Zoekresultaten 1951-2000 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:89 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-328/DB/OB
- Datum publicatie: 09-07-2024
- Datum uitspraak: 04-07-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:89
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De e-mails die klaagster en verweerder naar elkaar hebben gestuurd geven blijk van irritatie en wederzijds onbegrip en hoewel begrijpelijk is dat klaagster de toon van de e-mails van verweerder als onprettig heeft ervaren, is de voorzitter van oordeel dat verweerder met de inhoud en toon van zijn berichten is gebleven binnen de grenzen van de aan hem toekomende vrijheid. Voor zover klaagster verweerder verwijt dat hij zich niet heeft ingespannen om zijn cliënt, die zich volgens klaagster heeft schuldig gemaakt aan intimidatie, bedreiging en stalking, in zijn gedrag te matigen en zodoende strafbaar gedrag jegens klaagster te voorkomen, overweegt de voorzitter als volgt. Een advocaat kan in beginsel niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor gedragingen van zijn cliënt. Bij gebreke van een feitelijke onderbouwing, die niet is gegeven, valt niet in te zien op welke wijze verweerder het strafbare gedrag waaraan de man zich volgens klaagster heeft schuldig gemaakt, had moeten en kunnen voorkomen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:17 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/427977 / KL RK 23-128
- Datum publicatie: 05-07-2024
- Datum uitspraak: 03-07-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:17
Klager verwijt de notaris dat hij de opdracht tot doorhaling van de hypothecaire inschrijving kwalitatief onvoldoende en niet voortvarend genoeg heeft behandeld, dat de notaris niet heeft gereageerd op berichten van klager en op zijn verzoeken om (alle) dossierstukken aan klager te verstrekken, en dat de notaris niks heeft gedaan met de ingediende interne klacht tegen medewerker notaris. De kamer is van mening dat de zorgvuldigheidsnorm is geschonden. Ook heeft de notaris niet de volledige regie, zeggenschap en toezicht gehad over/op de werkzaamheden en zijn medewerker. De notaris heeft klager niet voldoende geïnformeerd over de voortgang van de werkzaamheden, heeft de ingediende interne klacht niet naar behoren behandeld en ook de kwaliteit van de uitvoering van de werkzaamheden was onder de maat. Door zijn handelen en nalaten heeft de notaris het vertrouwen geschaad dat rechtzoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen. De gegronde klachtonderdelen zien op uit de Wna en daaraan gerelateerde regelgeving voortvloeiende kernwaarden in het notariaat zoals (de grootst mogelijke) zorgvuldigheid en deskundigheid. De notaris heeft geen blijk gegeven van het besef dat zijn handelen niet juist was. De kamer acht dit alles klachtwaardig en acht de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6773
- Datum publicatie: 05-07-2024
- Datum uitspraak: 05-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:148
Ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. De ex-partner is behandeld bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. De ex-partner van klager heeft in een echtscheidingsprocedure een verklaring over de behandeling en een kopie van het behandelplan ingebracht. Klager verwijt de GZ-psycholoog dat de verklaring is afgegeven en dat zowel in de verklaring als in het behandelplan het verhaal van de ex-partner wordt gepresenteerd als feit, zonder dat duidelijk is dat het slechts de visie van de ex-partner is. De klacht over de verklaring is ongegrond omdat de GZ-psycholoog hier niet bij betrokken was. De klacht over het behandelplan is ook ongegrond. Een behandelplan is geen geneeskundige verklaring en kan ook niet worden aangemerkt als een rapportage. Uit de aard van het behandelplan volgt dat in de geestelijke gezondheidszorg de beschrijving van de problemen meestal een weergave is van de beleving en de klachten van de cliënt. Naar het oordeel van het college betekent dit dat in zijn algemeenheid aan een behandelplan niet de eis kan worden gesteld dat dit ook nadrukkelijk blijkt uit de bewoordingen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6625
- Datum publicatie: 05-07-2024
- Datum uitspraak: 05-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:149
Deels gegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog was de therapeut van de oudste zoon van klaagster. De GZ-psycholoog heeft een melding gedaan bij Veilig Thuis om beter zicht te krijgen op de situatie van de jongste zoon. Klaagster verwijt de GZ-psycholoog dat zij relevante informatie voor haar heeft achtergehouden over haar oudste zoon en ex-partner en tijdens telefoongesprekken onevenredig veel druk op haar heeft uitgeoefend om in therapie te gaan. Ook verwijt klaagster de GZ-psycholoog dat zij zich vooringenomen heeft opgesteld door informatie niet te verifiëren en niet geverifieerde informatie als feiten neer te leggen bij Veilig Thuis. Daarnaast verwijt klaagster de GZ-psycholoog dat er zonder haar toestemming contact is opgenomen met de school van haar jongste zoon. De eerste twee klachtonderdelen zijn ongegrond. De oudste zoon van klaagster was in de periode waar de klacht over gaat 15 jaar. De met gezag