Zoekresultaten 3051-3100 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:71 Hof van Discipline 's Gravenhage 230112

    Klacht tegen de eigen advocaat. Bekrachtiging beslissing raad. Klachten ongegrond. Naar het oordeel van het hof heeft verweerster gehandeld met de vereiste zorgvuldigheid die van een advocaat mag worden verwacht. Ondanks dat de communicatie van verweerster richting klager iets duidelijker had mogen zijn, nu er bij klager – ondanks de gegeven adviezen - klaarblijkelijk onduidelijkheid bestond over zijn juridische positie en de consequenties daarvan, heeft verweerster naar het oordeel van het hof voldoende inspanningen geleverd om klager juridisch gezien zo goed mogelijk bij te staan en van goed advies te voorzien. Ook op de inhoud van het advies heeft het hof niets aan te merken. Ook is van een belangenverstrengeling niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:15 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739527 / DW RK 23/330 EV/SM

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: geen. Het BFT beklaagt zich erover dat de gerechtsdeurwaarder haar toegevoegd-gerechtsdeurwaarder, die tevens directeur van zijn eigen incassobureau is, gefaciliteerd heeft in werkzaamheden die enkel de gerechtsdeurwaarder toebehoort. De kamer overweegt dat zowel de gerechtsdeurwaarder als de toegevoegd gerechtsdeurwaarder een eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid hebben en daarom kunnen worden aangesproken voor het eigen handelen of nalaten. Oftewel de beklaagde handelingen die de toegevoegd gerechtsdeurwaarder heeft verricht, buiten het (feitelijk) zicht van de gerechtsdeurwaarder, komen voor rekening van de toegevoegd gerechtsdeurwaarder. Maar daarnaast geldt dat op grond van art. 27 lid 1 Gdw de gerechtsdeurwaarder een verantwoordelijkheid heeft voor de namens hem door de toegevoegd gerechtsdeurwaarder verrichte ambtshandelingen en wordt hij geacht daar toezicht op uit te oefenen. De kamer stelt vast dat het toezicht in die mate tekortgeschoten is dat de toegevoegd gerechtsdeurwaarder de schijn heeft kunnen opwekken een zelfstandig gerechtsdeurwaarder te zijn.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/3810

    “Klacht tegen een psychiater die de zoon van klagers in 2017 enkele maanden heeft behandeld in verband met psychische klachten (o.a. BDD). De psychiater heeft medicatie (SSRI) voorgeschreven. De zoon van klagers had voor en tijdens de behandeling suïcidale gedachten. Twee jaar later is hij overleden als gevolg van suïcide.Klagers verwijten de psychiater onder meer dat zij de verkeerde medicatie heeft voorgeschreven, onvoldoende toezicht heeft gehouden en niet heeft gehandeld toen klagers als ouders noodsignalen gaven. Het college acht de klacht deels gegrond, concludeert dat de psychiater haar professionele regierol onvoldoende heeft vervuld en haar dossierplicht onvoldoende is nagekomen en legt de maatregel op van berisping.”

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:72 Hof van Discipline 's Gravenhage 230076

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Bekrachtiging beslissing raad. Het hof is van oordeel dat de door klager verzonden e-mail aan zijn ex-partner met daarin een aangekondigde wijziging van de inschrijving van de minderjarige dochter, voor verweerster en haar cliënte een gegronde reden opleverde om een verzoekschrift in te dienen. Verweerster heeft, ondanks dat zij het verzoekschrift namens haar cliënte heeft ingediend, de deur naar een minnelijke regeling met de advocaat van klager open willen houden, teneinde partijen alsnog in de gelegenheid te stellen om tot onderlinge overeenstemming te komen. In dat kader zijn diverse e-mails gewisseld en telefoongespreken gevoerd tussen verweerster en de advocaat van klager. Verder weegt het hof mee dat het aanhangig maken van de verzoekschriftprocedure kennelijk functioneel is geweest voor het nader tot elkaar brengen van partijen en het bewerkstelligen van een minnelijke regeling. Deze is echter niet tot stand is gekomen, zodat de rechtbank hierover een beslissing heeft moeten nemen. Onder deze omstandigheden is naar het oordeel van het hof geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster. Verweerster heeft door haar handelwijze de belangen van klager bovendien niet onevenredig geschaad zonder redelijk doel. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:16 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 725548 DW RK 22/423 EV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd te controleren wat de status van de openstaande vordering was voordat hij “met een druk op de knop” beslag heeft gelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:42 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-086/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld bij het incasseren van zijn vordering op klagers. Klacht over de dienstverlening is te laat. Kennelijk ongegrond/Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:3 Kamer voor het notariaat Amsterdam 736436/NT 23-26

