ECLI:NL:TGZRZWO:2024:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7444

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2024:132
Datum uitspraak: 02-12-2024
Datum publicatie: 12-12-2024
Zaaknummer(s): Z2024/7444
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht tegen huisarts. Klager had op eigen initiatief meegedaan aan een medisch onderzoek, in welk kader een screening heeft plaatsgevonden en onder meer bloedonderzoek is verricht. Klager is bij brief geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek, waarbij klager gevraagd is die aan zijn huisarts te overhandigen voor extra controle. Ook is klager gevraagd aanvullende informatie aan te leveren in de vorm van een medisch rapport met betrekking tot een bloedtest TBC (quantiferon). Klager verwijt de huisarts in verschillende klachtonderdelen een gebrek aan handelen ten aanzien van de informatie in de brief. De voorzitter verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
ZWOLLE

Voorzittersbeslissingvan 2 december 2024 op de klacht van:

A,

verblijvende te B,

klager,

tegen

C,

huisarts,

destijds werkzaam in D,

verweerder, hierna ook: de huisarts,

bijgestaan door zijn gemachtigde, werkzaam bij ARAG in Leusden.

1. De zaak in het kort

1.1 Klager heeft op eigen initiatief als proefpersoon meegedaan aan een onderzoek van E in F. In dit kader heeft een screening plaatsgevonden en is onder meer bloedonderzoek verricht. Bij brief van 3 november 2021 zijn de resultaten hiervan aan klager meegedeeld en is klager gevraagd deze resultaten aan zijn huisarts te overhandigen voor extra controle. Ook is klager gevraagd aanvullende informatie aan te leveren in de vorm van een medisch rapport met betrekking tot een bloedtest TBC (quantiferon). Klager heeft naar aanleiding van deze brief diezelfde dag een consult gehad bij de huisartsenpost, waar hem geadviseerd is contact op te nemen met zijn eigen huisarts. Vervolgens heeft klager op 5 november 2021 een consult bij de huisarts ingepland. Klager is echter niet op dit consult verschenen. Nadien (in het weekend) zijn er nog consulten geweest bij de huisartsenpost. Na het weekend heeft de huisarts twee keer geprobeerd telefonisch contact met klager te krijgen, maar dit is niet gelukt. Vanaf 9 november 2021 was de praktijk wegens omstandigheden dicht. Patiënten zijn toen verwezen naar andere huisartsen. Klager is hierover met een voicemailbericht en aan de balie (toen hij naar de praktijk kwam) geïnformeerd. Klager is vervolgens gezien door een waarnemend huisarts, die hem heeft verwezen naar de G.

1.2 Klager verwijt de huisarts in verschillende klachtonderdelen een gebrek aan handelen ten aanzien van de informatie van E.

1.3 De voorzitter komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht de voorzitter toe hoe tot deze beslissing is gekomen.

2. De procedure

2.1 De voorzitter heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het klaagschrift met bijlagen, ontvangen op 22 juli 2024;
  • het verweerschrift met bijlage.

3. De klacht en de reactie van de huisarts

3.1 Klager verwijt de huisarts dat hij:

  1. Niets heeft gedaan met de resultaten van de screening;
  2. Zijn collegae in gevaar heeft gebracht;
  3. Niet verantwoordelijk heeft gehandeld;
  4. Klager niet goed heeft geïnformeerd en niet de vereiste zorg heeft verschaft.

3.2 De huisarts heeft primair verzocht klager niet-ontvankelijk te verklaren en de klacht

dus niet inhoudelijk te behandelen. Daartoe heeft de huisarts aangevoerd dat klager al zes eerdere klachten tegen hem heeft ingediend. In diverse van deze eerdere zaken heeft klager beroep ingesteld. De klacht die hij nu heeft ingediend bevat elementen die in voorgaande klachten ook zijn voorgekomen en behandeld. Ook heeft klager bij andere instanties over de huisarts geklaagd en heeft hij regelmatig verzoeken gedaan om het dossier te mogen inzien of daarover te beschikken. Volgens de huisarts is dan ook sprake van misbruik van procesrecht.

3.3 Voor het geval de klacht wel inhoudelijk wordt beoordeeld, heeft de huisarts verzocht de

klacht ongegrond te verklaren.

3.4 De voorzitter gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

4. De overwegingen van de voorzitter

Ontvankelijkheid

4.1 Net als in de beslissingen op de eerdere klachten van klager tegen de huisarts, ziet de voorzitter ook nu onvoldoende aanleiding om misbruik van recht aan te nemen. Hoewel klager in het verleden meerdere afzonderlijke klachten tegen de huisarts heeft ingediend, bestaat in het tuchtrecht niet het beginsel van concentratie van klachten en staat het klager op dit moment nog vrij om deze klacht tuchtrechtelijk te laten beoordelen. Dit betekent dat de voorzitter de klacht inhoudelijk zal beoordelen.