belaste ouders hebben recht op informatie over een kind van 12 tot en met 15 jaar, voor zover die informatie relevant is voor het geven van toestemming voor een behandeling. Klaagster was geïnformeerd over de therapie en had hiervoor ook toestemming gegeven. De GZ-psycholoog kon en mocht zonder toestemming van de oudste zoon en de ex-partner geen verdere informatie verstrekken. Het college kan niet vaststellen hoe de telefoongesprekken met klaagster zijn verlopen en dus ook niet of de GZ-psycholoog bij die gesprekken klachtwaardig heeft gehandeld. De klachtonderdelen over de Veilig Thuis-melding en het contact met school zijn gegrond. De GZ-psycholoog had ervoor had moeten zorgen dat klaagster om toestemming was gevraagd voor het benaderen van de school van haar jongste zoon voor informatie. Bij het doen van de melding zijn ten onrechte de zorgen en het voornemen om een melding te maken niet met klaagster besproken (stap 3 meldcode). De GZ-psycholoog had zich meer kunnen en moeten inspannen om hierover contact te krijgen met klaagster. Het college acht bovendien de formulering van de melding onvoldoende zorgvuldig. Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/423794 KL RK 23-82
- Datum publicatie: 05-07-2024
- Datum uitspraak: 29-04-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:15
Klagers voeren aan dat de inhoud van het testament niet rechtsgeldig tot stand is gekomen, mede omdat alles wordt nagelaten aan een dementerende vriendin. Deze klacht wordt door de kamer ongegrond verklaard op basis van de door klagers gestelde argumenten en met de overweging dat dementie geen beletsel vormt om te erven. Tevens wordt de verdere afhandeling van de nalatenschap van erflater in twijfel getrokken en wordt de notaris beschuldigd van belangenverstrengeling. Klagers zijn geen erfgenamen en geen executeur en worden daarom in deze niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426472 / KL RK 23-111
- Datum publicatie: 05-07-2024
- Datum uitspraak: 24-05-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:16
Een onderdeel van de klacht betreft de twijfel of het testament rechtsgeldig is, omdat geen onderzoek is gedaan naar de wilsbekwaamheid van erflaatster. Naar het oordeel van de kamer was de psychische problematiek van erflaatster echter wel een indicator voor de notaris om nader onderzoek te doen naar de wilsbekwaamheid van erflaatster. Dit onderzoek (Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van de notariële dienstverlening”) heeft de notaris vervolgens op een correcte wijze uitgevoerd. Het eerste klachtonderdeel is dan ook ongegrond. Een tweede onderdeel van de klacht betreft een verwijt dat de notaris de nalatenschap niet voortvarend afwikkelde en de afgifte van de urn van erflaatster verliep moeizaam. De kamer oordeelt dat klagers geen erfgenamen zijn en in beginsel geen recht hebben op afgifte van de urn en dat de notaris aan hen geen verantwoording of informatie verschuldigd is over de afwikkeling van de nalatenschap en acht dit klachtonderdeel ongegrond. Een derde klachtonderdeel betreft het verwijt dat de notaris niet correct en tijdig heeft gehandeld, met mogelijk financieel nadeel als gevolg. De kamer oordeelt dat ook deze klacht niet-ontvankelijk is, omdat bewindvoerder of de erfgenamen nimmer hebben geklaagd en bewindvoerder geen deel uit wenste te maken van deze klachtenprocedure.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:104 Raad van Discipline Amsterdam 24-316/A/A 24-318/A/A
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 17-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:104
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege het overschrijven van de vervaltermijn van drie jaar.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:105 Raad van Discipline Amsterdam 24-334/A/NH
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 17-06-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:105
Voorzittersbeslissing; Betreft een klacht over de advocaat wederpartij; Van grievende uitlatingen is geen sprake. De woordkeuze van verweerder is passend in de context van het debat. In zoverre is de klacht kennelijk ongegrond. Voor zover verweerder schending van gedragsregels 14 en 15 wordt verweten, geldt dat het niet aan klager als wederpartij is om te klagen over kwesties die zien op de advocaat-cliëntrelatie. Hiervoor ontbreekt een rechtstreeks belang bij klager. De klacht is in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:16 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/01 en SHE/2024/02
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:16
De klachten gaan over de gepasseerde (levens)testamenten van erflaatster, de handelwijze van de beide notarissen als gevolmachtigde van erflaatster en/of hun feitelijk handelen (namens een executeur-afwikkelingsbewindvoerder) bij de afwikkeling van erflaatsters nalatenschap. De klacht tegen notaris 2 is ongegrond verklaard. Ten aanzien van notaris 1 is de klacht - voor zover die betrekking heeft op het testament van erflaatster en op het verkooptraject van de woning - gegrond verklaard. Notaris 1 heeft dus op twee verschillende vlakken onzorgvuldig gehandeld. Hij heeft de kamer niet kunnen overtuigen dat hij voldoende aan eigen waarneming heeft gedaan om de wilsbekwaamheid en onafhankelijke wilsvorming van erflaatster naar behoren te kunnen beoordelen. Daarnaast is hij onvoldoende zorgvuldig geweest tijdens het verkooptraject van de woning. Notaris 1 heeft onvoldoende oog (gehad) voor de voorzienbare nadelige gevolgen die zijn tekortschieten voor erflaatsters nalatenschap heeft gehad. Mede in aanmerking genomen het blanco tuchtrechtelijk verleden van notaris 1 is volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/51
