Zoekresultaten 2251-2300 van de 2378 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5680
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:116
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerder is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerder in de kern dat hij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college overweegt als volgt. Het college stelt vast dat verweerder op 10 januari 2022 een passende behandeling heeft ingezet voor de dysfunctionele tuba klachten. Ook op 25 april 2022 is zijn behandelbeslissing passend geweest: uit de kweek kwam een bacterie naar voren die verweerder heeft behandeld met sofradexdruppels. Dit is een passend middel bij een oorontsteking. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerder geen verwijt worden gemaakt. Zijn behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere huisartsen is hij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/44
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:7
Klacht tegen notaris. De notaris heeft de door haar aanvaarde opdracht niet voortvarend uitgevoerd en zij heeft nagelaten daarover te communiceren met klager. Schending zorgplicht. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6173
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:117
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen een huisarts namens haar overleden moeder. Zij verwijt de huisarts geen goede zorg te hebben gegeven aan haar 93-jarige verwarde, onrustige moeder nadat zij was gevallen. De huisarts besluit patiënte in te sturen naar het ziekenhuis voor een beoordeling door de geriater. De huisarts gaat terug naar de praktijk als zij de geriater niet direct telefonisch kan bereiken. Ondertussen ligt patiënte in het bijzijn van klaagster, zonder verdere professionele hulp, thuis op de grond. Tijdens het wachten op het telefoongesprek met de geriater verslechtert de situatie van patiënte. Klaagster belt 112. Die dag overlijdt patiënte in het ziekenhuis. Klaagster vindt dat haar moeder door de huisarts aan haar lot is overgelaten. Het college oordeelt als volgt. Nu de huisarts had besloten om patiënte in te sturen naar het ziekenhuis had het volgens het college op de weg van de huisarts gelegen om dit met (meer) spoed te doen gezien het klinische beeld, het huisartsenjournaal, de afwijkende controles en het niet kunnen meten van de vitale functies op dat moment. Naar het oordeel van het college had de huisarts patiënte en klaagster ook niet alleen mogen laten tijdens het wachten op de ambulance. In ieder geval niet zonder te verifiëren of de thuiszorg bij patiënte en klaagster zou blijven. De huisarts had ook duidelijke(re) instructies aan klaagster moeten geven over wat te doen als de situatie van patiënte zou verslechteren en concrete afspraken met klaagster moeten maken over wat de vervolgstappen waren die de huisarts voornemens was te gaan nemen en met welke urgentie. Nu dit niet is gebeurd verkeerden patiënte en klaagster onnodig lang in onzekerheid over wat er precies ging gebeuren en op welk moment. Ook had de huisarts voor een goede overdracht moeten zorgen naar het ambulancepersoneel. De klacht is deels gegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:66 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-216/DB/OB
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:66
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/41
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:8
Klacht tegen een notaris over de afwikkeling van een nalatenschap. Voor zover de notaris als boedelnotaris zou moeten worden aangemerkt, zou het een omissie zijn dat zij zich niet als zodanig heeft ingeschreven in het boedelregister. Gelet op de betrekkelijk geringe ernst hiervan, ziet de kamer in dat geval echter geen aanleiding voor een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Dit geldt temeer nu het voor klaagster altijd duidelijk is geweest dat de notaris betrokken was bij de afwikkeling van moeders nalatenschap en zij ook op de hoogte was van de door de notaris verrichte werkzaamheden.Klacht is voor een deel niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de klachttermijn (artikel 99 lid 21 Wna). Voor het overige is de klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742717 / DW RK 23/424 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:40
Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager heeft eerder een klacht over hetzelfde feitencomplex ingediend. Vordering is niet verjaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5793
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:111
Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager had last van een scheefstand van zijn middenvoetsbeentje en de grote teen van zijn rechtervoet (hallux valgus). Verweerder werkt als orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft klager aan de hallux valgus van zijn rechtervoet geopereerd. Klager verwijt hem dat de operatie is mislukt en dat hij daardoor nog klachten heeft. De teen is ongeveer twaalf weken na de operatie weer in de oorspronkelijke scheefstand gaan staan en er is net als voor de operatie weer dagelijkse verzorging nodig. Er is sprake van open wondjes en klager kan niet meer zonder pijn lopen. Het college acht het niet aannemelijk, mede gezien het tijdsverloop, dat de wondproblemen in direct verband stonden met de operatie een half jaar ervoor. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6032
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:118
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klagers zijn de ouders van een dochtertje dat op een leeftijd van 23 maanden is overleden. Verweerder had dienst op de huisartsenpost en heeft het dochtertje op afstand beoordeeld middels videobellen. Enkele dagen daarna is zij overleden. Klagers verwijten verweerder dat hij het dochtertje niet adequaat heeft beoordeeld en behandeld. Het college oordeelt als volgt. Het gaat in deze zaak om het contact dat verweerder als regiearts op de huisartsenpost met klaagster en het dochtertje heeft gehad. De telefonische beoordeling heeft in eerste instantie plaatsgevonden door de triagiste. Deze beoordeling heeft plaatsgevonden overeenkomstig de Nederlandse triage standaard, waarbij door de triagiste de juiste vragen aan klaagster zijn gesteld in geval van een kindje met koorts. De triagiste heeft vervolgens aan verweerder een beoordeling gevraagd of er sprake was van sufheid. Hierbij is gebruik gemaakt van videobellen. In het medisch dossier is over deze beoordeling door verweerder via videobellen vermeld dat werd waargenomen: een rechtop zittend kindje in kinderstoel, dat helder kijkt, wel wat afwezig is, een flesje aanpakt van moeder en niet heel bleek of grauw is. Dat verweerder bij deze beoordeling niet adequaat of niet volgens gangbare protocollen en richtlijnen heeft gehandeld of niet met een beoordeling via videobellen had kunnen volstaan, heeft het college niet kunnen vaststellen. Verweerder heeft een rechtop zittend kindje gezien dat wel wat afwezig was, maar niet suf. Het kindje pakte het flesje aan van moeder. Daarbij in aanmerking genomen dat het kindje één dag koorts had, dronk en plaste kan niet worden geoordeeld dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door het dochtertje niet fysiek te beoordelen of door te sturen naar de SEH. Aan klaagster is voorts uitgelegd dat zij opnieuw kon bellen bij nieuwe klachten of als het dochtertje niet zou opknappen. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:67 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-217/DB/OB
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:67
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van deken. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder zich bij de vervulling van de functie van deken op de punten die in deze tuchtzaak aan de orde zijn zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/29 en 30
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:9
Klachten tegen een notaris en een oud-notaris. De klachten van klaagster gaan in de kern over de (afwikkeling van de) beëindigde samenwerking tussen partijen. De kamer gaat onder andere in op de vraag of de beklaagde (oud-)notarissen tuchtrechtelijk aansprakelijk moeten worden gehouden voor hun handelwijze als (voormalige) bestuurders-aandeelhouders van de BV/samenwerkingspartners van klaagster.De klachten tegen de (oud-)notarissen zijn gedeeltelijk gegrond. Aan de oud-notaris wordt een berisping opgelegd en aan de notaris wordt een berisping en een geldboete van € 1.000,-- opgelegd
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729450 / DW RK 23/42 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:41
Klacht deels gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd een rekeningnummer op het bevel tot betaling te vermelden en heeft eigenhandig (en niet in opdracht van zijn opdrachtgever) een termijn van veertrien dagen in het exploot opgenomen om uitvoering te geven aan de inhoud van het betekende proces-verbaal.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5380
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 08-05-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:39
Neuroloog. Klager maakt verweerder verwijten over de gang van zaken bij het opstellen van rapportage. Het college stelt vast dat verweerder niet beschikte over een eerder rapport en dat dus ook niet (deels) kan hebben overgenomen. Het college acht het maken van een financiële afspraak voor het opstellen van het rapport niet verwijtbaar: het tast de onafhankelijkheid niet aan. Evenmin is verwijtbaar dat de conceptrapportage aan klager is gestuurd en dat diens bemerkingen aan het rapport zijn gehecht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5816
