Zoekresultaten 1401-1450 van de 1639 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:257 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-233/AL/GLD

    De raad is van oordeel dat klagers als voormalige cliënten van het kantoor van verweerder moeten worden beschouwd. Nu echter aan de drie voorwaarden van de uitzonderingsmogelijkheid van gedragsregel 15 lid 3 door verweerder is voldaan, mocht verweerder naar het oordeel van de raad optreden in de kwestie tussen zijn cliënt tegen een van de klagers. Daarnaast is de raad van oordeel dat verweerder niet onduidelijk is geweest over zijn hoedanigheid waarin hij optrad. Dat zijn cliënt daarover onduidelijkheid bij klagers heeft laten bestaan, kan verweerder niet worden aangerekend. Deels niet-ontvankelijk, voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-36

    Klager verwijt de notaris dat het testament met daarin de tweetrapsmaking niet door moeder kan zijn gewild en dat klager niet serieus wordt genomen. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:258 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-196/AL/MN

    Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De juiste maatstaf is toegepast en er is rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:259 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-197/AL/MN

    Verzetbeslissing. Geen twijfel aan de juistheid van de voorzittersbeslissing. Verzetgronden slagen niet. De juiste maatstaf is toegepast en er is rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Niet gebleken dat de voorzitter een van de klachtonderdelen niet heeft behandeld. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:260 Hof van Discipline 's Gravenhage 230330

    Het gaat in deze zaak over de vraag of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door tekstvoorstellen en een conceptconvenant voortvloeiend uit schikkingsonderhandelingen aan het gerechtshof voor te leggen. De raad heeft dit klachtonderdeel gegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing raad, ook ten aanzien van de maatregel.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:15 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-34 en 24-12

    De notaris wordt verweten dat hij zijn toezeggingen niet nakomt en dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door als notaris de voorwaarde van het intrekken van de tuchtprocedure te stellen aan het betalen van een geldbedrag aan klager ter oplossing van een tussen hen ontstaan geschil. De Kamer volstaat met het opleggen van de maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:256 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-653/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een procedure bij de kantonrechter. Klacht is kennelijk ongegrond, omdat verweerder mocht afgaan op de juistheid van het feitenmateriaal van zijn cliënt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:180 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-888/DH/DH

    Verzetbeslissing. Verzet gedeeltelijk gegrond, klacht ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het dossier niet aan klager te retourneren. Verweerder heeft betwist dat hij in deze zaak voor klager heeft opgetreden en uit de overgelegde stukken ook niet worden afgeleid dat klager en verweerder na de e-mail met daarin een kostenvoorstel tot overeenstemming zijn gekomen over de behandeling van de zaak door verweerder. Van inhoudelijke werkzaamheden van verweerder voor klager in de zaak is ook niet gebleken. Er was dan ook geen reden voor verweerder om het dossier in zaak aan klager terug te geven.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:181 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-602/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Klager heeft zijn klacht onvoldoende onderbouwd. Van onjuistheden of grievende uitlatingen is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:182 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-108/DH/DH

    Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een procedure over voornaamswijziging. Klacht in alle onderdelen ongegrond. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster. Hoewel zij beter had moeten communiceren over het feit dat zij op vakantie ging, is een dergelijke slordigheid niet direct tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:258 Hof van Discipline 's Gravenhage 240097

    Klacht in een zaak die gaat over een uit de hand gelopen (familie)ruzie tussen moeder en haar minderjarige dochter. Anders dan de raad komt het hof tot de slotsom dat de beklaagde advocaat zich niet onbetamelijk heeft gedragen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:183 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-162/DH/RO

    Beslissing na ambtshalve voortzetting. Intrekking van de klacht door de deken niet meer mogelijk. Verweerder heeft een aan hem opgelegde proceskostenveroordeling door zijn cliënte, de ex-partner van de klager, laten betalen. Verweerder is weggelopen voor zijn verantwoordelijkheid en heeft zo bijgedragen aan verdere escalatie van het conflict tussen de klager en verweerders cliënt. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:253 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-608/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Omdat de inhoud van de klacht onvoldoende duidelijk is - wat ook betekent dat het voor verweerster lastig is om tegen de klacht verweer te voeren - is het niet mogelijk om een inhoudelijk oordeel over de klacht te geven. Dat betekent dat de voorzitter de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaart.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:259 Hof van Discipline 's Gravenhage 240187

