ECLI:NL:TGDKG:2015:214 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet751.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:214
Datum uitspraak: 11-12-2015
Datum publicatie: 22-01-2016
Zaaknummer(s): GDWverzet751.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 11 december 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 25 augustus 2015 met zaaknummer 938.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 751.2015 ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 12 december 2014 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 13 januari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij brief van 21 januari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een aanvullend stuk ingediend.

Bij beslissing van 25 augustus 2015 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 27 augustus 2015.

Bij brief van 3 september 2015, ingekomen op 4 september 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Bij brief van 5 oktober 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een reactie gegeven op het verzetschrift en medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 30 oktober 2015 alwaar niemand is verschenen. Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 11 december 2015.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

a) Klager is bij vonnis 29 juli 2013 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats [ ], op straffe van een dwangsom een contactverbod opgelegd, een verbod tot het afsluiten van gas en elektra, een verbod tot het plaatsen van barrières en veroordeeld tot het verwijderen van een camera.

b) Bij arrest van 3 december 2013 is voormeld vonnis door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bekrachtigd.

c) Bij vonnis van 19 december 2013 is een door klager ingestelde vordering door de rechtbank Noord-Nederland, locatie [ ], afgewezen waarbij klager in de kosten is veroordeeld.

d) De gerechtsdeurwaarder is belast met de tenuitvoerlegging van voormelde titels en heeft wegens door klager verbeurde dwangsommen ten laste van klager beslag gelegd op een tweetal onroerende zaken van klager alsmede bankbeslagen gelegd en beslag onder derden op aan klager verschuldigde huurpenningen.

e) Een door klager ingestelde vordering tot opheffing van de beslagen op de onroerende zaken is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats [ ], bij vonnis van 4 april 2014 afgewezen.

f) Bij arrest van 20 januari 2015 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder op diverse wijzen beslag te leggen terwijl de onderliggende voorlopige vonnissen nog onderwerp zijn van een hoger beroep dan wel inmiddels tot een nog lopend executiegeschil hebben geleid. De gerechtsdeurwaarder verschuilt zich achter de opdrachtgever wiens enige doel is klager uit kwaadaardige wraakzucht veel schade toe te brengen. Een integere gerechtsdeurwaarder behoort daar niet zijn medewerking aan te verlenen. De beslagen zijn overmatig en ongericht. Klager wijst op een vermoedelijk derdenbeslag, twee bankbeslagen en zes beslagen op onroerend goed, waarvan twee dubbel. Het doel van de opdrachtgever is om klager in samenwerking met de gerechtsdeurwaarder alvast te breken en hem doorlopend te belasten met door de banken in rekening gebrachte kosten. Er is wellicht sprake van een twijfelachtig misschien zelfs wel onrechtmatig derdenbeslag. Klager ontvangt in ieder geval zonder enige aankondiging reeds een aantal maanden niet meer de door de opdrachtgever aan hem verschuldigde huurpenningen die voortkomen uit een huurovereenkomst die onderwerp is van vele met deze klacht samenhangende nog lopende onderlinge rechtszaken. Voor alle beslagen geldt dat het klager volstrekt onduidelijk is op welke vorderingen ze zijn gebaseerd. De beslagen op zijn onroerende goederen zijn buiten iedere verhouding en worden deels onnodig herhaald. Het doel is kennelijk zijn relaties met diverse hypotheekbanken te verstoren en deze banken te verleiden tot executieveilingen die slechts profijtelijk zijn voor gerechtsdeurwaarders, advocaten, notarissen en samenwerkende opkopers. In alle genoemde gevallen is geen onderzoek gedaan naar het inkomen van klager of zijn draagkracht. De gerechtsdeurwaarder voegt actief hem door de opdrachtgever beschikbaar gestelde persoonlijke foto’s met klagers afbeelding toe aan documenten in relatie met dubieuze vorderingen. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder gebrek aan zorgvuldigheid en beschuldigt hem van een smakeloze en kritiekloze samenwerking met de opdrachtgever teneinde klager maximaal te beschadigen. Klager eist daarom een nog nader te specificeren vergoeding, inmiddels geschat op een bedrag van € 25.000,00, onder voorbehoud van alle tot nu toe nog niet gebleken schade.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat de klachten van klager, nu deze door hem op geen enkele wijze zijn onderbouwd en door de gerechtsdeurwaarder gemotiveerd met stukken onderbouwd zijn weersproken, dienen te worden afgewezen. Uit het verweer en de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde stukken blijkt dat hij meerdere ten nadele van klager gewezen onherroepelijke vonnissen in behandeling heeft. De gerechtsdeurwaarder is belast met de tenuitvoerlegging van de vonnissen waarbij klager telkens in het ongelijk is gesteld. Omdat klager niet aan de veroordelingen voldeed zijn door hem dwangsommen verbeurd van € 20.000,00. Op grond daarvan heeft de gerechtsdeurwaarder beslag op onroerende zaken gelegd. Een vordering van klager tot opheffing daarvan is tot in hoger beroep afgewezen. De opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder, een advocaat, heeft klager opnieuw een te verbeuren dwangsom ad € 20.000,00 aangezegd op grond waarvan nogmaals beslag is gelegd. Dat is in het onderhavige geval mede gelet op de hoogte van de verbeurde dwangsommen niet tuchtrechtelijk laakbaar. Dat het voor klager volstrekt onduidelijk is op welke vorderingen ze zijn gebaseerd, wordt hiermee weerlegd. Dat de gerechtsdeurwaarder zich verschuilt achter de opdrachtgever wiens enige doel is klager uit kwaadaardige wraakzucht veel schade toe te brengen is niet onderbouwd noch anderszins gebleken.

