ECLI:NL:TGDKG:2015:230 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW529.2015
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2015:230 |
---|---|
Datum uitspraak: | 22-12-2015 |
Datum publicatie: | 22-01-2016 |
Zaaknummer(s): | GDW529.2015 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | Een berisping |
Inhoudsindicatie: | Het verwijt betreft het ten onrechte leggen van beslag, het ten onrechte niet toepassen van de beslagvrije voet en het niet betekenen van het proces-verbaal van het gelegde beslag. De klachten voor zover gericht tegen gerechtsdeurwaarders sub 2, 3 en 4 worden ongegrond verklaard omdat zij slechts een eenmalige ambtshandeling hebben verricht en gesteld noch gebleken is dat daarmee tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. De klacht tegen gerechtsdeurwaarder sub 1 wordt gegrond verklaard omdat het proces-verbaal van beslag niet is betekend en daarvoor geen verklaring kon worden geven. Maatregel van berisping opgelegd.. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 1
Beslissing van 22 december 2015 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 529.2015 van:
[ ],
wonende te [ ], [ ],
klager,
tegen:
1. [ ],
2. [ ],
3. [ ],
4. [ ],
(toegevoegd kandidaat-)gerechtsdeurwaarders te [ ], [ ] en [ ],
beklaagden.
gemachtigde [ ].
Ontstaan en loop van de procedure
Bij brief van 22 juni 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden sub 2,3 en 4 en tegen het kantoor van gerechtsdeurwaarder sub 1, hierna: de gerechtsdeurwaarders. De gerechtsdeurwaarders hebben bij brief van 6 juli 2015 een verweerschrift ingediend. De klacht is behandeld ter openbare zitting van 17 november 2015 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders is verschenen.
Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.
De uitspraak is bepaald op 22 december 2015.
1. De feiten
a) Het kantoor van gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft een dossier met betrekking tot een niet betaald eigen risico aan de zorgverzekeraar van klager in behandeling. Bij exploot van 12 juni 2014 is klager door gerechtsdeurwaarder sub 2 gedagvaard voor de kantonrechter te Amersfoort.
b) Bij vonnis van 14 januari 2015 is klager door de kantonrechter veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 55,09 (buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente. Verder is klager veroordeeld tot betaling van de proceskosten ad € 240,77.
c) Op 16 januari 2015 is klager aangeschreven en gesommeerd om aan de veroordeling toe voldoen. Klager heeft de proceskosten ad € 240,77 op 20 januari 2015 rechtstreeks betaald aan de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarders.
d) Op 10 februari 2015 is het vonnis aan klager betekend door gerechtsdeurwaarder sub 3.
e) Op 13 mei 2015 heeft gerechtsdeurwaarder sub 4 ten laste van klager beslag op diens pensioen gelegd voor de incassokosten.
2. De klacht
Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders dat zij ten onrechte beslag hebben gelegd. Het toegewezen bedrag aan incassokosten, ad € 55,09, is al lang in het bezit van de opdrachtgever. Klager heeft als bewijs hiervan een overzicht van zijn verzekeraar uit 2013 bij zijn klacht overgelegd. De proceskosten zijn eveneens door hem voldaan. Volgens klager is ten onrechte geen beslagvrije voet van toepassing verklaard en is het proces-verbaal van het gelegde beslag niet aan hem betekend.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 De klacht is naast de met naam genoemde gerechtsdeurwaarders (sub 2, 3 en 4) ook gericht tegen de directie en de verantwoordelijken van de besloten vennootschap [ ] te [ ]. Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn slechts gerechtsdeurwaarders aan tuchtrechtspraak onderworpen. Een (directie van een) kantoor kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Bij klachten tegen een samenwerkingsverband (hier de besloten vennootschap [ ] te [ ]) dient de tuchtrechter zelf te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het samenwerkingsverband de klacht zich richt (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696).
4.2 De in aanhef van deze beschikking onder sub 1 genoemde en aan dat kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder wordt als beklaagde aangemerkt omdat het dossier van klager op zijn kantoor in behandeling is en hij de opdrachten tot het verrichten van de ambtshandelingen aan de andere gerechtsdeurwaarders heeft verstrekt, althans daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden.
4.3 De klacht voor zover gericht tegen gerechtsdeurwaarder sub 2 wordt ongegrond verklaard. Voor deze gerechtsdeurwaarder geldt dat zij werkzaam is op een ander kantoor dan dat van gerechtsdeurwaarder sub 1 en zij op grond van haar ministerieplicht slechts als losse opdracht een ambtshandeling heeft verricht bestaande uit het betekenen van de dagvaarding. Wat daar klachtwaardig aan is, wordt door klager op geen enkele wijze onderbouwd.
4.4 Dat lot treft ook de klacht tegen gerechtsdeurwaarder sub 3. Het vonnis is betekend omdat klager niet heeft voldaan aan de bij brief van 16 januari 2015 gedane sommatie om aan de veroordeling te voldoen. Het betekenen van een vonnis is eveneens een ambtshandeling waarvoor de ministerieplicht geldt. Klager kan worden gevolgd in zijn standpunt dat door hem de proceskosten zijn voldaan. Dat het bedrag van € 55,09 door klager is voldaan volgt echter niet uit het door hem overgelegde factuuroverzicht van [ ]. Uit dat overzicht blijkt slechts dat over het jaar 2013 geen facturen van klager meer openstonden. Het bedrag van € 55,09 betreft echter geen openstaande factuur, maar de door de kantonrechter toegewezen buitengerechtelijke kosten.
4.5 Dat het bedrag van € 55,09 niet door klager is voldaan is ook de reden dat ten laste van hem beslag is gelegd. Er is daarbij terecht geen beslagvrije voet vastgesteld omdat op grond van het bepaalde in artikel 475e Rv geen beslagvrije voet geldt voor in het buitenland woonachtige personen. Ten aanzien van gerechtsdeurwaarder sub 4 kan ook geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen worden vastgesteld.
4.6 Wel staat vast dat niet is voldaan aan het wettelijk voorschrift om het proces-verbaal van het gelegde beslag aan klager te betekenen. De gerechtsdeurwaarder heeft ook erkend dat dit niet is gedaan, zonder dat hij daar een verklaring voor kon geven. Dat is tuchtrechtelijk laakbaar en wordt toegerekend aan gerechtsdeurwaarder sub 1 omdat het dossier op zijn kantoor in behandeling is en de exploten door zijn kantoor worden aangemaakt. De klacht dient op dit punt gegrond te worden verklaard.
4.7 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer acht volgens vaste rechtspraak termen aanwezig gerechtsdeurwaarder sub 1 na te melden maatregel op te leggen
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht dat het proces-verbaal van het gelegde beslag niet aan klager is betekend gegrond;
- legt gerechtsdeurwaarder sub 1 de maatregel van berisping op,
- verklaart de klachten voor het overige en voor zover gericht tegen gerechtsdeurwaarders sub 2, 3 en 4 ongegrond.
Aldus gegeven door mrs. J.H.C. Schouten, voorzitter, Th.C.M. Hendriks-Jansen en J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kunnen partijen binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.