Zoekresultaten 1601-1650 van de 1719 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6581
- Datum publicatie: 29-08-2024
- Datum uitspraak: 23-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:98
Voorzittersbeslissing. Klacht ingediend door een klager tegen een voormalig samenwerkingspartner. Met klachtonderdeel a verwijt klager verweerder dat zij bij een zakelijke bespreking zijn pols heeft gevoeld en daarbij heeft benoemd dat hij atriumfibrilleren en bigeminie had. Daarmee zij volgens klager zijn zorg over zijn gezondheid versterkt om hem daarmee tot zakelijke concessies te bewegen. De voorzitter oordeelt dat het handelen van verweerster plaatsvond in de besloten setting van een bespreking tussen samenwerkingspartners, waarbij het doel was overeenstemming te bereiken over een bepaalde winstverdeling. Het handelen heeft onvoldoende weerslag op het belang van de individuele gezondheidszorg. Verweerster heeft geen medisch advies gegeven of behandelvoorstellen gedaan. Door klager is evenmin inzichtelijk gemaakt dat het handelen van verweerster voor klager gevolgen heeft gehad waardoor de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg is of wordt geraakt. De door klager genoemde omstandigheid dat hij door het handelen van verweerster akkoord is gegaan met een voor hem minder gunstige winstverdeling, betreft een zakelijk belang en raakt niet de individuele gezondheidszorg. Klager werd bij dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk verklaard omdat het handelen niet valt onder één van de tuchtnormen. Klachtonderdelen b tot en met e gaan allemaal over handelen van verweerster in een samenwerkingsverband waarin klager geen partij was. Hij had bij de uitvoering hiervan zelf slechts een financieel belang. Door klager genoemde belangen als volksgezondheid, publieke gelden en publiek vertrouwen is een algemeen belang. Het belang van klager verschilt hierin niet van enig andere privépersoon en is daarmee niet aan te merken als een rechtstreeks eigen belang. Klager kan ook niet in de overige klachtonderdelen worden ontvangen omdat klager niet kan worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:88 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744590 / DW RK 24/9 MK/WdJ
- Datum publicatie: 29-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:88
Beslissing op verzet over aanpassen beslagvrije voet. Verzet gegrond, klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6672
- Datum publicatie: 29-08-2024
- Datum uitspraak: 27-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:99
Klacht tegen apotheker. De apotheker heeft medicatie aan klager verstrekt. Het betreft onder meer tramadol, diclofenac en naproxen. Klager verwijt de apotheker dat hij hem deze medicatie langdurig heeft verstrekt zonder hem te informeren over de gevolgen van het gebruik van deze medicatie. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5822
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:93
Klager klaagt over een pijnbehandeling door de anesthesioloog. De anesthesioloog zou deze niet goed hebben uitgevoerd en een zenuw hebben beschadigd waardoor klager blijvende pijnklachten heeft. Ook klaagt klager over onvoldoende nazorg en gebrekkige dossiervorming. Het college kan niet vaststellen dat de anesthesioloog niet volgens de professionele standaard heeft gehandeld. Het medisch dossier en de getuigenverklaringen bieden daarvoor geen bewijs. De nazorg was voldoende. Het college acht de verslaglegging van de anesthesioloog onvoldoende. Belangrijke details over de behandeling en het verloop ontbreken. Dat heeft de mogelijkheid van klager om zijn klacht te onderbouwen en van het college, om het handelen van de anesthesioloog te toetsen, bemoeilijkt. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. Het college legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6927
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:186
Klacht tegen klinisch psycholoog. Klager is deels niet-ontvankelijk in zijn klacht en voor het overige is de klacht kennelijke ongegrond. Klager verblijft in het kader van een hem opgelegde TBS-maatregel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Zijn klacht gaat over zijn plaatsing in die kliniek, het beveiligingsniveau en de zorgzwaarte, de behandeling en de gevoerde gesprekken met de klinisch psycholoog. Het college oordeelt dat klager niet ontvankelijk is in het klachtonderdeel dat ziet op de wet-en regelgeving. De klinisch psycholoog is hier niet bij betrokken en verantwoordelijk voor. Dit valt dan ook niet onder de eerste of tweede tuchtnorm. De overige 12 klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6171 H2024-6866
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:94
Twee samenhangende klachten over psychiater, die in brief aan Bureau Rijbewijskeuringen beroepsgeheim zou hebben geschonden en een onjuistheid vermeld. In de tweede zaak het verwijt dat de psychiater in het verweerschrift in de eerste zaak heeft gelogen. Beide klachten zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:64 Accountantskamer Zwolle 24/2183 Wtra AK
