Zoekresultaten 851-900 van de 1481 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:49 Accountantskamer Zwolle 14/2683 Wtra AK

    Klacht Openbaar Ministerie tegen een accountant, die over een langere periode valse aangiften BTW m.b.t. zijn accountantskantoor heeft ingediend en aldus in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en professioneel gedrag (VGC) heeft gehandeld. Doorhaling in het register voor tenminste 7 jaar. Niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat betrokkene zich zelf al uit het register heeft laten schrijven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:47 Accountantskamer Zwolle 14/2645 en 14/2646 Wtra AK

    Rapportage door betrokkenen aan de ene cliënte over gegevens van de andere cliënte leidt tot klacht. In de gegeven omstandigheden was er alle aanleiding voor toepassing van het toetsingskader als bedoeld in de artikelen 20 tot en met 22 VGBA, welke toepassing betrokkenen hebben nagelaten. Van betrokkenen had voorts mogen worden verwacht dat zij over hun rol en over hun opdracht transparant waren geweest teneinde een tegenstelling in belangen te voorkomen of te overbruggen en de bedreiging voor hun objectiviteit en voor de door hen in acht te nemen vertrouwelijkheid weg te nemen. Betrokkenen hebben zich evenmin de vraag gesteld of op hun onderzoek niet mede toepasselijk zou zijn de Praktijkhandreiking persoonsgerichte onderzoeken. De professionele oordeelsvorming van betrokkenen blijkt ook daadwerkelijk te zijn aangetast omdat zij de opdracht van de ene cliënt over de andere cliënte hebben uitgevoerd zonder die andere cliënte daarin te betrekken, wat betreft het expliciet verkrijgen en bevestigen van toestemming voor gebruik van de gegevens van die andere cliënte en het horen of laten reageren op de concept-bevindingen. Een en ander levert overtreding op van de fundamentele beginselen van objectiviteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en heeft het accountantsberoep in diskrediet gebracht. Betrokkenen hebben voorts ten onrechte aangenomen dat zij toestemming hadden voor gebruik van de gegevens, zo is na levering van getuigenbewijs gebleken, waardoor zij het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid hebben geschonden. Het rapporteren over een prognose als een feitelijke bevinding was ook niet aangewezen; de door betrokkenen in hun rapportages opgenomen beperkingen ondervangen dit inherente gebrek aan zeggingskracht niet, terwijl betrokkenen, naast de beperkingen, ook bewoordingen hebben gebruikt die kunnen opgevat als een conclusie die is bedoeld om het vertrouwen van de opdrachtgeefster als beoogd gebruikster in de uitkomst van het onderzoek te versterken. Die tegenstrijdigheid hadden betrokkenen moeten vermijden, zodat betrokkene ook in zoverre het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid hebben geschonden. Wat betreft de inhoud van de rapportage wordt vastgesteld dat geen inzicht wordt gegeven in de keuze voor de gepresenteerde bezettingsgraden terwijl niet is kunnen blijken die bezettingsgraden konden aansluiten bij door hen ingewonnen inlichtingen en/of getoetste cijfers. Voor de gewekte indruk dat een bezetting van 100%, althans van 95%, als reëel moet worden verondersteld, kan dan ook geen deugdelijke grondslag worden vastgesteld. Gelet op de veelheid van gebreken en schendingen van fundamentele beginselen en het ontbrekend besef bij betrokkenen dat zij anders hadden moeten handelen, acht de Accountantskamer voor beide betrokkenen de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand passend en geboden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:41 Accountantskamer Zwolle 13/2221 Wtra AK

    Kantoortoetsing. Ten tijde van hertoetsing onvoldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing. Intussen voldoende aanwijzingen van een relevante verbetering en externe deskundige hulp om het stelsel van kwaliteitsbeheersing geheel op orde te krijgen. Daarom wordt volstaan met berisping en aanbeveling aan de beroepsorganisatie de praktijk over 1 jaar opnieuw te toetsen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:42 Accountantskamer Zwolle 14/2430 Wtra AK

    Geringe omissie, welke hersteld is, zodra het door betrokkene werd opgemerkt en waardoor klager ook geen schade heeft geleden, is van onvoldoende gewicht om tuchtrechtelijk relevant te zijn.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:43 Accountantskamer Zwolle 14/1184 en 14/1185 en 14/1186 Wtra AK

    Klager dient herhaaldelijk en opnieuw een klacht in tegen accountants (toentertijd) werkzaam bij het BFT, belast met het financieel toezicht op gerechtsdeurwaarders. Alle klachtonderdelen zijn niet-ontvankelijk allereerst wegens termijnoverschrijding (3 jaar). Daarnaast herhaalt de Accountantskamer haar oordeel dat geldt dat niet verenigbaar met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure is, dat een klager een klacht die haar grondslag vindt in een bepaald feitencomplex bij de tuchtrechter indient, terwijl dit feitencomplex reeds ten tijde van een eerdere klacht bij de klager bekend was of redelijkerwijs had kunnen zijn en dat voorts de eisen van een goede tuchtprocesorde met zich brengen dat een klager zoveel mogelijk zijn klachten tegen een accountant tegelijk in één tuchtprocedure aanhangig maakt. Zulks geldt temeer, indien, zoals in het onderhavige geval, alle klachten hun grondslag vinden in hetzelfde feitencomplex. Alle klachtonderdelen zijn ook daarom niet-ontvankelijk. Tenslotte - en ten overvloede -, ook als de klachtonderdelen wel ontvankelijk zouden zijn, is de gegrondheid daarvan niet aannemelijk geworden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:44 Accountantskamer Zwolle 14/2482 en 14/2483 Wtra AK

