ECLI:NL:TAHVD:2023:240 Hof van Discipline 's Gravenhage 230329

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2023:240
Datum uitspraak: 15-12-2023
Datum publicatie: 19-12-2023
Zaaknummer(s): 230329
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Regulier
Inhoudsindicatie: Hoger beroep tegen een niet-ontvankelijk verklaard verzet. Hoger beroep niet-ontvankelijk, geen grond voor doorbreking van het appelverbod.

Beslissing van 15 december 2023

in de zaak 230329

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 5 april 2023 van de voorzitter van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Den Haag (zaaknummer: 23-050/DH/RO). In deze beslissing is de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is onder nummer ECLI:NL:TADRSGR:2023:61 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

1.2 Onder de voorzittersbeslissing (zoals verstrekt aan partijen) staat een mededeling van de griffier ter informatie. Daarin staat onder meer:

“Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud) waarin de gronden van het verzet gemotiveerd worden omschreven. In het verzetschrift moet u uitleggen waarom u het niet eens bent met de beslissing van de voorzitter dat de klacht kennelijk ongegrond of kennelijk níet-ontvankelijk is. U mag daarin ook nader toelichten waarom de klacht volgens u gegrond is.”

1.3 Op 1 mei 2023 heeft klager pro forma verzet ingesteld. In het verzetschrift heeft klager geschreven dat hij de motivering ervan wenst op te schorten in afwachting van, zakelijk weergegeven, het onderzoek naar een samenhangende klacht.

1.4 Op 2 mei 2023 heeft de griffier van de raad de ontvangst van het verzet bevestigd en gevraagd om opgave te doen van verhinderdata in verband met het plannen van een zitting.

1.5 Klager heeft verhinderingen opgegeven, waarna de raad partijen op 10 mei 2023 heeft opgeroepen voor de mondelinge behandeling van de zaak op 4 september 2023. In de oproep staat onder meer het volgende:

“Indien u aanvullende stukken wil indienen dan is dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.4.2 van het Procesreglement eenmalig mogelijk tot maandag 21 augustus 2023 om 13.00 uur. U moet een kopie van de aanvullende stukken aan de wederpartij zenden. Stukken die na het hiervoor genoemde tijdstip worden ontvangen door de raad of stukken waarover u in de termijn die in de ontvangstbevestiging is gegeven al kon beschikken kunnen door de raad worden geweigerd. Het debat hierover zal op de zitting worden gevoerd.”

1.6 Op 21 augustus 2023 heeft klager stukken gestuurd naar de raad, waaronder een toelichting op zijn verzet. Dezelfde dag heeft de raad bevestigd dat die stukken aan het dossier zijn toegevoegd.

​​​​1.7 De zaak is op 4 september 2023 mondeling behandeld door de raad.

​​​​​1.8 De raad heeft in een beslissing van 16 oktober 2023 het verzet van klager niet-ontvankelijk verklaard (hierna: de beslissing op verzet) op de grond dat het verzet niet tijdig is gemotiveerd. De beslissing op verzet is onder nummer ECLI:NL:TADRSGR:2023:213 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF 

​​​​​​​2.1 Het hoger beroepschrift van klager tegen de beslissing op verzet is op 1 november 2023 ontvangen door de griffie van het hof.

​​​​​​​2.2 Verder bevat het dossier van het hof de stukken van de raad, waaronder de correspondentie die vanaf het indienen van het pro forma verzet is gevoerd tussen klager en de raad.

  ​​​​​​​2.3 De zaak is in raadkamer behandeld.

3 BEOORDELING

​​​​​​​3.1 Het beroep van klager is gericht tegen de beslissing op verzet.

maatstaf

​​​​​​​3.2 Artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een beslissing van de raad waarbij het verzet tegen een voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk of ongegrond is verklaard. Er kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt, als de procedure bij de raad geen eerlijk proces betrof doordat bij de behandeling van het verzet door de raad een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden. Dan kan het appelverbod worden doorbroken. Het hof zal onderzoeken of daarvan sprake is.

beroepsgronden

​​​​​​​3.3 Klager voert zakelijk weergegeven aan dat de raad hem ten onrechte niet heeft gewezen op zijn verzuim om het verzet nog binnen de daarvoor geldende termijn te motiveren. Volgens klager is het verzet daarom ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.

schending van fundamentele rechtsbeginselen

​​​​​​​3.4 Naar het oordeel van het hof is geen sprake van een grond die doorbreking van het appelverbod rechtvaardigt. Het hof licht dit toe.

​​​​​​​3.5 In artikel 46h lid 1 Advocatenwet is bepaald dat binnen 30 dagen schriftelijk gemotiveerd verzet kan worden gedaan van een voorzittersbeslissing. Dit betekent dat pro forma verzet niet mogelijk is. Naar het oordeel van het hof had klager dit kunnen weten. Het blijkt immers niet alleen uit de wet, maar ook uit de “rechtsmiddeleninformatie” onder de voorzittersbeslissing.

​​​​​​​3.6 Weliswaar is het wat ongelukkig dat de raad klager op 2 mei 2023 niet heeft gewezen op de noodzaak om het verzet binnen de termijn van verzet te voorzien van een motivering, maar dit nalaten rechtvaardigt niet de conclusie dat sprake is van schending van een fundamenteel rechtsbeginsel. De stelling van klager dat hij uit de hiervoor weergegeven mededeling in de oproep voor de zitting mocht begrijpen dat hij het verzet nog van een onderbouwing kon voorzien slaagt ook niet. De bepaling waarnaar wordt verwezen ziet immers niet specifiek op de verzetprocedure, maar op het indienen van (bewijs)stukken.

​​​​​​​3.7 De slotsom is dat klager niet in hoger beroep kan worden ontvangen.

4 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

​​​​​​​4.1 verklaart het beroep van klager niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima, voorzitter, mrs. J.D. Streefkerk en R.N.E. Visser, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Tijs, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2023.

griffier                                                                                                       voorzitter             

De beslissing is verzonden op 15 december 2023 .