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:64
Dit is een herstelbeslissing m.b.t. een fout in een voetnoot in de zaak met procedurenummer 24/2183 Wtra AK, uitgesproken op 27 augustus 2024
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7005
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 27-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:187
Kennelijk ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. Klager zit gedetineerd en heeft met de GZ-psycholoog een kennismakingsgesprek gehad. Van dit gesprek heeft de GZ-psycholoog een verslag gemaakt. Klager verwijt de GZ-psycholoog dat zij de kritiekpunten van klager over de afdeling in het verslag beknopt heeft weergegeven en zijn klacht over de afdeling niet serieus heeft genomen. Nu partijen elkaar tegenspreken over de inhoud van het gesprek, kan niet worden vastgesteld of de GZ-psycholoog klachtwaardig heeft gehandeld. Ook als de GZ-psycholoog zich wel kon herinneren dat klager de punten naar voren had gebracht, is niet zonder meer sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Het college is verder van oordeel dat niet is gebleken dat de GZ-psycholoog klager niet serieus heeft genomen. Op de punten van klager die ook in het verslag zijn genoemd heeft de GZ-psycholoog actie ondernomen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6382
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:95
Gegronde klacht van inspectie over psychiater. Psychiatrisch onderzoek en verslaglegging in kader van second opinion voldoen niet aan de eisen van de professionele standaard. Maatregel van berisping zou gerechtvaardigd zijn, maar college houdt rekening met erkenning psychiater dat zij is tekortgeschoten en met feit dat psychiater bijna een jaar in onzekerheid verkeerde over het vervolg nadat inspectierapport gereed was. Daarom wordt volstaan met waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5932
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:96
Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6611
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:90
Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen. De klachten richten zich op tekortkomingen in de zorg, communicatie en besluitvorming van de kinderarts, waaronder de toezegging dat een ic-opname niet nodig was, onjuiste medische dossierweergave, een gebrek aan overleg over een second opinion en diverse behandelingsfouten zoals inadequate fysiotherapie en medicatie.Het college oordeelt dat de klachten ongegrond zijn. Het acht de zorg van de kinderarts en haar team adequaat en in overeenstemming met de professionele standaard. De kinderarts heeft geen toezeggingen gedaan over het niet opnemen op de ic, het medische dossier bevat geen onjuistheden en er is in overleg met de familie intercollegiaal advies gevraagd. Daarnaast waren de behandelingsbeslissingen, zoals het gebruik van midazolam en het niet diep uitzuigen van slijm, medisch gerechtvaardigd en gericht op het comfort van het kind. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5931
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:97
Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6612
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:91
Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen. De klachten richten zich op tekortkomingen in de zorg, communicatie en besluitvorming van de kinderarts, waaronder een gebrek aan overleg over een second opinion, en diverse behandelingsfouten zoals inadequate fysiotherapie en medicatie.Het college oordeelt dat de klachten ongegrond zijn. Het acht de zorg van de kinderarts en haar team adequaat en in overeenstemming met de professionele standaard. Er is in overleg met de familie intercollegiaal advies gevraagd. Daarnaast waren de behandelingsbeslissingen, zoals het gebruik van midazolam en het niet diep uitzuigen van slijm, medisch gerechtvaardigd en gericht op het comfort van het kind. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7199
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:98
Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6613
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:92
Klaagster klaagt over de zorg voor haar achtjarige zoon die na verdrinking ernstige hersenschade heeft opgelopen en de verwachtingen die de kinderarts bij haar heeft gewekt.Het college oordeelt de klacht ongegrond. De kinderarts heeft volgens het dossier correcte zorg geleverd. Zij heeft geen onjuiste informatie verstrekt of valse verwachtingen gewekt over de levensverwachting van het kind.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7198
- Datum publicatie: 28-08-2024
- Datum uitspraak: 28-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:99
Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:142 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-486/DH/RO
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:142
