ECLI:NL:TGDKG:2015:237 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet906.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:237
Datum uitspraak: 22-12-2015
Datum publicatie: 22-01-2016
Zaaknummer(s): GDWverzet906.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 december 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 8 september 2015 met zaaknummer 11.2015 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 906.2015 ingesteld door:

1. [ ],

2. [ ],

wonende te [ ],

klagers,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde [ ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 4 januari 2015 hebben klagers een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 23 januari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij beslissing van 8 september 2015 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klagers is een afschrift van de beschikking van de voorzitter toegezonden bij brief van 28 september 2015. Bij brief van 7 oktober 2015 hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 november 2015 alwaar klagers en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders is verschenen. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 22 december 2015.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klagers hebben verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

a) De gerechtsdeurwaarder heeft van een notaris het verzoek gekregen een exploot aan klagers te betekenen. Het exploot waarbij klagers een executieverkoop van hun woning werd aangezegd, is aan hen betekend op 12 mei 2014.

b) Op 12 mei 2014 hebben klagers de gerechtsdeurwaarder per email op de hoogte gesteld van hun bezwaren tegen de aangezegde verkoop en een aantal vragen gesteld.

c) Bij email van 13 mei 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder klagers bericht dat hij de email had doorgeleid naar zijn opdrachtgever de notaris omdat hem uitsluitend was verzocht een exploot te betekenen en de verdere afhandeling van het dossier van klagers via de notaris zou verlopen.

d) Bij brief van 14 november 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd op diverse verzoeken van klagers en is tussen klagers en de gerechtsdeurwaarders verder gecorrespondeerd.

4. De oorspronkelijke klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarders samengevat dat de gerechtsdeurwaarder essentiële informatie met betrekking tot de executieveiling van hun woning heeft achtergehouden, waardoor de waarheidsvinding ernstig wordt belemmerd. Ook heeft de gerechtsdeurwaarder de door klagers verstrekte informatie genegeerd en weigert hij te voldoen aan diverse verzoeken om inzage in het volledige dossier. Klagers wensen een schadevergoeding.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft overwogen dat de gerechtsdeurwaarder verplicht is om de ambtshandelingen, waartoe hij bevoegd is, te verrichten als hierom wordt verzocht. In het onderhavige geval heeft de gerechtsdeurwaarder een losse opdracht ontvangen om een exploot van opeising en aanzegging van een executoriale verkoop van hun woning aan klagers uit te brengen. Nu de gerechtsdeurwaarder, gelet op het voorgaande, gehouden was uitvoering aan zijn ministerieplicht te geven, is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen geen sprake.

5.2 De voorzitter heeft verder overwogen dat, gelet op de losse opdracht, de gerechtsdeurwaarder geen (verdere) bemoeienis met de executieveiling van de woning van klagers heeft gehad. Indien klagers van mening zijn dat er essentiële informatie met betrekking tot de executieveiling van hun woning is achtergehouden, dienen zij zich tot de desbetreffende notaris te wenden.

5.3 Voorts heeft de voorzitter overwogen dat anders dan klagers blijkbaar menen een tuchtprocedure als deze - nog daargelaten de vraag of hiervoor aanleiding zou bestaan - geen ruimte biedt voor een veroordeling tot betaling van een schadevergoeding.

6. De gronden van het verzet

Klagers zijn het niet eens met de beslissing van de voorzitter.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan niet slagen. Anders dan klagers menen zijn zij geen partij bij de rechtsverhouding tussen de notaris en de gerechtsdeurwaarder. De onderliggende zaak speelt zich immers af tussen De Rabohypotheekbank en de Coöperatieve Rabobank en klagers, die klagers de openbare verkoop van hun woning hebben aangezegd ten overstaan van een notaris. De gerechtsdeurwaarder is als openbaar ambtenaar belast met publieke taken slechts verzocht een exploot te betekenen en is geen partij bij de zaak. Er bestaat geen grondslag voor de door klagers aan de gerechtsdeurwaarder gedane verzoeken. Klagers zijn bij de gerechtsdeurwaarder aan het verkeerde adres. Het verzet stuit hierop af.

7.2 De voorzitter heeft daarom terecht en op juiste gronden geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarders jegens klager niet tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld. Hetgeen door klager verder in verzet is aangevoerd werpt naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de zaak waarover de voorzitter heeft beslist. De Kamer zal het verzet ongegrond verklaren.

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mrs. A.W.J. Ros, voorzitter, M. Nijenhuis en M. Colijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.