ter zitting van verweerder is de raad gebleken dat van meet af aan de bedoeling was dat de twee beoogde stagiaires op de vestiging van het advocatenkantoor in [Z] in arrondissement Noord-Nederland, en niet op kantoor in [Y], in arrondissement Overijssel, feitelijk hun werkzaamheden zouden gaan uitvoeren, en daarmee op een andere locatie dan waar de patroons kantoor houden (verweerder en zijn medewerker). De raad is van oordeel dat verweerder in strijd met de artikelen 9b, 10 en 46 Advocatenwet heeft gehandeld door de raad van de orde Overijssel, en de (waarnemend) deken, te misleiden door de raad van de orde niet actief en volledig te informeren over de gewenste afwijkende constructie met de stagiaires waarbij de stagiaires fysiek op een andere kantoorlocatie in een ander arrondissement zouden gaan werken dan de patroons. Daarbij kan in het midden blijven of daarbij sprake is geweest van opzet van de kant van verweerder. Hij heeft bewust, dan wel onbewust, de raad op het verkeerde been gezet, terwijl hij door ondertekening van het formulier tot goedkeuring van het patronaat heeft verklaard met alle toepasselijke en relevante bepalingen bekend te zijn geweest. Hij had daarnaar dus ook dienen te handelen. Verweerder neemt nu, zo is de raad uit de zitting gebleken, zijn verantwoordelijkheid als patroon richting zijn eigen stagiaire. Of de andere stagiaire als gevolg van het handelen van verweerder in september 2019 alsnog uit de advocatuur is gegaan, kan de raad niet vaststellen, nu de deken dat standpunt onvoldoende heeft onderbouwd. Verweerder was volgens de raad niet goed op de hoogte van de relevante bepalingen in de Advocatenwet die betrekking hebben op de goedkeuring om patroon van een stagiaire te worden, terwijl dat wel van hem verwacht mocht worden. Organen die toezicht houden op advocaten moeten ervan uit kunnen gaan dat zij juist worden geïnformeerd. Daarnaast wordt van een patroon en tevens werkgever, zoals in het geval van verweerder, nog een extra grote zorgvuldigheid verwacht. Verweerder is hierin naar het oordeel van de raad tekortgeschoten en heeft daarmee in strijd gehandeld. Gelet hierop enerzijds en het ontbreken van een tuchtrechtelijk verleden van verweerder anderzijds, terwijl verweerder inmiddels de nodige veranderingen heeft doorgevoerd om zijn stagiaire onder zijn begeleiding op zijn kantoor in [Y] op te leiden tot een volwaardig advocaat en enig inzicht heeft getoond in het tuchtrechtelijk verwijtbare van zijn handelen, acht de raad de oplegging van de maatregel van berisping aan verweerder passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-075
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 09-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:112
Ongegrond verzet. Klacht betrof de vermeende misleiding van rechter door verweerster omdat zij volgens klager relevante informatie heeft achtergehouden en ook valse informatie heeft verstrekt. Anders dan klager is de raad van oordeel dat de bedoelde “geheime besluiten” niet door verweerster maar door de betrokkenen aan klager verstrekt hadden moeten. Als zij dat om hun moverende redenen niet hebben gedaan en verweerster daarover ook niet hebben geïnformeerd, kan verweerster daarvoor als de advocaat van de voormalige werkgever van klager niet verantwoordelijk worden gehouden, zoals klager heeft betoogd. Zover reikt voor een advocaat van de wederpartij een onderzoeksplicht naar de juistheid van de informatie van een cliënt niet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-800
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:119
Voorzittersbeslissing. Met verweerder is de voorzitter van oordeel dat op een advocaat in zijn algemeenheid geen plicht rust om te reageren op de correspondentie van de wederpartij. Voor zover verweerder daarmee in strijd heeft gehandeld met de eigen kantoorklachtenregeling, zoals klager hem ook verwijt, kan klager zich daar niet op beroepen, aangezien een dergelijke klachtenregeling alleen de relatie tussen de advocaat en de cliënt betreft. Evenmin is sprake van een plicht om een wederpartij te informeren over beëindiging van de opdracht. Verweerder heeft daarnaast de grenzen van de hem als advocaat van de wederpartij van klager toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:40 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-255/DB/ZWB
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 11-05-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:40
De feitelijke grondslag van de klacht ontbreekt: niet gebleken dat opdracht is verstrekt voor opstarten van civiele procedure en evenmin dat verweerder niet heeft gereageerd op klagers klachtbrief. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:113 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-754
- Datum publicatie: 03-06-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:113
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Het antwoord op de vraag of verweerder door de verstrekking van klagers telefoonnummer aan een derde de AVG heeft geschonden, is voorbehouden aan de Autoriteit Persoonsgegevens, waar klager ook een klacht over verweerder heeft ingediend. Het oordeel van de Autoriteit Persoonsgegevens hoeft voor een oordeel over de klacht niet te worden afgewacht, omdat een eventuele schending van de AVG niet zonder meer ook een tuchtrechtelijk gegronde klacht oplevert. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:182 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-212
- Datum publicatie: 30-05-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:182
Voorzittersbeslissing. Klaagster heeft zich op 6 juni 2019, derhalve na het verstrijken van de in artikel 46 g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde verjaringstermijn, met een klacht over verweerster tot de deken gewend. Voor dit tijdsverloop heeft klaagster geen verklaring gegeven. Uit de overgelegde stukken blijkt evenmin dat klaagster niet eerder dan bij webformulier van 6 juni 2019 heeft kunnen klagen. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:183 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-221
- Datum publicatie: 30-05-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:183
Voorzittersbeslissing. Optreden van advocaat tijdens een televisieprogramma in zijn hoedanigheid van gemeenteraadslid in het licht van de uitoefening van zijn beroep als advocaat niet aan te merken als absoluut ongeoorloofd.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 254
- Pagina: 255
- Pagina: 256
- ...
- Pagina: 903
- Volgende pagina zoekresultaten