Voorzittersbeslissing. Klacht van (voormalig) advocaat over de deken in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Van machtsmisbruik of het onder druk zetten van klager om zich uit te schrijven als advocaat is niet gebleken. Evenmin is gebleken dat verweerster zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehouden. Een onachtzaamheid van verweerster betekent niet dat het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:63 Accountantskamer Zwolle 24/2183 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 27-08-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:63
Na een eerdere klacht bij de Accountantskamer tegen betrokkene over diens afhandeling van een klacht van klaagster, welke klacht zowel door de Accountantskamer als in hoger beroep door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het CBb) ongegrond is verklaard, heeft klaagster opnieuw een klacht bij de Accountantskamer ingediend tegen betrokkene. Deze klacht gaat over de procesopstelling van betrokkene in de eerdere procedures bij de Accountantskamer en het CBb. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond omdat niet aannemelijk is geworden dat betrokkene in het licht van de fundamentele beginselen op ongeoorloofde wijze verweer heeft gevoerd tegen de eerste klacht van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:143 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-407/DH/RO
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:143
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klacht over het dubbel innen van proceskosten is al eerder door de raad ongegrond verklaard. De overige klachten zien in de kern op de volgens klager valse beschuldiging in de dagvaarding van 27 september 2019. Ook over dat feitencomplex heeft klager al eerder een klacht ingediend, die door de raad niet-ontvankelijk is verklaard op grond van artikel 46g lid 1 onder a van de Advocatenwet. Ne bis in idem. Klacht in geheel kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:138 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-380/DH/DH
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:138
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verwijt is dat er onjuistheden/leugens staan in de door verweerder uitgebrachte dagvaarding. Onvoldoende onderbouwd. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij de onjuistheid kende of behoorde te kennen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:139 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-399/DH/RO
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 14-08-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:139
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een huurrechtelijk geschil. Verweerster heeft de aan haar toekomende vrijheid in de belangenbehartiging voor de verhuurder niet overschreden door een kort geding te starten. Geen aanknopingspunten voor het oordeel dat klagers (financiële) belangen onnodig zijn geschaad. Voor zover verweerster een ongepaste vergelijking zou hebben gemaakt, kan de voorzitter niet vaststellen of die uitlating is gedaan. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:197 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-455/AL/MN
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 26-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:197
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een familiekwestie. Het stond verweerster vrij om stukken over te leggen en zij heeft daarbij mogen uitgaan van de juistheid van de informatie die zij van haar cliënte kreeg. Niet gebleken dat verweerster zich ten opzichte van klager onbeschoft heeft gedragen en afspraken niet is nagekomen Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:140 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-398/DH/RO
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 14-08-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:140
Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de advocaat in een zaak tegen het UWV. De klacht is deels niet-ontvankelijk, want te laat ingediend. De klacht is voor het overige kennelijk ongegrond, omdat niet is gebleken dat verweerder tekort is geschoten in de behandeling van klagers zaak.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:141 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-489/DH/RO
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:141
Voorzittersbeslissing. Klacht over de procesadvocaat van de wederpartij. Klager acht verweerder als eindverantwoordelijke in de procedure die door mr. P. is gevoerd. Klacht over het innen van dubbele proceskosten door mr. P. is al eerder ongegrond verklaard door de raad. De voorzitter ziet geen aanknopingspunten om van dat oordeel af te wijken ten aanzien van verweerder. De overige klachten zien in de kern op de volgens klager valse beschuldiging in de dagvaarding van 27 september 2019. Ook over dat feitencomplex heeft klager al eerder een klacht ingediend tegen mr. P., die door de raad niet-ontvankelijk is verklaard op grond van artikel 46g lid 1 onder a van de Advocatenwet. Datzelfde geldt ook hier. Geen geslaagd beroep op artikel 46g lid 2 Advocatenwet. Klacht deels kennelijk ongegrond en deels niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:119 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-550/DB/LI
