Zoekresultaten 13101-13150 van de 44758 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:230 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190067
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:230
Herstelbeslissing. Per abuis is onder het kopje ‘beslissing’ een zinsnede weggevallen, te weten ‘en opnieuw recht doende, verklaart de klachtonderdelen b), c) en d) alsnog ongegrond.’
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:1 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/71
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:1
Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in de ter zitting ingediende klachten. De bij klaagschrift ingediende klacht valt uiteen in twee onderdelen. Het eerste klachtonderdeel betreft het verwijt van klager dat de notaris in zijn hoedanigheid van vereffenaar de door klager gestelde vordering betwist. De kamer acht dit niet klachtwaardig. De inhoudelijke discussie over deze vermeende vordering dient niet plaats te vinden in onderhavige tuchtprocedure. De beantwoording van de vraag of klager een vordering toekomt is voorbehouden aan de civiele rechter. Klachtonderdeel 1 wordt daarom ongegrond verklaard. Het tweede klachtonderdeel betreft het verwijt van klager dat de notaris zich (in onderhavige tuchtprocedure) heeft laten bijstaan door [mr. X], terwijl [mr. X] de notaris q.q. en/of erflaatsters erfgenamen ook heeft bijgestaan in eerdere procedures die klager jegens de notaris q.q. en/of erflaatsters erfgenamen had aangespannen. De kamer is van oordeel dat het niet aan een cliënt is om te beoordelen of het zijn advocaat vrijstaat om hem te vertegenwoordigen. Voor zover het [mr. X] - in de verhouding tussen hem en klager - niet vrij mocht hebben gestaan om de notaris (q.q.) in één of meerdere procedures bij te staan, kan dit niet aan de notaris worden verweten. De notaris staat immers buiten de verhouding tussen [mr. X] en klager. De omstandigheid dat de Raad van Discipline in het ressort [naam ressort] heeft geoordeeld dat het [mr. X] niet vrij stond om in een eerdere procedure op te treden als advocaat van de notaris q.q. maakt dit niet anders. Klachtonderdeel 2 wordt daarom ook ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:27 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190173
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 24-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:27
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster zou tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld doordat zij klaagster niet goed heeft bijgestaan. Meer specifiek geeft klaagster aan dat verweerster haar belangen zwaar heeft verwaarloosd, haar willens en wetens op het verkeerde been heeft gezet en de rechtbank in haar leugens heeft betrokken. Verweersters beroep is gericht tegen de hoogte van de opgelegde maatregel door de raad, te weten schrapping van het tableau. Verweerster heeft het hof er niet van kunnen overtuigen dat zij haar kantoorpraktijk inmiddels op orde heeft en dat het risico op herhaling niet meer aanwezig is. Verweerster schroomt niet om in strijd met de waarheid mededelingen te doen aan cliënten en derden, teneinde haar eigen nalatigheid en/of gebrek aan deskundigheid te verbloemen. Bovendien is gebleken dat verweerster tijdens de mondelinge behandeling bij de raad in 2019 opnieuw onware mededelingen heeft gedaan. Met de raad is het hof dan ook van oordeel dat verweerster, mede gelet op haar tuchtrechtelijke verleden, een patroon laat zien van zorgwekkende gedragingen waarmee zij de kernwaarden integriteit en vakkundigheid schendt en cliënten en derden dupeert. Niet valt in te zien hoe het voorgestelde coachingstraject in dit stadium en in deze omstandigheden soelaas zou kunnen bieden. Bekrachtiging beslissing van de raad, bekrachtiging schrapping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:6 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-174/DH/DH
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:6
Verzet gegrond, klacht ongegrond. De voorzitter heeft een gedeelte van de klacht niet beoordeeld en daarom is het verzet gegrond. De raad oordeelt dat het door de voorzitter niet beoordeelde klachtonderdeel ongegrond is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:231 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180298
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:231
Volgens klager heeft verweerder ten onrechte tegen hem een strafrechtelijke aangifte gedaan. Het hof overweegt dat het niet heeft kunnen vaststellen dat verweerder op eigen naam aangifte heeft gedaan. Het hof gaat ervan uit dat verweerder uitsluitend namens zijn cliënt aangifte heeft gedaan en niet zelf. Het hof wijst het verzoek van klager tot het doen van nader onderzoek naar de aangifte jegens hem af. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:2 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/29
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:2
Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de vereffening van de nalatenschap van de broer. De notaris voert, onder verwijzing naar de beslissing van het gerechtshof Amsterdam van 13 juni 2017 (ECLI:NL:GHAMS:2017:2259), aan dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. De kamer volgt de notaris niet in zijn verweer. Anders dan de notaris meent, volgt uit de hiervoor aangehaalde beslissing dat slechts op het gebied van regels die de functie van een vereffenaar in algemene zin betreffen alleen de kantonrechter bevoegd is. Ten aanzien van overige klachten is dus in beginsel de tuchtrechter bevoegd. Aangezien gesteld noch gebleken is dat de zeven klachtonderdelen zien op bedoelde algemene regels met betrekking tot de functie van een vereffenaar, is de kamer van oordeel dat klager in beginsel ontvankelijk is in deze klachtonderdelen. De klachtonderdelen die betrekking hebben op de communicatie worden ongegrond verklaard. Vast is namelijk komen te staan dat de notaris steeds mondeling heeft gereageerd op vragen van klager en hem op de hoogte heeft gehouden van de afwikkeling van de nalatenschap. De kamer is (kort gezegd) van oordeel dat - hoezeer het wellicht ook aanbeveling verdient om mondeling overgebrachte informatie en antwoorden schriftelijk vast te leggen - de notaris niet is tekortgeschoten in de communicatie jegens klager. Het klachtonderdeel dat betrekking heeft op de trage afwikkeling van de nalatenschap wordt eveneens ongegrond verklaard, omdat de omstandigheden die hebben geleid tot een vertraging in de afwikkeling van de nalatenschap niet kunnen worden toegerekend aan de notaris. Ook het klachtonderdeel dat betrekking heeft op het niet verschijnen van de notaris q.q. in de door de zussen aanhangig gemaakte gerechtelijke procedure wordt ongegrond verklaard. De notaris heeft terecht naar voren gebracht dat zijn verschijning in de gerechtelijke procedure onder de omstandigheden van het geval geen toegevoegde waarde zou hebben gehad. Sterker nog: de notaris zou daarmee een kostenverhoging teweeg hebben gebracht ten laste van de nalatenschap van de broer, hetgeen niet in het voordeel van klager en de zussen zou zijn geweest. Het klachtonderdeel dat betrekking heeft op de gang van zaken rond de aan de makelaar verleende opdracht tot dienstverlening wordt ongegrond verklaard. De kamer acht de handelwijze van de notaris op dit punt niet klachtwaardig. Ten slotte wordt klager niet-ontvankelijk verklaard in een klachtonderdeel dat te laat is ingediend.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:225 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180220
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 11-01-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:225
Klacht tegen lid van de Raad van de Orde van Advocaten. Verweerster zou tijdens een kantoorbezoek niet hebben gehandeld zoals het een behoorlijk lid van de Raad van de Orde van Advocaten betaamt. Het onderzoek in hoger beroep, waaronder het besprokene ter zitting, heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. Bekrachtiging beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-589/DH/RO
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:7
Verweerder heeft een beroepsfout gemaakt door de gronden van beroep te laat in te dienen, als gevolg waarvan het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Pas ter zitting heeft verweerder erkend dat hij een beroepsfout heeft gemaakt. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:19 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190162
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:19
Het stond verweerder, na de contacten die hij in de eerste helft van juni 2017 met klager had, niet vrij om vervolgens de voormalige partner van klager bij te staan en in die hoedanigheid tegen klager op te treden, ook al heeft tussen verweerder en klager geen formele advocaat-cliënt-relatie bestaan. Bekrachtiging uitspraak raad met uitzondering van de opgelegde maatregel, die wordt gematigd tot een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:232 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190100
- Datum publicatie: 14-02-2020
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:232
Klacht over onduidelijkheid over de financiële afwikkeling van de werkzaamheden van verweerder. Verweerder is tekortgeschoten in zijn informatievoorziening aan klager. Juist doordat een schriftelijke vastlegging van de (gestelde) gemaakte afspraken heeft ontbroken, kon bij klager onduidelijkheid ontstaan. Die onduidelijkheid komt voor rekening en risico van verweerder. Voor een gedegen vastlegging bestond temeer aanleiding omdat de werkzaamheden oorspronkelijk onder twee toevoegingen zouden worden gedeclareerd, terwijl verweerder later aan klager een factuur heeft verzonden op basis van een uurtarief. Bekrachtiging beslissing raad, inhoudende waarschuwing. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.047
- Datum publicatie: 13-02-2020
- Datum uitspraak: 13-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:50
Klacht tegen verpleegkundige. De verpleegkundige is werkzaam als ondersteuner Jeugd en Gezin in een huisartsenpraktijk en heeft klagers zoon aangemeld bij het Centrum voor Jeugd en gezin (CJG). Daarvoor hadden een aantal gesprekken met de moeder plaatsgevonden en een telefonisch consult met klager. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht, voor zover deze betrekking heeft op het verwijt dat klager onvoldoende is gehoord ter zake van de problematiek van zijn zoon en dat hij niet de kans heeft gekregen om op de inhoud van de aanmelding te reageren gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van waarschuwing op. In beroep oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat de verpleegkundige de inhoud van de aanmelding bij klager had moeten toetsen op juistheid, met name wat betreft de gegevens die klager betreffen. De verpleegkundige heeft dit nagelaten en heeft bovendien geen wijzigingen in het aanmeldformulier aangebracht na het gesprek met klager terwijl dit wel mogelijk was. Het beroep is deels gegrond, maar leidt niet tot vernietiging van de bestreden beslissing. In het principaal beroep bekrachtigt het Centraal Tuchtcollege, onder aanvulling van gronden, de beslissing waarvan beroep. Het incidenteel beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.171