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:112
Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager heeft tegenover de orthopedisch chirurg zijn vermoedens geuit over mogelijke piriformisklachten. Klager vindt dat de orthopedisch chirurg geen fysiek onderzoek hieromtrent heeft verricht, zich denigrerend heeft uitgelaten over een andere arts en bot en kortaf is geweest en niet goed op de hoogte is van de behandelingen in zijn specialisatiegebied. Feiten omtrent de bejegening kunnen niet worden vastgelegd. Uit de stukken blijkt wel voldoende dat fysiek onderzoek is verricht bij klager. Dat de orthopedisch chirurg de door klager voorgestelde operatie, zoals later verricht door de Belgische arts, niet als primaire behandeloptie heeft overwogen, is dus – gezien het huidige beleid in Nederland – te volgen, te meer nu uit de onderzoeken van de neuroloog, de orthopedisch chirurg en de radioloog niet was gebleken van bijzonderheden aan de piriformis. De orthopedisch chirurg had dus ook geen indicatie om klager te opereren. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5685
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:119
Deels gegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft bij klaagster een operatie uitgevoerd om haar gezicht te vervrouwelijken (facial feminization surgery). Klaagster verwijt de kaakchirurg dat zij haar niet goed heeft geïnformeerd over het risico op een beschadiging van de zenuw. Uit het medisch dossier kan het college niet opmaken wat de kaakchirurg precies met klaagster heeft besproken. De aantekeningen van de kaakchirurg in het dossier zijn hiervoor te summier. In het dossier is wel genoteerd dat is gesproken over complicaties, waarbij nervusletsel als mogelijke complicatie is genoemd, maar het ging bij klaagster over verschillende ingrepen, zoals een voorhoofdcorrectie met wenkbrauwlift en haarlijncorrectie, kincorrectie, kaakhoekreductie en jukbeencorrectie. De informatie over het risico op complicaties lijkt niet toegespitst te zijn op de verschillende onderdelen van de operatie, zoals de kincorrectie. Bij een dergelijke ingrijpende operatie is uitgebreide voorlichting cruciaal. Daarvoor is ook voldoende tijd beschikbaar omdat het om een geplande operatie gaat. Het college kan niet vaststellen dat de kaakchirurg adequate voorlichting heeft gegeven over het hoge risico op blijvende zenuwschade. Dit klachtonderdeel is gegrond. Het gaat hier om een belangrijk patiëntenrecht. Daarom acht het college een waarschuwing passend en geboden. Het overige klachtonderdeel is ongegrond verklaard. Klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-066/AL/NN
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:133
Raadsbeslissing. De klachten tegen de eigen advocaat zijn gegrond. Verweerder heeft niets gedaan met de onmiskenbare duidelijke signalen over het ontbreken van wilsbekwaamheid bij klager in de periode van het verstrekken van de opdracht en de uitvoering daarvan. Hij heeft niet alleen onderzoek naar de wilsbekwaamheid van klager achterwege gelaten, hij heeft onmiddellijk veel tijd gestoken in de zaak zonder met klager van gedachte te wisselen over de financiële consequenties van de opdracht. Onvoorwaardelijke schorsing van vier weken.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743439 / DW RK 23/453 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:42
Beslissing op verzet. Verzet en klacht gegrond. Maatregelen van berisping en geldboete opgelegd. Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft een exploot met bevel tot betaling aan klager betekend, terwijl de betalingstermijn nog niet was verstreken. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft niet goed met klager gecommuniceerd over het verzoek van klager om uitstel van betaling en beslag op de bankrekening van klager gelegd zonder hem in de gelegenheid te stellen de vordering alsnog te voldoen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6632
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:113
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een neurochirurg. De klacht is ingediend door een physician assistant, die tijdens haar opleiding (soms) onder supervisie van de neurochirurg stond. In die periode is tussen klaagster en de neurochirurg appcontact ontstaan waarbij ook foto’s zijn verstuurd. De neurochirurg heeft klaagster toen ook een keer thuis bezocht. Klaagster heeft de neurochirurg te kennen gegeven dat zij met dit contact wilde stoppen. Zij verwijt hem onder andere dat hij die wens niet voldoende heeft gerespecteerd, waardoor zij zich op bepaalde momenten in het ziekenhuis onprettig en onveilig heeft gevoeld. Volgens klaagster heeft de neurochirurg zich op de werkvloer seksueel grensoverschrijdend, bedreigend en intimiderend