Zoekresultaten 25351-25400 van de 45087 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:38 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-673/DB/ZWB

    Geen advocaat/cliënt relatie tussen advocaat en vader van zijn cliënte. Geen eigen belang bij klacht. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:229 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW168.2015

    Miscommunicatie waardoor klagers negen maanden na finale kwijting later nog met een vordering werden geconfronteerd. Oorzaak: gebrekkige miscommunicatie tussen medewerkers van twee kantoren waarbij informatie niet werd gedeeld. Hierdoor is de situatie is ontstaan waarbij klagers, nadat een van de dossiers door finale kwijting was gesloten, nog werden geconfronteerd met een vordering die bij het andere kantoor in behandeling was. Klacht gegrond geen maatregel opgelegd

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:16 Raad van Discipline Amsterdam 15-199/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:17 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150008

    Advocaat had niet zonder meer mogen vertrouwen op een brief van de griffier en een administratieve aantekening op de rolkaart. Hiermee heeft hij het risico laten bestaan dat het door hem als tweede dagvaarding ingediende stuk niet toereikend zou zijn als herstelexploot en zo zijn cliënt het risico laten lopen van het vervallen van zijn beslag.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:210 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet654.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:223 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet810.2015

    Beslissing op verzet. Het verzet is ingediend buiten de daarvoor geldende termijn. het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:236 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet905.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:217 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW237.2015

    Tenuitvoerlegging echtscheidingsbeschikking met convenant. De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder reeds bij marginale toetsing had moeten blijken dat de door de ex-echtgenoot van klaagster aan hem ter executie aangeboden echtscheidingsbeschikking geen titel vormt tot het geven van een bevel ontruiming van de voormalige echtelijke woning. Door zonder meer aan deze opdracht gevolg te geven heeft de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:18 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150014

    Beoordeling van de raad sluit niet aan bij de klacht. Daarom kan de beslissing van de raad geen stand houden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:230 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW529.2015

    Het verwijt betreft het ten onrechte leggen van beslag, het ten onrechte niet toepassen van de beslagvrije voet en het niet betekenen van het proces-verbaal van het gelegde beslag. De klachten voor zover gericht tegen gerechtsdeurwaarders sub 2, 3 en 4 worden ongegrond verklaard omdat zij slechts een eenmalige ambtshandeling hebben verricht en gesteld noch gebleken is dat daarmee tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. De klacht tegen gerechtsdeurwaarder sub 1 wordt gegrond verklaard omdat het proces-verbaal van beslag niet is betekend en daarvoor geen verklaring kon worden geven. Maatregel van berisping opgelegd..

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:211 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet750.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:224 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet614.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:237 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet906.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 255/2014

    Klaagster verwijt fysiotherapeut vervalsing van haar handtekening op een acte van cessie en misbruik van gegevens voor niet genoten behandelingen via een Stichting gedeclareerd bij de zorgverzekeraar. Declaratie DBC conform voorgeschreven tarieven NZA. Voor het college is niet vast te stellen dat verweerder de handtekening van klaagster heeft vervalst. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:218 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet657.2015

    Beslissing op verzet. Bewijsbeslag. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:7 Accountantskamer Zwolle 15/1867 en 15/1868 Wtra AK

    De Accountantskamer is van oordeel dat klagers ten tijde van het feitelijk handelen en/of nalaten van betrokkenen dan wel zeer kort daarna daarvan hebben kunnen kennisnemen. Klagers hebben daarom meer dan drie jaar voor de indiening van het klaagschrift (redelijkerwijs) kunnen constateren dat er sprake was het verlenen van diensten aan partijen met tegengestelde belangen, van (mogelijke) zelftoetsing en het (mogelijk) niet eerbiedigen van het vertrouwelijke karakter van verkregen informatie, van (mogelijk) eigen belang van het kantoor van betrokkenen en van vertrouwdheid. De klacht is daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:19 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150001

    Advocaat heeft gedurende vele jaren zonder toereikende machtiging, zonder periodiek rekening en verantwoording af te leggen voor klagers opgetreden en bovendien gelden uit de nalatenschap van klagers op de derdenrekening van zijn kantoor doen storten en deze vervolgens verrekend met zijn declaraties. Hierdoor heeft de advocaat het vertrouwen in de advocatuur op ernstige wijze geschaad, met name door het structurele karakter van dit optreden. Door de raad opgelegde maatregel wordt met eenparigheid van stemmen verhoogd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:231 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW316.2015

