ECLI:NL:TGZCTG:2024:141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2329

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2024:141
Datum uitspraak: 24-07-2024
Datum publicatie: 25-07-2024
Zaaknummer(s): C2024/2329
Onderwerp: Grensoverschrijdend gedrag
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klaagster is een paar keer door de huisarts gezien in verband met microscopisch (onzichtbaar) bloedverlies in de urine. De huisarts heeft een gynaecologisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is door klaagster als zeer pijnlijk en grensoverschrijdend ervaren. Klaagster verwijt de huisarts verder dat hij onjuistheden in het medisch dossier heeft genoteerd en dat hij onvoldoende uitleg heeft gegeven over de noodzaak van de door hem uitgevoerde onderzoeken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege waren alle door de huisarts bij klaagster uitgevoerde onderzoeken geïndiceerd. Het Centraal Tuchtcollege kan net als het Regionaal Tuchtcollege niet vaststellen dat de gebeurtenissen die klaagster schetst ook daadwerkelijk zo hebben plaatsgevonden. Volgens vaste rechtspraak kan het Centraal Tuchtcollege wanneer sprake is van uiteenlopende lezingen geen oordeel geven, omdat aan het woord van de een nu eenmaal niet meer waarde gehecht kan worden dan aan het woord van de ander. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2024/2329 van:

                                  A., wonende in B., appellante, klaagster in eerste aanleg,

tegen

                                   C., huisarts, werkzaam in B., verweerder in beide instanties,

                                   gemachtigde: mr. R.J. Peet, werkzaam in Utrecht.                 

1.   De zaak in het kort

Klaagster is in 2022 een paar keer door de huisarts gezien in verband met microscopisch (onzichtbaar) bloedverlies in de urine. Op 29 november 2022 heeft de huisarts een gynaecologisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is door klaagster als zeer pijnlijk en grensoverschrijdend ervaren. Klaagster verwijt de huisarts verder dat hij onjuistheden in het medisch dossier heeft genoteerd en dat hij onvoldoende uitleg heeft gegeven over de noodzaak van de door hem uitgevoerde onderzoeken.

2.   Verloop van de procedure

2.1   Klaagster heeft op 17 februari 2023 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ‘s-Hertogenbosch een klacht ingediend tegen de huisarts. Bij beslissing van 15 december 2023, met nummer H2023/5287 heeft dat college de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege is als bijlage toegevoegd aan deze beslissing.

2.2    Klaagster heeft op tijd beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. De huisarts heeft een verweerschrift in beroep ingediend.

2.3   Op 31 mei 2024 heeft het Centraal Tuchtcollege nog aanvullende stukken ontvangen van klaagster (brief met bijlagen d.d. 29 mei 2024).

2.4   De zaak is op de zitting van het Centraal Tuchtcollege van 19 juni 2024 behandeld. Klaagster, de echtgenoot van klaagster, de huisarts en de gemachtigde van de huisarts waren op de zitting aanwezig. Partijen hebben hun standpunten toegelicht. Klaagster heeft dat gedaan aan de hand van spreekaantekeningen die zij aan het college en de wederpartij heeft overhandigd.

3.   De klacht

Klaagster verwijt de huisarts dat hij:

a)   geen informatie en uitleg heeft gegeven waarom een uitstrijkje nodig was;

b)   geen instructies voor en uitleg over het uitvoeren van het onderzoek en het uitstrijkje heeft gegeven;

c)   het vaginaal onderzoek op zeer onbekwame, pijnlijke en grove wijze uitgevoerd heeft, waardoor het aanvoelde als mishandeling;

d)   tijdens het onderzoek handelingen heeft verricht die grensoverschrijdend aanvoelden, vernederend en niet noodzakelijk waren;

e)   klaagster niet serieus heeft genomen in de pijnklachten die zij aangaf tijdens het onderzoek en deze volkomen negeerde;

f)   dicht tegen klaagster aan, half zijwaarts/achterwaarts, voor haar uitliep toen klaagster de spreekkamer wilde verlaten op 29 november 2022, zij voelde zich angstig en geshockeerd;

g)   onjuiste notities in het medisch dossier heeft staan, zoals klachten/symptomen die klaagster niet had;

h)   een onduidelijk medisch dossier heeft bijgehouden, waarin een consult wordt beschreven dat niet heeft plaatsgevonden.

