Zoekresultaten 3501-3550 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:232 Raad van Discipline Amsterdam 23-255/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Op grond van de feitelijke weergave van contactmomenten en werkzaamheden wordt vastgesteld dat verweerder klaagster uitvoerig heeft geïnformeerd over de stappen die nodig zijn voor de mvv-aanvraag en dat verweerder klaagster steeds op de hoogte heeft gehouden over zijn communicatie met de IND. Van het tekortschieten van verweerder in zijn dienstverlening aan klaagster dan wel nalatigheid van verweerder door stukken niet aan de IND door te sturen is dan ook geen sprake. De omstandigheid dat de IND een mvv aan de man van klaagster heeft verleend nadat klaagster een andere advocaat had ingeschakeld, betekent niet dat verweerder ten opzichte van klaagster klachtwaardig heeft gehandeld. Verder is het niet gebleken dat verweerder voor zijn werkzaamheden excessief heeft gedeclareerd. Klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:24 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/25

    Artikel 18 Vbg. Klaagsters verwijten de notaris dat hij zonder dat aan hen kenbaar te maken als partijadviseur voor hun wederpartij(en) is opgetreden, terwijl hij vervolgens als instrumenterend notaris van kleur is verschoten en een hypotheekakte heeft gepasseerd, waarna hij weer als partijadviseur is gaan optreden en in het nadeel van klaagsters heeft gehandeld. Voor zover klaagsters de notaris verwijten dat hij de belangen heeft veronachtzaamd van degenen die via crowdfunding gelden hadden ingelegd voor de ontwikkeling van het betreffende vastgoedproject, oordeelt de kamer dat klaagsters daarbij geen rechtstreeks/ indirect/ afgeleid belang hebben zodat de klacht in zoverre niet-ontvankelijk is. Verder oordeelt de kamer dat de door klaagsters gestelde feiten en omstandigheden, ook indien deze in onderlinge samenhang worden bezien, onvoldoende aanleiding vormen om aan te nemen dat de notaris in feite als partijadviseur is opgetreden/ gaan optreden, terwijl hij ook overigens niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht overigens ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:244 Hof van Discipline 's Gravenhage 230073

    Klacht over eigen advocaat over kwaliteit dienstverlening. Verweerder is nalatig geweest doordat hij niet heeft geacteerd op de spoedeisendheid in een zaak. Dat klager aanvankelijk terughoudend op de opdrachtbevestiging had gereageerd maakt dat niet anders. Verder heeft verweerder onvoldoende gecommuniceerd met klager. Klacht gegrond. Schorsing 2 weken onvoorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:238 Hof van Discipline 's Gravenhage 230326

    Geen doorbreking appelverbod. Voor zover klager meent dat het beroep zich zou kunnen richten tegen de beslissing van de raad van 28 februari 2022 (zaaknummer 22-038/A/NH), waar de klacht van klager tegen mr. W(..) kennelijk niet-ontvankelijk dan wel ongegrond is verklaard, is klager niet-ontvankelijk in zijn beroep. Klager is in die zaak door de raad gehoord. Dat de uitkomst van die klacht voor klager onwelgevallig is geweest, betekent niet dat de raad klager ook in de onderhavige zaak door de raad gehoord had moeten worden en dat bij het achterwege blijven hiervan, fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden. De door klager aangevoerde gronden raken niet aan fundamentele rechtsbeginselen, maar zien op een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Beroep van klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:233 Raad van Discipline Amsterdam 23-323/A/A

    Raadsbeslissing; klacht ongegrond. Alhoewel uit de stukken niet blijkt dat tussen klager een formele opdrachtrelatie met verweerder heeft bestaan, noch dat verweerder daadwerkelijk als (vertrouwens)advocaat voor klager heeft opgetreden, kan naar het oordeel van de raad in de gegeven omstandigheden wel worden vastgesteld dat sprake was van een hieraan gelijk te stellen situatie. De contacten zijn immers van een zodanige inhoudelijke aard geweest, dat deze gelijk te stellen zijn met de situatie dat er wel een advocaat-cliënt relatie tot stand zou zijn gekomen. In de gegeven omstandigheden is echter geen sprake geweest van het door verweerder dienen van een tegenstrijdig belang.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:227 Raad van Discipline Amsterdam 23-744/A/NH