    Niet beantwoorden van brieven. Brieven dienen binnen een redelijke termijn te worden beantwoord. Het niet reageren op de brieven is onbetamelijk zeker in een geval als het onderhavige waarbij de gerechtsdeurwaarder door de gemachtigde van klagers meermalen is gewezen op het niet beantwoorden daarvan. Ook het blijven benaderen van klager sub 1 op brieven van de advocaat en het vragen om een volmacht aan de advocaat getuigt van onvoldoende inzicht bij (medewerkers van) de gerechtsdeurwaarder. Dit kan aan de gerechtsdeurwaarder worden toegerekend. Eerst na indiening van de klacht is de zaak goed uitgezocht. De Kamer acht de klacht op alle onderdelen gegrond. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:212 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet619.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:225 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet814.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:206 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW842.2014

    Onterechte betekeningskosten. Uitlatingen gerechtsdeurwaarder als gemachtigde ter zitting. De Kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder niet gehouden was om klager een week de gelegenheid te bieden om uit zichzelf aan het vonnis te voldoen. Het vonnis is op tegenspraak gewezen en klager had vanaf 18 september 2014 terstond tot betaling van het verschuldigde kunnen overgaan, nu hij op die dag op de hoogte was of had kunnen zijn van de inhoud van het vonnis. Ten aanzien van de gebruikte bewoordingen overweegt de Kamer dat deze weliswaar niet fraai zijn, maar van belang is op te merken dat de gerechtsdeurwaarder, zo begrijpt de Kamer, slechts het standpunt van zijn cliënt verwoordde en dat hem ter zitting een ruimere uitdrukkingsvrijheid moet worden gegund dan daarbuiten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:238 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet707.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer overweegt dat de beslissing van de voorzitter geen stand kan houden en dient te worden vernietigd. De gerechtsdeurwaarder valt te verwijten dat hij niet goed naar de zaak heeft gekeken. Voldoende is komen vast te staan dat klager het in de procedure bij repliek gevorderde bedrag had voldaan voordat het vonnis was gewezen. Op het moment dat klager de achterstallige huur heeft voldaan was de procedure echter al gevorderd tot de conclusie van repliek waarbij de vordering is verminderd met de betaling die bij de gerechtsdeurwaarder bekend was. Omdat klager niet van dupliek heeft gediend, zijn de overige door hem gedane betalingen niet in de procedure meegenomen. Dat valt de gerechtsdeurwaarder niet te verwijten, zij het dat ook hier geldt dat hij in principe de eis nog wel had mogen verminderen. Door de voormelde wijze van betaling in gedeelten is echter wel begrijpelijk dat destijds niet geheel duidelijk was hoe de betalingen moesten worden toegerekend. Klacht gegrond, geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 012/2015

    Klacht tegen cardioloog. Uit het medisch dossier blijkt niet dat verweerder aan zijn informatieplicht heeft voldaan. Daarnaast was de overdracht van de nevenbevinding aneurysma van de abdominale aorta gebrekkig. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:219 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet704.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:7 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7561

    Verzoek tot herziening is ingediend bij de verkeerde instantie.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:232 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet850.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:213 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet118.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:226 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet715.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:207 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet541.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:20 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150018

    Het is de verantwoordelijkheid van een advocaat om de inhoud van een aan hem voorgelegde echtscheidingsconvenant te toetsen. Op de advocaat die optreedt als enige advocaat van twee partijen om een echtscheiding tot stand te brengen rust een zware zorgplicht. Hij dient zich ervan te vergewissen dat beide partijen de regeling zoals in een convenant opgesteld begrijpen en indien een partij met minder genoegen neemt dan waarop deze aanspraak kan maken, deze partij die concessie welbewust aanvaardt. Die verplichting bestaat ook indien hij dat convenant niet heeft opgesteld en hij daartoe geen opdracht heeft gekregen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 021/2015

    Klacht tegen internist inzake gemiste, zich ontwikkelende dissectie van de aorta thoracalis bij de echtgenoot van klaagster. Patiënt was tevens onder controle van de cardioloog. Zeker gelet op de wijze waarop naar moet worden aangenomen patiënt de pijn heeft gepresenteerd behoefde verweerder niet bedacht te zijn op een zich ontwikkelende aortadissectie, terwijl hij gelet op de differentiaaldiagnose en het ingezet onderzoek geen tunnelvisie heeft gehad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWwraking1.2016