    Het handelen van de notaris waarop de klacht betrekking heeft betreft het afleggen van de verklaring onder ede ter gelegenheid van de mondelinge behandeling bij de rechtbank van de zaak die de dochter van verkoper van een registergoed tegen klaagster en haar echtgenoot had aangespannen. Volgens klaagster had de notaris niet zo kunnen en mogen verklaren als hij heeft gedaan, omdat de details in zijn verklaring niet kloppen. En als die details niet kloppen, dan kan volgens klaagster de verklaring ook niet juist zijn. De kamer is van oordeel dat de notaris zich te stelling heeft uitgelaten over hetgeen hij meende dat was voorgevallen bij de overdracht van het perceel. De notaris heeft niet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gehandeld. De kamer legt de notaris de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:73 Hof van Discipline 's Gravenhage 220244D

    Dekenbezwaar tegen advocaat en kantoor door raad ongegrond verklaard. Bezwaar tegen kantoor geldt als bezwaar tegen de advocaat in zijn hoedanigheid van bestuurder van het kantoor. Wederzijds hoger beroep. Beroep verweerder op niet-ontvankelijkheid faalt: deken heeft geen misbruik van bevoegdheid gemaakt door signalen te onderzoeken en dekenbezwaar in te dienen. Hof vernietigt beslissing raad: dekenbezwaar tegen advocaat in beide hoedanigheden gegrond, onvoorwaardelijke schorsing 12 weken. Hof oordeelt dat sprake is van een ontoelaatbaar kantoorbeleid (en sturing van de advocaten op dat beleid) op het gebied van toevoegingen in sociale zekerheid, met name door ontbreken persoonlijk contact met cliënten (geen fysieke intake, geen bespreking goede en kwade kansen, in beginsel niet meegaan naar zittingen). Het meegaan naar zitting is niet nutteloos, zoals verweerders hebben gesteld, maar hoort bij een zorgvuldige belangenbehartiging voor de cliënt. Niet bijhouden van door RvR vereiste urenregistratie is eveneens tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:74 Hof van Discipline 's Gravenhage 230089

    In deze zaak is enkel nog de ontvankelijkheid aan de orde. Heeft klaagster tijdig geklaagd? De advocaat heeft slechts éénmaal een opdrachtbevestiging naar klaagster heeft gestuurd, terwijl hij haar in dertien zaken heeft bijgestaan. Voor alle zaken heeft de advocaat toevoegingen aangevraagd. Daarnaast is de advocaat betaald door een verzekeraar en heeft hij klaagster een factuur gestuurd. De advocaat heeft klaagster brieven gestuurd waarin wordt gesproken over een uurtarief, verschillende (in rekening te brengen) bedragen, en (proces)kosten. Het hof is van oordeel dat de advocaat klaagster niet goed heeft geïnformeerd over de financiële gevolgen van de zaken. De handelwijze van de advocaat is niet terug te voeren op één moment zodat klaagster ontvankelijk wordt verklaard in haar klacht over het onvoldoende informeren over de financiële aspecten van de zaken. Klaagster wordt in het andere onderdeel van haar klacht (over de declaratie) niet-ontvankelijk verklaard, doordat zij niet tijdig heeft geklaagd. De beslissing van de raad wordt gedeeltelijk vernietigd en aan de advocaat wordt een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:56 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-034/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over communicatie met de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5582

    Klacht tegen tandarts grotendeels gegrond. Verweerder heeft verstandskies getrokken zonder klager vooraf op risico’s te wijzen. Ook als in dossier staat dat patiënt geïnformeerd is, moet behandelaar verifiëren of dat juist is en de patiënt alles heeft begrepen. De extractie is verder ondeugdelijk uitgevoerd met een ongebruikelijke techniek. Een flink stuk van de kroon is blijven zitten en was ankylotisch. Er is zenuwschade ontstaan. Nergens blijkt uit dat de tandarts bekwaam was om deze extractie te verrichten. Tandarts kent KIMO richtlijnen niet. Voorwaardelijke schorsing 8 weken, publicatie en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:57 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-038/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een zakelijk geschil in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5062