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over het handelen van verweerster in haar hoedanigheid van deken. De kwestie die klager in zijn initiële klacht had aangekaart, was opgelost. Nader onderzoek door verweerster was dan ook niet relevant voor de beoordeling van de klacht. Bovendien betrof de door klager opgevraagde informatie bij het advocatenkantoor, geen informatie tot het verstrekken waarvan het kantoor verplicht was, zodat ook hier niet valt in te zien dat een tuchtrechtelijke norm zou zijn geschonden wanneer deze informatie niet onverwijld is verstrekt. Niet valt in te zien dat verweerster, met de wijze waarop zij in haar hoedanigheid als deken het klachtonderzoek heeft uitgevoerd, het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:270 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5404

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster verwijt de gynaecoloog onder andere dat zij als supervisor een AIOS niet goed heeft begeleid tijdens een consult en dat zij geen openheid van zaken heeft gegeven over het onderzoek naar het overlijden van het kindje. Het college overweegt dat voldoende aannemelijk is geworden dat de gynaecoloog tijdens het betreffende consult geen dienst had, omdat zij haar dienst had geruild met een collega. Op basis van het medische dossier stelt het college vast dat er op meerdere momenten gesproken is met klaagster. De gynaecoloog heeft zich ingespannen om te proberen de zorgen van klaagster weg te nemen. Dat het uiteindelijk niet is gelukt de angst en zorgen van klaagster weg te nemen, is uiteraard spijtig voor klaagster. Het betekent echter niet dat de gynaecoloog niet haar best hiervoor heeft gedaan. Het college ziet verder geen aanwijzingen voor de aanname dat de gynaecoloog heeft geweigerd het volledige medische dossier te verstrekken. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:239 Hof van Discipline 's Gravenhage 230280

    Appel tegen een ongegrond verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:234 Raad van Discipline Amsterdam 23-377/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in beide onderdelen ongegrond. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder voorafgaand, tijdens of na afloop van de descente de belangen van klager niet of onvoldoende zou hebben behartigd. Ook blijkt uit niets dat verweerder klager ter zitting niet naar behoren zou hebben bijgestaan, noch dat hij klager van ondeugdelijk advies zou hebben voorzien.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:228 Raad van Discipline Amsterdam 23-749/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:271 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5454

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat haar bloeddruk niet goed is gemeten, dat zij niet is geïnformeerd over de inleiding van de bevalling en dat er fouten zijn gemaakt, zoals het verkeerd plaatsen van een foleykatheter en het niet uitvoeren van een vaginaal toucher. Het college stelt vast dat de gynaecoloog bij deze handelingen niet persoonlijk betrokken is geweest. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:149 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-446/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Verweerster heeft in de gerechtelijke procedure gesteld dat de zoon lijkt te kampen met psychosomatische klachten, terwijl zij wist dat er geen (medische) diagnose was gesteld. Met deze uitlating heeft verweerster de grenzen van de aan haar toekomende vrijheid niet overschreden. Niet is gebleken dat verweerster klager als vader willens en wetens in een kwaad daglicht heeft geplaatst bij de rechter en de raad voor de kinderbescherming en het belang van de zoon heeft geschaad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:240 Hof van Discipline 's Gravenhage 230329

    Hoger beroep tegen een niet-ontvankelijk verklaard verzet. Hoger beroep niet-ontvankelijk, geen grond voor doorbreking van het appelverbod.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:229 Raad van Discipline Amsterdam 23-750/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de voormalig eigen advocaat. Omdat de feitelijke grondslag voor de klacht ontbreekt, is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:272 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5803

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat haar bloeddruk niet goed is gemeten, dat zij niet is geïnformeerd over de inleiding van de bevalling en dat er fouten zijn gemaakt, zoals het verkeerd plaatsen van een foleykatheter en het niet uitvoeren van een vaginaal toucher. Het college stelt vast dat de gynaecoloog bij deze handelingen niet persoonlijk betrokken is geweest. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:241 Hof van Discipline 's Gravenhage 230182

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:235 Hof van Discipline 's Gravenhage 230211

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:267 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5692

