ECLI:NL:TGDKG:2015:210 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet654.2015
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2015:210 |
---|---|
Datum uitspraak: | 08-12-2015 |
Datum publicatie: | 22-01-2016 |
Zaaknummer(s): | GDWverzet654.2015 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 8 december 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 28 juli 2015 met zaaknummer 782.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 654.2015 ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde (hierna: de gerechtsdeurwaarder),
gemachtigde: [ ].
1. Ontstaan en loop van de procedure
Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 29 juli 2015 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ingekomen op 5 augustus 2015, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2015 in aanwezigheid van klager en van de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 8 december 2015.
2. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- Op 10 februari 2011 is een vonnis ten laste van klager gewezen, welk vonnis aan klager is betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.
- Op 10 september 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager te [ ] beslag gelegd op een [ ] met kenteken [ ] (hierna ook: de auto) .
- Op 10 september 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder een kennisgeving van beslaglegging aan klager persoonlijk overhandigd.
- Op 15 september 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal van beslag aan klager betekend.
- Op 6 oktober 2014 heeft klager een bedrag van € 413,97 naar de gerechtsdeurwaarder overgeboekt.
- De gerechtsdeurwaarder heeft klager bij brief van 7 oktober 2014 tot betaling van het restant verschuldigde ad € 204,77 aangeschreven.
3. De klacht
Klager beklaagt zich er in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarder kosten in rekening heeft gebracht die niet daadwerkelijk zijn gemaakt, omdat de desbetreffende auto zich ten tijde van de beslaglegging niet in Nederland bevond. Daarnaast stelt klager zich op het standpunt dat de gerechtsdeurwaarder niet binnen drie dagen tot betekening van het proces-verbaal van beslag is overgegaan.
4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.
5. De beschikking van de voorzitter
5.1 De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is en heeft daartoe het navolgende overwogen. Een exploot dat op ambtseed is opgemaakt is een authentieke akte waarvan de inhoud behoudens tegenbewijs, vast staat. Omdat het tegendeel niet is gebleken, dient te worden uitgegaan van de juistheid van de inhoud daarvan. Dat betekent dat de gerechtsdeurwaarder op 10 september 2014 beslag op de [ ] met kenteken [ ] heeft gelegd, omdat deze te [ ] werd aangetroffen. In zoverre is niet van klachtwaardig handelen gebleken. Dat is mogelijk alleen anders als klager met bewijsstukken onomstotelijk aantoont dat de auto waar het hier om gaat, op het moment van beslaglegging in [ ] was, dat dit dus buiten enige twijfel komt vast te staan en er dus van moet worden uitgegaan dat de gerechtsdeurwaarder zich heeft vergist. De voorzitter wijst erop dat aan dergelijk bewijs, door klager te leveren, zeer hoge eisen worden gesteld, gelet op de grote bewijskracht van het exploot van de gerechtsdeurwaarder. Vooralsnog heeft klager dergelijk bewijs niet geleverd en is van klachtwaardig handelen van de gerechtsdeurwaarder niet gebleken.
5.2 Uit de kennisgeving van beslaglegging kan worden opgemaakt dat het proces-verbaal van beslag binnen drie dagen aan klager zou worden betekend. Nu de termijn van drie dagen eindigde op zaterdag 13 september 2014 is deze termijn ingevolge artikel 1 van de Algemene Termijnenwet verlengd tot en met maandag 15 september 2014. Nu de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal van beslag op 15 september 2014 aan klager heeft betekend is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen geen sprake, aldus de voorzitter.
6. De ontvankelijkheid van het verzet .
Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.
7. De gronden van het verzet
Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. De auto bevond zich in [ ]. Het voertuig dat verderop in de straat geparkeerd stond was weliswaar een soortgelijk voertuig, doch was voorzien van het kenteken [ ] Kennelijk heeft de gerechtsdeurwaarder gebruik gemaakt van gegevens van de RWD, wat blijkt uit een schrijven dat de gerechtsdeurwaarder hem op 11 juli 2014 had toegezonden. Tijdens een rit in [ ] is motorpech opgetreden en is de auto weggesleept en gestald bij een kennis. Van die kennis heeft klager een verklaring overgelegd.
8. Het verweer in verzet
De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar haar verweer tegen de klacht. Volgens de gemachtigde heeft klager bij de overhandiging van het exploot van beslaglegging niet gezegd dat de auto zich in [ ] bevond en heeft hij wel gezegd dat hij zou gaan betalen. De gerechtsdeurwaarder kan zich dat nog zo goed herinneren, omdat een beslaglegging op een auto niet zo vaak voor komt. De overgelegde verklaring is nietszeggend. Andere papieren die kunnen aantonen dat de auto zich toen in [ ] bevond zijn niet getoond.
9. De beoordeling van de gronden van het verzet
9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.
9.2 Ten overvloede wordt overwogen dat klager ook in verzet niet onomstotelijk heeft aangetoond dat niet op zijn auto beslag is gelegd, omdat deze zich toen in Spanje zou hebben bevonden.
10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 december 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.