    Klacht over accountant die als gerechtelijk deskundige de civiele rechter in verband met een boedelverdeling diende voor te lichten over de economische waarde van aandelen. De Accountantskamer is niet bevoegd de civielrechtelijke verhoudingen tussen klaagster en betrokkene vast te stellen en in dat verband een uitspraak te doen over de door de civiele rechter vastgestelde vergoeding voor betrokkene, betrokkene of diens kantoor te gebieden het aan de civiele rechter uitgebrachte rapport in te trekken dan wel dienaangaande een verbeterplan in te dienen. In zoverre verklaart de Accountantskamer zich onbevoegd. Voor zover wordt geklaagd over het aanvaarden van de opdracht van de civiele rechter is dat ongegrond. Klacht is gegrond voor zover het gaat om de totstandkoming als ook om de inhoud van het rapport. Betrokkene heeft zich niet gehouden aan het voor de civiele partijen en de civiele rechter wezenlijke beginsel van hoor en wederhoor, is onzorgvuldig geweest in zijn vermelding wat hij aan vragen, opmerkingen en correcties heeft verwerkt in zijn rapport, heeft niet bewaakt dat de andere partij gelijkwaardig werd behandeld en heeft zich in relevante beperkt tot het afgaan op de andere partij gedane mededelingen, zonder deze aan te sluiten bij onderliggende stukken. Betrokkene heeft voorts nagelaten zijn keuze voor de waardebepalingsmethode deugdelijk te motiveren terwijl de civiele rechter ook daarover voorgelicht wilde worden. De door betrokkene gekozen methodiek van waardering is evenmin consistent toegepast; de door hem toegepaste selectiviteit is niet te begrijpen. De door betrokkene bereikte conclusie over de economische waarde van de aandelen is dan ook zeer twijfelachtig; daarvoor ontbreekt een deugdelijke grondslag. Betrokkene heeft met een en ander de fundamentele beginselen van objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid en professioneel gedrag geschonden, terwijl verder moet worden aangenomen dat hij met zijn handelwijze de civiele partijen in hun civiele procedure concreet nadeel heeft toegebracht. De met een en ander samenhangende klacht tegen de compliance officer / kantoorgenoot van de tot gerechtelijk deskundige benoemde betrokkene is ongegrond. Het enkele feit dat laatstgenoemde een tuchtrechtelijk relevante misslag heeft begaan, kan niet al tot de conclusie leiden dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing van kantoor tekortschiet, nog daargelaten dat daarvoor de compliance officer verantwoordelijk voor gehouden kan worden. Aan de als gerechtelijk deskundige opgetreden accountant wordt de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:45 Accountantskamer Zwolle 14/2845 Wtra AK

    Klacht over het abrupt en zonder gegronde reden beëindigen van de opdracht tot het samenstellen van jaarrekeningen. Betrokkene treft geen tuchtrechtelijk verwijt ter zake van zijn inhoudelijke overwegingen om de opdracht te beëindigen. Wel had het fundamentele beginsel van zorgvuldigheid meegebracht dat hij eerst zijn bevindingen bij de directie van de entiteit had moeten rapporteren en die op de hoogte had moeten brengen van de daaraan door hem te verbinden conclusie. In dit geval had betrokkene kunnen volstaan met een voorafgaande waarschuwing en een korte opzegtermijn. Alles afwegend is de Accountantskamer van oordeel dat kan worden volstaan met een gegrondverklaring van het betreffende klachtonderdeel en wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:46 Accountantskamer Zwolle 14/2775 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die op basis van de door andere adviseurs aan hem aangereikte informatie over verdeling van een nalatenschap, jaarrekeningen van de onderneming van de rechthebbende heeft samengesteld. Klacht is deels te laat en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:40 Accountantskamer Zwolle 14/1011 Wtra AK

    Kantoortoetsing. Niet indienen verbeterplan.Intussen getroffen maatregelen die aannnemelijk doen zijn dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing aan de normen voldoet. Berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:38 Accountantskamer Zwolle 14/2320 Wtra AK

    Kantoortoetsing in 2013. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat de verklaring die zich in een van de getoetste dossiers bevindt een controleverklaring is en dus slaagt de klacht dat deze verklaring niet voldoet aan de eisen die gelden voor een controleverklaring, niet. Op grond van de wel aannemelijk geworden tekortkomingen in het andere dossier moet niettemin worden geoordeeld dat de praktijk van betrokkene niet beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daaraan gestelde normen. Definitieve doorhaling voor een jaar.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:39 Accountantskamer Zwolle 14/2521 Wtra AK

    Kantoortoetsing in 2013. Vele tekortkomingen in de uitvoering van een controleopdracht, een samenstellingsopdracht en een opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie geconstateerd. Geen verbetering opgetreden ten opzichte van eerdere toetsingen in 2011 en 2012. Doorhaling voor een jaar.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:37 Accountantskamer Zwolle 14/1044 Wtra AK