    Verzoek tot wraking na uitspraak in de hoofdzaak. De voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. het verzoek is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:220 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet709.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:233 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet853.2015

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:214 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet751.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:47 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.214

    Klacht tegen huisarts. Op grond van NHG- Standaard Cardiovasculair risicomanagement M84 is het voorschrijven van medicatie in verband met een te hoog cholesterolgehalte in het geval van klager niet geïndiceerd. Mensen met een donkere huidskleur lopen meer risico op hart- en vaatziekten. De arts kan geen discriminatie worden verweten door daarover een opmerking te maken. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:3 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7500

    Klacht dat advocaat moedwillig en opzettelijk een poging heeft gedaan om de bankgarantie op onrechtmatige wijze te incasseren, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:48 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.286

    Klacht tegen huisarts. Deze zou klager niet tijdig naar de neuroloog hebben verwezen en hem ten onrechte geen maagbeschermers hebben voorgeschreven bij het gebruik van diclofenac. Klacht is ongegrond verklaard. Beroep verworpen. De arts heeft klager doorverwezen zodra dat was geïndiceerd en het achterwege laten van medicatie was in overeenstemming met deNHG-Standaard Maagklachten M36.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:3 Raad van Discipline Amsterdam 15-647/A/A/

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Verweerster heeft voldoende voortvarend gehandeld. Verweerster haar procesadviezen voldoen aan de professionele standaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:4 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7575

    Klager niet-ontvankelijk in zijn beroep vanwege overschrijding van de hoger beroep termijn (artikel 56 lid 1 Advocatenwet). NIet kan worden vastgesteld dat termijnoverschrijding verschoonbaar is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:49 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.292

    Klacht tegen huisars. De partner van klager is op 54-jarige leeftijd aan eierstokcarcinoom overleden en klager verwijt de arts dat hij die diagnose niet tijdig heeft gesteld. In eerste aanleg afgewezen omdat de arts persoonlijk amper bij de behandeling van de patiënte betrokken is geweest en niet is komen vast te staan dat hem, voor zover dat wel het geval is geweest, ter zake enig tekortschieten kan worden verweten. Beroep verworpen. De arts draagt als praktijkhouder geen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor andere in de praktijk werkzame BIG-geregistreerde huisartsen, die bij de behandeling van de patiënte betrokken zijn geweest. De vraag in hoeverre de arts tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor het handelen van de assistente blijft in het midden omdat de assistente niets verweten kan worden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:5 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7581

    Hoger beroep tegen een beslissing van de raad van displine tot ongegrondverklaring van het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad waarbji een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen. Artikel 46h lid 4 (thans lid 7) Advocatenwet biedt niet de mogelijkheid om in hoger beroep te komen. Klager is daarom niet-ontvankelijk in zijn beroep.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:6 Accountantskamer Zwolle 15/2076, 2123 en 2124 en 16/243 en 244 Wtra AK

    Late aanvulling van de klacht in het zicht van de al bepaalde mondelinge behandeling. Beslissing tot afsplitsing van de behandeling van de aangevulde klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.056

    Klager verwijt de arts, zakelijk weergegeven, dat zij klager heeft beschuldigd van het maken van een indiscreet filmpje van en van het plaatsen van het filmpje op YouTube, terwijl elk bewijs daarvoor volgens klager ontbreekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:6 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7595

    Partijen hebben na de zitting een schikking getroffen, waarbij onderdeel van de afspraken is dat de uitspraak van de raad zal worden vernietigd. Aangezien de raad de klacht gedeeltelijk gegrond heeft verklaard en aan verweerder een maatregel heeft opgelegd, heeft het hof de deken verzocht zijn standpunt te bepalen over de vraag of naar zijn inzicht, met toepassing van artikel 47a Advocatenwet, de klachtbehandeling zou moeten worden voortgezet om redenen aan het algemeen belang ontleend. De deken heeft bericht dat die redenen er niet zijn. Het hof ziet gelet op de tussen partijen getroffen regeling en het standpunt van de deken geen redenen van algemeen belang aanwezig om de behandeling van de klacht voort te zetten. Hof vernietigt de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.071