    Klaagster heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen. Het hof volgt de conclusie van de deken en verklaart het beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:254 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-640/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft zich erover beklaagd dat verweerder tijdens een zitting bij de raad in een eerdere klachtzaak (opnieuw) niet naar waarheid heeft verklaard. Het door verweerder genoemde ne bis in idem-beginsel is niet van toepassing omdat in die andere klachtzaak nog geen onherroepelijke beslissing is gedaan. Dat verweerder tijdens de eerdere zitting bij de raad in strijd met de waarheid heeft verklaard kan de voorzitter op basis van de stukken en gelet op de betwisting daarvan door verweerder, niet vaststellen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:255 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-262/AL/MN

    Verweerder heeft niet op eerste verzoek van klaagster het volledige dossier aan haar, dan wel aan haar nieuwe belangenbehartiger, afgegeven. Dat klaagster volgens verweerder zelf al over het dossier beschikte, doet aan die verplichting tot afgifte niet af. De raad volgt verweerder verder niet in zijn standpunt dat de opvolgend belangenbehartiger impliciet heeft ingestemd met het voorstel van verweerder om af te wachten of Nationale Nederland tot betaling van zijn kosten zou overgaan om pas daarna de overdracht van het dossier te bespreken. Van verweerder had, overeenkomstig de strekking van gedragsregel 28 tussen advocaten onderling, ook in dit geval verwacht mogen worden dat hij actief contact met die gemachtigde had gezocht voor nader overleg over de financiële afwikkeling en het moment van afgifte van het dossier. Dat heeft verweerder naar zijn zeggen niet gedaan maar het dossier zes maanden na het eerste verzoek aan de gemachtigde van klaagster gestuurd. Daarmee heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar richting klaagster gehandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:108 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/732714 DW RK 13/135 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Volgens vaste jurisprudentie hoeft een gerechtsdeurwaarder slechts marginaal te toetsen of de verstrekte titel voldoende grond biedt voor de betekening, het bevel met aanzegging en executie. Anders dan klagers stellen hoeft van een nauwkeurige lezing van het vonnis geen sprake te zijn.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7161

    Voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond. Klager is de vader van de patiënte. De patiënte is vanwege meerdere geestelijke en lichamelijke beperkingen al lange tijd opgenomen in een zorginstelling. Voor de patiënte is een mentor en tevens bewindvoerder benoemd. Verweerster is de huisarts van de patiënte. Zij heeft in november 2023 contact opgenomen met de revalidatiearts die eerder betrokken was bij de zorg aan de patiënte over de vraag of de patiënte opnieuw verwezen kon worden naar de revalidatiearts. Volgens klager heeft de revalidatiearts, zonder de patiënte te hebben gezien en onderzocht, ten onrechte geconcludeerd dat zij niets meer kan en die conclusie bovendien niet aan klager als vader meegedeeld. Klager verwijt de huisarts dat zij heeft deelgenomen aan deze conclusie en klager ook niet op de hoogte heeft gesteld hiervan. De mentor stemt niet in met de klacht. De voorzitter komt tot het oordeel dat klager gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk is voor zover hij namens de patiënte klaagt en dat de klacht voor het overige kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:168 Raad van Discipline Amsterdam 24-622/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over een advocatenkantoor. In lijn met de beslissing van de Raad van Discipline Amsterdam van 30 januari 2023, ECLI:NL:TADRAMS:2023:24 oordeelt de voorzitter dat het starten van een incassoprocedure vanwege het onbetaald laten van declaraties betrekking heeft op de organisatie van verweerster. Gelet hierop is de klacht ontvankelijk. De klacht is inhoudelijk kennelijk ongegrond. Het stond verweerster vrij om in rechte voldoening te vorderen van openstaande declaraties. Daarmee handelt verweerster niet in strijd met het tuchtrecht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:169 Raad van Discipline Amsterdam 24-637/A/A

    Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij omdat de feitelijke grondslag ontbreekt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:170 Raad van Discipline Amsterdam 24-634/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft onderbouwd aangevoerd dat hij als partijdige belangenbehartiger namens zijn cliënte de sommatiebrief aan klager mocht versturen. Verweerder heeft niet de grenzen overschreden van de vrijheid die hij als advocaat van de wederpartij heeft.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:171 Raad van Discipline Amsterdam 24-642/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij; Verweerder heeft als partijdige belangenbehartiger het standpunt van zijn cliënte verwoord aan de hand van het feitenmateriaal dat hij van zijn cliënte heeft ontvangen. Verweerder mocht van de juistheid van dat feitenmateriaal uitgaan en het is de voorzitter niet gebleken van een uitzonderlijke situatie waarin verweerder het feitenmateriaal moest verifiëren.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:67 Accountantskamer Zwolle 24/1988 Wtra AK

