ECLI:NL:TACAKN:2016:6 Accountantskamer Zwolle 15/2076, 2123 en 2124 en 16/243 en 244 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2016:6
Datum uitspraak: 21-01-2016
Datum publicatie: 21-01-2016
Zaaknummer(s): 15/2076, 2123 en 2124 en 16/243 en 244 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Tussenbeslissing
Inhoudsindicatie:   Late aanvulling van de klacht in het zicht van de al bepaalde mondelinge behandeling. Beslissing tot afsplitsing van de behandeling van de aangevulde klacht.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING ex artikel 22, vierde lid Wtra van 21 januari 2016 in de zaken met de nummers 15/2076, 15/2123 en 15/2124, en 16/243 en 16/244 Wtra AK van

X B.V. ,

gevestigd te  [plaats],

K L A A G S T E R ,

raadsman: mr. J.C.J. Wouters,

t e g e n

1. Y1 ,

en

2. Y1 ,

3. Y2 ,

beiden registeraccountant en

kantoorhoudende [plaats],

B E T R O K K E N E N,

raadsman/raadsvrouw: mr. R.G.J. de Haan en mr.  A.J.F. de Bruijn.

1. Het verloop van de procedure

1.1       De Accountantskamer heeft in behandeling genomen een op 29 september 2015 binnengekomen klaagschrift van klaagster tegen betrokkene Y1 RA en op 5 oktober 2015 binnengekomen klaagschrift van klaagster tegen betrokkenen Y1 RA en Y2 RA.

1.2       De mondelinge behandeling van beide klaagschriften is bepaald op vrijdag 29 januari 2016.

1.3       Op 18 januari 2016 heeft klaagster tegen beide betrokkenen een aanvullend klaagschrift ingediend.

2. De gronden van de beslissing

2.1       In verband met de indiening van de aanvullende klacht heeft de voorzitter van de Accountantskamer partijen uitgenodigd zich uit te laten over de wijze van voortzetting van de behandeling van opgemelde klachten, waaronder een mogelijke splitsing van de op 18 januari 2016 ingediende aanvullende klacht.

Klaagster heeft bij faxbrief van haar raadsman van 19 januari 2016 doen aangeven dat zij ervoor opteert om de klachten gezamenlijk op een nieuw te bepalen zitting te doen behandelen. Betrokkenen hebben bij faxbrief van 19 januari 2016 van hun raadslieden doen aangegeven allereerst dat de aanvulling van de klacht ontijdig is geschied en niet toegelaten dient te worden. Voorts hebben zij aangegeven te opteren voor afsplitsing van de aanvullende klacht, omdat zij enerzijds onvoldoende tijd hebben zich daartegen te verweren en anderzijds er gerechtvaardigd belang bij hebben dat de al ingediende klachten op de zitting van 29 januari 2016 worden behandeld.

2.2       De Accountantskamer stelt vast dat de aanvullende klacht met bijlagen, mede gezien de omvang van die bijlagen, zodanig laat is ingediend, dat het haar niet mogelijk is deze reeds op de zitting van 29 januari 2016 te behandelen. Voorts is ook van betrokkenen niet te verlangen dat zij op zo’n korte termijn zich tegen de aanvullende klacht zullen verweren.

Betrokkenen hebben er een gerechtvaardigd belang bij dat tegen hen ingediende klachten voortvarend worden behandeld, terwijl de Accountantskamer een efficiënt gebruik van haar schaarse zittingsruimte voorstaat. Het belang van klaagster dat al haar klachten gelijktijdig behandeld worden, weegt daar niet tegenop. Bovendien moet worden vastgesteld dat klaagster haar aanvullende klacht al eerder, in ieder geval meer dan 4 weken voor 29 januari 2016, had kunnen indienen.

2.3       In verband met het vorenstaande zal de Accountantskamer de behandeling van de aanvullende klacht met de daarbij ingediende bijlagen afsplitsen van de behandeling van de eerder ingediende twee klaagschriften.

Betrokkenen zal een termijn voor het indienen van een verweerschrift worden verleend. Klaagster zal worden bevolen in negenvoud die bijlagen behorende bij de eerdere twee klaagschriften in te dienen die zij tevens ten grondslag wil leggen aan de nieuwe aanvullende klacht.

3. De beslissing

·       De behandeling van de op 18 januari 2016 ingediende, aanvullende klacht met bijlagen wordt afgesplitst van de eerder tegen betrokkenen ingediende klaagschriften en wordt voortgezet onder zaaknummer 16/244 Wtra AK wat betreft betrokkene Y1 RA en zaaknummer 16/243 Wtra AK wat betreft betrokkene Y2 RA.

·       Klaagster wordt in de gelegenheid gesteld vóór 5 februari 2016 in negenvoud die bijlagen behorende bij de eerdere twee klaagschriften in te dienen die zij tevens ten grondslag wil leggen aan de nieuwe aanvullende klacht.

·       Betrokkenen worden in de gelegenheid gesteld vóór 10 maart 2016 een verweerschrift tegen de aanvullende klacht in te dienen.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. E.F. Smeele en mr. R.P. van Eerde (rechterlijke leden) en drs. R.G. Bosman RA en H. Geerlofs AA (accountantsleden) in aanwezigheid van mr. H.J. Haanstra, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 21 januari 2016.

_________                                                                              __________

secretaris                                                                                voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_____________________________