4.   Wat is er gebeurd?

4.1   Klaagster heeft als patiënt ingeschreven gestaan in de praktijk van de huisarts.

4.2   Op 28 juni 2022 is klaagster bij een collega van de huisarts op het spreekuur geweest in verband met lage rugpijn. De collega van de huisarts heeft in het dossier genoteerd dat de pijn al bijna een jaar aanwezig is en komt en gaat. De collega van de huisarts heeft klaagster pijnstillende medicatie (naproxen) voorgeschreven.

4.3   Op 7 juli 2022 belde klaagster met de praktijk. Ze had last van maagpijn na gebruik van naproxen. Klaagster gaf aan dat zij minder last had van haar rug. Zij kreeg het advies geen naproxen meer te gebruiken maar paracetamol.

4.4   Op 12 september 2022 werd klaagster voor het eerst door de huisarts gezien vanwege de klachten aan haar rug en romp. De huisarts heeft de buik van klaagster uitwendig onderzocht. De huisarts dacht aan een urinewegprobleem en heeft klaagster gevraagd urine in te leveren. De huisarts heeft naar aanleiding van dit consult het volgende in het dossier van klaagster genoteerd (alle citaten overgenomen inclusief eventuele taal- en typefouten):

Subjectief

(…)

Rugpijn nu al maanden. snachts vooral, kan dan niet op de rug liggen. buikslapen gaat sowieso niet. krijgt dan soms ook pijn in de liezen, maar sowieso in de lenden. houding maakt verder niet uit. overdag kan ze alles doen. 1x heeft ze liesklachten re gehad met toen ook pijn onder de voet. ze heeft vaker verhoging rond de 38 graden. en ook wat bruinige afscheiding, maar dat is ws vaginaal. bovendien heeft ze recent weer eens een menstruatie gehad, terwijl deze 3-4 maanden was weggebleven. daarvoor had ze polymenorrhoe. laatste zelftest bvo voor baarmoeder was in 2019-2020, laatste uitstrijkje in 2014.

Objectief

(…)

geen opwekbare pijn, wel iets gevoelige slagin de lenden, temp 36,5. laseque en omgekeerd laseguenegatief

Plan

(…)

eerst urineonderzoek, indien niet afw dan eerst echo buik

Evaluatie

(…)

Rug symptomen/klachten dd uwi/nierprobleem”

4.5   Klaagster heeft urine gebracht. De urine is eerst op de praktijk onderzocht. De urine bleek eiwit en bloed (Erytrocyten) te bevatten. De urine is vervolgens ter kweek opgestuurd naar het lab. Daarnaast vond de huisarts echo-onderzoek en bloedonderzoek nodig. De assistente heeft dit op 13 september 2022 telefonisch aan klaagster medegedeeld. Klaagster heeft de betreffende onderzoeken laten uitvoeren. Uit de onderzoeken kwamen geen bijzonderheden naar voren die de klachten van klaagster konden verklaren.

4.6   Op 26 september 2022 vond een vervolgconsult plaats. Tijdens dit consult hebben de huisarts en klaagster afgesproken om nogmaals de urine van klaagster te onderzoeken. De huisarts heeft naar aanleiding van dit consult het volgende in het dossier van klaagster genoteerd:

Subjectief

(…)

niet veranderd aan ontlastings patroon. bijkeuring op werk ook ery’s in urine gezien. dit waswel net als ons onderzoek rondom het moment dat zeeen menstruatie heeft gehad ca 15-9. Als zeterugkijkt treden de rugklachten waarvoor zeaanvankelijk kwam ook iedere keer op net voor zo’n menstruatie. is laatste jaar 7 kg afgevallen, vonddat ze te zwaar werd en heeft op voeding geleten veel bewogen.

Objectief

(…)

 

Plan

(…)

Urinescreen einde week of begin volgende week. Bijgeen ery’s exp. bij persisterende ery’s verderonderzoek (eerst urine onderzoek, daarna speculumen pm ifobt)

Evaluatie

(…)

 

4.7   Klaagster heeft op 7 november 2022 urine ingeleverd. Uit het urine-onderzoek bleek dat er sprake was van Erytrocyten in de urine.