    Betrokkene is door de rechtbank benoemd als bindend adviseur. Betrokkene heeft zijn taak niet volbracht. Naar aanleiding van een e-mail van de advocaat van klager heeft betrokkene aan klager en de andere partij meegedeeld dat hij de opdracht opzegt. Klager is van mening dat de opzegging en de toelichting daarop onbegrijpelijk is. Ook verwijt hij betrokkene te liegen in zijn e-mailberichten en onethisch te hebben gehandeld. De klacht is ongegrond. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene bij de opzegging van zijn opdracht alle belangen voldoende heeft afgewogen en tot de opzegging heeft kunnen komen. Die opzegging is afdoende toegelicht in zijn brief aan partijen. De gestelde leugens en het gestelde onethische handelen heeft klager onvoldoende aannemelijk gemaakt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7160

    Voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond. Klager is de vader van de patiënte. Verweerder is revalidatiearts. De patiënte is vanwege meerdere geestelijke en lichamelijke beperkingen al lange tijd opgenomen in een zorginstelling. Voor de patiënte is een mentor en tevens bewindvoerder benoemd. De revalidatiearts is betrokken (geweest) bij de zorg aan de patiënte. Volgens klager heeft de revalidatiearts, zonder de patiënte te hebben gezien en onderzocht, ten onrechte geconcludeerd dat zij niets meer kan en die conclusie bovendien niet aan klager als vader meegedeeld. De mentor stemt niet in met de klacht. De voorzitter komt tot het oordeel dat klager gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk is voor zover hij namens de patiënte klaagt en dat de klacht voor het overige kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:167 Raad van Discipline Amsterdam 24-616/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over het optreden van verweerder ten opzichte van een derde.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6992

    Deels gegronde klacht tegen een tandarts en de oplegging van een berisping. Klaagster is onder andere van mening dat de tandheelkundige behandeling die zij heeft ondergaan onzorgvuldig en door onbevoegd personeel is uitgevoerd. Klaagster is daarnaast ontevreden over het feit dat zij haar patiëntendossier, ondanks diverse verzoeken, niet heeft ontvangen. Het college stelt vast dat er sprake van meerdere overtredingen van de beroepsnormen en professionele standaarden: niet alleen is het patiëntendossier veel te laat aan klaagster verstrekt, ook zijn er handelingen gedelegeerd aan een assistent/tandheelkundig medewerker die alleen door een ervaren tandarts hadden mogen worden uitgevoerd. Uit het dossier (en uit dat van de medepraktijkhouder, tevens medebeklaagde) komt bovendien het beeld naar voren dat dat niet incidenteel gebeurde, maar regelmatig. Dit raakt aan de kwaliteit van de patiëntenzorg en is daarom ernstig. Alles afwegend vindt het college een berisping dan ook de meest passende maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6297

    Gegronde klacht tegen een tandarts en de oplegging van een waarschuwing. Deze klacht hangt nauw samen met de klacht met kenmerk A2023/6656, die klaagster in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter tegen verweerster heeft ingediend. De klacht bestaat uit het verwijt dat verweerster niet tijdig het volledige medische dossier (inclusief röntgenfoto’s) aan klaagster heeft verstrekt. Verweerster wordt daarnaast verweten dat zij niet zorgvuldig is omgegaan met de aansprakelijkstelling door geen openheid van zaken te geven. Het college concludeert dat de verweerster is tekortgeschoten in de zorg naar klaagster. Klaagster en haar opvolgende tandarts hadden er belang bij om zo spoedig mogelijk te beschikken over het volledige dossier. Verweerster heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor een zorgvuldige omgang met aansprakelijkstellingen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:206 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6656