- Datum publicatie: 13-02-2020
- Datum uitspraak: 13-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:51
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. Klagers hebben namens hun overleden broer (patiënt) een klacht ingediend. Patiënt was opgenomen op een chronische zorgafdeling van een verpleeghuis, waar de specialist ouderengeneeskunde destijds werkzaam was als arts in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Na onderzoek in het ziekenhuis bleek dat sprake was van een niercelcarcinoom waarvoor geen levensverlengende behandeling meer mogelijk was. Patiënt kreeg vanwege de pijnklachten oxycodon voorgeschreven. Op verzoek van patiënt en familie is de oxycodon onderbroken. Patiënt is achteruitgegaan en een maand later overleden. Klagers verwijten de specialist ouderengeneeskunde dat zij in strijd zou hebben gehandeld met de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Daarnaast zou sprake zijn van levensbeëindiging door de specialist ouderengeneeskunde tegen de wil van patiënt. De specialist ouderengeneeskunde wordt moord met voorbedachten rade verweten. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Patiënt is niet overleden door de inname van oxycodon, maar door de ernstige ziekte waar hij aan leed. Toediening van oxycodon in de fase van het levenseinde maakt deel uit van de medisch behandeling en is zodanig aan richtlijnen gebonden. Geen aanwijzingen voor hulp bij zelfdoding of een beslissing door de specialist ouderengeneeskunde tot levensbeëindiging. De specialist ouderen geneeskunde heeft zich uitermate professioneel en inlevend opgesteld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:52 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.172
- Datum publicatie: 13-02-2020
- Datum uitspraak: 13-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:52
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. Klagers hebben namens hun overleden broer (patiënt) een klacht ingediend. Patiënt was opgenomen op een chronische zorgafdeling van een verpleeghuis, waar de specialist ouderengeneeskunde destijds werkzaam was. Hij was ook opleider en supervisor van de behandelend arts van de patiënt (ook aangeklaagd) die destijds in opleiding was tot specialist ouderengeneeskunde. Na onderzoek in het ziekenhuis bleek dat sprake was van een niercelcarcinoom waarvoor geen levensverlengende behandeling meer mogelijk was. Patiënt kreeg vanwege de pijnklachten oxycodon voorgeschreven. Op verzoek van patiënt en familie is de oxycodon onderbroken. Patiënt is achteruitgegaan en een maand later overleden. Klagers verwijten de specialist ouderengeneeskunde dat hij in strijd zou hebben gehandeld met de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Daarnaast zou sprake zijn van levensbeëindiging door de specialist ouderengeneeskunde tegen de wil van patiënt. De specialist ouderengeneeskunde wordt moord met voorbedachten rade verweten. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:53 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.173
- Datum publicatie: 13-02-2020
- Datum uitspraak: 13-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:53
Klacht tegen verpleegkundige. Klagers hebben namens hun overleden broer (patiënt) een klacht ingediend. Patiënt was opgenomen op een chronische zorgafdeling van een verpleeghuis, waar de verpleegkundige destijds als verpleegkundig teamleider werkzaam was. Na onderzoek in het ziekenhuis bleek dat sprake was van een niercelcarcinoom waarvoor geen levensverlengende behandeling meer mogelijk was. Patiënt kreeg vanwege de pijnklachten oxycodon voorgeschreven. Op verzoek van patiënt en familie is de oxycodon onderbroken. Patiënt is achteruitgegaan en een maand later overleden. Klagers verwijten de verpleegkundige dat zij in strijd zou hebben gehandeld met de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Daarnaast zou sprake zijn van levensbeëindiging door de verpleegkundige tegen de wil van patiënt. De verpleegkundige wordt moord met voorbedachten rade verweten. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:54 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.205
- Datum publicatie: 13-02-2020
- Datum uitspraak: 13-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:54
Klacht tegen huisarts. Verweerder heeft op verzoek van klager een brief opgesteld ten behoeve van de gemeente en de brief vervolgens, weer op verzoek van klager, aangepast. Klager verwijt verweerder onder meer en met name dat hij een onjuiste verklaring heeft afgegeven, zijn beroepsgeheim heeft geschonden en ten onrechte een declaratie heeft opgemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:55 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.212
- Datum publicatie: 13-02-2020
- Datum uitspraak: 13-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:55