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:17
De klacht gaat over de handelwijze van de notaris die mede is opgetreden in zijn hoedanigheid van bestuurder van een Stichting Administratiekantoor (STAK), die de aandelen houdt in een familiebedrijf. De (inmiddels overleden) echtgenoot van klaagster was de grondlegger van dat familiebedrijf. Door onder andere de (advocaat)kosten van de eerder door klaagster en de dochter tegen de notaris gestarte klachtprocedures bij de holding van het familiebedrijf in rekening te brengen en een bestuursbesluit van de STAK vanaf een bepaald moment niet meer uit te voeren, heeft de notaris het vertrouwen geschaad dat klaagster mag stellen in het notariaat. De klacht is in zoverre gegrond verklaard. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd. Daarbij heeft de kamer in aanmerking genomen dat klaagster eerder een klacht tegen de notaris heeft ingediend en dat deze klachtprocedure op een eerdere klachtprocedure voortborduurt. In de eerste klachtzaak is aan de notaris al een berisping opgelegd. Verder neemt de kamer in aanmerking dat partijen elkaar op meerdere vlakken in de haren vliegen. Los van de eerdere klachtprocedure heeft klaagster de notaris vanaf 2019 in verschillende civiele procedures betrokken, in welke procedures haar vorderingen en verzoeken steeds zijn afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:121 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2081
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 03-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:121
Wrakingsverzoek gericht tegen de voorzitter, twee leden-juristen en een lid-beroepsgenoot. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:122 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2082
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 03-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:122
Wrakingsverzoek gericht tegen de voorzitter en twee leden-juristen. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:123 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2352
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 03-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:123
Klacht tegen huisarts. Klaagster is meerdere keren bij de huisarts geweest wegens klachten van misselijkheid en duizeligheid. Ook viel zij in korte tijd af. De huisarts heeft klaagster medicatie voorgeschreven voor de misselijkheid en bloedonderzoek laten verrichten. Ook heeft hij klaagster verwezen naar de mdl-arts. Uit onderzoek kwamen geen afwijkingen naar voren. Wel constateerde de MDL-arts een verdikte lymfeklier. In de brief aan de huisarts schreef de MDL-arts dat zij aan klaagster had geadviseerd met de huisarts contact op te nemen om daar nader onderzoek naar te verrichten. Daarnaast adviseerde zij de huisarts om verwijzing naar een KNO-arts of neuroloog te overwegen vanwege draaiduizeligheid. De huisarts heeft klaagster vervolgens verwezen naar de KNO-arts. Deze constateerde BPPD. Klaagster kreeg hiervoor medicatie. De medicatie beviel niet en klaagster bleef afvallen. Zij meldde zich bij de huisarts voor andere medicatie. Na controle bij de KNO-arts kreeg klaagster oefeningen voor haar BPPD. Ook is klaagster naar de fysiotherapeut gegaan en is zij door de huisarts verwezen naar de revalidatiearts in verband met fibromyalgie. Klaagster is uiteindelijk overgestapt naar een andere huisarts. Er zijn nog meerdere onderzoeken door diverse specialisten gedaan. Uiteindelijk is bij klaagster de diagnose PLS gesteld. Klaagster verwijt de huisarts kort gezegd nalatigheid ten aanzien van haar misselijkheidsklachten en dat hij niet heeft verteld dat zij een gezwel had in haar lymfeklier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:166 Hof van Discipline 's Gravenhage 240185
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 04-07-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:166
Klacht tegen de deken niet voor onderzoek verwezen, omdat deze onvoldoende duidelijk is. De voorzitter neemt in de beslissing een misbruikbepaling op. Klager moet er rekening mee houden dat een volgende klacht niet in behandeling zal worden genomen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:124 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2083
- Datum publicatie: 04-07-2024
- Datum uitspraak: 03-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:124
Wrakingsverzoek gericht tegen de voorzitter en twee leden-juristen. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6631
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 25-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:75
Klacht tegen een psychiater in een penitentiaire inrichting kennelijk ongegrond. De klacht heeft betrekking op het toedienen van dwangmedicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:119 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1902