naar haar gedragen in een ongelijkwaardige relatie, waarbij klaagster zich in een afhankelijke positie bevond, en heeft hij zich als medisch specialist en supervisor niet verantwoordelijk opgesteld. Klaagster heeft een rechtstreeks belang en is ontvankelijk (tweede tuchtnorm). Het is duidelijk dat klaagster en de neurochirurg totaal verschillende perspectieven hebben op de contacten tussen hen en daarbij ook heel verschillende gevoelens hebben. Het college overweegt over de overgelegde appberichten dat daaruit niet kan worden afgeleid dat klaagster het contact van meet af aan onplezierig vond. De neurochirurg heeft wel erkend dat hij met het sturen van de foto’s te ver is gegaan. Ook het huisbezoek was grensoverschrijdend. Volgens de neurochirurg heeft hij bij de contacten met klaagster op het werk nooit de intentie gehad om haar te intimideren en is hij zich er ook niet van bewust geweest dat zijn gedrag dat effect op haar had of zou kunnen hebben. Bij gebreke van objectieve informatie, zoals verklaringen van derden, kan het college niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de neurochirurg niet is gestopt met contact zoeken met klaagster. Het is niet gebleken dat hij klaagster nog een noemenswaardig aantal appjes heeft gestuurd of haar bewust op een andere manier onprettig heeft benaderd. Naar het oordeel van het college zijn de door klaagster genoemde gedragingen, zoals het bekijken van haar LinkedIn-profiel en haar aanstaren, niet ernstig genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt. Deels gegronde klacht, geen maatregel, want de neurochirurg is zich bewust van zijn gedrag, patiëntenzorg is niet in gevaar geweest en het is niet gebleken van een duidelijk grensoverschrijdend gedrag van een zekere ernst.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-224/AL/MN
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:134
Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij van klager in een familiezaak. Dat verweerster de gewraakte onjuiste uitlatingen over klager op de zitting heeft gedaan, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730037 / DW RK 23/58 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:43
Klacht deels gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft niet alle e-mails van klaagster beantwoord.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5678
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:114
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerster is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerster in de kern dat zij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college stelt vast dat verweerster op 30 september 2022 een adequaat beleid heeft uitgezet voor de klachten van klaagster. Zij heeft oordruppels voorgeschreven voor de otitis externa en triamcinolon tegen het eczeem. Dit zijn beide passende behandelingen voor deze klachten. Op 10 januari 2023 heeft verweerster ook adequaat gehandeld door klaagster te wijzen op de eerdere verwijzing naar de KNO-arts. Er was geen indicatie om opnieuw een kweek af te nemen alvorens de klachten te laten onderzoeken door de KNO-arts. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerster geen verwijt worden gemaakt. Haar behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere huisartsen is zij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-226/AL/GLD
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:135
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een lid van de Raad van de Orde. Verweerster heeft een deel van het onderzoek naar klagers klacht gedaan. Zij heeft daarbij niet opgetreden op eigen titel, maar alleen namens en onder verantwoordelijkheid van de deken. Klacht daarom kennelijk niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:44 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730366 / DW RK 23/67 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:44
Klacht deels gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarders, mede gelet op de hoogte van de vordering en het feit dat het beslag op een onroerend goed het gevorderde bedrag dekt, met het leggen van de (extra) beslagen op een ander pand van klager, buitenproportioneel beslag hebben gelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5679
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:115
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerster is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerster in de kern dat zij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college overweegt als volgt. Het college stelt vast dat verweerster op 8 november 2022 enkel een vervolgvraag heeft gesteld om meer duidelijkheid over de situatie van klaagster te verkrijgen. Dat betekent niet dat zij klaagster niet serieus nam in haar hulpvraag. Verder heeft zij op 15 november 2022 een adequate behandeling ingezet voor de verschillende klachten van klaagster. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerster geen verwijt worden gemaakt. Voor het handelen van de andere huisartsen is zij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5771
