Zoekresultaten 25351-25400 van de 44651 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:307 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150032

    Geen hoger beroep mogelijk tegen de beslissing van de raad van discipline tot ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen de beslissing van de voorzitter van die raad waarbij de klacht als kennelijk ongegrond is afgewezen (artikel 46h lid 7 Advocatenwet).

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-279

    Klacht tegen psychiater wegens beëindiging behandelrelatie; niet-aanpassen behandelplan; late mededeling diagnose en schending privacy van klaagster. Klachten deels gegrond deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/394 herstelbeslissing

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Tevens is verweerder volgens de IGZ ernstig tekortgeschoten in de dossiervoering en informatie-uitwisseling met huisartsen, specialisten en uitkeringsinstanties. Door zo te handelen heeft verweerder in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg, aldus de IGZ. Gegrond, doorhaling met een voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-301

    Klacht tegen gz-psycholoog wegens beëindiging behandelrelatie; handelwijze na beëindiging; niet-aanpassen van het behandelplan; late mededeling diagnose en schending privacy van klaagster. Klachten deels gegrond deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2015/01

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog werkzaam in een instelling waar klager verblijft. Klager verwijt verweerster diverse zaken, veelal op beleidsmatig en procedureel terrein. Klacht is gemotiveerd betwist. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:302 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7501

    Toezenden van concept echtscheidingsconvenat aan de wederpartij zonder eerst de goedkeuring van klager te vragen levert geen tuchtrechtelijke verwijtbaarheid op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/394

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Tevens is verweerder volgens de IGZ ernstig tekortgeschoten in de dossiervoering en informatie-uitwisseling met huisartsen, specialisten en uitkeringsinstanties. Door zo te handelen heeft verweerder in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg, aldus de IGZ. Gegrond, doorhaling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:303 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150011

    Dekenbezwaar dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaarheid heeft gehandeld doordat hij talrijke keren vergeefs is aangeschreven om de jaarstukken 2013 en financiële bescheiden over jaar 2014 aan te reiken, en zorgen over solvabiliteit en liquiditeit. Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft de deken belemmerd in zijn toezichthoudende taak. Eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen en ernst van de situatie rechtvaardigen schrapping als maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/395

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Verder is hij tekortgeschoten in de informatie-uitwisseling met de huisartsen/medisch specialisten en uitkeringsinstanties. Verweerder heeft volgens de IGZ aldus in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg en niet gehandeld in overeenstemming met de voor hem geldende beroeps- en gedragscodes. Verweerder ontkent iedere betrokkenheid en voert aan dat - voor zover er sprake is van fraude – hij daar zelf ook het slachtoffer van is. Gegrond, doorhaling.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:151 Accountantskamer Zwolle 15/1400 Wtra AK

    Nba-klacht over kantoorkwaliteit. Vast wordt gesteld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing na een herhaalde onvoldoende in 2010 opnieuw tekortschiet. Die constatering, gevoegd bij het niet voldoen aan de PE-verplichtingen, leidt tot de maatregel van doorhaling, onder bepaling van de termijn van niet-inschrijving op 18 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:150 Accountantskamer Zwolle 15/551 Wtra AK

    Klacht van voormalig aandeelhouder/bestuurder van moedervennootschap over de verwerking van de aan dochtervennootschap toekomende beheervergoeding en de ter zake getroffen voorziening in de jaarrekening van die dochtervennootschap. Na overdracht van die vordering, verdween die vordering en die voorziening echter uit de boeken bij de dochtervennootschap, wat echter geen vrijval van een voorziening ofwel resultaatboeking oplevert, zodat het klachtonderdeel ongegrond is. Evenmin is grond voor het klachtonderdeel dat sprake is geweest van onrechtmatig afzien van beheervergoeding, omdat dochtervennootschap niet gebonden is aan de overeenkomst van verkoop van aandelen in de moedervennootschap, in welk verband is afgesproken dat niet van de oorspronkelijke managementovereenkomst zou worden afgeweken. Het klachtonderdeel dat betrokkene had moeten onderkennen dat gelden frauduleus werden weggesluisd, is onvoldoende onderbouwd. Tot slot ontbeert het klachtonderdeel dat betrokkene in de verviervoudiging van toezichtkosten een aanwijzing voor fraude had moeten zien. Volgt ongegrondverklaring van de klacht in alle onderdelen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:359 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.089

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een valse geneeskundige verklaring heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:353 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.064