Klacht van een GGZ-instelling tegen een voormalig werknemer, een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat hij een relatie is aangegaan met een kwetsbare cliënte die verder ging dan professioneel nodig of wenselijk was. De verpleegkundige heeft in deze situatie grensoverschrijdend gedrag vertoond en in strijd gehandeld met de gedragscode GGZ I en de richtlijn van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Daarbij is bijzonder kwalijk dat de verpleegkundige bij herhaling heeft aangegeven dat het nog niet klaar is. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van doorhaling in het BIG-register op. In beroep is gebleken dat de verpleegkundige nog steeds de ernst van zijn gedragingen niet in ziet. Daarnaast kan de verpleegkundige niet verklaren wat de aanleiding is geweest voor zijn grensoverschrijdende gedragingen, waardoor het risico op herhaling aanwezig is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de verpleegkundige.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:313 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-516
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 04-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:313
Voorzittersbeslissing. Geen conflicterende belangen als bedoeld in Regel 15 Gedragsregels 2018. Verweerder mocht de Vereniging van Eigenaren van een appartementencomplex bijstaan in haar geschil met klagers over de CV-ketel. Dat zijn kantoorgenoot mr. B ook lid was van dezelfde VvE als klaagster en in november 2017 met klagers over de CV-problematiek heeft gecorrespondeerd, brengt nog geen tegenstrijdigheid van belangen als advocaat met zich mee jegens klagers, die nimmer cliënt van verweerder zijn geweest. Door toedoen van verweerder is geen onduidelijkheid ontstaan dat hij als advocaat aanwezig was op het verzoek van het bestuur tijdens een extra Algemene Ledenvergadering van de VvE. Geen strijd met Regel 9 Gedragsregels 2018. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:307 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-366
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 02-08-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:307
Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft als advocaat van de wederpartij de grenzen van het betamelijke niet overschreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:44 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.113
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:44
Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster is uitgevallen met werkgerelateerde overspanningsklachten. Zij verwijt de bedrijfsarts dat zij de probleemanalyse te laat heeft opgesteld en dat zij in haar zorgplicht jegens klaagster is tekortgeschoten. Dit door – onder meer – onvoldoende door te vragen naar werkgerelateerde factoren en oorzaken van de vermoeidheid van klaagster, geen contact met haar huisarts op te nemen en een verkeerd behandeladvies te geven. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:23 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190201
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:23
Verzoek aanwijzing advocaat artikel 13. Afwijzing beklag. Het hof doet de deken de aanbeveling een volgend verzoek, verband houdend met dezelfde kwestie, buiten behandeling te stellen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:314 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-593
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:314
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft klager op zorgvuldige wijze bijgestaan en mocht hem negatief adviseren over het starten van een executieprocedure. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:308 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-370
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 04-09-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:308
Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter kan niet worden vastgesteld dat verweerder klager onvoldoende deskundig heeft bijgestaan. Enkele te laat verschijnen op een afspraak met klager is nog niet als tuchtrechtelijk verwijtbaar aan te merken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:45 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.149
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:45
Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de dochter van klaagster (patiënte), destijds twee weken oud. Klaagster heeft na een telefonisch consult en, een dag later, het voorschrijven van medicatie, weer een dag later een bezoek aan de hap gebracht waar patiënte is gezien door verweerster. De volgende dag wordt patiënte in het ziekenhuis opgenomen. Klaagster verwijt verweerster dat zij niet de juiste diagnose heeft gesteld en patiënte niet naar het ziekenhuis heeft doorverwezen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:24 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190202W
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:24
Wrakingsverzoek tegen voorzitter van het hof. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek ter zitting hebben verzoekers medegedeeld dat zij – gelet op de door verweerder gegeven toelichting – met hem verder kunnen. Hieruit volgt dat de door verzoekers ter onderbouwing van de wraking aangevoerde gronden bij hen niet langer leiden tot de vrees dat verweerder ten opzichte van hen vooringenomen zal zijn. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:315 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-628 19-629