- Datum publicatie: 27-08-2024
- Datum uitspraak: 27-08-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:119
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De klacht dat verweerder klager ten onrechte heeft beschuldigd van misbruik, wanprestatie en het valselijk opmaken van een koopovereenkomst, de notaris heeft beïnvloed zodat deze de akte niet durfde te laten passeren en de gemeente heeft benaderd om de aankoop te vernietigen is kennelijk ongegrond. Verweerder heeft de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid, niet overschreden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6487
- Datum publicatie: 26-08-2024
- Datum uitspraak: 26-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:185
Ongegronde klacht tegen een psychiater. De dochter van klaagster (hierna: patiënte) is voor een maand vrijwillig opgenomen geweest in een psychiatrische instelling. De psychiater was eindverantwoordelijk voor de opname, de behandeling, het ontslag en de overdracht naar de ambulante zorg. Twee weken na het ontslag is patiënte overleden. Klaagster vindt onder andere dat het ontslag en de overdracht onzorgvuldig is geweest. Het college stelt vast dat de opname van patiënte weliswaar vrijwillig was, maar plaatsvond onder dreiging van een crisismaatregel. Uit het medisch dossier volgt dat in de twee weken voorafgaand aan het ontslag geen psychotische verschijnselen zijn waargenomen en dat patiënte geen blijk heeft gegeven van suïcidale gedachten. Ze nam initiatieven, zoals het oppakken van haar studie, het zoeken en vinden van een kamer, het vinden van een nieuwe (bij)baan en het zorgen voor haar hond. Ook hield zij zich aan de afspraken. Naar het oordeel van het college is de psychiater in de gegeven omstandigheden voldoende behoedzaam te werk gegaan. De grens van wat op basis van vrijwilligheid op dit punt mogelijk was, was bereikt. Voor een crisismaatregel waren geen termen aanwezig. Het college concludeert dat dit klachtonderdeel ongegrond is. Ook de andere klachtonderdelen van klaagster - over de diagnose, de medicatie en de mate van betrokkenheid van klaagster bij de opname en de behandeling - verklaart het college ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6955
- Datum publicatie: 26-08-2024
- Datum uitspraak: 26-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:183
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager, die op basis van een zorgmachtiging wordt behandeld, verwijt de psychiater dat zij onjuistheden over hem heeft opgeschreven in haar verweerschrift in een interne klachtenprocedure en in haar behandelplan. Het college overweegt dat de door klager gestelde onjuistheden niet zien op feiten waarvan de onjuistheid op eenvoudige en objectieve wijze met behulp van andere documenten of gegevens kan worden aangetoond. Het betreft de weergave van professionele observaties, indrukken en conclusies (onder verantwoordelijkheid) van de psychiater over het gedrag van klager, waarmee hij zich niet kan verenigen. Het college ziet echter geen aanleiding om te twijfelen aan de zorgvuldigheid en deugdelijkheid van die weergave. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:273 Hof van Discipline 's Gravenhage 240040
- Datum publicatie: 26-08-2024
- Datum uitspraak: 02-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:273
Beklag op grond van artikel 5 niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig indienen van gronden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:184 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6891
- Datum publicatie: 26-08-2024
- Datum uitspraak: 26-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:184
Klager is deels niet-ontvankelijk in zijn klacht en voor het overige is de klacht tegen de psychiater kennelijke ongegrond. Klager verblijft in het kader van een hem opgelegde TBS-maatregel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De klacht bestaat in de kern uit twee onderdelen, het verwijt dat de zorg te zwaar is en het verwijt over de inhoud van de zorg. Wat betreft het klachtonderdeel dat ziet op de indicatiestelling voor de zorg in deze kliniek, met de daaraan verbonden prestaties en tarieven, oordeelt het college dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. De maatregel tot TBS met dwangverpleging is opgelegd door de rechter. Ook stelt de arts de indicatie en de daarbij bepaalde zorgzwaarte van klager en het beveiligingsniveau niet vast. Dat gebeurt op grond van de wet- en regelgeving, zoals de Wet Forensische Zorg, het Besluit en de Regeling en in opdracht van de rechter en door een door de Minister van Rechtsbescherming aangewezen instelling (NIFP). De arts heeft hierop geen invloed. Dit valt dan ook niet onder de eerste of tweede tuchtnorm. Klager is daarom niet-ontvankelijk voor wat betreft dit klachtonderdeel. Dat de arts onzorgvuldig jegens klager zou hebben gehandeld bij de formulering van de diagnostiek bij opname en de vaststelling van het behandelplan, is het college niet gebleken. Uit de gang van zaken zoals die volgt uit de stukken en uit wat klager tijdens het mondeling vooronderzoek heeft verklaard volgt naar het oordeel van het college dat het beginsel om in samenwerking met de patiënt te komen tot diagnostiek en een behandelplan in het geval van klager is gerespecteerd en zorgvuldig is toegepast door de arts.