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij klager niet heeft gesproken voordat zij een geneeskundige verklaring ten behoeve van de inbewaringstelling van klager heeft uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:360 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.090

    Klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat hij een valse geneeskundige verklaring heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:354 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.066

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld in het kader van een procedure tot het aanvragen van een rechterlijke machtiging. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:361 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.091

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij een vals verslag heeft gemaakt van een second opinion. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:355 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.067

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door als geneesheer-directeur een geneeskundige verklaring afgegeven door een andere psychiater mede te ondertekenen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:362 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.092

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij tijdens een rechtszitting onjuiste informatie heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:356 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.086

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij op een rechtszitting onjuiste informatie heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:363 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.110

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door een geneeskundige verklaring af te geven zonder klager persoonlijk te spreken. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:254 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 71 - 2015

    Op grond van de enkele inhoud van het advies van de deken, kan niet worden geconcludeerd dat de voorzitter de zaak van klager niet inhoudelijk en volledig heeft behandeld. Niet is gebleken dat verweerder ten behoeve van klager bedragen heeft ontvangen die hem niet toekomen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:357 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.087

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij op een rechtszitting onjuiste informatie heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:351 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.475

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:364 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.112

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door hem tegen zijn wil te behandelen waardoor klager gedurende zeven weken de status IBS had. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:255 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-308/DB/ZWB

    Het niet schriftelijk vastleggen van de met cliënt gemaakte financiële afspraken en het verzenden van een declaratie meer dan 5 jaar na dato van de laatste werkzaamheden, over een periode van 4 jaar en enkel naar aanleiding van een conflict met de cliënt in de persoonlijke sfeer, betaamt een behoorlijk advocaat niet en is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond; voorwaardelijke schorsing 2 weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:358 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.088

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een valse geneeskundige verklaring heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager deels niet-ontvankelijk in zijn klacht en wijst de klacht voor het overige af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:352 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.037

    Klacht tegen een kno-arts. Klager verwijt de kno-arts onder meer dat hij zonder werkende monitor onderzoek heeft verricht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:365 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.113

    Klacht tegen een arts. Klager verwijt de psychiater dat zij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door hem tegen zijn wil te behandelen waardoor klager zeven weken de status IBS heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:340 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.021

    De klacht houdt in dat de aangeklaagde tandarts : 1. een extra vulling heeft aangebracht en de duurste vullingen heeft gefactureerd, alsook vier indirecte pulpa-overkappingen heeft aangebracht althans gefactureerd; 2. geen begroting heeft gegeven; 3. heeft geweigerd klager te woord te staan; 4. achteraf wijzigingen heeft aangebracht in het (digitale) patiëntendossier van klager. Het RTG oordeelt de klacht in alle onderdelen gegrond, schorst de inschrijving van de tandarts in het BIG-register voor de duur van drie maanden, ingaande op de dag dat deze beslissing onherroepelijk zal zijn geworden. Het Centraal Tuchtcollege, verklaart de tandarts ontvankelijk in zijn beroep, oordeelt het beroep deels gegrond en legt de tandarts een voorwaardelijke schorsing op met als voorwaarde dat hij zich binnen een termijn van twee jaren niet schuldig mag maken aan tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten met publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:347 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.082

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2015:30 Kamer voor het notariaat Amsterdam 587252/NT 15-25 Th

    De kamer is van oordeel dat de notaris bij de inschrijving van het adres van de vennootschap in het handelsregister op de getoonde huurovereenkomst mocht afgaan en dat artikel 4 van het Handelsregisterbesluit de notaris geen (verdergaande) onderzoeksverplichting oplegt. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:341 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.072

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:348 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.083

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2015:31 Kamer voor het notariaat Amsterdam 590662/NT 15-37 OJ 590663/NT 15-38 OJ 590664/NT 15-39 OJ

    Klachten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:342 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.076

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:336 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.418

    Klaagster is ruim een jaar woonachtig is geweest op een verpleegafdeling van een zorginstelling. De aangeklaagde tandarts werkzaam op een andere locatie van dezelfde zorginstelling is in consult geroepen in verband met een loszittend frame bij patiënte en twee afgebroken elementen. Klaagster verwijt de tandarts dat zij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die zij jegens haar behoorde te betrachten doordat zij heeft nagelaten de nodige zorg te geven zoals omschreven in haar aantekening in het dossier. Voor zover de tandarts daarvoor afhankelijk was van de toestemming van de echtgenoot van patiënte heeft zij nagelaten zich voldoende in te spannen deze toestemming te verkrijgen. Het RTG wijst de klacht als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster. Daarbij is overwogen dat het Centraal Tuchtcollege niet de tandarts maar de zorginstelling verantwoordelijk acht voor de onduidelijkheid die bij klaagster is ontstaan over de behandelend tandarts verantwoordelijk voor klaagsters tandheelkundige zorg.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:349 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.084