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 03-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:119
Klacht tegen een vertrouwenarts, destijds werkzaam bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Klagers zijn de ouders van een dochter die vanaf enige tijd na haar geboorte een ernstige groeiachterstand (“failure to thrive”) vertoonde. Zij werd herhaaldelijk opgenomen in het ziekenhuis, maar een medische oorzaak voor de achterblijvende groei werd niet gevonden. Ook was er meermalen sprake van een lijninfectie met verschillende darmbacteriën. Het ziekenhuis waar de dochter van klagers was opgenomen heeft in verband met verdenking van Pediatric Falsification Disorder (PFD) een melding gedaan bij het AMK. Het AMK schakelde de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) in. De Raad heeft bij de kinderrechter een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, maar dat verzoek werd afgewezen. Deze beschikking van de kinderrechter is door het gerechtshof bekrachtigd. De vertrouwensarts heeft aangifte gedaan van kindermishandeling tegen klagers. Klagers verwijten de vertrouwensarts dat zij aan tunnelvisie leed en, ondanks de rechterlijke uitspraken, zonder goede reden bleef volharden in een diagnose waar het dossier onvoldoende grondslag voor bood. De vertrouwensarts heeft volgens klagers ten onrechte aangifte gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6484
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 25-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:76
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater in een tbs-kliniek. Klager verwijt de psychiater dat zij zonder onderzoek heeft geoordeeld over dwangmedicatie en dat ze heeft gedreigd met toediening van clozapine.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2297
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 03-07-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:120
Klacht tegen een internist. Klaagster was gehuwd met de patiënt, geboren in 1945. De patiënt was eind april 2019 vier dagen opgenomen in het ziekenhuis waar de internist werkzaam is. Patiënt is op de vierde dag van zijn opname overleden. Klaagster verwijt de internist onder andere dat hij zonder haar medeweten en toestemming palliatieve sedatie heeft gegeven aan de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6865
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 02-07-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:77
Klacht van de inspectie tegen een psychiater. De klacht gaat over het downloaden, vervaardigen, in het bezit hebben en bekijken van kinderpornografisch materiaal en het downloaden en in het bezit hebben van dierenpornografische afbeeldingen. Het college verklaart de klacht gegrond. Omdat de psychiater al niet meer staat ingeschreven in het BIG-register, legt het college aan hem, conform het verzoek van de inspectie, de maatregel op van ontzegging van het recht om wederom als psychiater in het BIG-register te worden ingeschreven. Daarnaast legt het college aan verweerder een algemeen beroepsverbod op zoals door de inspectie verzocht, inhoudende dat verweerder geen werkzaamheden meer mag verrichten in de zorg die betrekking hebben op minderjarigen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6886
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 02-07-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:78
Klacht van de inspectie tegen een psychotherapeut. De klacht gaat over het downloaden, vervaardigen, in het bezit hebben en bekijken van kinderpornografisch materiaal en het downloaden en in het bezit hebben van dierenpornografische afbeeldingen. Het college verklaart de klacht gegrond. Omdat de psychotherapeut al niet meer staat ingeschreven in het BIG-register, legt het college aan hem, conform het verzoek van de inspectie, de maatregel op van ontzegging van het recht om wederom als psychotherapeut in het BIG-register te worden ingeschreven. Daarnaast legt het college aan verweerder een algemeen beroepsverbod op zoals door de inspectie verzocht, inhoudende dat verweerder geen werkzaamheden meer mag verrichten in de zorg die betrekking hebben op minderjarigen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6696
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 24-07-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:72
Klagers hebben een klacht ingediend namens hun zoon (hierna: patiënt) tegen de verpleegkundig specialist (regiebehandelaar). Patiënt was al langere tijd in behandeling voor autismespectrumstoornis, syndroom van Asperger en een ernstige depressieve stoornis. In 2018 is patiënt overleden (door suïcide). Klagers verwijten de verpleegkundig specialist onder meer dat hij de klachten van patiënt onvoldoende serieus heeft genomen en teveel de nadruk heeft gelegd op groepsdeelname, onvoldoende intercollegiaal overleg heeft gehad en de risicobeoordeling van suïcide bij de psychiater had moeten neerleggen. Het college verklaart de klacht deels gegrond en legt de maatregel van een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6695