    Huisarts. Verweerder is huisarts en de broer van klager. Er bestaat verschil van inzicht over de zorg voor hun inmiddels overleden vader.Klacht: Huisarts heeft zijn positie misbruikt door een onjuiste medische verklaring over klager af te leggen die in een juridische procedure is gebruikt. Dat erkent verweerder. Daarnaast verwijt klager hem dat hij medische informatie van de vader heeft achtergehouden en foutieve medische informatie over vader heeft ingezet in rechtszaken. Ten slotte verwijt klager hem dat hij de vader niet de juiste medische behandeling heeft gegeven.College: Deels gegrond. Vaststaat dat verweerder mentor en bewindvoerder van vader was, maar niet diens huisarts. De klacht over de verklaring is gegrond. Het college legt de maatregel van waarschuwing op. In de overige klachtonderdelen is klager niet-ontvankelijk, dan wel is het klachtonderdeel ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:54 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-863/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:55 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-033/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De cliënte van verweerder meent een vordering te hebben op klaagster. Verweerder mag dat standpunt namens zijn cliënte kenbaar maken aan klaagster. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:54 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-756/AL/NN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. De raad is niet gebleken dat verweerder zich beledigend of laatdunkend heeft uitgelaten en evenmin dat hij halve waarheden en leugens verkondigd zou hebben. Wel heeft verweerder klaagster rechtstreeks benaderd, terwijl hij wist dat klaagster een advocaat had. Weliswaar geeft de betreffende gedragsregel, die dit verbiedt, een uitzondering op de hoofdregel voor het geval een aanzegging met rechtsgevolg wordt gedaan, maar die uitzondering geldt niet indien het beoogde rechtsgevolg ook bereikt kan worden door enkele verzending van deze mededeling aan de advocaat van de wederpartij. Niet valt in te zien waarom in deze casus alleen een schrijven aan de advocaat van de wederpartij niet zou hebben volstaan. Bovendien moet de advocaat zich dan ook beperken tot enkel die aanzegging met rechtsgevolg. De brief van verweerder in deze is echter veel uitvoeriger dat dat. Dit klachtonderdeel is gegrond. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:43 Raad van Discipline Amsterdam 23-824/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat ongegrond. Tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerster, heeft klager niet aannemelijk gemaakt dat verweerster de (gerechtvaardigde) indruk bij hem heeft gewekt dat zij hoger beroep (in zaak a) voor klager zou instellen. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:55 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-718/AL/NN

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft een map van klager per gewone post aan hem toegezonden, maar klager heeft deze niet ontvangen. Bijna een jaar later komt de map ineens weer boven water. De raad is van oordeel dat verweerster onzorgvuldig met voor klager belangrijke stukken is omgegaan. Ook heeft verweerster zonder toestemming van klager een medische verklaring - opgesteld door diens huisarts - gebruikt om tegen de wil van klager uitstel voor een zitting te vragen met als reden de medische toestand van haar cliënt, terwijl de eigenlijke reden voor het verzochte uitstel een andere was. Maatregel: voorwaardelijke schorsing van twee weken met proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:44 Raad van Discipline Amsterdam 23-831/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat ongegrond. Verweerder heeft binnen de grenzen gehandeld van de beleidsvrijheid die hij als advocaat heeft en van enige onzorgvuldigheid aan de kant van verweerder is de raad niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-384/AL/OV

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerster, net als haar kantoorgenoot met wie zij samenwerkte (zie ook klachtzaak 23-383/AL/OV), in strijd met gedragsregel 15 lid 1 gehandeld door tegen klaagster als voormalig cliënt op te treden. Naar het oordeel van de raad is niet voldaan aan de uitzonderingsvoorwaarden als bedoeld in gedragsregel 15 lid 3. In zoverre is de klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:45 Raad van Discipline Amsterdam 23-631/A/NH 23-632/A/NH 23-633/A/NH

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:57 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-591/AL/MN