4.8   Op 18 november 2022 is klaagster op het spreekuur geweest bij een collega van de huisarts. De collega van de huisarts noteerde in het dossier dat nog steeds sprake was van tweezijdige pijnaanvallen die dagen duren. De collega van de huisarts heeft met klaagster afgesproken dat zij opnieuw urine in zou leveren en dan direct op het spreekuur zou worden gezien.

4.9   Op 29 november 2022 leverde klaagster urine in en werden er opnieuw Erytrocyten in de urine aangetroffen. De huisarts zag klaagster vervolgens op het spreekuur en voerde een gynaecologisch onderzoek uit waarbij de huisarts een uitstrijkje en twee kweken (bacterie + gist en SOA-onderzoek) heeft afgenomen. De huisarts heeft naar aanleiding van dit consult het volgende in het dossier van klaagster genoteerd:

Subjectief

(…)

Klachten gaan op en neer. kan dit bij overgangpassen? Beschrijft het als af en toe gevoel vannaderende menstruatie. laatste menstruatie nu wsvan voor september

Objectief

(…)

portio lastig in beeld te brengen. wel wat naarbuiten gekeerd endometrium, verder idd redelijkwat fluor, verder gb

Plan

(…)

(…) uitstrijkje en kweken afgenomen. belt voor uitslag volgende week. bij geen afwijkingen inclnegatieve ifobt, dan lijkt het mij gerechtvaardigdaan te nemen dat het de overgang verbandhoudt.

4.10   Op 13 december 2022 vond er telefonisch contact plaats tussen klaagster en de assistente van de huisarts. De assistente deelde aan klaagster mee dat de uitslagen van de onderzoeken allemaal goed waren.

4.11   Vanaf 14 december 2022 was de huisarts drie weken afwezig in verband met vakantie.

4.12   Op 14 december 2022 heeft klaagster haar gezin uitgeschreven uit de praktijk van de huisarts. De huisarts belde klaagster na zijn vakantie op om te vragen wat de reden was voor de uitschrijving. Klaagster deelde mee dat het gezin ontevreden was over de praktijkvoering. Klaagster gaf aan verder geen behoefte te hebben aan een gesprek.

Oordeel Regionaal Tuchtcollege

4.13    Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het volgende overwogen:

“De klachtonderdelen zullen allemaal gezamenlijk worden behandeld. Het college merkt op dat de lezingen van partijen over hoe de verschillende consulten zijn verlopen erg uiteenlopen. Dit geldt ook voor het consult op 29 november 2022, waar de klacht met name over gaat. Hiervoor geldt het volgende. Het college kijkt dan of een van beide lezingen wordt gesteund door bewijsmateriaal. De lezing van de huisarts wordt gesteund door het medisch dossier. De lezing van klaagster echter niet. Daardoor is het voor het college niet mogelijk om vast te stellen dat de gebeurtenissen die klaagster schetst ook daadwerkelijk zo hebben plaatsgevonden. Dit betekent overigens niet dat aan het woord van de huisarts meer waarde wordt gehecht dan aan het woord van klaagster. Het betekent alleen dat het college, dat immers geen getuige is geweest van wat.er gebeurd is, kijkt naar welke lezing getoetst kan worden aan bewijsmateriaal, zoals een medisch dossier. Dat geldt alleen voor de lezing van de huisarts. De lezing van klaagster wordt nergens door ondersteund. Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht niet gegrond verklaard kan worden. De klacht is kennelijk ongegrond.”

5.   Het oordeel van het Centraal Tuchtcollege

5.1   Het Centraal Tuchtcollege bespreekt hierna het beroep. De conclusie is dat de klacht van klaagster in al haar onderdelen ongegrond is.

Omvang van het beroep

5.2   Klaagster wil met haar beroep bereiken dat het Centraal Tuchtcollege haar klacht in volle omvang (her)beoordeelt en in beroep alsnog gegrond verklaart.

5.3   De huisarts verzoekt het Centraal Tuchtcollege om het beroep van klaagster te verwerpen en de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege te bevestigen.

Toetsingskader

5.4   Bij de tuchtrechtelijke beoordeling van het handelen van de huisarts gaat het om de vraag of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelend huisarts. Daarbij wordt gekeken naar wat in zijn beroepsgroep de norm of standaard is. Het gaat om wat de huisarts ten tijde van de behandeling bekend was en bekend kon zijn. Kennis achteraf mag daarbij geen rol spelen, omdat de huisarts die kennis op het moment van handelen ook niet had.