Beoordeling

4.2 Het verwijt dat in alle klachtonderdelen terugkomt, is een gebrek aan handelen door de huisarts met betrekking tot de uitslag van de screening ten behoeve van het onderzoek door E. De voorzitter ziet hierin aanleiding om alle klachtonderdelen gezamenlijk te beoordelen.

4.3 Klager verwijt de huisarts dat hij niets heeft gedaan met de brief van E van 3 november 2021. Door klager niet meteen naar de G te verwijzen, een longfoto of mantouxtest uit te voeren of een waarnemer te regelen, zag klager zich naar eigen zeggen genoodzaakt om naar de praktijk te gaan. Hiermee heeft de huisarts volgens klager het personeel van de praktijk onnodig in gevaar gebracht. Klager verwijt de huisarts verder dat hij hem heeft laten lopen met een besmetting, terwijl het belangrijk is om te bepalen of sprake is van open tuberculose en tuberculostaticum voor te schrijven om te voorkomen dat de bacterie zich verspreidt naar andere organen. Tot slot verwijt klager de huisarts dat hij hem niets heeft verteld over de risico’s van de besmetting, de behandeling en het gevaar ervan.

4.4 Volgens de huisarts is de deelname van klager aan het onderzoek en het geven van opvolging aan het advies naar aanleiding van de screening een eigen keuze van klager. Verweerder heeft hierbij geen enkele bemoeienis gehad. Nu klager niet is verschenen op het consult op 5 november 2021, heeft de huisarts ook geen gelegenheid gehad om met klager over een mogelijke besmetting te spreken of hem te adviseren wat te doen. Als de huisarts in de betreffende periode met klager had gesproken, dan had hij hem naar de G verwezen. Toen de praktijk wegens omstandigheden dicht was, heeft de huisarts op correcte wijze waarneming geregeld. Klager kon hier terecht met zijn vragen en klachten.

4.5 De voorzitter constateert dat de brief van 3 november 2021 met de uitslag van de screening aan klager zelf gericht is naar aanleiding van een onderzoek dat op zijn eigen initiatief is uitgevoerd. In zoverre was van betrokkenheid van de huisarts geen sprake. Naar aanleiding van die brief heeft klager zelf op 5 november 2021 een afspraak met de huisarts gemaakt. Toen klager hier niet kwam opdagen, is op 8 november 2021 door de praktijk tevergeefs geprobeerd telefonisch contact met klager te krijgen. Toen vanaf 9 november 2021 de praktijk wegens omstandigheden gesloten was, is klager hierover geïnformeerd en is een waarnemend huisarts geregeld waar hij terecht kon. Het verwijt dat de huisarts geen actie heeft ondernomen, mist dan ook feitelijke grondslag.

4.6 Voor zover klager meent dat de huisarts eerder actie had moeten ondernemen, dan wel pro-actiever had moeten zijn in verband met de (mogelijke) gezondheidsgevaren voor klager en anderen, volgt de voorzitter hem daarin niet. Klager is zelf op de afspraak van 5 november 2021 niet komen opdagen. De gelegenheid om met de huisarts te kunnen spreken en eventueel doorverwezen te kunnen worden, is daardoor niet benut. Dit komt voor klagers eigen risico en kan niet aan de huisarts worden tegengeworpen. Nadat klager niet op de afspraak was verschenen en de praktijk vervolgens wegens omstandigheden gesloten werd, heeft de huisarts klager overgedragen aan een waarnemend huisarts. Klager is hiervan op 9 november 2021 op de hoogte gebracht en vervolgens ook door de waarnemend huisarts gezien. Vanaf het moment van overdracht aan de waarnemend huisarts, is de huisarts niet meer persoonlijk betrokken geweest. Nog los van de vraag of klager een persoonlijk belang heeft bij een klacht die gaat over de gezondheid van anderen, geldt dat aan de huisarts geen persoonlijk verwijt kan worden gemaakt over iets waarbij hij niet betrokken is geweest.

Conclusie

4.7 Voorgaande betekentdat de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond is.

5. De beslissing

De voorzitter verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 2 december 2024 door M.J.C. Dijkstra, voorzitter, bijgestaan door de secretaris.

secretaris voorzitter

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

  1. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als
  • de voorzitter u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard, of
  • als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

  1. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.
  1. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.


U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.