    De raad oordeelt dat alleen de cliënt van verweerster over haar werkzaamheden kan klagen. Een klachtonderdeel is te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk. Verweerster heeft erkend dat zij is tekortgeschoten in haar zorgplicht richting klager door aan hem een onjuiste voorstelling van zaken te geven door te beweren dat zij een procedure aanhangig had gemaakt, terwijl dat niet het geval was. Dat in een van de zaken van klager de toevoeging alsnog is ingetrokken en zij hem betalend is gaan bijstaan, kan haar in de geschetste omstandigheden tuchtrechtelijk niet worden verweten. De overige verwijten zijn niet komen vast te staan. Verweerster heeft naar het oordeel van de raad onvoldoende haar verantwoordelijkheid genomen om haar gemaakte fout op te lossen, wat zij allicht in goed overleg met klager had kunnen doen. Ook tijdens de zitting van de raad heeft verweerster geen verantwoordelijkheid kunnen of willen afleggen over haar nalatigheid in genoemde zaak, terwijl zij wist dat klager 1 daar veel belang aan hechtte. Verweerster heeft dan ook niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Daarbij heeft zij naar het oordeel van de raad de kernwaarde integriteit (artikel 10a Advocatenwet) geschonden door te (blijven) volharden in haar eigen leugen richting klager. Alle omstandigheden samen resulteren daarin dat naar het oordeel van de raad aan verweerster een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor vier weken moet worden opgelegd, met zowel een bijzondere voorwaarde als een algemene voorwaarde.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:46 Raad van Discipline Amsterdam 23-647/A/A

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5284

    De vader van klaagster verbleef in de woonzorginstelling waar verweerder werkte als specialist ouderengeneeskunde. Patiënt leed aan vasculair parkinsonisme en gebruikte bij opname Sinemet. De dosering van deze medicatie door de verpleegkundig specialist tijdens het verblijf van patiënt in de woonzorginstelling meermaals aangepast. Klaagster verwijt verweerder dat hij onzorgvuldig is geweest bij het bepalen en voeren van het medicatiebeleid en in de communicatie over – onder meer – dit medicatiebeleid. Het college gaat in de beslissing in op de positie van de specialist ouderengeneeskunde in relatie tot de verpleegkundig specialist en de reikwijdte van de in levenstestament gegeven volmacht. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:50 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-458/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5285

    De vader van klaagster verbleef in de woonzorginstelling waar verweerster werkte als specialist ouderengeneeskunde. Klaagster verwijt de specialist ouderengeneeskunde onzorgvuldige communicatie na een uitspraak van de Geschillencommissie Zorg, waarbij verweerster zich volgens klaagster niet toetsbaar heeft opgesteld en er geen ruimte is geweest voor een gesprek over het gevoerde medicatiebeleid. Het college overweegt dat het door de verpleegkundig specialist gevoerde medicatiebeleid en de communicatie daarover niet onzorgvuldig was en dat de klacht op dit punt door de Geschillencommissie ook ongegrond is verklaard. Desondanks is in een later gesprek door de verpleegkundig specialist in aanwezigheid van verweerster aan klaagster nog een nadere toelichting gegeven op het beleid. De beslissing een volgend gesprek te beperken tot de aan patiënt nog te geven zorg, was niet onzorgvuldig.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:70 Hof van Discipline 's Gravenhage 230130H

    Herzieningsverzoek. Verzoeker heeft kort voordat het hof uitspraak zou doen inzake het door hem ingestelde hoger beroep zijn hoger beroep ingetrokken. Toen het hof niet direct bevestigde dat geen uitspraak zou worden gedaan, heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend. Dit verzoek is kennelijk ongegrond verklaard. Het hof heeft vervolgens uitspraak gedaan en aan verzoeker de maatregel van schrapping opgelegd. Verzoeker verzoekt in deze zaak om herziening. Volgens hem is sprake van schending van een fundamenteel rechtsbeginsel, nu hij niet gehoord is over de intrekking van het hoger beroep. Het hof verklaart het herzieningsverzoek ongegrond. Hoewel verzoeker, analoog aan artikel 47a Advocatenwet, meer expliciet in de gelegenheid had moeten worden gesteld om een standpunt in te nemen over de voortzetting van zijn zaak, heeft hij die gelegenheid feitelijk wel gehad en daarvan ook gebruik gemaakt. Ook de overige door verzoeker aangevoerde gronden kunnen niet tot herziening leiden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:51 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-500/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5857