Inhoudelijke beoordeling

5.5   Klaagster en de huisarts hebben verschillende lezingen gegeven van de feitelijke gebeurtenissen tijdens de verschillende consulten. Klaagster stelt dat door de huisarts onjuistheden in het medisch dossier zijn genoteerd en dat hij onvoldoende uitleg heeft gegeven over de noodzaak van de door hem uitgevoerde onderzoeken. Klaagster is van mening dat de huisarts onderzoeken heeft uitgevoerd die niet geïndiceerd waren. Het gynaecologisch onderzoek van 29 november 2022 is door klaagster als zeer pijnlijk en grensoverschrijdend ervaren. De huisarts stelt dat de informatie in het medisch dossier correct is en dat hij juist uitgebreide uitleg aan klaagster heeft gegeven over de noodzaak van de onderzoeken. De huisarts herkent het door klaagster geschetste verloop van het gynaecologisch onderzoek niet.

5.6   Het Centraal Tuchtcollege stelt voorop dat duidelijk is dat klaagster het gynaecologisch onderzoek van 29 november 2022 als zeer ingrijpend heeft ervaren en dat dit voor haar de aanleiding was om haar gezin uit te schrijven uit de praktijk van de huisarts.

5.7   Bij klaagster was sprake van persisterend microscopisch bloedverlies in de urine. Dit bloedverlies kan een scala van oorzaken hebben en duiden op aandoeningen van de nieren en urinewegen, de geslachtsorganen of het maag-darmkanaal. Al deze verschillende mogelijke oorzaken, waaronder ook potentieel levensbedreigende, dienen te worden uitgesloten. Dit vraagt om uitgebreid onderzoek. In dit kader waren alle door de huisarts bij klaagster uitgevoerde onderzoeken naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege geïndiceerd.

5.8   Dit geldt ook voor het gynaecologisch onderzoek op 29 november 2022. Het Centraal Tuchtcollege kan op basis van de stukken en de mondelinge behandeling op de zitting niet vaststellen wat er die dag precies is gebeurd en besproken. De lezingen van beide partijen hierover lopen sterk uiteen. Wat daarvan ook zij, voor het college staat op basis van het dossier en de verklaring van de huisarts vast dat alle door de huisarts uitgevoerde onderdelen van het gynaecologisch onderzoek medisch geïndiceerd waren. Ook staat vast dat klaagster het onderzoek als grensoverschrijdend heeft ervaren.  Of en hoe klaagster dit voorafgaand en tijdens het onderzoek kenbaar heeft gemaakt, is onduidelijk gebleven. Het Centraal Tuchtcollege kan net als het Regionaal Tuchtcollege niet vaststellen dat de gebeurtenissen die klaagster schetst ook daadwerkelijk zo hebben plaatsgevonden. Volgens vaste rechtspraak kan het Centraal Tuchtcollege wanneer sprake is van uiteenlopende lezingen geen oordeel geven, omdat aan het woord van de een nu eenmaal niet meer waarde gehecht kan worden dan aan het woord van de ander. Dat betekent dat de verwijten in klachtonderdelen a t/m f niet vast zijn komen te staan. Het Centraal Tuchtcollege kan die klachtonderdelen dan ook niet gegrond verklaren.

5.9   Ten aanzien van dossiervoering (klachtonderdeel g en h) stelt het college vast dat niet aannemelijk is geworden dat de huisarts onjuiste notities (over bijvoorbeeld klachten en symptomen die klaagster niet had) in het dossier heeft opgenomen. Het door klaagster vermelde consult op 7 november 2022 dat volgens haar niet heeft plaatsgevonden, betreft het inleveren en onderzoeken van urine. Klaagster heeft in haar beroepschrift bevestigd dat zij op die datum urine heeft ingeleverd. Het college is het wel met klaagster eens dat de verslaglegging door de huisarts summier was en beter had gekund. Zo heeft de huisarts het uitgevoerde gynaecologische onderzoek op 29 november 2022 niet volledig beschreven. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege is de wijze van dossiervoering echter niet zodanig onzorgvuldig dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Dit betekent dat ook klachtonderdelen g en h ongegrond zijn.