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:109
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster krijgt sinds 2018 morfine voorgeschreven. Meerdere pogingen tot afbouw van de morfine zijn mislukt en klaagster is juist steeds meer morfine gaan gebruiken. Toen klaagster op enig moment om extra morfine verzocht, heeft de huisarts dat geweigerd. Klaagster neemt de huisarts vooral zijn manier van communiceren kwalijk: hij heeft haar geen uitleg gegeven en een gesprek was ook niet meer mogelijk.Gezien de door partijen geschetste gesprekken en pogingen tot afbouw kan het college het besluit van de huisarts om geen extra morfine voor te schrijven begrijpen, ook gezien het ontbreken van een medische indicatie. De vraag ligt voor of de huisarts die weigering voldoende heeft toegelicht. Hoewel het netjes was geweest als hij dat uitgebreider had gedaan, levert het feit dat de huisarts dat heeft nagelaten naar het oordeel van het college in dit geval geen tuchtrechtelijk verwijt op. Het college kan volgen dat de huisarts aannam dat klaagster begreep waarom zij geen extra morfine kreeg. Dat neemt niet weg dat het hier gaat om een kwetsbare patiënte met een moeilijke behandeling. In het mondeling vooronderzoek heeft de huisarts zelf ook toegegeven dat een toelichting op zijn weigering op zijn plaats was geweest. Het college vindt dit ook, maar acht deze tekortkoming onder de gegeven omstandigheden onvoldoende om de huisarts hierop tuchtrechtelijk aan te spreken. Daarbij weegt het college mee dat de situatie met klaagster, bij wie ondanks de inzet van de huisarts en zijn collega het morfinegebruik door de jaren heen eerder toenam dan afnam, tot onmacht en frustratie leidde bij de huisarts. De klacht is ongegrond. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6384
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 16-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:56
Klacht tegen huisarts. De zoon van klagers is door suïcide overleden. Klagers stellen dat de huisarts hun zoon in de periode voorafgaand aan de suïcide adequate hulp en medische behandeling heeft onthouden en hem ten onrechte niet heeft doorverwezen.Het college oordeelt dat de huisarts de klachten serieus heeft genomen en voldoende onderzoek heeft gedaan. Er waren geen aanwijzingen voor (zeer) ernstige suïcidaliteit op grond waarvan onmiddellijk ingrijpen geboden was. Van het onthouden van adequate hulp en medische behandeling is niet gebleken.De huisarts heeft de zoon van klagers vanaf de eerste hulpvraag vier keer persoonlijk gezien en gesproken, hem tot tweemaal toe doorverwezen en zich ook meerdere keren ingespannen die verwijzingen vlot(ter) te laten verlopen. Het college verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6379
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:50
Klacht tegen een gz-psycholoog. Klager werd op basis van een opgelegde TBS met dwangverpleging opgenomen in een TBS-kliniek. De gz-psycholoog is als supervisor betrokken geweest bij het door een basispsycholoog uitgevoerde instroomonderzoek. Klager is het niet eens met de gestelde diagnose “ongespecificeerde schizofrenie” en vindt dat de gz-psycholoog als supervisor voor deze diagnose verantwoordelijk is. Het college komt tot het oordeel dat de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6201
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:110
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager is ontevreden over de zorg die hij van de huisarts heeft ontvangen. Hij verwijt de huisarts dat zij hem niet heeft doorverwezen voor een third opinion, dat zijn medisch dossier niet op orde is en dat zij de behandelrelatie eenzijdig heeft beëindigd. Het college overweegt dat, nadat de MDL-arts in het kader van een verwijzing voor een second opinion, de eerdere diagnose van prikkelbare darm syndroom bij klager had bevestigd, de huisarts terecht de verwijzing voor een third opinion heeft geweigerd. Dat klager een verwijzing vroeg voor dezelfde klacht, vormt voor een huisarts een gegronde reden om die verwijzing te weigeren. Het college heeft verder geconstateerd dat het medisch dossier van klager op orde lijkt. Dat een brief van het ziekenhuis niet juist geadresseerd is, kan de huisarts niet verweten worden. Het college overweegt ten slotte dat uit de stukken van het dossier niet blijkt dat de huisarts de behandelrelatie zou hebben beëindigd. Klager was ten tijde van het indienen van het klaagschrift nog steeds ingeschreven in de praktijk van de huisarts. De klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:13 Accountantskamer Zwolle 23/2563 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:13