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2015:32 Kamer voor het notariaat Amsterdam 585523/NT 15-21 SP

    Vast staat dat de notaris in strijd met het Autorisatiebesluit heeft gehandeld. Zij heeft immers, naar zij heeft erkend, acht keer zelf een verzoek om inzage gedaan dat niet gericht was op het verkrijgen van gegevens noodzakelijk voor het verlijden van een authentieke akte, maar uitsluitend bedoeld voor het (op snelle wijze) achterhalen van het (haar onbekende) adres van klager, die volgens haar niet reageerde op hem toegezonden stukken. Willens en wetens heeft zij misbruik gemaakt van haar bevoegdheid en daarmee het vertrouwen in het notariaat beschaamd. De kamer acht het opleggen van een berisping daarom passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:343 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.077

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:253 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 80 - 2015

    Niet gebleken is dat verweerder zich in hoedanigheid van curator zodanig heeft misdragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:337 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.443

    Klaagster verwijt de cardioloog dat hij: a) bij de ingreep van klaagster heparine heeft gebruikt, terwijl hij wist dat klaagster daarvoor allergisch is; het gebruik van heparine heeft bij klaagster een trombose veroorzaakt; b) zijn werk slordig heeft uitgevoerd, waardoor hij bij klaagster een zenuw in het rechterbeen heeft geraakt; c) brutaal en arrogant jegens klaagster is opgereden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:350 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.085

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:344 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.078

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:338 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.014

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige kort gezegd dat zij verantwoordelijk is voor de slechte dan wel geen zorg die aan patiënte tijdens haar verblijf in het woonzorgcentrum is gegeven, waardoor zij uiteindelijk is komen te overlijden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:345 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.079

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:339 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.015

    De klacht is gericht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de specialist ouderengeneeskunde dat hij verantwoordelijk is voor de slechte dan wel geen zorg die aan patiënte is gegeven waardoor zij uiteindelijk is komen te overlijden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2015:29 Kamer voor het notariaat Amsterdam 586238/NT 15-22 Th

    De kamer stelt vast dat de communicatie van de notaris met klaagster beter had gekund en dat zowel de notaris als klaagster daarbij een rol hebben gespeeld. Voor wat betreft de afwikkeling van de nalatenschap is de kamer van oordeel dat deze op onderdelen voortvarender had kunnen zijn, maar als geheel niet onredelijk lang heeft geduurd. Dit brengt de kamer tot het oordeel dat geen sprake is van klachtwaardig handelen van de notaris.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:346 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.080

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:334 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.106

    De aangeklaagde gynaecoloog, heeft poliklinisch een TVT-O ingreep uitgevoerd vanwege stressincontinentie klachten. Postoperatief heeft klaagster klachten gehouden en vier maanden na de eerste ingreep heeft verweerder het bandje weer doorgenomen. Een half jaar na deze tweede ingreep vond een evaluatie plaats met als conclusie dat sprake was van recidief stressincontinentie. Klaagster heeft zich vervolgens tot een ander ziekenhuis gewend waar zij 2,5 jaar later nogmaals is geopereerd. Klaagster verwijt de gynaecoloog te hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij behoorde te betrachten door: 1. te laat adequaat en tijdig in te grijpen waardoor klaagster onnodig lang vele (urologische) verschijnselen en klachten heeft gehad. Hierdoor heeft klaagster vele vervolgconsulten en behandelingen elders moeten ondergaan; 2. geen goed dossier bij te houden van het ziekteverloop van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt de klacht van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:328 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.017

    Klaagster verwijt de arts dat zij de vitamine B12-injecties, die de patiënt voor zijn opname in het verpleeghuis regelmatig kreeg, heeft gestaakt en dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de arts op goede gronden het besluit heeft genomen geen B12-injecties aan de patiënt toe te dienen, dat van een schending van het beroepsgeheim geen sprake is en dat ook de overige klachtonderdelen falen. Het beroep wordt verworpen.