Conclusie

5.10   Het Centraal Tuchtcollege komt tot de conclusie dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht terecht ongegrond heeft verklaard. Dit betekent dat het beroep van klaagster wordt verworpen.

6.   Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

                                               verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: Z.J. Oosting, voorzitter; B.F.M. Frederiks en R.A. van der Pol, leden-juristen en C.A. Lindeboom en W. de Ruijter, leden-beroepsgenoten en K.M. ten Pas, secretaris.

Uitgesproken ter openbare zitting van 24 juli 2024.

                        Voorzitter  w.g.                                    Secretaris w.g.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

'S-HERTOGENBOSCH

Beslissing in raadkamer van 15 december 2023 op de klacht van:

A., wonende in B., klaagster,

tegen

C., huisarts, destijds werkzaam in B., verweerder, hierna ook: de huisarts,

gemachtigde: mr. R.J. Peet, werkzaam in Utrecht.

1. De zaak in het kort

1.1   Klaagster is in 2022 meermalen door haar huisarts gezien vanwege gezondheidsklachten. Er heeft op een bepaald moment een vaginaal onderzoek plaatsgevonden, omdat er bij de analyse van de klachten bloed in de urine was gevonden. Dat onderzoek heeft volgens klaagster op een dusdanige wijze plaatsgevonden dat het erg veel pijn deed en zeer grensoverschrijdend was. Ook was klaagster van tevoren onvoldoende geïnformeerd over de noodzaak van het onderzoek en had ze geen instructies gekregen tijdens het onderzoek. Klaagster heeft dit allemaal als zeer ingrijpend ervaren. Verder bevat het medisch dossier volgens haar diverse onjuistheden.

1.2    Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. 'Kennelijk' betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.

2. De procedure

2.1   Het college heeft de volgende stukken ontvangen:

- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 17 februari 2023; het verweerschrift met de bijlage(n);

- diverse aanvullende stukken, ingediend door klaagster en ontvangen op 24 mei, 1 juni, 5 juni respectievelijk 20 juli 2023;

- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek, gehouden op 23 augustus 2023.

2.2   Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.

3. De feiten

3.1   Klaagster heeft als patiënt ingeschreven gestaan bij de praktijk waar de huisarts werkt. Zij werd op 28 juni 2023 door een collega van de huisarts gezien met lage rugpijn. Ze kreeg pijnstillende medicatie voorgeschreven. Op 7 juli 2023 belde klaagster met de praktijk. Ze had steeds last van maagpijn na gebruik van naproxen. Aangezien klaagster minder last van haar rug had, werd zij geadviseerd geen naproxen meer te gebruiken, maar paracetamol.

3.2   Op 12 september 2023 werd klaagster voor het eerst door de huisarts gezien vanwege de klachten aan haar rug en romp. De huisarts heeft hierover het volgende genoteerd (overgenomen inclusief eventuele taal- en typefouten):

Subjectief

(…)

Ziekte briefje voor vandaag

Rugpijn nu al maanden. snachts vooral, kan dan niet op de rug liggen. buikslapen gaat sowieso niet. krijgt dan soms ook pijn in de liezen, maar sowieso in de lenden. houding maakt verder niet uit. overdag kan ze alles doen. 1x heeft ze liesklachten re gehad met toen ook pijn onder de voet. ze heeft vaker verhoging rond de 38 graden. en ook wat bruinige afscheiding, maar dat is ws vaginaal. bovendien heeft ze recent weer eens een menstruatie gehad, terwijl deze 3-4 maanden was weggebleven. daarvoor had ze polymenorrhoe. laatste zelftest bvo voor baarmoeder was in 2019-2020, laatste uitstrijkje in 2014.

Objectief

(…)

geen opwekbare pijn, wel iets gevoelige slagin de lenden, temp 36,5. laseque en omgekeerd laseguenegatief

Plan

(…)

eerst urineonderzoek, indien niet afw dan eerst echo buik

Evaluatie

(…)

Rug symptomen/klachten dd uwi/nierprobleem Referentie 22"

