Zoekresultaten 3001-3029 van de 3029 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:27 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-867/DH/DH
- Datum publicatie: 12-02-2024
- Datum uitspraak: 07-02-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:27
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Geen sprake van onzorgvuldig cassatieadvies. Verweerder niet gehouden cassatie in te stellen na negatief cassatieadvies. Geen sprake van onzorgvuldige facturering.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:40 Hof van Discipline 's Gravenhage 230019
- Datum publicatie: 12-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:40
Klacht over een kantoorgenoot van de eigen advocaat. Het hof bekrachtigd het oordeel van de raad. Klager heeft bij verweerder zijn ongenoegen geuit over het optreden van zijn advocaat. Verweerder had daarop sneller kunnen reageren, maar heeft met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. De klacht is daarom ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:28 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-860/DH/DH
- Datum publicatie: 12-02-2024
- Datum uitspraak: 07-02-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:28
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Negatief cassatieadvies betekent niet dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld. Verweerder heeft ook binnen een redelijke termijn aan de opdracht van klager voldaan. Verweerder was niet gehouden om namens klager bij de Hoge Raad uitstel te vragen voor het instellen van cassatie, omdat zijn werkzaamheden voor klager met het uitbrengen van het cassatieadvies reeds waren beëindigd. Het enkele feit dat verweerder in zijn communicatie met klager de achternaam van klager een paar keer onjuist heeft gespeld, is niet tuchtrechtrechtelijk verwijtbaar en kan niet tot de conclusie leiden dat verweerder klager kleinerend of respectloos heeft behandeld. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:41 Hof van Discipline 's Gravenhage 220343
- Datum publicatie: 12-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:41
Klager niet-ontvankelijk voor zover het hoger beroep ziet op de (deels) gegrond verklaarde klachtonderdelen. Voor het overige: bevestiging beslissing raad ten aanzien van de ongegrond verklaarde klachtonderdelen, te weten (i) de klacht over de kwaliteit van de dienstverlening voor zover die ziet op de keuze om een bodemprocedure te voeren tegen de verzekeraar. Deze was immers niet bij voorbaat kansloos. (ii) De klacht dat verweerder onvoldoende deskundig of bekwaam zou zijn om letselschadezaken te behandelen. Dit kan op basis van één dossier niet worden vastgesteld. (iii) De klacht dat verweerder geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de door hem gemaakte fouten. Verweerder niet tuchtrechtelijk gehouden aansprakelijkheid te erkennen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:29 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-492/DH/DH
- Datum publicatie: 12-02-2024
- Datum uitspraak: 12-02-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:29
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft zijn cliënt niet gewaarschuwd om een vonnis niet te executeren vanwege de gesloten vaststellingsovereenkomst, maar heeft klager zelfs gefeliciteerd met het positieve resultaat. Klager heeft hierdoor de indruk gekregen dat hij het vonnis mocht executeren, waardoor een kort geding tegen hem is gestart om dit te voorkomen. Ook heeft verweerder op de koop toegenomen dat bijzondere persoonsgegevens van klager bij derden terecht zouden komen. Verweerder heeft onvoldoende duidelijke financiële afspraken gemaakt met klager. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:42 Hof van Discipline 's Gravenhage 220336
- Datum publicatie: 12-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:42
Beslissing raad deels vernietigd. Gewraakte uitlatingen niet onnodig grievend. verweerder heeft met zijn uitlatingen aandacht willen vragen voor mogelijke problematiek die bij moeder speelt. Naar het oordeel van het hof heeft verweerder daarbij wel de nodige terughoudendheid in zijn bewoordingen betoond. Beslissing raad voor het overige bekrachtigd, nu verweerder zonder medeweten en toestemming van klaagster met de minderjarige zoon van klaagster heeft gesproken. Dit valt hem tuchtrechtelijk te verwijten. Maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:30 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-641/DH/RO/D
- Datum publicatie: 12-02-2024