    De Ack is van oordeel dat betrokkene onduidelijkheid heeft laten bestaan over de aard van zijn betrokkenheid bij de vennootschap in oprichting waarin de eenmanszaak van klager ingebracht zou worden. Uit wat klager naar voren heeft gebracht, blijkt dat hij van betrokkene verwachtte dat hij als volwaardig partner van klager zou fungeren en dat strookt ook met de feiten, terwijl betrokkene het in zijn verweerschrift en ter zitting heeft willen doen voorkomen dat hij niet als medeoprichter is opgetreden, maar (slechts) als opdrachtnemer van de eenmanszaak van klager. Daarbij komt dat niet uit te sluiten valt dat de samenwerking tussen klager en betrokkene bij het tot stand brengen van de vennootschap in oprichting en in de periode dat deze vennootschap in oprichting heeft bestaan, juridisch bezien gekwalificeerd moet worden als het aangaan van een vennootschap onder firma of van een commanditaire vennootschap. In samenhang met het voorafgaande had betrokkene ook moeten voorkomen dat de oprichtingsfase van de vennootschap voortsukkelde nadat, naar duidelijk werd dat de oprichting van de vennootschap “niets zou worden” . Door een en ander na te laten heeft betrokkene bij het verlenen van zijn professionele diensten aan klager in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. Tevens is aannemelijk geworden dat betrokkene voorafgaande aan en in de periode dat de vennootschap i.o. heeft bestaan, zich niet heeft gerealiseerd dat het samen met een cliënt oprichten van een vennootschap en het voortzetten van de dienstverlening als accountant aan die cliënt kan leiden tot een bedreiging voor de door hem in acht te nemen objectiviteit, en voorts dat hij zich niet heeft afgevraagd of en zo ja, welke waarborgen hij moest treffen om die bedreiging weg te nemen of terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau. De Accountantskamer is verder van oordeel dat betrokkene op de hoogte had moeten zijn van een wijziging in de BTW-regelgeving per 1 januari 2011, die van belang was voor een cliënt van hem, te weten klager. Betrokkene heeft zich ook te weinig ingespannen om de voortgang van de werkzaamheden die hij op zich had genomen met betrekking tot de door klaagster gewenste tijdige uitkering van een lijfrentepolis te waarborgen. Berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:35 Accountantskamer Zwolle 14/1927 Wtra AK

    Betrokkene heeft in het kader van randnummers 14 en/of 16 a van de NVCOS 4410 onvoldoende acht geslagen op hem te beschikking staande informatie over kosten in Saoedi-Arabië waarvan niet was uit te sluiten dat er sprake was van witwassen van zwart geld en/of onrechtmatige bevoordeling van de ene aandeelhouder boven de andere. Het had op de weg van betrokkene gelegen om bij de leiding van de entiteit verder en met voldoende diepgang door te vragen naar aanvullende informatie en/of te handelen overeenkomstig hetgeen is voorgeschreven bij NVCOS 240. Ten tijde van het verkrijgen van de samenstellingsopdracht was klager ermee bekend dat betrokkene een zwager was van de andere aandeelhouder. Door niet bij zijn zwager door te vragen als voormeld, maar ook naar de hem bekende vraag van klager of zijn zwager werkzaamheden van de entiteit is gaan voortzetten in een andere onderneming, heeft betrokkene ook gehandeld in strijd met (onder meer) het fundamentele beginsel van objectiviteit. Berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:36 Accountantskamer Zwolle 14/1446 Wtra AK

    Betrokkene is niet aansprakelijk voor advisering door aan hetzelfde kantoor verbonden fiscalist en ingeschakelde notaris, die ieder onder een eigen tuchtrecht vallen. Verwerking van beleggingsverliezen, welke de ene bestuurder/aandeelhouder/echtgenote zonder geldig bestuursbesluit of kennis van de andere bestuurder/aandeelhouder/echtgenoot gefinancierd heeft met opname van exorbitante bedragen, door boeking als schuld in rekening-courant van de bestuurder/echtgenote is door betrokkene in de jaarrekening zorgvuldig voorbereid en toegelicht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:34 Accountantskamer Zwolle 14/882 Wtra AK

    Klacht over accountant die als een door de civiele rechter benoemde deskundige is opgetreden. Omtrent de procedurele aspecten omtrent (de totstandkoming van) een deskundigenbericht is in beginsel de civiele rechter leidend, terwijl het voorts aan de civiele rechter is om te beoordelen of het rapport dienstig was, zodat dienaangaande de tuchtrechter in beginsel geen rol heeft. De materiële inhoud van het deskundigenbericht is evenwel toetsbaar aan de fundamentele beginselen uit de VGC/VGBA, waarbij overigens geen specifiek voorschrift of specifieke standaard geldt. Niet verwijtbaar is aldus dat betrokkene geen opdrachtbevestiging heeft opgesteld. Geen rol voor tuchtrechter voor klacht dat betrokkene buiten de opdracht is getreden of, gelet op de vraagstelling, een onvolledig onderzoek/antwoord heeft gegeven. Het aansluiten bij NVCOS 4400 is, gelet op voormelde maatstaf, onvoldoende tuchtrechtelijk relevant. Inhoudelijke klachten over deskundigenbericht zijn tot slot eveneens ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:31 Accountantskamer Zwolle 14/318 Wtra AK