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 24-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:73
Klagers hebben een klacht ingediend namens hun zoon (hierna: patiënt) tegen de psychiater. Patiënt was al langere tijd in behandeling voor autismespectrumstoornis, syndroom van Asperger en een ernstige depressieve stoornis. De psychiater heeft gesprekken met patiënt gevoerd in het kader van het voorschrijven van medicatie. In 2018 is patiënt overleden (door suïcide). Klagers verwijten de psychiater onder meer dat zij de klachten van patiënt onvoldoende serieus heeft genomen en teveel de nadruk heeft gelegd op groepsdeelname, niet door had mogen verwijzen naar de verpleegkundig specialist en onvoldoende intercollegiaal overleg heeft gehad. Het college verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6287
- Datum publicatie: 03-07-2024
- Datum uitspraak: 24-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:74
Klager verwijt de GZ-psycholoog dat zij hem onterecht heeft overgeplaatst van een reguliere Huis van Bewaring-afdeling naar een Extra Zorg Voorziening-afdeling. Klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6301
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 02-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:147
Ongegronde klacht tegen een neuroloog werkzaam in een medische kliniek. Klaagster werd door de huisarts verwezen naar de neuroloog in verband met sinds 3 maanden bestaande lage rugpijn en uitstraling naar de benen. De neuroloog heeft neurologisch onderzoek gedaan en een MRI laten verrichten. Na bespreking van de uitslag van de MRI en een tweede consult heeft de neuroloog fysiotherapie en pijnstilling voorgeschreven aan klaagster. Na verergering van de klachten werd klaagster opgenomen in het ziekenhuis waar de diagnose Guillain-Barré werd gesteld. Klaagster verwijt de neuroloog dat zij heeft nagelaten klaagster door te sturen naar een ziekenhuis voor algeheel medisch onderzoek en onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van de familie van klaagster omdat deze haar moesten vervoeren van en naar het ziekenhuis omdat klaagster in een rolstoel zat. Het college is van oordeel dat de handelswijze van verweerster gelet op de kennis van dat moment niet onzorgvuldig was. Aan klaagster is de instructie gegeven dat zij zich bij verergering van de klachten direct moest melden, hetgeen klaagster niet heeft gedaan. Vanaf het moment dat verweerster van de anesthesioloog-pijnspecialist vernam dat de klachten van klaagster waren verergerd, heeft zij zich onmiddellijk ingespannen om een opname in het ziekenhuis te realiseren (zie ook 5.5 van de beslissing). Het onzorgvuldig handelen jegens de familie is niet onderbouwd door klaagster en is ook niet gebleken uit het medisch dossier. Klacht in al haar onderdelen ongegrond. In het kader van het algemeen belang zal deze beslissing wel worden gepubliceerd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:168 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-644/AL/GLD
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:168
Raadsbeslissing. De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij. kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:84 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-218/DB/OB
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:84
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Gestelde afspraken en niet nakoming daarvan onvoldoende geconcretiseerd. Verweerder mocht kenbaar maken met welk rentepercentage zijn cliënte akkoord zou gaan. Verweerder mocht zijn kosten in rekening brengen bij de onderneming, nadat hij door een zelfstandig/ alleen bevoegd bestuurder was in ingeschakeld. Niet gebleken dat overeenkomst van opdracht is geantedateerd. Niet gebleken dat wijziging van eis zonder redelijk doel is. Gestelde leugens in pleitnota niet geconcretiseerd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:85 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-337/DB/LI/D
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:85
Tussenbeslissing. Dekenbezwaar. De deken verwijt verweerder dat hij de schorsingsvoorwaarden niet heeft nageleefd. De raad ziet aanleiding om verweerder toe te laten to het leveren van bewijs.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6081
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 26-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:70
Namens klaagsters verwijten de pleegvaders de verpleegkundig specialist dat zij (1) pleegdochter heeft meegegeven aan justitie zonder dat er nazorg was geregeld, (2) bewust de communicatie over de behandeling van pleegdochter heeft bemoeilijkt en (3) pleegdochter niet heeft doorverwezen naar een andere therapeutische behandelsetting in de periode augustus 2021-december 2021. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6401
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 26-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:71
Namens klaagsters verwijten de pleegvaders de directeur behandelzaken/klinisch psycholoog dat zij (a) zonder nazorg de zorg aan pleegdochter heeft stopgezet en een oplossing heeft afgedwongen, waardoor het belang van pleegdochter niet voorop is gesteld, (b) geen ontslagbrief heeft geschreven, (c) in de laatste week niet transparant is geweest en informatie rondom de opname, waaronder de deellijsten medicatie en het e-mailcontact, heeft achtergehouden en (d) het functioneren van haar ondergeschikten beter had moeten controleren en de behandeling van pleegdochter beter had moeten monitoren. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6903