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:142 Raad van Discipline Amsterdam 24-131/A/A
- Datum publicatie: 23-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:142
Herstelbeslissing. Kennelijke fout in de feiten van de oorspronkelijke beslissing die zich voor herstel leent. Het herstel van de kennelijke fout heeft geen gevolgen voor de inhoud van de oorspronkelijke beslissing van de raad. Ambtshalve herstel.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:143 Raad van Discipline Amsterdam 24-132/A/A
- Datum publicatie: 23-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:143
Herstelbeslissing. Kennelijke fout in de feiten van de oorspronkelijke beslissing die zich voor herstel leent. Het herstel van de kennelijke fout heeft geen gevolgen voor de inhoud van de oorspronkelijke beslissing van de raad. Ambtshalve herstel.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:138 Raad van Discipline Amsterdam 24-205/A/A
- Datum publicatie: 23-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:138
Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in een strafzaak. Verweerders bijstand voldeed zowel inhoudelijk als voor wat betreft zijn communicatie met klager aan hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht. Toen van een vertrouwensband geen sprake meer was, mocht verweerder zich bovendien aan klagers zaak onttrekken. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:139 Raad van Discipline Amsterdam 24-228/A/A
- Datum publicatie: 23-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:139
Raadsbeslissing; Klacht van een advocaat over een advocaat in een erfrechtkwestie. Voor zover verweerder wordt verweten onvoldoende deskundig te zijn om zijn cliënte bij te staan, betreft dit een kwestie die speelt tussen verweerder en zijn cliënte. De wederpartij - en al helemaal de advocaat van de wederpartij (in dit geval klager) - staat hier buiten. De klacht is in zoverre niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang. Voor zover verweerder wordt verweten zijn schadeclaim kracht te hebben bijgezet door te dreigen met een tuchtklacht, geldt dat - hoewel deze zaken in één e-mail zijn opgenomen - niet gebleken is dat verweerder tussen beide zaken een verband heeft gelegd. De klacht is in zoverre ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:140 Raad van Discipline Amsterdam 24-249/A/A
- Datum publicatie: 23-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:140
Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een artikel 12 Sv procedure. Verweerders bijstand voldeed zowel inhoudelijk als voor wat betreft zijn communicatie met klaagster aan hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht. Van een gebrek aan inzet of voorbereiding is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:141 Raad van Discipline Amsterdam 24-250/A/A
- Datum publicatie: 23-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:141
Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de advocaat wederpartij zonder oplegging van een maatregel. Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 6 lid 2 executoriaal derdenbeslag laten leggen zonder klaagster of haar advocaat hierover vooraf te informeren. Verweerders vrees voor verhaalsfrustratie kan een legitiem bijzonder belang opleveren om gedragsregel 6 lid 2 terzijde de stellen. In dit geval is echter onvoldoende gebleken van een geobjectiveerd legitiem belang. Nu verweerders beweegredenen voor zijn handelwijze evenwel integer waren en voortkwamen uit een oprechte bezorgdheid voor zijn kwetsbare cliënten (een ouder echtpaar) en verweerder een schoon tuchtrechtelijk verleden heeft, acht de raad een maatregel niet aangewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:217 Hof van Discipline 's Gravenhage 230349
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 02-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:217
Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft de ondernemingsraad (OR) van de onderneming van klaagster bijgestaan in een Cao kwestie. Verweerder wordt verweten zonder opdracht van het bestuur werkzaamheden te hebben verricht, de zaak onnodig te hebben laten escaleren en de confrontatie op te zoeken na een zitting bij de Bedrijfscommissie. Ook wordt verweerder verweten excessief te hebben gedeclareerd. Het hof verwijt verweerder dat hij onnodig de confrontatie heeft opgezocht en op onderdelen excessief heeft gedeclareerd. Klacht deels gegrond. Deels vernietiging raadbeslissing. Maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5991