    Klacht tegen anesthesioloog kennelijk ongegrond. Klaagster is op 11 februari 2022 geopereerd vanwege de vernauwing in de dunne darm, waarbij een deel van de dunne darm werd verwijderd. Voorafgaand aan de operatie is klaagster op 20 januari 2022 bij de anesthesioloog op de poli geweest voor een preoperatieve screening. Na de operatie zijn complicaties opgetreden. Klaagster verwijt de anesthesioloog dat zij onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen van de preoperatieve screening. Het college oordeelt dat de anesthesioloog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:52 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-519/DH/DH

    Verzet gegrond. De voorzitter heeft in de voorzittersbeslissing de indruk gewekt dat relevant is dat de vragen door verweerster zijn beantwoord op een moment dat klaagsters geen cliënte meer was, terwijl de geheimhoudingsplicht ook geldt ten aanzien van oud-cliënten. Klacht alsnog ongegrond. Het is de raad niet gebleken dat de door verweerster gegeven antwoorden strijdig zouden zijn met de jegens klaagster door verweerster in acht te nemen geheimhoudingsplicht.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-127/DB/OB/D

    Raadsbeslissing. 60ab-verzoek. Verweerder heeft de deken door zijn handelen en nalaten op ernstige wijze in zijn toezichthoudende taak gefrustreerd (gedragsregel 29) en niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Daarnaast heeft verweerder in strijd gehandeld met de bepalingen in de Verordening op de advocatuur (Voda) die zien op het voeren van een gedegen kantoororganisatie en met de kernwaarden deskundigheid en integriteit (artikel 10a Advocatenwet). Uit de aan de raad overgelegde stukken en het ter zitting verhandelde blijkt voldoende dat sprake is van een ernstig vermoeden van een handelen door verweerder waardoor enig door artikel 46 beschermd belang ernstig is geschaad of dreigt te worden geschaad.Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt in voldoende mate dat verweerder er geen blijk van geeft zijn praktijk behoorlijk te kunnen uitoefenen. Verweerder blijkt niet in staat om aan meerdere op hem rustende (administratieve) verplichtingen te voldoen, is onbereikbaar, onttrekt zich aan het toezicht van deken en verschijnt niet bij de tuchtrechter. Er is naar het oordeel van de raad op grond van het voorgaande sprake van een dusdanig spoedeisend belang dat enig door artikel 46 Advocatenwet beschermd belang schorsing met onmiddellijke ingang vergt. Toewijzing verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:53 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-721/DH/DH

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in een kwestie over omgang en informatie. Verweerster heeft bij de behandeling van klagers zaak onvoldoende voortvarendheid betracht en onvoldoende met klager gecommuniceerd over de voortang van de zaak en zaken of omstandigheden die de voortang belemmerden. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5530

    Klaagster is na een polsbreuk geopereerd door de chirurg. Na de operatie heeft klaagster pijnklachten gehouden. Klaagster verwijt de chirurg dat hij de operatie onjuist heeft uitgevoerd en verkeerd materiaal heeft gebruikt. Ook verwijt klaagster de chirurg dat hij haar klachten na de operatie heeft genegeerd en dat hij niet eerder aanvullend onderzoek heeft laten doen. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5283

    De vader van klaagster verbleef in de woonzorginstelling waar verweerster werkte als verpleegkundig specialist. Patiënt leed aan vasculair parkinsonisme en gebruikte bij opname Sinemet. De dosering van deze medicatie is door de verpleegkundig specialist tijdens het verblijf van patiënt in de woonzorginstelling meermaals aangepast. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist dat zij onzorgvuldig is geweest bij het bepalen en voeren van het medicatiebeleid en in de communicatie over – onder meer – dit medicatiebeleid. Het college gaat in de beslissing in op de positie van de verpleegkundig specialist en de reikwijdte van de in levenstestament gegeven volmacht. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-369/DH/DH

    Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:57 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1995