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 02-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:145
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts in opleiding. Klager verwijt de huisarts in opleiding dat zij hem op het spreekuur in november 2022 niet heeft onderzocht en hm ondanks zijn verzoek daartoe niet naar een oogarts heeft verwezen. Door dit na te laten is het gezichtsvermogen van klager minder geworden en is hij niet meer in staat om te werken. Tijdens een spreekuurcontact in januari 2023 heeft een andere huisarts klager met spoed naar een oogarts verwezen vanwege netvlieslating. Klager is aan zijn oog geopereerd. Het college is van oordeel dat de huisarts in opleiding niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit het medisch dossier blijkt dat verweerster in november de anamnese heeft afgenomen en wel oogheelkundig onderzoek heeft verricht. Verweerster heeft geen alarmsignalen waargenomen, de symptomen wezen op ‘mouches valantes’. Dit is in de regel een onschuldige aandoening waarvoor geen behandeling nodig is. Volgens de NHG-Standaard Visusklachten is in die situatie geen indicatie voor een verwijzing naar de oogarts. Ook heeft verweerster klager instructies gegeven wanneer hij zich opnieuw diende te melden Latere alarmerende klachten ontstonden eind december 2022, deze waren niet aanwezig tijdens het consult bij verweerster. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-072/AL/GLD
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:166
Klager is een gerechtsdeurwaarder. Het verwijt dat klager verweerder in beide klachtonderdelen maakt, houdt in de kern in dat verweerder met het indienen van de klacht tegen klager bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders en met het gemaakte bezwaar tegen het door klager gelegde beslag, niet namens zijn cliënt heeft gehandeld. Er is sprake van een persoonlijke actie van verweerder, waarmee verweerder hem op ontoelaatbare wijze onder druk heeft willen zetten en waarmee verweerder niet doelmatig heeft gehandeld, aldus klager. De raad volgt klager niet in dit verwijt. Het stond verweerder vrij om namens zijn cliënt de klacht bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders in te dienen. Deze klacht is zakelijk in toon en inhoud en niet is gebleken dat deze klacht niet namens zijn cliënt is ingediend. Van het op ontoelaatbare wijze onder druk zetten van klager of het voeren van een ‘persoonlijke vendetta’, zoals door klager is betoogd, is niet gebleken. Hetzelfde geldt voor de door verweerder in de richting van klager gevoerde correspondentie over - kort gezegd - de rechtmatigheid van het beslag. Het staat verweerder vrij om namens zijn cliënt bezwaar te maken tegen het door klager gelegde beslag en uit de inhoud van die correspondentie kan niet de conclusie worden getrokken dat verweerder klager onder druk heeft gezet of klager op een andere manier onheus heeft bejegend. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6843
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 02-07-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:146
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat deze nog niet heeft voldaan aan het verzoek om zijn dossier per aangetekende post toe te zenden. Volgens klager is de huisarts wettelijk verplicht dit binnen 1 maand toe te zenden. Verder had klager nog aanvullende verzoeken. Het college is van oordeel dat het hoogst ongebruikelijk is voor artsen om berichten via aangetekende post te versturen. Artsen kunnen hiertoe ook niet kunnen worden verplicht, noch op grond van de AVG, noch op grond van de KNMG-richtlijn, noch anderszins. De huisarts heeft klager op 12 januari 2023 gemeld dat hij het medisch dossier niet per aangetekende post zou verzenden en dat hij niet aan klagers aanvullende verzoeken zou voldoen. Uit het medisch dossier blijkt dat de huisarts dit daarna meermalen tegenover klager heeft herhaald. Hij heeft hem daarbij uitgelegd op welke wijze communicatie met de praktijk wél mogelijk is en op welke wijze klager het gevraagde afschrift kan ontvangen. Nu klager geen keuze kenbaar heeft gemaakt voor een van de drie genoemde mogelijke verzendmethoden, maar blijft vasthouden aan zijn wens voor verzending per aangetekende post, kan de huisarts niet worden verweten dat klager ook nu nog niet de beschikking heeft over een afschrift van zijn medische dossier. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-643/AL/GLD
- Datum publicatie: 02-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:167
Raadsbeslissing. De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij. kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:18 Accountantskamer Zwolle 24/216 Wtra AK
- Datum publicatie: 01-07-2024
- Datum uitspraak: 01-07-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:18
