ECLI:NL:TGDKG:2015:207 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet541.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:207
Datum uitspraak: 08-12-2015
Datum publicatie: 22-01-2016
Zaaknummer(s): GDWverzet541.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 8 december 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 12 mei 2015 met zaaknummer 817.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 541.2015 ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde (hierna: de gerechtsdeurwaarder).

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 27 mei 2015 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ingekomen op 16 juni 2015, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2015. Op 6 juli en 22 oktober 2015 heeft klager nader gereageerd. De gerechtsdeurwaarder is ter zitting verschenen. Klager heeft laten weten dat hij niet ter zitting zou verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 8 december 2015.

2. De feiten

De gerechtsdeurwaarder is belast met het incasseren van achterstallige kinderalimentatie op klager.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze door zijn wijze van handelen schade heeft berokkend die voor vergoeding in aanmerking komt. Klager acht het niet terecht dat er beslag is gelegd op de huurinkomsten uit de verhuur van de woning waarvan zijn ex-vriendin mede-eigenaar is, terwijl zij niet aan de hypotheekbetaling bijdraagt. De huurinkomsten worden voor die hypotheekbetaling aangewend. Klager vreest dat de relatie met de huurders nu verslechtert en dat zij in de toekomst de huur willen beëindigen. Dan draait hij alleen voor de hypotheek op. Voorts klopt de berekende betalingsachterstand niet.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij nadrukkelijk de opdracht heeft gekregen om de executie voort te zetten en dat klager heeft geweigerd te betalen. Nadat de advocaat van de wederpartij van klager van de advocaat van klager had vernomen dat de huur niet aan klager zelf werd overgemaakt, is - na opdracht daartoe van de opdrachtgever - het beslag onder de huurders opgeheven. Klager is uitgebreid geïnformeerd over de gang van zaken, maar heeft zelf niets gedaan om tot een oplossing te komen om de alimentatie te betalen. De klacht en de opheffing van het beslag onder de huurders hebben elkaar gekruist. Dat derdenbeslag is op zich rechtsgeldig gelegd en is na een week al opgeheven. De gerechtsdeurwaarder heeft geen verklaring derdenbeslag ontvangen waaruit had kunnen blijken of de derdenbeslagen doel hadden getroffen of dat er een pandrecht of andere rechten gevestigd zouden zijn op de te betalen huur en of er daardoor geen gelden onder het beslag zouden vallen.

5. De beschikking van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is. De klacht betreft een executiegeschil waarover de Kamer in beginsel niet heeft te oordelen. Klager kan zich daarvoor wenden tot de gewone rechter. Bij alimentatiezaken mag een gerechtsdeurwaarder afgaan op de door zijn opdrachtgever opgegeven betalingsachterstand, zeker als die opdrachtgever een advocaat betreft, behalve indien een gerechtsdeurwaarder gegronde redenen heeft om te twijfelen aan de juistheid van de opgegeven achterstand. Niet gebleken is dat die situatie zich heeft voorgedaan.

5.2 De onderhavige procedure leent zich niet voor toekenning van schadevergoeding, zo daartoe al aanleiding zou zijn, aldus de voorzitter.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter.

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn verweer tegen de klacht. Volgens hem heeft klager in verzet geen aanvullende of nieuwe gronden gegeven, althans de gerechtsdeurwaarder heeft in het verzetschrift geen concrete verzet-gronden aangetroffen, waardoor het voor hem onmogelijk is inhoudelijk op het verzet in te gaan. Er is nog altijd niets betaald, aldus de gerechtsdeurwaarder.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 december 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.