    Klacht tegen een huisarts. Klager heeft zich in 2021 bij de huisarts gemeld met onder andere hoofdpijnklachten nadat een deel van zijn gebit was getrokken. De klachten leken even te verbeteren toen de huisarts aan hem een antibioticakuur had voorgeschreven. Enige tijd later kreeg klager opnieuw klachten, andere dan eerder, en bleek dat bij hem sprake was van een endocarditis. Volgens klager heeft de huisarts deze diagnose gemist. Ook was er volgens klager geen sprake van ‘informed consent’ wat betreft het beleid van de huisarts, heeft de huisarts achteraf onwaarheden verklaard en heeft hij onjuistheden in het medisch dossier geplaatst. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart alleen het klachtonderdeel over de onwaarheden gegrond en legt aan de huisarts een waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege is, anders dan het Regionaal Tuchtcollege, van oordeel dat de huisarts daarnaast in een bepaalde periode te weinig onderzoek heeft gedaan, klager niet voldoende heeft geïnformeerd en bij het bepalen van het vervolgbeleid onvoldoende proactief heeft opgetreden. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de opgelegde waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:69 Hof van Discipline 's Gravenhage 230113

    klacht tegen advocaat tegenpartij. Bekrachtiging beslissing raad. Klacht ongegrond. Voor verweerster waren voldoende aanknopingspunten om - namens haar cliënte - te refereren aan de in de processtukken genoemde term ‘ouderverstoting’ en hiermee een link te leggen met de feitelijke situatie waarin haar cliënte verkeert. Dat vervolgens de link wordt gelegd met de houding van klager acht het hof in de gegeven omstandigheden ook niet onbegrijpelijk

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-42

    Na het overlijden van erflater vernam klager dat de notaris een akte constatering wettelijke verdeling inzake de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster heeft gepasseerd. Uit de akte blijkt dat alleen erflater als langstlevende partij was. Klager heeft geen kennis kunnen nemen van een concept of van een afschrift van de akte, terwijl hij belanghebbende is en hij samen met erflater en de zus als erfgenamen partij had moeten zijn. Door deze partijdige handelwijze van de notaris zijn de belangen van klager geschaad

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-24

    De verwijten die klager de notaris maakt zijn samengevat: het niet opgeven van nevenbetrekkingen, het nalaten van vermogensbeheer, het versturen van niet gespecificeerde nota’s en het benoemen van familieleden in het ANBI-bestuur.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5529

    Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. De behandeling bestond uit het tapen van de rug/schouderregio. Daarvoor waren het ontkleden van het bovenlichaam en losmaken van de bh nodig. De bh is niet geheel uitgegaan. Er was sprake van behandeling van een kwetsbare, minderjarige patiënte en met deze omstandigheden had de fysiotherapeut meer rekening kunnen houden bij het maken van de afweging om de behandeling met tape bij deze patiënte wel of niet uit te voeren. Dit neemt niet weg dat niet kan worden vastgesteld dat sprake was van grensoverschrijdend gedrag of onprofessioneel handelen. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:25 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-14

    Klagers hebben de notaris benaderd, omdat zij het niet eens zijn met de totstandkoming en inhoud van het testament en het levenstestament van moeder. Moeder is nog in leven.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:26 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-16 en 23-17

    Klager ervaart [kandidaat-notaris A] als klantonvriendelijk, arrogant en incompetent. Volgens klager is [kandidaat-notaris B] bij de afhandeling van de boedel in de fout gegaan. Klager verwijt het notariskantoor in de kern dat zij na het overlijden van erflater de rol van executeur naar zich toe heeft getrokken om meer geld te verdienen, terwijl zij daarvoor nooit was gevraagd en ingehuurd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:8 Accountantskamer Zwolle 23/1509 Wtra AK

    Kantoortoetsing: gegronde klacht, de accountant krijgt de maatregel van doorhaling voor de duur van één jaar opgelegd. Betrokkene is de enige accountant binnen zijn accountantskantoor. In 2018 heeft een reguliere toetsing plaatsgevonden. De conclusie was dat het kwaliteitssysteem op belangrijke onderdelen niet voldoet. In het kader van de voortgezette toetsing en hertoetsing in 2021 zijn dossiers als onvoldoende beoordeeld. In zijn eindoordeel heeft de Raad voor Toetsing geoordeeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing in opzet en werking niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep. De Accountantskamer komt de conclusie dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn rol als verantwoordelijk accountant en in zijn verantwoordelijkheid als kwaliteitsbepaler. Bij de bepaling van de duur van de termijn van de opgelegde maatregel is onder meer rekening gehouden met de ernst van de gemaakte fouten en de moeilijke persoonlijke omstandigheden van betrokkene.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:68 Hof van Discipline 's Gravenhage 230115