Uit de onderzoeksresultaten bleken geen afwijkingen. De klachten konden niet verklaard worden. Er vond een vervolgconsult plaats op 26 september 2022 om dit te bespreken. Klaagster zei dat ze ook bloedverlies heeft gehad. De huisarts besprak met klaagster dat als het bloedverlies zou aanhouden er wel een vaginaal/speculumonderzoek nodig zou zijn. Omdat er bij de eerstvolgende urineonderzoeken rode bloedcellen in de urine werden aangetroffen is met klaagster gesproken over het belang van een speculumonderzoek. Uiteindelijk voerde de huisarts dat onderzoek uit bij klaagster op 29 november 2022. Hierover heeft hij onder meer het volgende genoteerd:

"Pathologisch onderzoek C22-20018 Conclusie:

Pap 1: geen afwijkende plaveiselepitheelcellen; geen andere afwijkingen; geen afwijkingen van endocervicale cylindrische cellen; geen tekenen van ontsteking. (...)

Advies: geen advies

(...)
Klinische gegevens

Aanleiding: indicatie onderzoek
Uitstrijk afgenomen door: huisarts
Datumuitstrijk: 29/11/2022
Klachten: ?
Menstruatie: menopauze
Anticonceptie: geen
Gebruik hormonen: geen
Aspect cervix: abnormaal of verdacht portio
Abnormaal of verdacht portio: mogelijk naar buitengekeerde endocervix
Opmerkingen: LM 01-09-2022

Microscopie

K1, endocervicale cylindrische cellen aanwezig
06, geen tekenen van ontsteking
P1, geen afwijkende epitheelcellen
A1, geen andere afwijkingen
C1, geen afwijkingen van endocervicale cy/indrische cellen
B1, voldoende beoordeelbaar

(...)"

Op 13 december 2022 vond er telefonisch contact plaats tussen klaagster en de assistente van de huisarts. De assistente deelde aan klaagster de uitslagen mee, die allemaal goed waren. De volgende dag, de dag waarop de huisarts drie weken met vakantie ging, liet klaagster haar gezin uitschrijven uit de praktijk. De huisarts belde klaagster na zijn vakantie op om te vragen wat de reden was voor de uitschrijving. Klaagster deelde mee dat het gezin ontevreden was over de praktijkvoering. Ze had verder geen behoefte aan een gesprek.

4. De klacht en de reactie van de huisarts

4.1   Klaagster is van mening dat het medisch dossier diverse onjuistheden bevat. Zo is zij op 5 september 2022 gezien door de huisarts en heeft hij ten onrechte genoteerd dat zij last had van moeheid/zwakte. Ook had klaagster op 12 september 2022 geen last van haar rug of koorts en waren er ook geen vaginale problemen, wat allemaal wel genoteerd is in het medisch dossier. Daarnaast moest klaagster meermalen urinestaaltjes langs komen brengen zonder dat ze de noodzaak daarvan begreep. Op 29 november 2022 was ineens een uitstrijkje nodig zonder dat klaagster begreep waarom. Ze ging er maar mee akkoord, omdat de huisarts zo aandrong. Het onderzoek was echter heel pijnlijk en grensoverschrijdend. De huisarts droeg daarbij geen handschoenen, reageerde niet op de pijnklachten van klaagster en was erg hardhandig. Na afloop observeerde de huisarts klaagster toen zij haar kleren weer aantrok, wat maakte dat klaagster zich erg beschaamd voelde. Toen klaagster weg wilde gaan, liep de huisarts op zo'n manier voor haar uit dat ze vlak langs hem heen moest lopen wat ze vervelend vond. Ze heeft veel vaginale pijn overgehouden aan het onderzoek en besloot na deze ervaring haar gezin bij een andere huisarts in te schrijven.

Klaagster verwijt de huisarts dat hij:

a) geen informatie en uitleg heeft gegeven waarom een uitstrijkje nodig was;

b) geen instructies voor en uitleg over het uitvoeren van het onderzoek en het uitstrijkje heeft gegeven;

c) het vaginaal onderzoek op zeer onbekwame, pijnlijke en grove wijze uitgevoerd heeft, waardoor het aanvoelde als mishandeling;

d) tijdens het onderzoek handelingen heeft verricht die grensoverschrijdend aanvoelden, vernederend en niet noodzakelijk waren;

e) klaagster niet serieus heeft genomen in de pijnklachten die zij aangaf tijdens het onderzoek en deze volkomen negeerde;

f) dicht tegen klaagster aan, half zijwaarts/achterwaarts, voor haar uitliep toen klaagster de spreekkamer wilde verlaten op 29 november 2022, zij voelde zich angstig en geshockeerd;

g) onjuiste notities in het medisch dossier heeft staan, zoals klachten/symptomen die klaagster niet had;

h) een onduidelijk medisch dossier heeft bijgehouden, waarin een consult wordt beschreven dat niet heeft plaatsgevonden.