    Het afgeven van een verklaring van oordeelonthouding ontslaat de beoordelend accountant niet van de verplichting om onderzoek te doen naar afwijkingen van materieel belang en - bij het uitblijven van een correctie - het afgeven van een verklaring met beperking of een afkeurende verklaring. Anders geformuleerd: het afgeven van een verklaring van oordeelonthouding impliceert dat aan de accountant ook is gebleken dat er geen gronden zijn voor het afgeven van een verklaring met beperking of een afkeurende verklaring. In de beoordeelde halfjaarcijfers 2009 is ten onrechte een aanzienlijke bate opgenomen en geen rekening gehouden met een aanzienlijke creditering kort na balansdatum die ten tijde van de beoordeling bekend had kunnen zijn. De beoordelingsverklaringen berusten mede daarom op ontoereikende grondslagen. Betrokkene heeft, waar het gaat om de inbrengverklaring, erkend dat hij daarbij de Praktijkhandreiking 1101 niet heeft gevolgd. Dat had wel van hem verlangd kunnen worden, reeds omdat hij zich daaraan in de opdrachtbevestiging heeft gecommitteerd. Ook los daarvan moet worden vastgesteld dat betrokkene de voor de inbrengverklaring geldende voorschriften niet in acht heeft genomen. Zo had hij moeten nagaan en vastleggen dat voldaan is aan de vereisten van NVCOS 620. Bij de plaatsgevonden hebbende waardebepalingen door een derde is gebruik gemaakt van de concept jaarrekeningen over 2008. Van betrokkene had ook gevergd kunnen worden dat hij voorafgaande aan de inbrengverklaring (kenbaar) had onderzocht hoe de cijfers van deze concepten zich verhouden tot die van de definitieve jaarrekeningen en tot de intussen (onder zijn verantwoordelijkheid samengestelde en beoordeelde) halfjaarcijfers 2009. Tijdelijke doorhaling voor zes maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:32 Accountantskamer Zwolle 14/2468 Wtra AK

    Klacht van voormalige aandeelhouder over optreden van betrokkene als accountant en adviseur van de vennootschap en van beide aandeelhouders bij de onderhandelingen over de verkoop van het belang van deze aandeelhouder. Deze gecombineerde rol had betrokkene moeten noodzaken tot het opnieuw toepassen van het conceptueel raamwerk nadat klager het vertrouwen in betrokkene had opgezegd en niet langer wilde dat betrokkene ook voor hem de waardering van de aandelen van de vennootschap zou uitvoeren. Deze verplichting heeft betrokkene geschonden. Door de waardering alsnog uit te voeren voor de andere aandeelhouder heeft betrokkene onvoldoende de hem van te vergen distantie in acht genomen en de belangen van klager achtergesteld. Die achterstelling blijkt voorts uit het gegeven dat betrokkene een arbeidsovereenkomst heeft opgesteld met daarin beperkende voorwaarden ten laste van klager en ten gunste van de vennootschap, en daardoor ten gunste van de andere aandeelhouder. Een en ander levert schending op van de fundamentele beginselen van objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid en professioneel gedrag. Overige klachtonderdelen zijn niet-ontvankelijk dan wel ongegrond. Volgt maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:33 Accountantskamer Zwolle 14/1173 Wtra AK

    Klacht tegen accountant over het zich laten voordoen van een kantoorgenoot/niet-accountant als accountant, in de specifieke omstandigheden van dit geval gegrond. Uit de fundamentele beginselen volgt dat de naamaanduiding van een accountantspraktijk niet tot misleiding mag leiden. Het is dan ook in het algemeen niet aan te bevelen dat een accountantspraktijk zichzelf aanduidt met ‘accountants’ in de naam, terwijl daaraan niet meer dan één accountant is verbonden. In dit geval waren de initialen van de naam van de kantoorgenoot/niet-accountant verwerkt in de naam van het kantoor en presenteerde die kantoorgenoot/niet-accountant zich als vennoot van het kantoor met ‘accountants’ in de naam. Dit leidde ertoe dat klager/ex-cliënt op het verkeerde been is gezet over de hoedanigheid van die kantoorgenoot/niet-accountant, waardoor niet helemaal eerlijk en oprecht zaken is gedaan. Voor dat handelen is betrokkene als enige aan dat kantoor verbonden accountant, en mede verantwoordelijk voor die naamgeving, tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Vanwege de aangenomen commerciële overwegingen en het aangenomen financieel gewin bij de gebruikte naamgeving acht de Accountantskamer de maatregel van geldboete ter grootte van € 5.000,= passend en geboden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:28 Accountantskamer Zwolle 14/1873 Wtra AK

    Kantoortoetsing. Kantoor beschikt niet over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de wettelijke normen. (Definitieve) doorhaling voor de duur van 12 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:29 Accountantskamer Zwolle 14/1608 en 1844 Wtra AK

    Klacht voor zover die ziet op het te laat samenstellen van jaarrekeningen en het doen van aangiften vpb en het (niet) adviseren om een rekening-courantpositie terug te brengen, niet-ontvankelijk. Klacht over omissie met betrekking tot omzetbelasting gegrond maar daarvoor geen maatregel opgelegd mede omdat aangeboden is om fiscale boete te vergoeden. Voor het overige ongegrond. Toepassen opschortingsrecht toelaatbaar. Betrokkene sub 2 is niet (tuchtrechtelijk) verantwoordelijk voor het handelen of nalaten waarover in deze zaak wordt geklaagd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:30 Accountantskamer Zwolle 14/1080 Wtra AK

    Volgens vaste rechtspraak van de Accountantskamer kan in het kader van een tuchtrechtelijke procedure over declaraties slechts met succes worden geklaagd, indien de betrokken accountant bij het opstellen en indienen van de declaraties zodanig in strijd met de van hem te verlangen zorgvuldigheid, integriteit of professionaliteit heeft gehandeld, dat daardoor aan de orde is een schending van het bepaalde bij de Wet RA of de Wet AA (oud, thans: Wet op het accountantsberoep) zoals een handelen of nalaten in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep, of van het krachtens die wet(ten) bepaalde, zoals de VGC (thans: Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). In casu is een dergelijk handelen niet aannemelijk geworden. Wel eenmaal dubbel gedeclareerd voor enkele werkzaamheden; betreft een gering bedrag; betrokkene heeft klager daarvoor gecrediteerd en zijn excuses aangeboden; dit handelen onder deze omstandigheden van te gering belang om tuchtrechtelijk relevant te zijn.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:27 Accountantskamer Zwolle 14/1872 Wtra AK