Er heeft een hertoetsing van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van betrokkene plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan heeft klager geconstateerd dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene in opzet en werking niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Tevens heeft klager tekortkomingen geconstateerd in de uitvoering door betrokkene van NVKS-opdrachten. Betrokkene heeft ten onrechte verklaard dat hij een portfolio in verband met zijn PE-verplichting over 2021 heeft bijgehouden. De klacht is gegrond. De Accountantskamer legt de maatregel op van een tijdelijke doorhaling voor de duur van 30 maanden.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-46
- Datum publicatie: 01-07-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:8
Klager verwijt de notaris dat zij onvoldoende voortvarend en actief te werk is gegaan in de afwikkeling van een simpele erfenis (erflaatster is in 2020 overleden). Klacht deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-32
- Datum publicatie: 01-07-2024
- Datum uitspraak: 12-06-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:9
Door klager is eerder onderzoek gedaan bij de notaris naar de naleving van poortwachtersverplichtingen. Nu opnieuw poortwachtersschendingen zijn geconstateerd, meent klager dat de notaris tuchtrechtelijk verantwoording dient af te leggen bij de Kamer. Een notaris moet als poortwachter voorkomen dat hij transacties faciliteert die mogelijk verband houden met fraude, witwassen en het financieren van terrorisme. Door in dit dossier niet te voldoen aan de poortwachtersrol van de notaris heeft de notaris de kernwaarden van het notariaat (zorgvuldigheidsplicht, onderzoeksplicht en meldingsplicht) geschaad. Klacht deels ongegrond en voor het overige gegrond. De notaris krijgt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:161 Hof van Discipline 's Gravenhage 220262
- Datum publicatie: 28-06-2024
- Datum uitspraak: 28-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:161
Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de bijstand in een huurkwestie en over het voor de werkzaamheden gedeclareerde bedrag. De raad heeft de klacht ongegrond verklaard omdat verweerder – samengevat – prima werk heeft geleverd en daarvoor redelijke heeft gedeclareerd. Het hof bekrachtigt dat oordeel.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:162 Hof van Discipline 's Gravenhage 230289
- Datum publicatie: 28-06-2024
- Datum uitspraak: 28-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:162
Klacht van oa een mensenrechtenorganisatie, waarvan in 2016 een voorvrouw is vermoord.De Organisatie strijdt tegen de aanleg van een stuwdam, die (mede) werd gefinancierd door een Nederlandse financiële instelling. Beklaagde treedt op voor deze instelling in een in Nederland aangespannen procedure. Klagers verwijten verweerder dat hij zich in de procedure grievend en onjuist heeft uitgelaten. Raad en hof gaan daar niet in mee. Zij oordelen dat verweerder informatie die mede afkomstig was van zijn cliënte heeft mogen gebruiken in de procedure, en daarbij dat hij er ook vanuit mocht gaan dat deze informatie juist was. Hoewel voorstelbaar dat het uitermate pijnlijk is voor klagers dat zij in de procedure zijn geconfronteerd met beschuldigingen over de wijze waarop zij, althans sommige van hun medestanders, hun verzet tegen de stuwdam zouden hebben vormgegeven, van verweerder kan niet worden verwacht dat hij met één hand op de rug gebonden verweer voert. Er staan voor zijn cliënte, de financier, immers (ook) grote belangen op het spel in de civiele procedure. De tragische achtergrond van de kwestie ten spijt, de beklaagde advocaat kan in deze geen verwijt worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:163 Hof van Discipline 's Gravenhage 240117
- Datum publicatie: 28-06-2024
- Datum uitspraak: 14-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:163
Beklag ex artikel 13 Aw ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:164 Hof van Discipline 's Gravenhage 230332
- Datum publicatie: 28-06-2024
- Datum uitspraak: 14-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:164
Het hof bepaalt na intrekking van het hoger beroep de ingangsdatum van de in eerste aanleg opgelegde schorsing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:165 Hof van Discipline 's Gravenhage 230310 en 230311
- Datum publicatie: 28-06-2024
- Datum uitspraak: 14-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:165
Ontvankelijkheid hoger beroep. Hoger beroep kon worden ingesteld tot en met 1 november 2023. De beroepschriften zijn door de griffie ontvangen op 2 november 2023 om 00.00 uur en dat is te laat. Er is niet gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:13 Kamer voor het notariaat Amsterdam 745840/NT 24-3
- Datum publicatie: 27-06-2024
- Datum uitspraak: 25-06-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:13
Klacht over uitvoeren werkzaamheden van de notaris in een nalatenschap ondanks door klaagster aangekondigd hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter. Ook wordt de notaris partijdigheid en excessief declareren verweten en heeft hij zich volgens klaagster onbehoorlijk uitgelaten tegen haar gemachtigde. De kamer acht de klacht deels ongegrond, deels niet-ontvankelijk (voor wat betreft het gedrag tegen de gemachtigde van klaagster).