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:87
Klacht tegen een psychiater. De psychiater wordt verweten dat zij niet dan wel nalatig heeft gereageerd op de noodsignalen van klaagster en haar zorgplicht heeft geschonden, dat zij een onjuiste diagnose heeft gesteld en klaagster veel te lang heeft geïsoleerd met een te lage dosering medicatie en dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden. Oordeel college: er is voldoende adequaat op de signalen van klaagster gehandeld en er is niet tekortgeschoten in het houden van toezicht. Ook verder is niet gebleken dat de psychiater haar zorgplicht heeft geschonden. Het college kan niet vaststellen dat klaagster te lang is gesepareerd en dat zij onvoldoende medicatie dan wel een te lage dosering medicatie heeft gehad. Er is geen definitieve diagnose gesteld. Er was sprake van een genuanceerde, brede differentiaaldiagnose. Bij de politie mocht aangifte tegen klaagster worden gedaan. Daarbij is meer informatie gegeven dan nodig was, waardoor de psychiater haar beroepsgeheim heeft geschonden. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:224 Hof van Discipline 's Gravenhage 230323
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 16-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:224
In deze zaak heeft klaagster klachten ingediend tegen een advocaat die haar ex-partner heeft bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. De klachten zien erop dat verweerder de zoon van partijen als speelbal heeft ingezet om een rechtszaak te beïnvloeden in het voordeel van zijn cliënt. De klachten zijn gegrond. Het hof maakt zich daarbij, net als de raad, ernstig zorgen om het gebrek aan inzicht van verweerder in de onjuistheid van zijn handelen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:218 Hof van Discipline 's Gravenhage 240220
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 16-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:218
Beklag tegen beslissing deken om geen advocaat aan te wijzen (art 13). De deken had in eerste instantie een advocaat aangewezen die tot een negatief procesadvies kwam en de zaak heeft neergelegd. De deken hoeft geen tweede advocaat aan te wijzen voor dezelfde zaak, temeer nu het advies van de eerst aangewezen advocaat goed gemotiveerd en onderbouwd is. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5850
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:88
Psychiater: Verweerder wordt verweten dat hij geen duidelijke en een zeer vreemde diagnose heeft gesteld na een crisismaatregel voor gedwongen opname. Verweerder heeft het college verzocht om de klacht ongegrond te verklaren en verweerder stelt dat hij geen sluitende diagnose heeft gesteld. Het college oordeelt dat klaagster deels kennelijk niet-ontvankelijk is en dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:212 Hof van Discipline 's Gravenhage 240172
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 09-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:212
Artikel 13 Aw. Beklag tegen afwijzing verzoek tot aanwijzing van een advocaat ongegrond. De deken heeft een advocaataangewezen. Klaagster heeft ervoor gekozen van zijn diensten geen gebruik te maken. Geen reden tot aanwijzing van een (andere) advocaat.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:225 Hof van Discipline 's Gravenhage 240127
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 09-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:225
Beklag ex artikel 13 Aw ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:219 Hof van Discipline 's Gravenhage 240178
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 16-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:219
Beroep tegen beslissing op verzet van de raad. Appelverbod. Beroep op doorbrekingsgrond van dit verbod faalt. Raad is niet verplicht om prejudiciele vragen te stellen als de Advocatenwet in zijn optiek duidelijk is.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6253
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:89
Verweerder (huisarts) wordt verweten dat hij niet adequaat heeft gereageerd op de duizeligheidsklachten van klager, die klager heeft gemaild aan verweerder. Verweerder heeft het college verzocht om klager niet-ontvankelijk te verklaren vanwege misbruik van het tuchtrechtelijk klachtrecht (misbruik van procesrecht). Als het college de klacht wel inhoudelijk zal beoordelen, heeft verweerder het college verzocht de klacht (kennelijk) ongegrond te verklaren. Het college oordeelt dat het beroep op misbruik van het klachtrecht niet slaagt en acht klager ontvankelijk. De klacht is kennelijk ongegrond (artikel 448 Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)).