    Kantoortoetsing. Kantoor beschikt niet over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de wettelijke normen. Voor eigen vennootschap een samenstellingsverklaring afgeven; geen waarborgen getroffen in verband met bedreigingen van eigen belang en zelftoetsing; overtreding fundamenteel beginsel van objectiviteit.(Definitieve) doorhaling voor de duur van 18 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:25 Accountantskamer Zwolle 14/2265 Wtra AK

    Klacht over advisering bij aankoop en nadien bij verkoop van aandelenbelang te laat ingediend en daarom niet ontvankelijk, evenals de klacht over het (laten) accepteren en uitvoeren van een opdracht van de rechtspersoon, waarvan klagers doende waren het (indirect) gehouden aandelenbelang af te stoten. Het ontvankelijke onderdeel van de klacht over het niet aan klagers verstrekken van nieuwe, relevante informatie van/over de te verkopen rechtspersoon ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:26 Accountantskamer Zwolle 14/1512 en 14/1991 Wtra AK

    Persoonsgericht onderzoek met als doel het verschaffen van inzicht in de relevante gebeurtenissen die ten grondslag liggen aan de aan de opdrachtgever gemelde mogelijke onregelmatigheden bij een bedrijf, waarvan klager directeur is. Volgens de klacht hebben betrokkenen ten onrechte geweigerd de verslagen van de gesprekken die in het kader van dit onderzoek met (voormalige) functionarissen van onder meer dit bedrijf zijn gevoerd, vooruitlopend op het uitbrengen van het definitieve rapport, aan klager te verstrekken. Klacht is ongegrond. De beslissing om de notities die van de gevoerde gesprekken zijn gemaakt, niet aan klager te verstrekken, is genomen door betrokkene sub 1. Dat behoort tot zijn taak als de accountant die eindverantwoordelijk is voor het onderzoek. Het feit dat betrokkene sub 2. de dagelijkse leiding heeft gehad van dit onderzoek en (een aantal van) de gesprekken waarom het gaat, heeft gevoerd, schept geen eigen verantwoordelijkheid voor deze beslissing. Het maken van een verslag van een gesprek dat als onderdeel van een persoonsgericht onderzoek heeft plaatsgevonden, en het verstrekken van dit verslag aan de persoon, die het object is van het persoonsgerichte onderzoek, kunnen zinvol en nuttig zijn, aangezien beide het verkrijgen van een deugdelijke grondslag voor de bevindingen van het onderzoek ten goede kunnen komen. Er is geen algemene gedrags- of beroepsregel aan te wijzen die meebrengt of inhoudt dat het een en het ander altijd moeten gebeuren. Door de wijze waarop in dit geval feitelijke bevindingen zijn verwoord en de mededelingen van de gesprekken die zijn gevoerd, zijn opgetekend, zijn aan klager voldoende mogelijkheden geboden om zich een oordeel te vormen over de juistheid en de volledigheid van deze bevindingen en mededelingen en zich daartegen te kunnen verweren. Daarom kan niet worden gezegd dat aan klager, voordat het definitieve rapport is uitgebracht, geen adequaat wederhoor is geboden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:21 Accountantskamer Zwolle 14/1662 Wtra PE

    PE-zaak. Recidive. Tekort 59 PE-punten. Berisping + geldboete € 2.950,=.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:22 Accountantskamer Zwolle 14/1681 Wtra PE

    PE-zaak. Tekort 88 PE-punten; niet volgen PKI-cursus. Recidive in vorige driejaarscyclus. (Definitieve) Doorhaling voor 1 jaar. Geen boete nu de hoogste maatregel van doorhaling wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:23 Accountantskamer Zwolle 14/1667 Wtra PE

    Pe-zaak. Tekort 20 PE-punten. Recidive. Berisping + € 1.000,= boete.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:17 Accountantskamer Zwolle 14/97 Wtra AK

    Het staat een accountant in het algemeen vrij in zijn zakelijke betrekkingen met een cliënt die zijn declaraties niet betaalt, al dan niet in rechte een civielrechtelijk standpunt in te nemen. Daartoe behoort ook het opschorten of beeindigen van (een deel van) de overeengekomen werkzaamheden in verband met het uitblijven van verschuldigde betalingen. Daarbij dient de accountant wel een zorgvuldige belangenafweging te maken tussen zijn eigen belang, te weten betaling van zijn declaraties en het opschorten/beëindigen van zijn werkzaamheden en de voor hem kenbare belangen van zijn cliënt die als gevolg van de (rechts)maatregelen (kunnen) worden geschaad. In dit geval is er niets aangevoerd op grond waarvan geoordeeld kan worden dat betrokkene die afweging niet zo had mogen laten uitvallen als hij heeft gedaan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:24 Accountantskamer Zwolle 14/1673 Wtra PE

    PE-zaak. Tekort 6 PE-punten; niet registreren van PE-punten en niet reageren op informatieverzoek Nba. Recidive. Berisping + € 300,= boete.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:18 Accountantskamer Zwolle 14/615 Wtra PE

    PE-zaak. PE-punten niet registreren en niet reageren op informatieverzoek Nba. Recidive. Berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:19 Accountantskamer Zwolle 14/1672 Wtra PE