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 27-11-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:315
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de voorzitter van het advocatenkantoor (19-628) en tegen het advocatenkantoor (een NV; 19-629) over de onzorgvuldige gang van zaken rond (de betaling van) de declaratie van het advocatenkantoor na het vermeend tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de aldaar werkzame advocaat, mr. N, jegens klaagster. Over de klacht van vermeend verwijtbaar handelen van mr. N. wordt in een aparte procedure door de raad geoordeeld. Niet is gebleken dat de kantoororganisatie niet op orde is. De voorzitter oordeelt de klachten dan ook kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:309 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-389
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 04-09-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:309
Voorzittersbeslissing. Klager en verweerster zijn ex-echtgenoten. Alhoewel het een privégeschil betrof, is het tuchtrecht van toepassing omdat verweerster met op haar briefpapier als advocaat met de advocaat van klager heeft gecorrespondeerd. De klachten zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:12 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-727/DB/ZWB
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 03-02-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:12
Hoewel van de advocaat meer duidelijkheid over zijn rol als advocaat en de daar bijbehorende kosten had mogen worden verwacht, valt hem gelet op de rol van zijn cliënt –late betaling van (voorschot) declaraties en zijn herhaalde opdrachten tot enerzijds het sluiten van het dossier en anders verzoeken om nadere informatie over zijn slagingskansen- tuchtrechtelijk geen verwijtbaar nalatig handelen te verwijten. Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:46 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.141
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:46
Klacht, bestaande uit acht onderdelen, tegen arts die in opdracht van de gemeente onderzocht of klaagster inzetbaar was op de arbeidsmarkt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft vijf klachtonderdelen gegrond verklaard en aan de arts een berisping opgelegd. Klaagster komt in beroep op tegen het oordeel van dat college dat drie klachtonderdelen ongegrond zijn. Deze klachtonderdelen betreffen het door de arts verrichte lichamelijk onderzoek, de vraag of hij zich voor bedrijfsarts heeft uitgegeven en de vraag of hij zich partijdig heeft opgesteld. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege over deze drie klachtonderdelen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:25 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190010 en 190011 herstel
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:25
Herstelbeslissing inzake 190010. In de beslissing van het hof zijn verkeerde initialen vermeld bij verweerder. Dit is hersteld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:33 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-686
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 05-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:33
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Op grond van de tekst en de bewoordingen van de brieven die verweerster naar klager en mevrouw mr. D. heeft verstuurd, is niet gebleken dat verweerster daarbij de grenzen van de haar toekomende vrijheid als advocaat van haar cliënte, de verhuurder, heeft overschreden. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:316 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-636
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 23-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:316
Voorzittersbeslissing. Verweerder mocht na zijn onttrekking als advocaat van klager een bekende collega adviseren als opvolgend advocaat van de ex-partner van klager. Verweerder mocht afgaan op de informatie van zijn cliënte over co-ouderschap en zich als partijdig advocaat op de standpunten stellen zoals door hem gedaan. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:13 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-861/DB/ZWB
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 10-02-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:13
Klachtprocedure is geen bestuursrechtelijke procedure. Awb is niet van toepassing. Desalniettemin is een deken ook in een tuchtrechtprocedure gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.Schending hiervan is niet gebleken. Het staat een deken vrij om in zijn hoedigheid van (opvolgend) deken verweer te voeren tegen een klacht tegen mr X in zijn hoedanigheid van (voormalig) deken. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:47 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.188
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:47
Klacht tegen bedrijfsarts. In deze beroepsprocedure is uitsluitend nog aan de orde klachtonderdeel 5, inhoudende dat de bedrijfsarts stelselmatig heeft geweigerd het volledige dossier aan klager over te leggen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:34 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-740