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:6 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/96
- Datum publicatie: 27-06-2024
- Datum uitspraak: 07-03-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:6
Dierenarts wordt verweten dat hij nalatig heeft gehandeld met betrekking tot een TTA Rapid-operatie bij een hond. Klacht deels gegrond, waarschuwing volgt.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:14 Kamer voor het notariaat Amsterdam 744066/NT 23-46
- Datum publicatie: 27-06-2024
- Datum uitspraak: 25-06-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:14
De klacht betreft het niet-geven van uitvoering door de notaris aan een door klaagster beweerde opdracht in 2019. Een afspraak met klaagster en haar ex-partner op het notariskantoor op 20 juni 2019, ter bespreking van een wijziging van de huwelijkse voorwaarden, is, nadat de ex-partner de notaris had bericht dat zijn relatie met klaagster was verslechterd, niet doorgegaan. De kamer verklaart de klacht niet-ontvankelijk op grond van de vervaltermijn van artikel 99 lid 21 Wna.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:7 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/52
- Datum publicatie: 27-06-2024
- Datum uitspraak: 25-03-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:7
Dierenarts wordt verweten dat zij nalatig heeft gehandeld met betrekking tot een sterilisatie bij een hond. Klacht deels gegrond, waarschuwing volgt.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:8 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/60, 2022/61, 2022/62
- Datum publicatie: 27-06-2024
- Datum uitspraak: 07-03-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:8
Dierenarts X wordt verweten dat zij tijdens de opname van een kat zonder overleg de behandeling heeft aangepast en tekort is geschoten in de dossiervoering. Verder wordt haar verweten dat er onvoldoende toezicht op de kat was gedurende de opname op de praktijk. Klacht ongegrond.Dierenarts Y wordt verweten dat zij de kat niet heeft verwezen naar een radioloog of naar een 24-uurskliniek en dat zij tekort is geschoten in de behandeling van de kat en in de dossiervorming. Klacht deels gegrond, waarschuwing volgt.Paraveterinair Z wordt verweten dat zij klaagster niet te woord heeft gestaan na het overlijden van de kat. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:9 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/73, 2022/74
- Datum publicatie: 27-06-2024
- Datum uitspraak: 07-03-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:9
Dierenarts X wordt verweten een verkeerde methodiek te hebben toegepast voor de anesthesie, dat zij de darmoperatie niet correct heeft uitgevoerd en dat zij heeft nagelaten om zelf zorg te dragen voor de nabehandeling.Dierenarts Y wordt verweten dat hij tijdens een controle onvoldoende onderzoek heeft verricht en een te afwachtende houding heeft aangenomen.Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:123 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-129/DH/DH
- Datum publicatie: 26-06-2024
- Datum uitspraak: 24-06-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:123
Klacht over inzet deurwaarder. Hoewel duidelijk is dat verweerder een fout heeft gemaakt, is geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klager heeft een deurwaarder aan de deur gehad terwijl dat niet had gemoeten, maar dit heeft verder geen (financiële) gevolgen voor hem gehad. Ook in de verdere afhandeling van de kwestie heeft verweerder niet klachtwaardig gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6062
- Datum publicatie: 26-06-2024
- Datum uitspraak: 26-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:61
Klacht tegen een verloskundige. Klagers verwijten de verloskundige onder meer onvoldoende zorg, het niet overdragen van de behandeling aan de tweede lijn en handelen in strijd met de dossierplicht. Oordeel college: het onderzoek naar de mate van bloedverlies is niet voldoende uitvoerig geweest. De verloskundige kon thuis niet reeds een loslating van de placenta uitsluiten. Omdat klaagster het bloedverlies ter sprake bleef brengen, had de verloskundige de tweede lijn moeten consulteren. Uit het dossier is niet op te maken dat de verloskundige op een later moment wijzigingen heeft aangebracht. Daarmee is het dossier als geheel niet meer volledig en formeel juist. De verloskundige heeft een navolgbare verklaring gegeven voor de wijzigingen. Zij heeft het partusverslag niet in strijd met de waarheid aangevuld, aangezien de controles daarin automatisch werden vermeld door het digitale systeem dat de verloskundigenpraktijk gebruikt. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing. De verloskundige wordt veroordeeld in de proceskosten.