    Klacht tegen eigen advocaat over op zitting gesloten vaststellingsovereenkomst. De raad is de buiten de omvang van de klacht en daarmee de rechtsstrijd getreden door ook het optreden van de advocaat voorafgaand aan de zitting bij de klacht te betrekken. Daar werd immers niet over geklaagd. Verder is niet komen vast te staan dat de advocaat klager niet goed zou hebben bijgestaan op zitting of niet goed zou hebben geïnformeerd over/betrokken bij de inhoud van de te sluiten vaststellingsovereenkomst. De klachten worden alsnog ongegrond verklaard en de beslissing van de raad waarbij onder meer een maatregel is opgelegd, wordt vernietigd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:53 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-900/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:47 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-852/AL/NN

    Voorzittersbeslissing over klacht tegen deken. Uit de namens verweerster met klaagster gevoerde correspondentie is de voorzitter gebleken dat verweerster voorafgaand aan de aanwijzing van mr. B als advocaat van klaagster op grond van artikel 13 Advocatenwet gedegen onderzoek naar de geschiktheid van mr. B heeft gedaan. De voorzitter is verder uit de stukken gebleken dat verweerster na de aanwijzing van mr. B als advocaat de gemaakte keuze op uitvoerige wijze aan klaagster heeft toegelicht. Ook heeft verweerster, totdat een klacht tegen haar werd ingediend, op verschillende manieren geprobeerd om met klaagster uit de ontstane impasse te komen. Dat klaagster desondanks en om haar moverende redenen niet instemde met de aanwijzing van mr. B kan zo zijn, maar maakt het handelen van verweerster nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerster en haar stafjurist hebben naar het oordeel van de voorzitter immers gedaan wat van hen verwacht mocht worden in de gegeven omstandigheden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426209 KL RK 23-109

    Opdracht tot opstellen testament niet door moeder zelf gemaakt. De kamer heeft geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de gegeven toelichting van de kandidaat-notaris niet strookt met de waarheid. De kamer gaat er dan ook vanuit dat de kandidaat-notaris in opdracht van de moeder een testament heeft opgesteld, die uiteindelijk -eveneens op verzoek van de moeder- niet is gepasseerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:48 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-859/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij van klaagster in civiel geschil. Verweerder heeft als partijdig advocaat de grenzen van de hem toekomende vrijheid niet overschreden. Hij heeft na eigen onderzoek een uitgebreid verweer in de bodemprocedure noodzakelijk geoordeeld als ook het opstarten van een kort geding tegen klaagster. Niet is gebleken dat daarbij sprake is geweest van onnodig en kansloos procederen of onnodig tijd rekken door verweerder of dat verweerder zijn eigen financiële belangen daarbij voorop heeft gesteld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-387/AL/GLD

    Klacht over advocaat wederpartij. Klaagster klaagt erover dat aan de zijde van verweerder sprake is van belangenverstrengeling. Ook zou verweerder onjuiste informatie hebben verstrekt en zou hij niet hebben gezocht naar een minnelijke oplossing. Van de gestelde verwijten is de raad niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:65 Hof van Discipline 's Gravenhage 230144

    Aan de klacht ligt een geschil ten grondslag tussen twee broers die ieder voor de helft eigenaar waren van een groot concern. Verweerder was aanvankelijk advocaat van een van de dochters in het concern. Hij werd ingeschakeld voor alledaagse juridische zaken. Vanaf november 2018 raakte verweerder op de hoogte van het geschil tussen de broers, dat tot een impasse in de besluitvorming binnen het concern leidde, althans dreigde te leiden. Vanaf dat moment is verweerder ook in dat geschil gaan adviseren. Hij deed dat in ieder geval in opdracht van de dochter, daarbij vertegenwoordigd door één van beide broers. Die broer was steeds de contactpersoon van verweerder geweest. Daarnaast had verweerder ook veelvuldig contact met de adviseurs die diezelfde broer in het geschil, onder wie de advocaat van die broer in privé. Klager in deze zaak is de andere broer. Hij verwijt verweerder terecht dat hij hem niet heeft geïnformeerd over de adviezen die verweerder als advocaat van de vennootschappen in het aandeelhouders- en bestuurdersgeschil gaf aan zijn broer. Klager verwijt verweerder verder ook terecht dat hij ook optrad als privé-adviseur van zijn broer. Het hof vindt de door de raad opgelegde berisping te zwaar. De verweten gedragingen vonden plaats in de context van een grote onderneming die stuurloos dreigde te raken. Waarschuwing,