    Klager heeft tijdens een ruzie zijn neef in het gezicht geschopt. Klagers neef heeft daaraan letsel overgehouden. De neef was patiënt van de aangeklaagde klinisch neuropsycholoog. De neuropsycholoog heeft in 2001 een brief geschreven aan de neuroloog over het letsel van de neef. In 2006 en 2009 heeft de neuropsycholoog nog een andere brief en een emailbericht geschreven over het letsel van de neef. Klager verwijt de neuropsycholoog dat hij geen gedegen medisch onderzoek heeft verricht en in de brief uit 2001 een onjuiste anamnese heeft opgenomen. In later uitgebrachte medische rapportages wordt steeds voortgeborduurd op deze anamnese. Dit heeft gevolgen gehad voor de strafrechtelijke procedure waarin klager naar aanleiding van de ruzie is verwikkeld. Ook (het versturen van) de brief van 2006 en het emailbericht uit 2009 zijn naar de mening van klager onjuist. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht ziet op het handelen van vóór maart 2004. Voor het overige wordt de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:52 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.128

    In verband met een procedure over onder andere de omgang tussen de vader en het kind heeft de rechtbank bepaald dat ten aanzien van beide ouders en het kind een psychiatrisch en psychologisch onderzoek moest worden verricht. De aangeklaagde gz-psycholoog is als deskundige benoemd en heeft beide ouders en het kind psychologisch onderzocht. Klaagster verwijt de gz-psycholoog: 1. dat zij onvoldoende acht heeft geslagen op informatie waaruit bleek dat het kind slachtoffer was (of was geweest) van mishandeling door zijn vader; deze informatie betreft feitelijke informatie, de reactie van klaagster daarop en de persoonsstructuur van de ex-echtgenoot van klaagster; 2. dat zij informatie die haar ter beschikking stond selectief gebruikt, hetgeen getuigt van vooringenomenheid en gebrek aan objectiviteit; 3. dat zij haar concept-rapport over klaagster en dat van het kind had moeten aanpassen nadat klaagster daarop commentaar had geleverd; feitelijk hoor en wederhoor heeft niet plaatsgevonden; 4. dat het onderzoek dat zij heeft uitgevoerd ontoereikend is en de methodieken die zij heeft gebruikt onjuist zijn; zij heeft conclusies getrokken zonder onderbouwing uit eigen bevindingen, zonder observatie te doen naar de interactie tussen het kind en zijn vader en zonder rapportage daarover door derden (familie, vrienden en school); 5. dat zij het gebruik van poppen als bewijsmiddel bij een hypothese van seksueel misbruik heeft gerechtvaardigd door te verwijzen naar de opvatting van een bepaalde professor, dit ten onrechte zoals later via een andere professor is gebleken; 6. dat zij te veel leunt op hetgeen zij heeft gehoord van de ex-echtgenoot van klaagster hetgeen haar objectiviteit aantast; 7.dat zij haar declaratie ondeugdelijk heeft gespecificeerd en deze exorbitant hoog is; 8. dat zij onvoldoende respect heeft getoond voor klaagster en het kind. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:46 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.170

    Klacht tegen huisarts. Deze zou, nadat klager in 2008 is behandeld wegens een Helicobacter pylori-infectie, ten onrechte gezegd hebben dat “de bacterie dood is” en in maart 2012 geweigerd hebben klager te behandelen. Klacht afgewezen. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:2 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7498

    Klacht dat advocaat evident misbruik heeft gemaakt van het faillissementsrecht en onevenredig druk heeft uitgeoefend op klaagster door het indienen van het faillissementsverzoek, is gegrond. De vrijheid die de advocaat toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze zoals hem in overleg met cliënt goeddukt is niet absoluut. De belangen van de wederpartij mogen niet onnodig worden geschaad. Indien het faillissement van de wederpartij wordt aangevraagd, dient de aanvraag zorgvuldig te worden onderbouwd en de rechter zo juist en zo volledig mogelijk te worden geïnformeerd. Een advocaat kan dan ook niet afgaan op de door cliënt verschafte informatie van algemene, weinig concrete aard over de financiële gegoedheid van de wederpartij, maar dient zelfstandig onderzoek uit te voeren. Dit heeft de advocaat in casu verzuimd. Waarschuwing en geen berisping, anders dan de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:41 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.040

    Klacht tegen huisarts. Die zou in 2002 verzuimd hebben een rapport van een psychiater te lezen en na 2005 niets meer hebben gedaan en nooit empathie hebben getoond. Volgens het Regionaal Tuchtcollege is de eerste klacht verjaard. De tweede klacht is afgewezen. Beroep verworpen.