    PE-zaak. Tekort 100 PE-punten; niet volgen verplichte PKI-training. Al wel voor deze periode eerder € 1.000,= boete opgelegd. Berisping + € 4.000,= boete.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:20 Accountantskamer Zwolle 14/1675 Wtra PE

    PE-zaak. Tekort 70 PE-punten; niet registreren van PE-punten en niet reageren op informatieverzoek Nba. Recidive in vorige driejaarscyclus. Tijdelijke doorhaling voor 6 maanden + € 2.500,= boete.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:15 Accountantskamer Zwolle 14/2319 Wtra AK

    Bij hertoetsing accountantspraktijk in oktober 2013 tekortkomingen geconstateerd in aanvaarding en continuering opdrachten, uitvoering en documentatie van werkzaamheden en rapportering. Maatregel: tijdelijke doorhaling voor drie maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:16 Accountantskamer Zwolle 14/904 Wtra AK

    Tuchtzaak verband houdende met eerdere Vestiaklachtzaken. De betrokken accountant heeft samenstellingsverklaringen afgegeven bij jaarrekeningen 2008 tot en met 2010 van een vennootschap die voor aanzienlijke geldbedragen heeft bemiddeld in financiële producten van banken voor onder meer Vestia. In het kader daarvan werden door deze vennootschap hoge provisiebedragen uitgekeerd aan de voormalige treasurer van Vestia. Hiervoor waren geen facturen in de administratie aanwezig. Voor 2008 heeft de accountant daarover aan de directie geen vragen gesteld; vragen aan de directie in 2009 en 2010 hebben niet geleid tot het alsnog inzage verkrijgen in eventueel aanwezige facturen. De verantwoordelijkheid van de accountant bij een samenstellingsopdracht voor de juistheid en volledigheid van de door hem samengestelde financiële informatie is beperkt. Zijn werkzaamheden zijn er niet op gericht en stellen de accountant niet in staat enige zekerheid omtrent de getrouwheid van een financieel overzicht te verschaffen. Dat betekent echter niet dat de accountant geen enkele verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de juistheid van de door hem verwerkte financiële informatie, aangezien de accountant verplicht is de werkzaamheden met professionele deskundigheid en zorgvuldigheid uit te voeren. Wanneer de accountant constateert dat de hem verstrekte gegevens onjuist, onvolledig of anderszins onbevredigend zijn, mag hij deze gegevens niet zonder meer verwerken, aldus het bepaalde onder 14 in de NVCOS 4410, en dient hij te overwegen om de onder 13 in NVCOS 4410 genoemde, verifiërende werkzaamheden alsnog uit te voeren. In het onderhavige geval had betrokkene moeten constateren dat de hem ter beschikking gestelde gegevens door het ontbreken van meergenoemde facturen onvolledig en/of onbevredigend waren als bedoeld onder 14 in NVCOS 4410 en dat deze niet zonder het alsnog uitvoeren van onder 13 in NVCOS 4410 genoemde, verifiërende werkzaamheden hadden mogen vermeld of verwerkt in de hier aan de orde zijnde jaarrekeningen. Immers, het betrof hier een substantieel (ruim een derde) deel van de omzet van het bedrijf uitmakende betalingen van de cliënt aan een van haar belangrijkste relaties. Ook in verband met de aard van de bedrijfsactiviteiten van deze cliënt (het bemiddelen in financiële producten) en de onderhavige post (provisie) had betrokkene alert moeten zijn op voldoende broninformatie en mocht hij met slechts bankoverschrijvingen ter zake geen genoegen nemen. Hij had bij het uitblijven van het aanleveren van die facturen naar het oordeel van de Accountantskamer zelfs zijn opdracht moeten teruggeven. Voorts heeft de betrokken accountant ten onrechte nagelaten van de betalingen zonder onderliggende facturen in het kader van de Wwft een melding van ongebruikelijke transacties te maken. Aan de betrokken accountant wordt een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:14 Accountantskamer Zwolle 14/1190 Wtra AK

    Klacht van de Nba. (Thans ex-)bestuurder van groot accountantskantoor heeft namens zijn organisatie de verkoop (management buy-out) begeleid van een dochteronderneming. Bij deze transactie is hij uiteindelijk ook zelf financieel betrokken door deel te nemen in het aandelenkapitaal van de kopende onderneming. Hierover heeft hij zijn eigen accountantsorganisatie voorafgaande aan de verkoop niet ingelicht. Hiermee heeft hij in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit en professioneel gedrag.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:10 Accountantskamer Zwolle 14/1422 Wtra AK

    Klacht van opdrachtgevende advocaat tegen de door hem ingeschakelde accountant over diens onderzoek naar een financieel product waarover de advocaat een civiele procedure voerde. Anders dan klager meent, is betrokkene niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de in dat verband in onderling overleg ingeschakelde neven-deskundige. Ongegrond is het verwijt dat betrokkene ‘aanstonds’ tot de door klager bepleite bevinding/conclusie had moeten komen. Voorts is ongegrond het verwijt over de ingediende declaratie, gelijk het verwijt over de wijze waarop betrokkene zijn rapportages had ingericht. Tot slot zijn ongegrond de verwijten van klager over de opstelling van betrokkene in de vervolgens tussen hen gevoerde civiele procedure en in de onderhavige tuchtprocedure.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:11 Accountantskamer Zwolle 14/1967 en 14/1968 Wtra AK