    Gegronde klacht tegen een tandarts en de oplegging van een waarschuwing. Deze klacht hangt nauw samen met de klacht met kenmerk A2023/6297, die de moeder van klaagster tegen verweerster heeft ingediend. De klacht bestaat uit het verwijt dat verweerster niet tijdig het volledige medische dossier (inclusief röntgenfoto’s) aan klaagster heeft verstrekt. Verweerster wordt daarnaast verweten dat zij niet zorgvuldig is omgegaan met de aansprakelijkstelling door geen openheid van zaken te geven. Het college concludeert dat de verweerster is tekortgeschoten in de zorg naar klaagster. Klaagster en haar opvolgende tandarts hadden er belang bij om zo spoedig mogelijk te beschikken over het volledige dossier. Verweerster heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor een zorgvuldige omgang met aansprakelijkstellingen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:207 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6889

    Klacht tegen tandarts deels verjaard (en dus kennelijk niet-ontvankelijk) en deels kennelijk ongegrond. Klaagster houdt verweerder verantwoordelijk voor de gebitsproblemen die zij sinds 2008 heeft, omdat hij een verkeerde inschatting heeft gemaakt van de (ernst van de) oorzaak van die problemen. Het college is van oordeel dat klaagster onvoldoende heeft onderbouwd op welke grond zij verweerder, die gezien het patiëntendossier door de jaren heen beperkt betrokken was bij de mondzorg van klaagster, verantwoordelijk houdt voor haar gebitsproblemen. Voor zover zij klaagt dat verweerder door de jaren heen haar klachten niet serieus heeft genomen, slaagt die klacht niet omdat verweerder niet het eerste aanspreekpunt was maar andere tandartsen uit de praktijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7073

    Gegronde klacht tegen een tandarts en de oplegging van een berisping. Klaagster is onder andere van mening dat de tandheelkundige behandeling die zij heeft ondergaan onzorgvuldig en door onbevoegd personeel is uitgevoerd. Klaagster is daarnaast ontevreden over het feit dat zij haar patiëntendossier, ondanks diverse verzoeken, niet heeft ontvangen. Het college stelt vast dat de verweerder niet heeft gehandeld in lijn met het toetsingskader ‘Taakdelegatie in de mondzorg’. Het college stelt vast dat er sprake van meerdere overtredingen van de beroepsnormen en professionele standaarden: niet alleen is het patiëntendossier veel te laat aan klaagster verstrekt, ook zijn er handelingen gedelegeerd aan een assistent/tandheelkundig medewerker die alleen door een ervaren tandarts hadden mogen worden uitgevoerd. Uit het dossier (en uit dat van de medepraktijkhouder, tevens medebeklaagde) komt bovendien het beeld naar voren dat dat niet incidenteel gebeurde, maar regelmatig. Dit raakt aan de kwaliteit van de patiëntenzorg en is daarom ernstig. Alles afwegend vindt het college een berisping dan ook de meest passende maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7008

    Klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog heeft op verzoek van Jeugdbescherming een advies gegeven over de minderjarige kinderen van klager. Klager stelt, samengevat, dat de GZ-psycholoog bij de totstandkoming van dit advies onzorgvuldig heeft gehandeld. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is en legt de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7124

    Voorzittersbeslissing. Het betreft een klacht tegen een psychiater in haar hoedanigheid van geneesheer-directeur. Voor de voorbereiding van een zorgmachtiging voor klager is verweerster door de officier van justitie aangewezen als geneesheer-directeur om de taken uit te voeren zoals omschreven in hoofdstuk 5 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De klacht heeft betrekking op de brief van verweerster waarin zij de officier van justitie schriftelijk heeft geïnformeerd over haar bevindingen. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6887

    Klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog is behandelaar van de stiefmoeder van klagers. Zij heeft informatie verstrekt aan de Raad voor de Kinderbescherming in het kader van een gezagsbeëindigende maatregel. Het gaat hierbij om het stiefbroertje en -zusje van klagers. Klagers stellen dat de GZ-psycholoog met haar uitspraken - die in het rapport van de Raad zijn opgenomen - onzorgvuldig heeft gehandeld. Het college komt tot het oordeel de klacht gedeeltelijk gegrond is en legt aan de GZ-psycholoog de maatregel van een berisping op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:250 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-259/AL/MN

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast en met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval is rekening gehouden. Verder heeft het verzet ook geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:251 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-297/AL/MN

    Raadbeslissing. Verweerder heeft zich niet onnodig grievend uitgelaten. Verweerder heeft genoegzaam toegelicht waarom hij de informatie over het seksueel misbruik, informatie die hij van zijn cliënte had ontvangen en welk seksueel misbruik ook haar betrof, heeft vermeld in de stukken. Daarbij heeft verweerder die informatie enkel zakelijk weergegeven, waarmee verweerder er juist op heeft toegezien de belangen van klaagster niet onevenredig te schaden. De procedure is ook niet nodeloos gevoerd, zoals door klaagster is gesteld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6737