- Datum uitspraak: 12-02-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:30
Verzoek art. 8e Advocatenwet toegewezen. Verweerder oefent al sinds 2020 niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. De raad schrapt verweerder van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:4 Accountantskamer Zwolle 23/11 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 09-02-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:4
Betrokkene heeft de jaarrekeningen gecontroleerd van acht onderwijsstichtingen en van een ondersteunende stichting, en deze van een goedkeurende controleverklaring voorzien. Volgens klaagster heeft betrokkene de wijze waarop door (het bestuur van) de onderwijsstichtingen en de ondersteunende stichting met rijksbekostiging is omgegaan onvoldoende beoordeeld. Zij heeft niet beoordeeld in hoeverre er sprake was van risico’s op een afwijking van materieel belang als gevolg van fraude, belangenstrengeling of niet-naleving van wet- en regelgeving. De Accountantskamer verklaart de klacht gegrond en legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:38 Hof van Discipline 's Gravenhage 230380
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:38
Verzoek tot verwijzing van een klacht tegen de deken en een medewerker van het ordebureau afgewezen. De medewerker is geen advocaat, zodat de deken geen bevoegdheid heeft om onderzoek te doen naar de klacht. De klacht tegen de deken is in feite gericht tegen een beslissing in een andere klachtzaak die bovendien ter beoordeling voorligt aan de appelinstantie. Het recht om een klacht tegen de deken in te stellen is daarvoor niet bedoeld.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:32 Hof van Discipline 's Gravenhage 230314
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:32
Art. 13. Termijnoverschrijding indienen beklag verschoonbaar. De deken heeft abusievelijk een onjuist postadres vermeld in haar beslissing, waardoor niet kan worden vastgesteld of klager tijdig beklag heeft gedaan. Het gebruik van een onjuist postadres kan klager niet worden tegengeworpen. Dat de brief is gericht aan de deken en niet het hof, doet hier niets aan af. Beklag ongegrond. Klager heeft voor dezelfde zaak opnieuw verzocht om aanwijzing van een advocaat. Daarbij zijn door klager geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die tot een andere beoordeling leiden dan die van het hof in de beslissing van 23 mei 2016 (ECLI:NL:TAHVD:2016:91). Het hof komt met de deken tot de conclusie dat het beklag ongegrond moet worden verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:39 Hof van Discipline 's Gravenhage 230150
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:39
Verweerder is ingeschakeld voor een gezamenlijke adviesaanvraag van klager en de cliënt van verweerder. Verweerder heeft erop gewezen dat hij voor zijn cliënt optreedt en dat het belang van zijn cliënt in geval van eventueel conflicterende belangen voorrang zal krijgen. Verweerder heeft deze boodschap verschillende malen en ook schriftelijk herhaald. Verweerder heeft niet geschreven dat hij een gezamenlijk advies zou uitbrengen. Verweerder heeft volgens het hof aan klager voldoende duidelijk gemaakt dat hij voor zijn cliënt optrad en daarnaast was ten tijde van de gezamenlijke advies aanvraag geen sprake van a priori tegenstrijdige belangen. Verweerder heeft bij klager niet de indruk gewekt dat hij ook de belangenbehartiger van klager was. Het hof vernietigt de door de raad gegrond verklaarde klacht.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:34 Hof van Discipline 's Gravenhage 230298
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:34
Beklag tegen beslissing Deken ongegrond verklaard. De mogelijkheid de deken te verzoeken een advocaat aan te wijzen, is een aanvullende voorziening voor het geval de rechtzoekende niet op eigen initiatief een advocaat weet te vinden die bereid is hem bijstand te verlenen. Niet in geschil is dat klager geen advocaat heeft gevonden om rechtsbijstand te verlenen. Deze aanvulling op de in beginsel vrije advocaatkeuze maakt dat de deken een ruime beleidsvrijheid toekomt bij het al dan niet aanwijzen van een advocaat. Daarbij voorziet art. 13 Advw. er niet in om een advocaat aan te wijzen die in alle opzichten aan de wensen van klager zal gaan voldoen (vergelijk HvD 8 december 2000, 3199 en 14 mei 2018, 180005). Het feit dat in dit geval een aangewezen advocaat niet bereid is om de door klager gewenste procedures te starten of processtrategie te volgen, als gevolg waarvan de opdracht al dan niet door klager wordt beëindigd, komt dan ook voor rekening van klager. Er lijkt sprake te zijn van een patroon. Beëindiging van de opdracht door toedoen van klager betekent dan ook klager geen recht aan art. 13 Advw kan ontlenen op aanwijzing van (weer) een andere advocaat. Deken heeft het verzoek tot aanwijzing van een advocaat op goede gronden afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:35 Hof van Discipline 's Gravenhage 230292