    Klacht over optreden van door ex-echtgenote in verband met boedelverdelingsprocedure ingeschakelde accountant. Klacht is deels niet-ontvankelijk. Voor het overige is de klacht, die onder meer ziet op het ongefundeerd beschuldigen van fraude en verduistering, en het belemmeren van de waarheidsvinding door het geven van rekenvoorbeelden, ongegrond. Daarbij is wel aangetekend dat in zijn algemeenheid het gebruik van bij de werkelijkheid aansluitende cijfers bij het geven van hypothetische rekenvoorbeelden geen navolging verdient omdat dan het gegeven voorbeeld een verkeerde indruk kan wekken indien niet op andere voldoende heldere wijze tot uiting is gebracht dat en welke beperkingen daaraan kleven. In dit geval is van dat laatste wel sprake geweest, zodat in dit geval dat gebruik geen tuchtrechtelijk verwijt oplevert.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:12 Accountantskamer Zwolle 14/2009 Wtra AK

    Klacht van het BFT over het niet naleven van de verplichtingen uit de Wwft inzake cliëntenonderzoek en het melden van een ongebruikelijke transactie. Klacht gegrond, leidend tot maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:13 Accountantskamer Zwolle 14/2982 Wtra PE

    Betrokkene heeft in de jaren 2010, 2011 en 2012 onvoldoende PE-punten behaald. Maatregel: waarschuwing en geldboete (50 euro voor elk te weinig behaald punt).

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:7 Accountantskamer Zwolle 14/798 Wtra AK

    Een op verzoek van cliënt opgemaakt (persoonsgerichte) rapport van bevindingen waarin vergaande conclusies zijn opgenomen en welke rapportage bedoeld was om in te brengen in een gerechtelijke procedure tussen de cliënt en zijn voormalig fiscaal adviseur, ontbeert bij gebrek aan adequaat hoor en/of wederhoor in casu deugdelijke grondslag. Behoudens bijzondere omstandigheden kunnen stellingen die de raadsman van de cliënt in een gerechtelijke procedure aanvoert, niet aan betrokkene worden toegerekend.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:8 Accountantskamer Zwolle 14/1061 Wtra AK

    Accountantskamer volgt (eerder) oordeel Ondernemingskamer dat de betrokken jaarrekening (in voldoende mate) voldoet aan de inrichtingsvereisten zoals neergelegd in titel 9 boek 2 BW. De door de Ondernemingskamer wel geconstateerde gebreken in die jaarrekening zijn de accountant, die een samenstelopdracht ter zake uitvoerde, niet te verwijten.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:9 Accountantskamer Zwolle 14/1402 Wtra AK

    Betrokkene heeft samengewerkt met een andere accountant. Deze laatste accountant/klager is onherroepelijk veroordeeld tot betaling van een geldsom, doch voldoet niet aan die veroordeling. Betrokkene doet executoriaal beslag leggen onder cliënten van de accountant; hij heeft kennis van de naam van deze cliënten tijdens de samenwerking gekregen. Alhoewel hij nimmer diensten voor hen heeft verricht of inzage in hun dossiers heeft gehad, is het doen leggen van het beslag toch in strijd met het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid, nu kennis van deze naamgegevens is verworven ten tijde van de samenwerking tussen klager en betrokkene en hij deze kennis derhalve in het kader van zijn beroepsmatig en zakelijk handelen heeft verkregen. Gezien de omstandigheden van het geval wordt echter geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:4 Accountantskamer Zwolle 14/1104 Wtra AK

    Klager heeft werkzaamheden verricht als deksman voor een sleep- en duwvaartbedrijf. Vanwege ziekte van haar vader, eigenaar van dit bedrijf, is betrokkene hem bij de uitvoering van administratieve werkzaamheden ten behoeve van het bedrijf, waaronder werkzaamheden met betrekking tot de vergoeding voor de werkzaamheden van klager, gaan assisteren. Nu het om werkzaamheden van administratieve aard gaat, die verband hielden met de arbeidsverhouding tussen de onderneming van haar vader en klager, en nu betrokkene kennelijk namens die onderneming contact met klager heeft onderhouden, vallen ook die werkzaamheden, anders dan betrokkene meent, onder het bereik van het accountantstuchtrecht. Van betrokkene kon worden gevergd dat zij zelfstandig en zonder zich te laten leiden door de opvatting van haar vader, was nagegaan hoe de arbeidsverhouding tussen een onderneming die actief is in de binnenvaart, en een persoon zoals klager, die als deksman werkzaam is voor die onderneming, fiscaal gezien gekwalificeerd moet worden. Gelet op het Convenant Binnenvaart, waarop klager betrokkene heeft gewezen, had betrokkene in ieder geval vanaf dat moment moeten begrijpen dat het standpunt (van haar vader) dat klager als zelfstandige werkte, althans anders dan in dienstbetrekking, minst genomen kwestieus was. Klacht gedeeltelijk, maar geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:5 Accountantskamer Zwolle 13/2415 Wtra AK