    Kennelijk ongegronde klacht over neuroloog na epilepsiechirurgie. De neuroloog was betrokken bij een deel van de onderzoeksfase voorafgaand aan de operatie. Na de operatie heeft de neuroloog klaagster begeleid bij de afbouw van de medicatie. Verwijten over schending beroepsgeheim, nalatigheden rondom de operatie en een te snelle afbouw van de medicatie ongegrond. Echtgenoot klaagster is als zelfstandig klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:252 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-376/AL/GLD

    Raadbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat wederpartij. Verweerder zou zich grievend hebben uitgelaten over klager door ter onderbouwing van zijn standpunt in een letselschadezaak te verwijzen naar specifieke jurisprudentie. Daarmee zou verweerder de suggestie hebben gewekt, althans zo begrijpt de raad dit klachtonderdeel, dat verweerder van mening is dat klager onvoldoende kwalificaties als letselschadeadvocaat zou hebben. De raad ziet dat niet zo en is van oordeel dat klager spijkers op laag water aan het zoeken is. Ook is de raad van oordeel dat verweerder in de deelgeschilprocedure geen schikkingsonderhandelingen heeft gedeeld, zoals klager in het tweede klachtonderdeel stelt. De betreffende stukken betreffen het verloop van de onderhandelingen en een weergave van de standpunten en dienden op grond van de wettelijke bepaling inzake deelgeschillen juist te worden overgelegd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6736

    Kennelijk ongegronde klacht over neuroloog na epilepsiechirurgie. De neuroloog was betrokken bij een deel van de onderzoeksfase voorafgaand aan de operatie. Verwijten over onvoldoende informatieverstrekking en opereren zonder juiste en volledige toestemming ongegrond. Echtgenoot klaagster is als zelfstandig klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:247 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-071/AL/GLD

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf is toegepast en met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval rekening gehouden. De raad herhaalt nog eens dat er geen (tuchtrechtelijke) regel bestaat die het een advocaat verplicht om zijn cliënt op de hoogte te stellen dat er een tuchtrechtelijke maatregel tegen hem of haar loopt. De overige verwijten die verweerster worden gemaakt zijn nog steeds vaag en zijn verwoord in algemeenheden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6431

    Kennelijk ongegronde klacht over neurochirurg na epilepsiechirurgie. Hem werd verweten dat hij klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd over de mogelijkheden en risico’s, dat hij geopereerd heeft zonder (volledige) toestemming van klaagster, dat hij haar te vroeg uit het ziekenhuis heeft ontslagen en dat hij de operatie niet juist heeft uitgevoerd. Echtgenoot klaagster is als zelfstandig klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:248 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-240/AL/MN