6. De gronden van het verzet

6.1 Klager heeft in verzet aangevoerd dat niet is ingegaan op de onrechtmatige verspreiding van door zijn tegenstanders beschikbaar gesteld persoonlijk fotomateriaal wat nu zonder klagers toestemming en buiten zijn bereik aanwezig is in talloze dossiers en zonder enige garantie tegen verder misbruik.

6.2 Ook is niet ingegaan op zijn klacht aangaande onbeperkte vervolging op willekeurige adressen anders dan vermeld in de gemeentelijke basisadministratie.

6.3 Klager stelt dat de gerechtsdeurwaarder niet het recht heeft op grond van aannames en veronderstellingen van een partijdige advocaat tot onomkeerbare beslagen en executie over te gaan. De dwangsommen waren niet inbaar omdat klager tijdig en geheel aan alle voorwaarden in de genoemde vonnissen heeft voldaan. De camera was verwijderd en de opening was gedicht. Relevante aanzeggingen hebben klager nooit bereikt

6.4 Ook het gelegde eigenbeslag is naar eigen inzicht en zonder exploot toegepast, waarschijnlijk op advies van de gerechtsdeurwaarder.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Voor zover klager nieuwe klachten in verzet heeft aangevoerd kan hij daarin niet worden ontvangen. Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Amsterdam dient de Kamer bij de behandeling van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter de oorspronkelijke klacht te toetsen. Dit betekent dat in verzet de oorspronkelijke klacht niet met nieuwe klachten kan worden aangevuld. Klager kan mitsdien niet worden ontvangen in zijn klachten als vermeld onder 6.2 en 6.4.

7.2 Klager heeft de door hem gestelde onrechtmatige verspreiding van persoonlijk fotomateriaal op geen enkele wijze nader onderbouwd, zodat dit niet is komen vast te staan. Voor het overige heeft de voorzitter naar het oordeel van de Kamer terecht en op juiste gronden geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder jegens klager niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Als een gerechtsdeurwaarder een opdracht tot het leggen van beslag krijgt van een advocaat mag hij deze opdracht, zonder nader onderzoek aannemen en uitvoeren, tenzij deze manifest van elke juridische grond is ontbloot hetgeen is gesteld noch gebleken.

Of door klager al dan niet dwangsommen zijn verbeurd, is niet aan het oordeel van de Kamer onderworpen. Dat is voorbehouden aan de gewone rechter. Hetgeen door klager in verzet is aangevoerd werpt naar het oordeel van de Kamer dan ook geen nieuw licht op de zaak waarover de voorzitter heeft beslist. De Kamer zal het verzet ongegrond verklaren.

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klachten als hiervoor vermeld onder 6.2 en 6.4;

- verklaart het verzet voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 december 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.