Betrokkene heeft een rentabiliteitswaardeberekening van een onderneming gemaakt zonder Standaard 5500N te hebben toegepast op de aanvaarding en de uitvoering van de opdracht en de rapportage. De waardeberekening is gebaseerd op positieve prognoses van het management die betrokkene niet voldoende professioneel-kritisch heeft beschouwd. Ook heeft betrokkene een samenstellingsverklaring bij een jaarrekening van de betreffende onderneming afgegeven hoewel hij wist dat de schuld aan de bank daarin onjuist was gepresenteerd als schulden aan leveranciers en handelskredieten. Betrokkene heeft meerdere fundamentele beginselen geschonden. De inschrijving van betrokkene moet voor de duur van één maand worden doorgehaald.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6293
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:51
Klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verblijft in een TBS-kliniek. Daarvoor verbleef klager in een andere TBS-kliniek. De gz-psycholoog is als regiebehandelaar betrokken geweest bij de behandeling van klager in de tweede kliniek. Klager is het niet eens met de in de eerste kliniek gestelde diagnoses en beschreven bevindingen en hij verwijt de gz-psycholoog dat zij onwaarheden heeft overgenomen. Hij verwijt de gz-psycholoog ook dat ten onrechte is overgegaan tot behandeling met dwangmedicatie (ook wel a-dwangbehandeling). Het college komt tot het oordeel dat de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:137 Hof van Discipline 's Gravenhage 240067 en 240079
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:137
Klager is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep omdat hij in het beroepschrift noch elders in de gedingstukken uiteen heeft gezet op welke gronden de beslissing van de raad onjuist zou zijn (artikel 56 lid 3 Advocatenwet).
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6380
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:52
Klacht tegen een psychiater. Begin 2023 werd klager van de TBS-kliniek waar hij verbleef overgeplaatst naar een opvolgende TBS-kliniek. Klager verwijt de psychiater dat hij als hoofd van de inrichting zijn beroepsgeheim heeft geschonden door het verpleegdedossier met daarin informatie over de behandeling van klager over te dragen naar de opvolgende TBS-kliniek. Het college komt tot het oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:138 Hof van Discipline 's Gravenhage 240065
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:138
Beroep tegen een door de raad niet-ontvankelijk verklaard verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6381
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:53
Klacht tegen een psychiater. Klager verblijft in een TBS-kliniek. De psychiater heeft een second opinion uitgebracht in het kader van het voornemen te starten met een gedwongen behandeling met medicatie. Klager verwijt de psychiater dat hij niet onafhankelijk was, dat zijn conclusies onvoldoende zijn onderbouwd en dat hij het voorstel van de behandelend psychiater heeft bevestigd zonder dit te toetsen. Het college komt tot het oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6671
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:54
Klacht gaat over een consult van de elf maanden oude zoon van klagers op het consultatiebureau. De verpleegkundige had zorgen over de ontwikkeling van de zoon van klagers en heeft een arts gevraagd mee te kijken. Klagers verwijten de verpleegkundige dat zij onjuiste en/of irrelevante informatie in het dossier heeft opgenomen, onjuiste feitelijke informatie deelt met collega’s, feitelijke informatie uit het dossier heeft weggehouden en dat zij het dossier nog heeft bijgewerkt toen de zorg al was overgedragen. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ontvankelijk is, maar kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6626
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:108
Ongegronde klacht tegen een SEH-arts. De SEH-arts vermoedt een mogelijk onveilige thuissituatie na een incident rondom een twaalfjarig meisje en gaat over tot melding bij Veilig Thuis. Vader en moeder zijn gescheiden en hebben beiden ouderlijk gezag; vader, de klager, wordt pas achteraf per brief over de melding geïnformeerd. Hij acht dit in strijd met de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en maakt ook anderszins bezwaar tegen de melding.Volgens klager heeft de SEH-arts haar informatieplicht jegens hem geschonden door hem alleen te informeren over de melding en niet over het incident zelf en de daarop volgende onderzoeken/behandelingen. De SEH-arts heeft aangevoerd dat er geen medische beslissing hoefde te worden genomen, zodat het haar niet vrij stond om zonder toestemming van de twaalfjarige dochter informatie over haar met klager te delen.Naar het oordeel van het college is het in beginsel de taak van de ouder die met een kind een zorgverlener bezoekt, om de andere ouder daarover te informeren, ook in het geval, zoals hier, dat de ouders gescheiden zijn. Mede gelet op het feit dat de medische situatie van de dochter daar niet toe noopte, was er voor de SEH-arts geen reden om van dit uitgangspunt af te wijken en uit eigen beweging met klager meer medische informatie te delen dan het feit dat zij een melding bij Veilig Thuis had gedaan. Dit klachtonderdeel is ongegrond. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6291
