ECLI:NL:TGDKG:2024:140 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742629 / DW RK 23/419 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:140
Datum uitspraak: 12-12-2024
Datum publicatie: 12-12-2024
Zaaknummer(s): C/13/742629 / DW RK 23/419 MdV/RH
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Door het voorschieten van de out of pocket kosten heeft de gerechtsdeurwaarder gehandeld in strijd met bepaling 4.7 van de Gerechtsdeurwaardersverordening. Maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 november 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/742629 / DW RK 23/419 MdV/RH ingesteld door:

[..],

gevestigd te [..],

klaagster,

gemachtigde: [..],

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde [..].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier, ingekomen op 20 november 2023, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder. Klaagster heeft haar klacht aangevuld bij e-mail van 22 november 2023. Bij verweerschrift, ingekomen op 29 januari 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Op 8 oktober 2024 heeft de gemachtigde van klaagster aanvullende stukken ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 18 oktober 2024 alwaar de gemachtigde van klaagster (via een videoverbinding) en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 29 november 2024.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

- klaagster is verhuurder van bedrijfsruimte;

- klaagster heeft aan [..] (het kantoor van de gerechtsdeurwaarder) opdrachten gegeven ter zake van incasso en het eventueel voeren van procedures. Daartoe is op of omstreeks 9 december 2021 een overeenkomst gesloten, geregistreerd onder nummer 30202911. Klaagster heeft op 4 januari 2022 een voorschotnota voldaan van € 1.087,97;

- op 6 december 2022 is een tweede overeenkomst gesloten, geregistreerd onder nummer 30561829.

- Op 20 januari 2023, 20 februari 2023, 20 juni 2023 en 21 juli 2023 zijn facturen met betrekking tot dossiernummer 30561829 aan klaagster verzonden. In dit dossier heeft [..] gesommeerd en een ontruimingsprocedure gevoerd, maar geen ontruiming uitgevoerd.

- Op 30 augustus 2023 is een factuur (ad € 2.100,05) met betrekking tot dossiernummer 30202911 aan klaagster verzonden. In dit dossier heeft [..] gesommeerd, een ontruimingsprocedure gevoerd en de ontruiming uitgevoerd.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder - samengevat – het volgende.

a: De gerechtsdeurwaarder communiceert niet duidelijk over de kosten. Twee jaar geleden is in de eerste zaak € 1.087,97 betaald. Klaagster was van mening, omdat geen facturen meer werden ontvangen, dat het daarbij zou blijven.

In de tweede zaak worden echter steeds facturen verzonden, de kosten zijn zonder overleg hoger dan in de eerste zaak.

b. Bij reclamatie over de kosten van de tweede zaak werd meegedeeld dat nog een factuur van twee jaar geleden ad € 2.100,05 openstond. De gerechtsdeurwaarder heeft zonder toestemming kosten voorgeschoten en deze kosten ruim twee jaar later onverwacht bij klaagster gedeclareerd.

c: De in rekening gebrachte kosten zijn niet proportioneel.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Ten aanzien van klachtonderdelen a en b wordt het volgende overwogen. Klaagster heeft op 4 januari 2022 in zaak 30202911een voorschotnota betaald van

€ 1.087,97 en was in de veronderstelling dat daarmee de kosten van de gerechtsdeurwaarder waren voldaan. Op 30 augustus 2023 werd klaagster echter geconfronteerd met een rekening waarbij nog een bedrag van € 2.100,05 aan met name ontruimingskosten werd gevorderd. Deze kosten waren voorgeschoten door de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte klaagster in deze kosten geen voorschotnota doen toekomen en klaagster daarmee niet gewaarschuwd en in de gelegenheid gesteld eventueel te beslissen om af te zien van een ontruiming vanwege hoge kosten. Door het voorschieten van de (out of pocket) kosten heeft de gerechtsdeurwaarder bovendien gehandeld in strijd met bepaling 4.7 van de Gerechtsdeurwaardersverordening. Klaagster heeft hierover terecht geklaagd. Door het voorschieten heeft de gerechtsdeurwaarde niet alleen klager onvoldoende vooraf geïnformeerd over de te verwachten kosten, maar heeft hij eveneens klager de mogelijkheid ontnomen om een goed gefundeerde beslissing te nemen ten aanzien van de ontruiming.

4.3 In de tweede zaak (30561829) heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster wel steeds voorschotnota’s verzonden. Klaagster werd op die manier op de hoogte gesteld van de te nemen acties, waardoor zij kon beslissen over de te volgen procedure.

4.4 Ten aanzien van klachtonderdeel c wordt het volgende overwogen. Het is niet aan de tuchtrechter inhoudelijk te oordelen over de hoogte van de vordering. Klaagster dient zich daarvoor te wenden tot de civiele rechter. Het tuchtrecht is niet de geëigende weg.

4.5 Gelet op het hiervoor overwogene onder 4.2 ziet de kamer aanleiding tot het opleggen van de maatregel van berisping.

4.6 De kamer zal de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 onder a en b van de Gerechtsdeurwaarderswet jo de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882) tevens veroordelen in de proceskosten. Voor klaagster worden die begroot op het forfaitaire bedrag van € 50,-. Voor de procedure worden de kosten begroot op het forfaitaire bedrag van € 1.500,-.

4.7 Op grond van artikel 37 lid 7 van de Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt de kamer dat de gerechtsdeurwaarder aan klaagster het betaalde griffierecht vergoedt.

4.8 Op grond van voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart klachtonderdeel b gegrond;
  • verklaart de overige klachtonderdelen ongegrond;
  • legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klaagster, te begroten op € 50,-, te voldoen nadat deze uitspraak onherroepelijk is geworden;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de kosten van de behandeling van de klacht door de kamer, te begroten op € 1.500,-, te betalen aan het LDCR op de wijze en binnen de termijn als door het LDCR aan de gerechtsdeurwaarder wordt meegedeeld, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden;
  • bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder aan klager het betaalde griffierecht ad € 50,- vergoedt, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. J.H.J. Evers en mr. O.J. Boeder, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 november 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.