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 29-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:34
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerder mocht zijn werkzaamheden voor klager opschorten omdat klager de rekening niet betaalde. Dat verweerder voor de executeur heeft gewerkt in plaats van voor klager heeft klager onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:310 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-471
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 16-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:310
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft opgetreden voor de ex-partner van klager in een familiegeschil. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster gelet op de overgelegde correspondentie niet in strijd met Regel 6 lid 2 (Gedragsregels 2018) gehandeld door een procedure tegen klager te starten. Daarnaast mocht verweerster in de procedure de partijdige standpunten innemen namens haar cliënte zonder dat is gebleken dat sprake is geweest van onjuiste informatie. Het is aan de civiele rechter om daarover te oordelen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:304 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-303
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 26-08-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:304
Voorzittersbeslissing. Op de klacht van klager over de weigering om een toevoeging aan te vragen is tuchtrechtelijk eerder beslist, zodat dit klachtonderdeel ex art. 47b Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk is (ne bis in idembeginsel). De andere klachten zijn verjaard of klager heeft daarbij geen eigen belang en daarmee (kennelijk) niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:317 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-482
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-11-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:317
Voorzittersbeslissing. Privégedragingen van een advocaat. Voldoende verband tussen privégedragingen en de uitoefening van het beroep van advocaat. Klaagster is ontvankelijk in haar klacht. Oordeel over de verweten gedraging is voorbehouden aan de civiele rechter. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:14 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-804/DB/OB
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 07-02-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:14
Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:48 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.247
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:48
Klacht tegen tandarts. Klaagster heeft zich gewend tot een gespecialiseerd tandheelkundig centrum voor een second opinion over het tandheelkundig handelen van haar tandarts. Verweerster heeft deze second opinion gedaan en hiervan een onderzoeksverslag opgesteld. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij haar het toegezegde gespreksverslag heeft onthouden en klaagster niet zelf aan twee elementen heeft willen behandelen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:35 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-758
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 29-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:35
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerster zich niet heeft gehouden aan de opdracht en ook niet gebleken dat verweersters waarnemers een andere strategie hebben gevolgd dan verweerster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:311 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-493
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 16-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:311
Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van verweerster als advocaat van de faillissementscurator van een broer van klager. Daarover is ook al geklaagd door een andere broer en daarop is onherroepelijk en afwijzend beslist. De onderhavige klacht van klager heeft betrekking op hetzelfde feitencomplex. De voorzitter zal zich daar niet nog een keer over buigen. Klager is derhalve kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht op grond van het ne bis in idem beginsel ex artikel 47b Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:305 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-365
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 16-08-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:305
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft haar oud-kantoorgenoot bijgestaan in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van klager. Als advocaat van de wederpartij van klager heeft verweerster de grenzen van het betamelijke jegens hem niet overschreden. Daarnaast staat vast dat zij geen betrokkenheid heeft gehad bij de beslissing van de curator tot (weigering tot opheffing van de) beslaglegging richting klager. Daarvan kan verweerster dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:42 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.458
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:42
Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de dochter van klaagster, destijds twee weken oud. Klaagster heeft telefonisch contact opgenomen met de praktijk van verweerster en daarbij gesproken met de assistente, die van het consult aantekening heeft gemaakt in het dossier. Verweerster is niet op de hoogte gesteld van dit telefonisch consult. Drie dagen later wordt de dochter van klaagster in het ziekenhuis opgenomen. Klaagster verwijt verweerster – kort gezegd – dat naar aanleiding van het telefonisch contact niet adequaat is gereageerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klaagster slaagt en het Centraal Tuchtcollege legt aan verweerster de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:49 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.269
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:49
Klacht tegen een internist. Klaagster was onder behandeling gekomen bij een gynaecoloog vanwege een cysteuze afwijking in het ovarium en verwezen naar verweerster voor een coloscopie. Klaagster verwijt verweerster – kort samengevat – dat zij te lang heeft gewacht met de coloscopie en voorafgaand daaraan het dossier niet goed heeft bekeken, chaotisch heeft gehandeld rondom opname en ontslag, de uitslag van een CT-scan heeft genegeerd en voorts onvoldoende contact heeft gehad met klaagster en haar broer. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:36 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-760
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 29-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:36
Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van faillissementscurator kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:312 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-494
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 23-12-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:312
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft in de echtscheidingsprocedure van klager bij een aantal procedures zijn ex-partner bijgestaan. Verweerster heeft binnen de grenzen van haar toekomende vrijheid, als advocaat van de wederpartij van klager gehandeld. Zij mocht afgaan op de informatie van haar cliënte en niet is gebleken dat haar een tuchtrechtelijk verwijt treft over de gang van zaken tijdens het viergesprek tussen partijen en hun advocaten. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:306 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-363
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 02-08-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:306
Voorzittersbeslissing. Dat verweerster niet de zorg heeft betracht die van haar als redelijk handelend advocaat mocht worden verwacht is de voorzitter niet gebleken. Verweerster heeft in haar pleitnota het standpunt van klager uitvoerig uiteengezet. Het is niet ongebruikelijk dat waar vragen van de rechter betrekking hebben op feiten, de beantwoording van die vragen door de advocaat aan de cliënt wordt overgelaten. Voldoende informatie over risico en mogelijke kosten van een procedure. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:43 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.104
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:43
Klacht tegen revalidatiearts. Klaagster is uitgevallen met werkgerelateerde overspanningsklachten. Zij is door de bedrijfsarts verwezen naar een re-integratiebedrijf voor een begeleidingstraject om terugkeer naar de werksituatie te faciliteren. De revalidatiearts heeft klaagster eenmalig gezien voor een medisch onderzoek, in het kader van de intake bij het begeleidingstraject. Klaagster verwijt de revalidatiearts onder meer dat zij geen dossier heeft gehouden van het medisch onderzoek dat zij heeft verricht, een diagnose heeft gesteld buiten haar vakgebied en tekort is geschoten in haar zorgplicht jegens klaagster door geen controle uit te oefenen op minimaal één niet-BIG-geregistreerde functionaris, aan wie zij kennelijk taken had gedelegeerd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:22 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190139
- Datum publicatie: 12-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:22
Klacht over advocaat wederpartij. Het hof oordeelt evenals de raad dat niet is gebleken dat verweerster in de procedure van klager tegen de bank onjuiste informatie heeft verstrekt of de rechter heeft misleid over het door de bank gelegde beslag op de boot. Verweerster mocht afgaan op de juistheid van de van haar cliënte ontvangen informatie over het in Frankrijk gelegde beslag en daaruit de conclusie trekken dat er destijds rechtsgeldig beslag op de boot was gelegd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:16 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190154
- Datum publicatie: 11-02-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:16
Klacht eigen advocaat. Klager verwijt verweerder dat hij hem onvoldoende heeft geïnformeerd en onvoldoende met hem zou hebben samengewerkt. Verweerder was niet verplicht het volledige dossier of de elektronische rolberichten met klager te delen. Uit de zich in het klachtdossier bevindende stukken blijkt dat verweerder klager steeds op de hoogte heeft gehouden en processtukken in concept heeft toegezonden. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder in strijd met de wil van klager arrest zou hebben gevraagd. Niet gebleken is dat de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder onvoldoende zou zijn. Klacht op alle onderdelen ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 262
- Pagina: 263
- Pagina: 264
- ...
- Pagina: 896
- Volgende pagina zoekresultaten