    Betrokkene was samenstellend accountant van de cliënt. Door zijn kantoor zijn onder vermelding van de naam van betrokkene, jarenlang btw-aangiften namens de cliënt gedaan, resulterend in voor de cliënt aanzienlijke bedragen aan terug te ontvangen btw. Accountant onder wiens verantwoordelijkheid namens een cliënt btw-aangiften worden ingediend, moet erop toezien dat voldaan is aan de toepasselijke regels op het terrein van het belastingrecht en daarnaast acht slaan op signalen die duiden op onjuiste aangiften. Betrokkene is tekortgeschoten in de van hem in dit geval te verlangen opmerkzaamheid, nu er voldoende aanwijzingen waren, die bij hem twijfel hadden moeten doen rijzen aan de juistheid van de facturen, die ten grondslag lagen aan de in geding zijnde drie aangiften, bezien in samenhang met de bedragen die al waren teruggevraagd bij eerdere aangiften. Nadat de cliënt de fraude had opgebiecht, heeft betrokkene aan hem gevraagd om de ingediende aangiften te corrigeren en de cliënt heeft dit verzoek naast zich neergelegd. Daardoor ontstond voor betrokkene in het kader van het fundamentele beginsel van integriteit de plicht om te vermijden dat hij in verband zou worden gebracht met (kort gezegd) materieel onjuiste informatie. Daarvan uitgaande kon, gelet op de hoogte van de op basis van de onjuiste aangiften teruggegeven bedragen, en gelet op het maatschappelijk belang dat een fraude met gemeenschapsgeld van een omvang als hier aan de orde, zo spoedig mogelijk aan het licht komt, van betrokkene worden gevergd dat hij zelf met doorbreking van zijn plicht tot geheimhouding aan de belastingdienst had gemeld dat de door hem ten behoeve van de cliënt ingediende aangiften onjuist waren. Gelet op de kennelijk wijd verbreide praktijk bij vele accountantsorganisaties en -kantoren, die de meldingsplicht op grond van de Wwft (oud) niet op de individuele accountant maar op de organisatie waaraan hij verbonden is, legde, en gegeven het feit dat betrokkene zich als accountant-administratieconsulent in loondienst gebonden kon achten aan de meldprocedure bij zijn werkgeefster, is de Accountantskamer van oordeel dat betrokkene voor wat betreft de naleving van de meldprocedure op grond van de Wwft (oud) kon volstaan met een melding van de BTW-fraude aan de ‘compliance-officer’ van zijn werkgeefster.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:6 Accountantskamer Zwolle 14/12 Wtra AK

    Bij samenstellen van de jaarrekening van een opvolgend boekjaar heeft de accountant niets hoeven op te vallen dat moest leiden tot twijfel dat de jaarrekening van het voorafgaande jaar een fundamentele fout bevatte, tot herstel waarvan de accountant (alsnog) verplicht zou zijn. Een klacht daarover is wel ontvankelijk, ook al valt de jaarrekening van het voorafgaande jaar, waarin een fundamentele fout zou voorkomen, zelve buiten de 6-jaarstermijn.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:1 Accountantskamer Zwolle 14/1337 Wtra AK

    Herhaling van klacht zoals eerder bij de klachtencommissie ingediend. Gegrond zijn de klachten over het niet tijdig en onjuist doen van aangiftes en over het niet tijdig teruggeven en deels kwijtraken van administratie van de cliënt. Betrokkene heeft zich echter ingespannen om de gevolgen van zijn verzuimen te matigen, terwijl hij in persoon door de Raad van Geschillen is veroordeeld de schade van klaagsters te vergoeden, terwijl de opdrachtnemende vennootschap van betrokkene in faillissement is komen te verkeren. In e.e.a. ligt voldoende reden om af te zien van een maatregel.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:2 Accountantskamer Zwolle 14/1837 Wtra AK

    Tuchtklacht tegen accountant die volgens klager een valse strafaangifte tegen hem heeft gedaan. In geval een accountant een strafaangifte doet, kan slechts onder bijzondere omstandigheden tot oneigenlijk gebruik of misbruik daarvan worden geconcludeerd. Van dergelijke bijzondere omstandigheden kan sprake zijn indien de aangifte is gebaseerd op de feiten waarvan de accountant weet of moet weten dat deze onjuist zijn, indien de accountant de voor hem geldende regels van vertrouwelijkheid schendt dan wel indien die aangifte wordt gedaan voor een ander doel waarvoor de aangifte is bedoeld. Bij de beoordeling past overigens terughoudendheid. Hoewel in dit geval de aangifte op één samenstel van feitelijkheden enigszins kwestieus lijkt, kan dat voor het overige niet worden aangenomen. Het is daardoor niet aannemelijk dat van bijzondere omstandigheden sprake is. Volgt ongegrondverklaring.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:3 Accountantskamer Zwolle 14/1919 Wtra AK

    Klacht over facturering, niet afronden van werkzaamheden en overdracht van stukken en informatie aan de opvolgende administratieve dienstverlener is wegens overschrijding van de driejaarstermijn uit art. 22 Wtra niet ontvankelijk. Ter zitting opgeworpen klacht over een ‘valse’ opdrachtbevestiging wegens strijd met de goede procesorde buiten behandeling gelaten.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:124 Accountantskamer Zwolle 14/1346 Wtra AK

    Niet gebleken van een (bewust) onjuist afgelegde getuigenverklaring. Betrokkene behoeft, alvorens een schriftelijke (getuigen)verklaring af te leggen daarover niet de persoon, waartegen hij verklaart, van tevoren te horen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2014:125 Accountantskamer Zwolle 14/2371 en 14/2523 Wtra AK

    Accountant houdt zich onbereikbaar voor clienten. Bij toetsing van de praktijk van de betrokken accountant door de Raad voor Toezicht van de Nba wordt geoordeeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing verbetering behoeft. Betrokkene voldoet niet aan verzoeken om een verbeterplan in te dienen. De accountant verweert zich niet tegen de klachten en verschijnt niet ter zitting van de Accountantskamer. Gegrondverklaring en definitieve doorhaling voor drie jaar.