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:35
Beklag op grond van artikel 13 Advw ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:36 Hof van Discipline 's Gravenhage 230008
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 02-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:36
Ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid voor krediet na echtscheiding. Bekrachtiging ongegrondverklaring door raad van klacht over dienstverlening van en communicatie met eigen advocaat.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:19 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-792/DB/LI
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:19
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat in een strafzaak. Verweerder heeft voldoende toegelicht dat hij geen bewijsverweer hoefde te voeren, omdat klager zijn daden had bekend. Niet gebleken dat verweerder te laat of niet verscheen op de afspraken. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:3 Accountantskamer Zwolle 23/1457 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 09-02-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:3
Ongegronde klacht. Klager en betrokkene waren tot halverwege de jaren tachtig collega’s bij hetzelfde accountantskantoor en betrokkene is daarna tot eind 2001/begin 2002 als adviseur betrokken geweest bij vennootschappen van klager. In 2020 is één van deze vennootschappen en nog een andere vennootschap van klager failliet verklaard. De curator heeft betrokkene verzocht om haar te assisteren bij het rechtmatigheidsonderzoek. Betrokkene heeft in dat kader twee rapporten van feitelijke bevindingen uitgebracht. Volgens klager heeft betrokkene ten onrechte niet onderkend dat zijn objectiviteit werd bedreigd, heeft hij onvoldoende zorgvuldigheid betracht ten opzichte van klager als beoogd gebruiker en heeft hij de voorschriften van Standaard 4400N niet in acht genomen. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene vóór en ná aanvaarding van de opdracht heeft kunnen concluderen dat er geen sprake was van een bedreiging voor het zich houden aan het fundamentele beginsel van objectiviteit. Ook hoefde betrokkene de specifieke werkzaamheden en uitgangspunten van de opdracht niet met klager af te stemmen, omdat klager ten tijde van de aanvaarding van de opdracht geen beoogd gebruiker van de rapporten was. Klager heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de rapporten onjuistheden bevatten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:37 Hof van Discipline 's Gravenhage 220228
- Datum publicatie: 09-02-2024
- Datum uitspraak: 02-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:37
Klacht over optreden van eigen advocaat in appelprocedure is door de raad grotendeels ongegrond verklaard. Alleen het klachtonderdeel, dat betrekking had op het te laat toesturen van de concept Memorie van Grieven en het ongewijzigd indienen van die memorie, is gegrond verklaard met waarschuwing. Het hoger beroep van klager tegen de ongegrond verklaarde klachtonderdelen faalt. Ambtshalve verhoogt het hof de aan verweerder opgelegde maatregel tot een berisping, zulks zonder proceskostenveroordeling in hoger beroep, omdat verweerder in de uitspraak van de raad had berust.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6036
- Datum publicatie: 08-02-2024
- Datum uitspraak: 02-02-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:11
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en heeft daarom 17 dagen vastgezeten (deels in volledige beperkingen) in een cellencomplex. Klager verwijt verweerder met name dat hij, op het moment dat hij betrokken was als arts in het cellencomplex, geen tweedelijnshulpverlening heeft ingeschakeld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:15 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-314/AL/NN
- Datum publicatie: 08-02-2024
- Datum uitspraak: 07-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:15
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6709