4.2   De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Zijn reactie op de klachtonderdelen is - samengevat - als volgt.

Ad a) De huisarts heeft juist uitgebreid uitgelegd waarom een uitstrijkje hem nodig leek, ook omdat hij wist dat klaagster een dergelijk onderzoek belastend vond. Hij heeft klaagster ook aangeboden het onderzoek door een andere huisarts te laten uitvoeren.

Ad b) De huisarts heeft klaagster wel degelijk instructies gegeven, zowel voor als tijdens de procedure. En dit is ook noodzakelijk om het onderzoek goed uit te voeren.

Ad c en d) De huisarts verricht al ruim twaalf jaar zo'n drie speculumonderzoeken per week. Hij heeft nog niet eerder meegemaakt dat iemand het onderzoek zo heeft ervaren als hoe klaagster het heeft ervaren. Dat het onderzoek pijnlijk kan zijn geweest, kan de huisarts begrijpen. Dat er sprake is geweest van mishandeling of grensoverschrijding is echter niet juist.

Ade) De huisarts heeft tijdens het onderzoek meermalen getoetst hoe het ging met klaagster. Ook heeft hij haar herhaaldelijk om toestemming gevraagd. Hij heeft klaagster wel degelijk serieus genomen.

Ad f) De huisarts neemt aan dat klaagster hier doelt op het feit dat hij de deur voor haar heeft geopend toen zij wegging. Dat doet hij voor al zijn patiënten.

Ad g) De huisarts noteert in de anamnese altijd meteen de klachten die iemand noemt. Dat hij iets opschrijft dat niet genoemd is, lijkt hem onwaarschijnlijk.

Ad h) Klaagster geeft vaak een hele andere beschrijving van hoe een consult is verlopen of wat er is gezegd. Ze laat vaak relevante informatie weg of zegt dat dingen gebeurd zijn die niet gebeurd zijn. De huisarts verwijst in algemene zin naar het medisch dossier voor zijn beleving. Ten aanzien van het consult op 5 september 2022 - waarover klaagster heeft gesteld dat ten onrechte is opgeschreven dat er sprake was van moeheid/zwakte - geldt nog het volgende. Klaagster had die dag wel een afspraak omdat zij 'niet fit' zou zijn, maar kwam niet opdagen. De huisarts heeft dat ook genoteerd in het medisch dossier (NVZB = niet verschenen zonder bericht) en noteerde als ICPC (International Classification of Primary Care) -code 'moeheid/zwakte', omdat dat het dichtst bij 'niet fit' in de buurt komt.

4.3   Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college

5.1   De klachtonderdelen zullen allemaal gezamenlijk worden behandeld. Het college merkt op dat de lezingen van partijen over hoe de verschillende consulten zijn verlopen erg uiteenlopen. Dit geldt ook voor het consult op 29 november 2022, waar de klacht met name over gaat. Hiervoor geldt het volgende. Het college kijkt dan of een van beide lezingen wordt gesteund door bewijsmateriaal. De lezing van de huisarts wordt gesteund door het medisch dossier. De lezing van klaagster echter niet. Daardoor is het voor het college niet mogelijk om vast te stellen dat de gebeurtenissen die klaagster schetst ook daadwerkelijk zo hebben plaatsgevonden. Dit betekent overigens niet dat aan het woord van de huisarts meer waarde wordt gehecht dan aan het woord van klaagster. Het betekent alleen dat het college, dat immers geen getuige is geweest van wat.er gebeurd is, kijkt naar welke lezing getoetst kan worden aan bewijsmateriaal, zoals een medisch dossier. Dat geldt alleen voor de lezing van de huisarts. De lezing van klaagster wordt nergens door ondersteund. Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht niet gegrond verklaard kan worden. De klacht is kennelijk ongegrond.

6. De beslissing

De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 15 december 2023 door G. Tangenberg, voorzitter, G.S.H. Vegt en R.M. Oosterhout, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door L.C. Commandeur, secretaris.

Secretaris w.g.                                                         voorzitter w.g.