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:213 Hof van Discipline 's Gravenhage 230331
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 09-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:213
Anders dan de raad acht het hof de klacht ongegrond. Verweerster is niet verantwoordelijk voor wijze waarop kort geding is gevoerd, omdat zij daarbij niet betrokken is geweest en zij ook haar kantoorgenoot geen relevante informatie heeft onthouden. Ook bij verdere behandeling van de zaak geen aanwijzingen voor tekortschieten of te traag handelen door verweerster. Het is niet zonder meer in strijd met de tuchtrechtelijke regels door een beroep te doen op een relatiebeding als de (voormalig) cliënt afgifte vraagt van het dossier aan een opvolgend advocaat die aan een dergelijk beding gebonden is (zie ook HvD 5 februari 2024, ECLI:NL:TAHVD:2024:44). In dit geval is beroep op relatiebeding niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:220 Hof van Discipline 's Gravenhage 240139
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 16-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:220
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. De deken heeft een advocaat aangewezen. Deze heeft een voor klager negatief procesadvies gegeven. Dit betekent volgens de deken niet dat klager recht heeft op aanwijzing van een tweede advocaat. Het hof onderschrijft de beslissing van de deken en voegt toe dat de procedure waarvoor klager bijstand wenst geen redelijke kans van slagen heeft.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:214 Hof van Discipline 's Gravenhage 230378
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 09-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:214
Verweerder is met cliënten een samenwerking aangegaan en heeft een aandeelhoudersovereenkomst opgesteld, waarbij hij zelf (indirect) partij was en (financiële) belangen had. Ook bevat die overeenkomst een beding, inhoudende dat verweerder maandelijks tenminste € 3.000,- mag declareren, ongeacht aard en omvang van verrichte werkzaamheden. Schending kernwaarden integriteit en onafhankelijkheid, vertrouwen in de advocatuur ernstig geschaad. Bekrachtiging beslissing raad met verzwaring maatregel tot 6 weken schorsing onvoorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:221 Hof van Discipline 's Gravenhage 230364
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 16-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:221
Het gaat om een klacht tegen de eigen advocaat. Verweerder heeft klager bijgestaan in een hoger beroep procedure bij de Centrale Raad van Beroep tegen zijn voormalig werkgever de politie, waarin de hoogte van het aan klager toegekende smartengeld centraal stond. Tijdens de zitting bij de Centrale Raad van Beroep heeft klager een schikking getroffen met de politie. Klager verwijt verweerder kort gezegd dat hij de door klager gemaakte werkelijke proceskosten niet in de onderhandelingen heeft betrokken en dat hij nadien heeft geweigerd alsnog een nieuwe procedure tegen de politie op te stellen. De klachten zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:215 Hof van Discipline 's Gravenhage 230370
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 09-08-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:215
Klacht tegen advocaat wederpartij in hoger beroep alsnog ongegrond verklaard. Verwijzing naar ‘persoonlijke omstandigheden’ van klager in brief aan AFM in voorliggende situatie niet onnodig grievend.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5841
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:85
Verweerster wordt verweten te hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die van haar mag worden verwacht. Klagers klagen onder ander over het afgeven van een geneeskundige verklaring aan patiënt van verweerster, het afgeven van een onjuiste verklaring aan Veilig Thuis, schending van het beroepsgeheim en het niet verschaffen van medische informatie. Het college komt tot het oordeel dat het klachtonderdeel over de afgegeven geneeskundige verklaring gedeeltelijk gegrond is. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Maatregel: waarschuwing.