- Datum publicatie: 08-02-2024
- Datum uitspraak: 02-02-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:12
Voorzittersbeslissing: klacht tegen arts maatschappij en gezondheid kennelijk ongegrond. De arts heeft een uitnodigingsbrief voor een coronaprik ondertekend als medisch programmamanager. De arts is daarmee niet verantwoordelijk voor de keuze van het aangeboden vaccin.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6020
- Datum publicatie: 08-02-2024
- Datum uitspraak: 02-02-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:10
Klager werd verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn zwangere echtgenote en heeft daarom 17 dagen vastgezeten (deels in volledige beperkingen) in een cellencomplex. Klager verwijt verweerster met name dat zij, op het moment dat zij betrokken was als arts in het cellencomplex, geen tweedelijnshulpverlening heeft ingeschakeld.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:27 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1873
- Datum publicatie: 05-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:27
Klacht tegen huisarts. Klager is in 2016 op consult geweest in de praktijk van de huisarts. Toen is geconcludeerd dat sprake was keelpijn en hoesten bij een viraal effect. Enkele maanden later is bij klager in het ziekenhuis een anaplastisch schildkliercarcinoom vastgesteld. Klager verwijt de huisarts – onder meer – dat onder zijn verantwoordelijkheid onvoldoende onderzoek is gedaan en een verkeerde diagnose is gesteld, dat hij onvoldoende supervisie heeft uitgeoefend ten opzichte van zijn coassistenten, heeft nagelaten (via zijn coassistenten) aan te geven dat klager bij het blijven bestaan van klachten binnen tien dagen moest terugkomen en dat hij klager ten onrechte niet heeft doorverwezen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege roept de coassistent die klager gezien heeft als getuige op. Het beroep van klager wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:28 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1882
- Datum publicatie: 05-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:28
Klacht tegen een huisarts. Klager is de vader van een meisje van tien jaar oud (hierna: de dochter). Samen met zijn ex-vrouw (hierna: de moeder) heeft hij het ouderlijk gezag over haar. Er is geen ouderschapsplan. Er is sprake van complexe echtscheidingsproblematiek. De dochter staat sinds 2014 ingeschreven bij de praktijk die de huisarts voert, samen met de beklaagde huisarts in de zaak met kenmerk C2023/1883. De klacht van klager komt er in de kern op neer dat hij door de beide huisartsen onvoldoende wordt geïnformeerd. Ook wordt hij onvoldoende in de gelegenheid gesteld mee te beslissen over medische behandelingen van de dochter. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen a. (gedeeltelijk) en d gegrond, legt aan de huisarts de maatregel van waarschuwing op en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt zowel het beroep van klager als het incidenteel beroep van de huisarts tegen deze beslissing en bepaalt dat deze beslissing zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5367
- Datum publicatie: 05-02-2024
- Datum uitspraak: 02-02-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:9
Klacht tegen een arts werkzaam bij het consultatiebureau ingediend door ouders. Klagers zijn niet tevreden met het consult van hun zoontje bij het consultatiebureau. Zij verwijten de arts onder meer dat zij nalatig en onprofessioneel heeft gehandeld, en zij een onterechte en onjuiste doorverwijzing naar de kinderarts en melding bij Veilig Thuis heeft gedaan. Na het consult heeft de arts tijdens een telefoongesprek met de ouders haar zorgen om het kind onnodig uitvergroot. Daardoor is een vertrouwensbreuk ontstaan tussen de arts en de ouders. De arts heeft na overleg een melding gedaan bij Veilig Thuis. Het college is van oordeel dat de arts vanwege de vertrouwensbreuk met de ouders had moeten beseffen dat zij niet meer de aangewezen persoon was om bij deze casus betrokken te blijven. Voorts dient de arts als professional zorgvuldigheid te betrachten bij de communicatie jegens ouders, omdat dit anders de vertrouwensrelatie kan schaden. Uit het dossier en ter zitting is gebleken dat er al langer reële, maar niet acute zorgen over het kind en zijn ontwikkeling (afbuigende groei) waren. Dat maakt dat er langer gewacht had kunnen worden in deze situatie. Door deze ruimte niet te benutten en de melding te doen, is de situatie verder geëscaleerd. Overigens overweegt het college dat de melding zelf niet onterecht was gelet op de zorgen. Het college merkt daarbij op dat sprake van een relatief onervaren arts en dat het enige tijd heeft geduurd voordat vervanging gevonden was. De arts ziet in dat zij is tekortgeschoten en heeft hieruit lering getrokken. Het college verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en legt de arts een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:29 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1883