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 14-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:55
Klacht tegen orthopedisch chirurg, deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond. Klager is in 2015 onder behandeling gekomen bij verweerder in verband met pijnklachten aan beide schouders. Verweerder heeft eind 2015 de rechterschouder van klager geopereerd. Klager hield pijnklachten. Verweerder heeft een conservatief beleid ingezet en besloten om af te zien van nog een operatie, maar daar was klager het niet mee eens. Na een second opinion is klager wel weer geopereerd door een andere chirurg, waarna de pijnklachten aan de linkerschouder minder zijn geworden. Klager verwijt verweerder dat hij een onjuiste behandeling heeft ingezet en nalatig is geweest bij de doorverwijzing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:87 Raad van Discipline Amsterdam 23-913/A/A
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:87
Raadsbeslissing; klacht over de advocaat van de wederpartij deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk. Geen sprake van een schending van gedragsregel 15, want er heeft tussen klager en verweerder geen advocaat-cliënt relatie bestaan. Evenmin kan worden vastgesteld dat verweerder getuigen zou hebben beïnvloed of zich niet onafhankelijk heeft opgesteld. Van het handelen in strijd met de gedragsregels 2 en 22 is daarom evenmin sprake. Ook is niet gebleken dat verweerder bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, daarom is ook geen sprake van het handelen in strijd met gedragsregel 8. Of en op welke wijze de genoemde financiële constructies toelaatbaar waren, is een kwestie tussen verweerder en zijn cliënt. Klager staat daarbuiten. Daarom is klager ten aanzien van dat klachtonderdeel niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:130 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-065/AL/NN
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:130
Raadsbeslissing. De klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een precaire familiezaak is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:136 Hof van Discipline 's Gravenhage 230241, 230242 en 230247
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:136
Verzet. Klagers hebben klachten ingediend tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken in het arrondissement Limburg. Zij hebben de voorzitter van het hof verzocht deze klachten voor onderzoek en afhandeling door te verwijzen naar een andere deken. De voorzitter heeft het verzoek afgewezen omdat sprake zou zijn van misbruik van klachtrecht. Klagers hebben daartegen verzet ingesteld. In deze procedure gaat het om de vraag of klagers in hun verzet ontvankelijk zijn en de voorzitter verwijzing van de klachten heeft kunnen en mogen weigeren. Het hof acht klagers ontvankelijk in hun verzet en oordeelt dat de voorzitter in deze zaken artikel 46c lid 5 Advocatenwet ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten. Het hof verwijst de klachten voor verder onderzoek naar een andere deken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:88 Raad van Discipline Amsterdam 23-914/A/A
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:88
Raadsbeslissing; klacht over advocaat van de wederpartij in alle onderdelen ongegrond. Verweerder heeft gehandeld gelet op de hem als advocaat toekomende vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:131 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-223/AL/MN
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:131
Voorzittersbeslising. Naar het oordeel van de voorzitter is niet komen vast te staan dat verweerder in strijd met enige regelgeving de hem bekende persoonsgegevens van klager als wederpartij, waaronder ook diens privé e-mailadres, heeft verwerkt in zijn dossier als ook in het digitale systeem van zijn kantoor. Niet is gebleken dat die gegevens vertrouwelijk waren of gewist hadden moeten worden. De voorzitter kan verder niet vaststellen dat verweerder die informatie aan een kantoorgenoot beschikbaar heeft gesteld. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:125 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-673/AL/OV
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:125
Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5698
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:38
Arts. Medisch adviseur. Klachtenbehandelaar individuele medische advisering (IMA) Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Klager had daar geklaagd over zorg in PI. Arts heeft die klacht beoordeeld. Klacht bij RTG: klacht over zorgverleners PI niet correct behandeld en verkeerde beslissing genomen.College: klager is kennelijk niet-ontvankelijk. Handelen valt niet onder eerste tuchtnorm en niet onder tweede tuchtnorm. Klacht gericht tegen arts in hoedanigheid klachtenbehandelaar DJI. Arts heeft handelen andere zorgverleners beoordeeld. Jurisprudentie tuchtcolleges: beoordelen (klachten over) handelen andere zorgverleners in hoedanigheid klachtenbehandelaar, arbiter, lid klachtencommissie of RTE is geen handelen in hoedanigheid arts, heeft onvoldoende weerslag op individuele gezondheidszorg en valt daardoor niet onder het tuchtrecht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:89 Raad van Discipline Amsterdam 24-096/A/A
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:89
Klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat gegrond. Verweerder mocht er kon er niet zomaar vanuit gaan dat zijn cliënt niet ter zitting zou verschijnen en hij had dit al zeker niet als een vaststaand gegeven aan de rechtbank mogen berichten. Verweerder heeft niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van hem in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht, er is sprake van een schending van gedragsregel 16. Aan verweerder wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:132 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-225/AL/MN
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:132
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft in een zaak van haar cliënten het privé e-mailadres van klager gebruikt zoals dat op de relatiekaart van het Basenet systeem van haar kantoor stond. Klager was eerder de wederpartij van een andere cliënt van een kantoorgenoot. Uit de stukken is de voorzitter niet gebleken dat verweerster wist of hoefde te weten dat die informatie van klager vertrouwelijk was en niet door gebruikt mocht worden. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:126 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-746/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:126
Klacht over eigen advocaat. Klager verwijt verweerder onder meer dat hij grievende opmerkingen heeft gemaakt en hem niet goed heeft ingelicht. De raad verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:83 Raad van Discipline Amsterdam 24-186/A/A
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:83
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de advocaat in een erfrechtzaak. De voorzitter is niet gebleken dat verweerster onzorgvuldig heeft gehandeld wegens het niet doorsturen van relevante e-mails of het missen van relevante e-mails. Evenmin is komen vast te staan dat verweerster niet heeft zorggedragen voor een deugdelijke waarneming tijdens haar vakantie of dat door verweersters handelwijze onnodige kosten zijn gemaakt dan wel de zaak onnodige vertraging heeft opgelopen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:90 Raad van Discipline Amsterdam 23-711/A/A
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:90
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij gegrond. Verweerster heeft in strijd met gedragsregel 25 gehandeld door zich rechtstreeks tot klaagster 1 te wenden, terwijl verweerster wist dat zij werd bijgestaan door klager 2. Van de uitzonderingsbepaling in lid 2 is geen sprake. Aan verweerster wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:127 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-766/AL/GLD
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:127
Raadsbeslissing. De raad heeft geoordeeld dat verweerder de wederpartij in strijd met de gedragsregels rechtstreeks heeft benaderd. Ook heeft hij klaagster, de advocaat van de wederpartij, ten onrechte beschuldigd van liegen. De raad rekent verweerder dit handelen aan. In het nadeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat verweerder op de zitting van de raad geen inzicht in het verwijtbare van zijn handelen heeft getoond. Rekening houdende met alle omstandigheden is de raad van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:84 Raad van Discipline Amsterdam 24-219/A/A
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:84
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft in het artikel de mening van zijn cliënten verkondigd. Gelet op de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid mocht verweerder dit doen ter behartiging van de belangen van zijn cliënten. Uit niets blijkt dat verweerder hiermee de belangen van klager (of van B) nodeloos of ontoelaatbaar heeft geschaad.