    Klager heeft als jurist (legal) opgetreden namens een woningstichting in een geschil, waarbij verweerder voor een aantal huurders optrad. Verweerder heeft zich na ontvangst door de huurders van een sommatie van klager rechtstreeks tot de woningstichting gewend. In die e-mail heeft hij zich afgevraagd of bekend was dat klager geschrapt is als advocaat en de pensioengerechtigde al langer heeft bereikt. De stichting heeft excuses van verweerder geëist. Daarop heeft verweerder een deel van zijn woorden teruggenomen. Ook al is gedragsregel 25 in deze niet van toepassing, dat laat onverlet dat een advocaat gehouden is tot een betamelijke beroepsuitoefening. Verweerder heeft daarin verzaakt, onder meer door niet even bij klager zelf te informeren naar zijn positie. Daarnaast heeft verweerder in de gewraakte e-mail diverse feitelijke onjuistheden geschreven over klager met de kennelijke bedoeling om bij de cliënte van klager de reputatie van klager te schaden. Daarnaast oordeelt de raad een aantal uitlatingen in die e-mail van verweerder over klager als lasterlijk en onnodig. Van verweerder mag de nodige professionele distantie verwacht worden en ook dat hij zijn eigen opvattingen over klager voor zich had gehouden. Dat heeft hij niet gedaan. Alhoewel de raad een voorwaardelijke schorsing heeft overwogen, mede gelet op de ernst van het optreden van verweerder en het ontbreken van enig zelfinzicht, wordt volstaan met een berisping, waarbij het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder een rol heeft gespeeldklager heeft als jurist (legal) opgetreden namens een woningstichting in een geschil, waarbij verweerder voor een aantal huurders optrad. Verweerder heeft zich na ontvangst door de huurders van een sommatie van klager rechtstreeks tot de woningstichting gewend. In die e-mail heeft hij zich afgevraagd of bekend was dat klager geschrapt is als advocaat en de pensioengerechtigde al langer heeft bereikt. De stichting heeft excuses van verweerder geëist. Daarop heeft verweerder een deel van zijn woorden teruggenomen. Ook al is gedragsregel 25 in deze niet van toepassing, dat laat onverlet dat een advocaat gehouden is tot een betamelijke beroepsuitoefening. Verweerder heeft daarin verzaakt, onder meer door niet even bij klager zelf te informeren naar zijn positie. Daarnaast heeft verweerder in de gewraakte e-mail diverse feitelijke onjuistheden geschreven over klager met de kennelijke bedoeling om bij de cliënte van klager de reputatie van klager te schaden. Daarnaast oordeelt de raad een aantal uitlatingen in die e-mail van verweerder over klager als lasterlijk en onnodig. Van verweerder mag de nodige professionele distantie verwacht worden en ook dat hij zijn eigen opvattingen over klager voor zich had gehouden. Dat heeft hij niet gedaan. Alhoewel de raad een voorwaardelijke schorsing heeft overwogen, mede gelet op de ernst van het optreden van verweerder en het ontbreken van enig zelfinzicht, wordt volstaan met een berisping, waarbij het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder een rol heeft gespeeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:249 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-246/AL/MN

    Verzetbeslissing. De voorzitter had naar het oordeel van de raad niet de beschikking over alle terzake doende feiten en is dus uitgegaan van onvolledige feiten. Verzet gegrond. De raad heeft de klacht ook inhoudelijk behandeld en oordeelt ook daarover. De raad is van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt treft door de echtscheidingsbeschikking te doen inschrijven in de registers van de burgerlijke stand nadat zij zich al had onttrokken. Zij deed dit omdat klaagster, de het verzoek tot echtscheiding had ingediend, de beschikking niet had ingeschreven en de termijn waarbinnen dit diende te gebeuren ten einde liep. Verweerster kon toen ook redelijkerwijs niet weten dat er ten aanzien van haar voormalige cliënt in Frankrijk een beschermingsmaatregel zou worden uitgesproken. Daarvan raakte zij pas na de inschrijving op de hoogte. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:139 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-451/DB/OB

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft gedragsregel 15 overtreden door herhaald op te treden tegen een voormalige cliënte. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:135 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-357/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Niet gebleken is dat verweerder klaagster onder druk heeft gezet om de opdrachtbevestiging te ondertekenen. Verweerder heeft in strijd gehandeld met de kernwaarde (financiële) integriteit en de gedragsregels 17 lid 2 en 18 lid 2. Verweerder heeft € 1.474,99 gefactureerd voor 3 uur en 50 minuten, terwijl klaagster in aanmerking kwam voor een toevoeging. Verweerder had om een mutatie moeten vragen aan de voorgaande advocaat van klaagster. Vervolgens heeft verweerder niet integer gehandeld door zijn inhoudelijke werkzaamheden van slechts 2 uur voor een bespreking bijna te vertienvoudigen naar € 7.175,81. Verweerder is ook onvoldoende transparant geweest in de wijze waarop hij zou declareren en welke kosten daar onder zouden vallen. Verweerder had voorafgaand al een kosteninschatting moeten maken, zelfs al zou hij op basis van een toevoeging werken. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:136 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-477/DB/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Niet gebleken is dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door ongepast contact te onderhouden met klaagster of dat zij onjuiste en misleidende informatie heeft verstrekt in procedures. Ook heeft verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door te weigeren om mee te werken aan een verzoek van klaagsters advocaat om de rechtbank te informeren. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7094

    Klacht tegen een GZ-psycholoog dat zij onbevoegd het medisch dossier van de patiënt heeft ingezien. De GZ-psycholoog erkent dat zij dit heeft gedaan. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en verweerster wordt een geheel voorwaardelijke schorsing voor de duur van 3 maanden opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-192/DB/ZWB

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-450/DB/OB

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft gedragsregel 15 overtreden door herhaald op te treden tegen een voormalige cliënte. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5416

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H203/5410

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).