- Datum publicatie: 05-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:29
Klacht tegen een huisarts. Klager is de vader van een meisje van tien jaar oud (hierna: de dochter). Samen met zijn ex-vrouw (hierna: de moeder) heeft hij het ouderlijk gezag over haar. Er is geen ouderschapsplan. Er is sprake van complexe echtscheidingsproblematiek. De dochter staat sinds 2014 ingeschreven bij de praktijk die de huisarts voert, samen met de beklaagde huisarts in de zaak met kenmerk C2023/1882. De klacht van klager komt er in de kern op neer dat hij door de beide huisartsen onvoldoende wordt geïnformeerd. Ook wordt hij onvoldoende in de gelegenheid gesteld mee te beslissen over medische behandelingen van de dochter. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen a. (gedeeltelijk) en d gegrond, legt aan de huisarts de maatregel van waarschuwing op en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt zowel het beroep van klager als het incidenteel beroep van de huisarts tegen deze beslissing en bepaalt dat deze beslissing zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:30 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2016
- Datum publicatie: 05-02-2024
- Datum uitspraak: 05-02-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:30
Klacht tegen een huisarts. Klaagster was jarenlang patiënt van de huisarts. Sinds 2015 hadden zij – na het overlijden van de echtgenoot van klaagster – ook een persoonlijke, vriendschappelijke relatie met elkaar. In de zomer van 2022 heeft een inbraak plaatsgevonden in de woning van de huisarts. Vanwege zijn vermoeden dat de dochter van klaagster de inbraak had gepleegd, heeft de huisarts de vriendschap met klaagster verbroken. Klaagster verwijt de huisarts dat hij a) het medisch beroepsgeheim heeft overtreden, b) de overeenkomst tot zorgverlening onjuist eenzijdig heeft opgezegd en c) na beëindiging van de zorgverlening (ten onrechte) nog vergoedingen heeft gedeclareerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat is komen vast te staan dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden, verklaart klachtonderdeel a gegrond en legt de huisarts een berisping op. Klachtonderdeel b wordt ongegrond verklaard en het beroep tegen klachtonderdeel c is ingetrokken door klaagster. De beslissing wordt gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:17 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-881/DB/LI
- Datum publicatie: 01-02-2024
- Datum uitspraak: 01-02-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:17
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Omdat niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden verklaart de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:18 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-855/DB/LI
- Datum publicatie: 01-02-2024
- Datum uitspraak: 01-02-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:18
Voorzittersbeslissing. Uit hetgeen klaagster op het door haar ingevulde klachtformulier naar voren heeft gebracht is de voorzitter niet gebleken dat de klacht betrekking heeft op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat. De voorzitter heeft voorts in de overgelegde stukken geen aanknopingspunten gevonden voor de bevoegdheid van de tuchtrechter. Voor het advocaten tuchtrecht is ter zake hetgeen klaagster aan de orde wil stellen geen rol weggelegd. Raad kennelijk onbevoegd.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675525 / DW RK 19/613
- Datum publicatie: 27-11-2020
- Datum uitspraak: 02-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:2
De gerechtsdeurwaarder heeft zijn reactie op een op 11 februari 2019 door klager ingediende klacht naar een verkeerd adres gestuurd. Het verzet is gegrond. Gelet op de door de gerechtsdeurwaarder aangeboden excuses, acht de kamer de gemaakte fout onvoldoende om tuchrechtelijk verwijtbaar handelen vast te kunnen stellen. De aanvankelijke klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 60
- Pagina: 61