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige is als praktijkondersteuner bij een bedrijfsarts werkzaam en werkt onder supervisie van een bedrijfsarts. Klaagster heeft zijn spreekuur bezocht, samen met klager, haar advocaat. Het verwijt dat de verpleegkundige wordt gemaakt is: 1) dat hij zich ten onrechte als bedrijfsarts heeft voorgesteld en medische adviezen heeft gegeven; uit het BIG-register blijkt dat hij fysiotherapeut is, en op de website van de bedrijfsarts is vermeld dat hij praktijkondersteuner bedrijfsarts/bedrijfsverpleegkundige is, en 2) dat hij de advocaat van klaagster onheus heeft bejegend en dat dit impact had op de psychische gesteldheid van klaagster. Het college verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht en verklaart de klacht van klaagster in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:319 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-162/AL/MN/D

    Dekenbezwaar over voormalig advocaat. De preliminaire verweren tot niet-ontvankelijkverklaring van de deken worden door de raad verworpen. Zo ook het verweer dat de lokale deken volgens verweerder in een e-mail van 3 februari 2022 afstand zou hebben gedaan van het recht om later nog een dekenbezwaar in te dienen. De raad begrijpt die e-mail zo dat de toenmalige deken de op 31 januari 2022 tussen de Algemene Raad van de NOvA en verweerder gemaakte afspraken namens de Algemene Raad heeft bevestigd. Die afspraken waren, daar zijn de deken en verweerder het over eens, dat de Algemene Raad de klacht zou intrekken na uitschrijving van verweerder en de Algemene Raad daarna geen klacht meer over verweerder zou indienen en dat daarna lopende of nieuwe klachten over verweerder door de lokale deken nog onderzocht zouden worden. De raad volgt verweerder niet in het verdere standpunt dat deze tussen de Algemene Raad van de NOvA en verweerder gemaakte afspraak óók zou gelden voor de lokale deken, die als afgeleid orgaan van de NOvA zou moeten worden gezien. De lokale deken is geen van de NOvA afgeleid orgaan, maar heeft een eigen positie met eigen, in de wet verankerde bevoegdheden, waaronder het indienen van een dekenbezwaar over een advocaat. Dat voornoemde e-mail wellicht wat minder gelukkig geformuleerd is, kan de raad aan verweerder toegeven, maar dat betekent niet dat de voormalige deken, gelet op de hiervoor geschetste context, afstand heeft gedaan van het recht als lokale deken om een dekenbezwaar over verweerder in te dienen. Daarom stond de tussen de Algemene Raad van de NOvA en verweerder gemaakte afspraak niet in de weg aan de indiening van dit dekenbezwaar. Van vermeende strijdigheid met het ne bis in idem-beginsel althans het vertrouwensbeginsel is dan ook geen sprake. De raad oordeelt het dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft, gezien zijn onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling tot een gevangenisstraf voor de duur van 5,5 jaar voor zeer ernstige strafbare feiten begaan als advocaat, absoluut ongeoorloofd gehandeld en evident niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Ook heeft hij in strijd gehandeld met de in de Voda genoemde onderzoeksplicht en gedragsregel 11 geschonden. Daarnaast heeft verweerder met zijn handelen op zeer ernstige wijze de kernwaarden onafhankelijkheid, integriteit en geheimhouding geschonden als bedoeld in artikel 10a Advocatenwet. Doordat verweerder tijdens de rechtsbijstand van zijn gedetineerde cliënt bovendien zijn wettelijke privileges als advocaat heeft misbruikt, heeft dat geleid tot aangescherpte maatregelen onder meer in de EBI. Het handelen van verweerder heeft niet alleen een ernstige impact en negatieve afstraling op de eigen beroepsgroep gehad, maar ook maatschappelijk tot veel onrust geleid over de bijzondere rechtspositie van een advocaat die volgens de huidige regels ook eigen familie mag bijstaan. Dat dit laatste punt zowel binnen als buiten de beroepsgroep tot vragen leidt is begrijpelijk omdat in deze zaak is komen vast te staan dat verweerder, door de rechtsbijstand aan zijn gedetineerde neef, ook de kernwaarde onafhankelijkheid op ernstige wijze heeft geschonden. Alhoewel verweerder al is uitgeschreven van het tableau rechtvaardigt de ernst van zijn gedragingen naar het oordeel van de raad nog maar één maatregel en dat is schrapping van het tableau.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:101 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/727237 / DW RK 22/473

    Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in proceskosten. De gerechtsdeurwaarder blijft klaagster aanschrijven over het ontbreken van een energieovereenkomst, terwijl klaagster meermalen heeft aangegeven dat de betreffende energiemeter niet bij haar in de garage zit. De gerechtsdeurwaarder heeft in dit geval niet gehandeld zoals een goed gerechtsdeurwaarder betaamt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:189 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4532

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster heeft drie consulten gehad met de bedrijfsarts in verband met een ziekmelding voor haar werk. Klaagster is – kort samengevat – van mening dat de bedrijfsarts zich tijdens de consulten en ook daarbuiten erg onprofessioneel heeft opgesteld. Klaagster vindt dat zij onheus door de bedrijfsarts is bejegend en dat hij tot een verkeerd medisch advies gekomen is op basis van onvoldoende informatie. Het college deelt de verwijten niet en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:256 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-618/DH/DH/D

    Dekenbezwaar. Belemmering van de deken in diens toezichthoudende rol. Verweerster heeft langdurig niet voldaan aan de verplichting om alle gevraagde informatie aanstonds aan de deken te verstrekken, ondanks herhaalde verzoeken. De wel aangeleverde gegevens waren bovendien deels onjuist. Verweerster heeft daarnaast twee jaar op rij niet aan haar opleidingsverplichtingen gedaan of de eerdere tekorten in te halen. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:168 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1831

    Klacht tegen mdl-arts. Klagers zijn de kinderen van patiënte. Patiënte is in de zomer van 2021 tien dagen opgenomen geweest vanwege persisterend braken. Zij is in het ziekenhuis overleden. Klagers waren op het moment van overlijden niet bij patiënte. Klagers verwijten de mdl-arts dat hij als hoofdbehandelaar niets met de diagnose hydrops galblaas heeft gedaan en deze diagnose ook niet heeft gecommuniceerd met de familie, tegen de afspraak in niet heeft gebeld toen er met morfine werd gestart, de familie niet heeft geïnformeerd dat de gezondheidstoestand van patiënte drie dagen voor het overlijden al slecht was en labuitslagen heeft aangepast en verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klagers ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:22 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/19

    Tweede klacht tegen (inmiddels oud-)notaris niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem. Gelet op de inhoud van de tweede klacht heeft de oud-notaris in redelijkheid mogen menen dat met het onherroepelijk worden van de beslissing op de eerste klacht de zaak tuchtrechtelijk was afgedaan.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:145 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-583/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft niet voldoende regie genomen. Het aannemen van een passieve houding bij een cliënt die zelf actief stappen onderneemt is mogelijk, maar dan moet de advocaat daarover duidelijk zijn met de cliënt. Verweerder is zijn gedane toezeggingen niet nagekomen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:236 Hof van Discipline 's Gravenhage 230189

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:250 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-334/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht van erfgenamen tegen advocaat wederpartij. Verweerster heeft in het verleden opgetreden voor de (inmiddels overleden) vader van klaagsters. Nu treedt verweerster op tegen de erfgenamen. Klaagsters kunnen niet worden aangemerkt als (oud-)cliënten. Hoewel het ongemak van klaagster invoelbaar is, is er geen sprake van (schijn van) belangenverstrengeling. Fundamentele belang dat een cliënt niet lichtvaardig van de vrije advocaatkeuze mag worden afgehouden, is doorslaggevend. Klacht ongegrond. Ook klacht over onnodig grieven ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:102 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/723674 / DW RK 22/371 MdV/WdJ

    Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tijdig op e-mailberichten gereageerd en heeft de klacht van klaagster in het verweerschrift als “non klacht” aangemerkt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:169 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1832

    Klacht tegen een kliniekarts. Klagers zijn de kinderen van patiënte. Patiënte is in de zomer van 2021 tien dagen opgenomen geweest vanwege persisterend braken. Zij is in het ziekenhuis overleden. Klagers waren op het moment van overlijden niet bij patiënte. De arts is voor het eerst betrokken geraakt bij de behandeling van de patiënte in de avond voorafgaand aan het overlijden. Klagers verwijten de arts dat hij de melding van de verpleegkundige over de verdere achteruitgang van patiënte niet aan klagers heeft gecommuniceerd en de slechte controles heeft genegeerd, niet heeft gemeld dat er gestart zou worden met morfine en daar ook geen opdracht voor heeft gegeven aan de verpleegkundige en de lab-uitslagen heeft aangepast en verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klagers ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4929

    Klaagster is in het kader van verplichte zorg opgenomen geweest in een zorginstelling. Verweerster is bij deze instelling werkzaam als waarnemend geneesheer-directeur. Klaagster maakt verweerster in die hoedanigheid verschillende verwijten. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:320 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-727/AL/OV/D

    Dekenbezwaar (en op de zitting ingetrokken 60b-verzoek, omdat verweerder zich net voor de zitting heeft uitgeschreven als advocaat). Naar het oordeel van de raad heeft verweerder, die geen verweer heeft gevoerd, niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Daarnaast heeft hij in strijd gehandeld met de bepalingen in de Verordening op de advocatuur (Voda) die zien op het voeren van een gedegen kantoororganisatie. Ondanks de meermaals door de deken aan verweerder geboden gelegenheid heeft verweerder na het kantoorbezoek in april 2022 niet de vereiste informatie aan de deken aangeleverd. Verweerder heeft uitstelgedrag vertoond en is zijn toezeggingen aan de deken telkens niet nagekomen. Daardoor en door zich vanaf enig moment bovendien voor de deken onbereikbaar te houden, heeft hij de deken op ernstige wijze gefrustreerd in haar toezichthoudende taak (gedragsregel 29). Daarnaast heeft verweerder naar het oordeel van de raad gehandeld in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en financiële integriteit (artikel 10a Advocatenwet). De raad maakt zich ernstig zorgen over de financiële situatie en in het bijzonder over de financiële integriteit van verweerder die veel schulden heeft en daarover in procedures is verwikkeld. Verweerder heeft daarover geen openheid willen geven aan de deken. Deze ernstige feiten, in combinatie met de de eerdere tuchtrechtelijke uitspraken over verweerder die ook met financiële tekortkomingen van zijn kant te maken hebben, rechtvaardigt nu de maatregel van schrapping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:190 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6492

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster is verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. De bedrijfsarts heeft een verklaring opgesteld over het arbeidsvermogen van de ex-partner van klaagster. Deze verklaring is door de ex-partner ingebracht in de echtscheidingsprocedure. Tussen klaagster en de bedrijfsarts is geen sprake van een arts-patiëntrelatie. Ook worden in de verklaring geen uitlatingen over klaagster gedaan. De klacht heeft betrekking op de inhoud van de verklaring en de wijze van totstandkoming daarvan. De voorzitter verklaart klaagster kennelijk niet-ontvankelijk omdat zij geen rechtstreeks belanghebbende is.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:146 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-259/DB/OB

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:237 Hof van Discipline 's Gravenhage 230318

    Hoger beroep tegen een ongegrond verklaard verzet. Geen schending fundamentele rechtsbeginselen. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:251 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-355/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:191 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5484

    Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Verweerder is de chirurg die de operatie uitvoerde. Klaagster verwijt verweerder dat hij onzorgvuldig is geweest bij het noteren van de hoeveelheid bloedverlies en dat hij niet heeft geanticipeerd op de gevolgen van het bloedverlies. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:170 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1833

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klagers zijn de kinderen van patiënte. Patiënte is in de zomer van 2021 tien dagen opgenomen geweest vanwege persisterend braken. Zij is in het ziekenhuis overleden. Klagers waren op het moment van overlijden niet bij patiënte. Klagers verwijten de verpleegkundige dat hij niet gecommuniceerd heeft dat er een order voor morfine was aangevraagd, de achteruitgang van patiënte wel heeft gemeld aan de kliniekarts, maar niet besproken heeft met de familie en de lab-uitslagen heeft aangepast en verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klagers ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:147 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-507/DB/LI

    Raadsbeslissing. De klachtonderdelen 1, 2 en 4 hebben betrekking op het optreden van verweerder ten opzichte van klager als derde en zijn ongegrond. Klachtonderdeel 3 ziet op het verwijt dat verweerder zich in een processtuk onnodig grievend over klager heeft uitgelaten door hem te kwalificeren als leugenaar die zich vanaf het begin heeft schuldig gemaakt aan bedrieglijke praktijken. Dit onderdeel van de klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij en is eveneens ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4928

    Klaagster is in het kader van verplichte zorg opgenomen geweest in een zorginstelling. Verweerster is bij deze instelling werkzaam als geneesheer-directeur. Klaagster maakt verweerster in die hoedanigheid verschillende verwijten. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:252 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-369/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5485

    Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Verweerster is als anesthesioloog betrokken geweest bij de behandeling van klaagster. Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoldoende zorgvuldig is geweest bij het signaleren van hoeveelheid boelverlies en anemie, ook heeft zij volgens klaagster ondanks contra-indicatie sufentanil en Dipidolor toegediend en geadviseerd. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-427/DB/LI

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4927

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in verband met een manische ontregeling gezien door verweerster in haar hoedanigheid van dienstdoende psychiater van de crisisdienst. Verweerster heeft een medische verklaring opgesteld waarin zij concludeert dat verplichte zorg voor klaagster nodig is. Deze verklaring is ter kennis gebracht van de burgemeester, die op basis hiervan een beschikking voor een crisismaatregel heeft afgegeven. Klaagster is hierna opgenomen in een zorginstelling. Klaagster maakt verweerster verschillende verwijten over de opgestelde verklaring, het niet geven van inzage en het delen van vertrouwelijke medische informatie met derden. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:253 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-541/DH/RO/D

    Gegrond dekenbezwaar. Verweerder is gedurende langere tijd ernstig tekort geschoten in zijn communicatie met de deken. Verweerder heeft herhaaldelijk niet of (veel) te laat gereageerd op berichten en verzoeken van de deken, waardoor verweerder de deken belemmert in zijn taakuitoefening en hij het toezicht van de deken op een behoorlijke beroepsuitoefening door advocaten onmogelijk maakt. Het baart de raad ernstig zorgen dat verweerder niet te bereiken is voor de deken, toezeggingen niet nakomt en zich ook afzijdig houdt voor de raad. In het (recente) verleden diverse tuchtrechtelijke maatregelen opgelegd. Schrapping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:233 Hof van Discipline 's Gravenhage 230257

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:193 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5486

    Na de verwijdering van een deel van de dunne darm van klaagster traden (postoperatief) complicaties op. Klaagster verwijt verweerster, die als chirurg na de operatie bij de behandeling betrokken raakte, dat zij onvoldoende heeft gereageerd op signalen van achteruitgang. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2023:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5243

    Klacht tegen huisarts. De huisarts van klaagster heeft de crisisdienst ingeschakeld toen de huisarts van de zus van klaagster, klaagsters dochter en een vriendin van klaagster vernam dat klaagster verward en mogelijk gevaarlijk gedrag vertoonde. De huisarts koos hiervoor, omdat klaagster bekend is met paranoïde uitingen, verbaal agressief was en zelf niet naar de praktijk wilde komen. De crisisdienst schatte de situatie in als een ‘risicosituatie’ en verzocht de huisarts de politie te bellen, zodat klaagster naar een spoedopvang kon worden overgebracht voor psychiatrisch onderzoek. Dat heeft de huisarts gedaan. Klaagster verwijt de huisarts dat zij deze acties heeft ondernomen enkel op basis van wat naasten van klaagster over haar hebben gezegd en zonder klaagster zelf te hebben gezien. Het college is van oordeel dat de huisarts in deze situatie, gelet op alle omstandigheden van het geval, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5590

    klacht tegen cardioloog kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de behandeling van de echtgenote van klager. Patiënte stond vanwege cardiale problematiek onder controle van een cardioloog. De lichamelijke conditie van patiënte verslechterde in de loop van 2017. Bij een controle eind januari 2018 bleek een operatie noodzakelijk. Patiënte werd hiervoor aangemeld en verbleef in afwachting van de operatie thuis. In de periode hierna verslechterde de conditie van patiënte (verder). Zij werd in verband hiermee in het ziekenhuis opgenomen, waar zij overleed. Verweerder werkte als AIOS Cardiologie onder supervisie van een cardioloog op de hartbewakingsafdeling toen patiënte daar op de dag van haar overlijden werd opgenomen. Klager maakt verweerder meerdere verwijten over zijn aandeel in de behandeling en het overlijden van patiënte.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-418/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een e-mail uit een mediationtraject te overleggen in een gerechtelijke procedure, omdat hieruit de dreiging van een misdrijf volgt. De dreiging van een misdrijf is uitgezonderd van geheimhouding in het mediationreglement. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:248 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-301/DH/RO

    Verzet ongegrond.