Zoekresultaten 1251-1300 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:214 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6345
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:214
Ongegronde klacht tegen een uroloog. De vader van klager is een aantal dagen na een cystectomie overleden. De uroloog was op enig moment de supervisor van de AIOS die de vader van klager de dagen na de operatie heeft beoordeeld. De AIOS heeft eenmalig telefonisch overlegd gevoerd met de uroloog. Het college oordeelt dat het Maagretentieprotocol niet is nageleefd. Het college acht de gebrekkige interpretatie van de grote volumina van de maaghevel, althans het geen enkele actie daarop ondernemen, onzorgvuldig. Het was deze uroloog niet bekend dat de maagretentie zo groot was. Het college heeft geen aanwijzingen dat hij via het telefonisch overleg met de AIOS ook is geïnformeerd over de retentie. Aanwijzingen die hem uit eigen beweging tot een vraag daarover hadden moeten brengen waren er niet. Dit betekent dat hem niet verweten kan worden dat het Maagretentieprotocol niet is gevolgd. Van verder onzorgvuldig handelen, het verschaffen van onjuiste, misleidende informatie en het onvoldoende informeren van de calamiteitencommissie is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:260 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-552/AL/NN
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:260
Raadsbeslissing. Schrapping van het tableau terwijl verweerder niet meer als advocaat op het tableau is ingeschreven.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:215 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6348
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:215
Deels gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De vader van klager is een aantal dagen na een cystectomie overleden. De verpleegkundige was destijds betrokken bij de zorg van de vader van klager. Zij is nu niet meer BIG-geregistreerd, tijdens het verweten handelen wel. Het college stelt vast dat het EWS-protocol en het Maagretentieprotocol niet door de verpleegkundige zijn gevolgd. Ter zitting is gebleken dat zij überhaupt niet op de hoogte was van het bestaan van de inhoud van beide protocollen en dus ook niet wist bij welke waarden zij alarm moest slaan. Dat de verpleegkundige enkel op haar klinische blik heeft vertrouwd is dan ook onvoldoende. Door het college is op basis van de stukken en verklaringen niet vast te stellen hoe die avond (van het overlijden) precies is verlopen en dus ook niet of dat wat in het verpleegkundig dossier staat een onjuiste weergave is. De verpleegkundige heeft onvoldoende zelfreflectie getoond of op haar handelen gereflecteerd. Klacht deels gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:216 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6346
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:216
Deels gegronde klacht tegen een uroloog. De vader van klager is een aantal dagen na een cystectomie overleden. De uroloog was destijds een bij de behandeling betrokken AIOS. Het college oordeelt dat het Maagretentieprotocol niet is nageleefd. Het college acht de gebrekkige interpretatie van de grote volumina van de maaghevel, althans het geen enkele actie daarop ondernemen, onzorgvuldig. Wat betreft overige protocollen is er geen aanwijzing dat deze niet zijn nagekomen. Het college oordeelt dat er geen verder onzorgvuldig handelen is, het is navolgbaar dat er veel aandacht uitging naar de pijn van patiënt en dat de onderzoeksverrichtingen daarop gericht waren. Van het opzettelijk verschaffen van valse, misleidende en onjuiste informatie en het onvoldoende informeren van de calamiteitencommissie is niet gebleken. De klacht is deels gegrond. De uroloog heeft uitvoerig gereflecteerd. Waarschuwing wordt passend geacht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:174 Raad van Discipline Amsterdam 24-370/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:174
Raadsbeslissing; Van een situatie waarin toepassing moet worden gegeven aan gedragsregel 15 is geen sprake is. Daarvoor dient klaagster op enig moment de cliënte van verweerster te zijn geweest. Dat is niet gebleken. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:211 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6830
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 25-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:211
Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster is bekend met het Sturge-Weber syndroom. Eén van de gevolgen daarvan is dat zij kampt met asymmetrie van haar gelaat. Verweerder heeft een lipofilling en bovenlipreconstructie bij klaagster uitgevoerd om de asymmetrie in haar gezicht te corrigeren. Klaagster verwijt verweerder – samengevat – dat hij niet heeft gedaan wat vooraf met klaagster is besproken en dat hij de voor- en nadelen van de ingreep en de risico’s niet voorafgaand met haar heeft besproken. Ook verwijt zij hem de ingreep onjuist te hebben uitgevoerd. Het college merkt op dat in het medisch dossier goed is gedocumenteerd wat het behandelplan van klaagster was en ook dat haar is uitgelegd dat het risico bestaat dat de ingreep onvoldoende resultaat kan hebben, dat er vetnecrose kan optreden en dat er kans is op een infectie, zenuwletsel en een bloeduitstorting. Het college heeft geen aanleiding te twijfelen aan de stelling van de plastisch chirurg dat hoe een en ander in het dossier is vermeld ook zo met klaagster is besproken. Dat na de operatie geen verbetering is bereikt, betekent niet dat de plastisch chirurg in onvoldoende mate aan de op hem rustende inspanningsverplichting heeft voldaan of de ingreep onjuist of onzorgvuldig heeft uitgevoerd. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:175 Raad van Discipline Amsterdam 24-519/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:175
Raadsbeslissing; Klacht over de advocaat van de wederpartij. Door eerst bij de advocaat van klaagster en daarna bij ARAG rechtstreeks de rechtmatigheid van klaagsters rechtsbijstandsverzekering aan de orde te stellen en in twijfel te trekken, heeft verweerder de grenzen van het betamelijke overschreden. De raad kan deze handelingen niet anders kwalificeren dan een poging om de rechtsbijstand(-verzekering) aan klaagster te doen eindigen en klaagster hiermee inschikkelijker te maken naar verweerders cliënten. Klaagster heeft dit terecht als intimiderend ervaren. Verweerder heeft zich hiermee bovendien bemoeid met zaken waar hij en zijn cliënten (als wederpartij) volledig buiten staan. De raad acht in de gegeven omstandigheden een waarschuwing met kostenveroordeling passend en geboden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:263 Hof van Discipline 's Gravenhage 230284H
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:263
Herzieningsverzoek ontvankelijk, maar ongegrond. Verzoeker heeft geen feiten gesteld die het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat het hof anders zou hebben geoordeeld als deze feiten bekend waren geweest ten tijde van de behandeling van het hoger beroep.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:140 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-649/DB/OB
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 23-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:140
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerster heeft het verweer gevoerd dat klager niet in de klacht kan worden ontvangen omdat de onderhavige klacht betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex als waarover klager reeds in 2018 bij de deken een klacht heeft ingediend. Nu deze klacht destijds echter niet is doorgezonden aan de raad van discipline, doet de situatie van artikel 47b Advocatenwet zich naar het oordeel van de voorzitter niet voor: er is in die klachtprocedure immers geen tuchtrechtelijke eindbeslissing in de zin van die bepaling genomen. Het niet (tijdig) betalen van het griffierecht als bedoeld in artikel 46e van de Advocatenwet leidt evenmin tot niet-ontvankelijkheid als dezelfde klacht later opnieuw wordt ingediend (Hof van Discipline 8 september 2023, ECLI:NL:TAHVD:2023:151). De klacht is deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet en deels kennelijk ongegrond omdat niet is gebleken dat de kwaliteit van verweersters dienstverlening ondermaats is geweest.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:212 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6777
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 25-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:212
Deels gegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klager heeft verschillende geslachtsveranderende operaties ondergaan. Twee operaties zijn uitgevoerd door verweerder. Klager is niet tevreden over het resultaat en diverse andere aspecten. Klager verwijt de plastisch chirurg onder andere dat de operatieverslagen incompleet zijn. Het college is daarover van oordeel dat het door verweerder opgestelde operatieverslag te summier is en daarmee niet voldoet aan de minimale eisen waaraan een operatieverslag moet voldoen. In een operatieverslag moet alle voor de (vervolg)behandeling relevante informatie worden opgenomen. Het gaat in dit geval om ingrijpende operaties, niet alleen gezien de technische aspecten maar ook vanwege wat met de verrichting wordt beoogd en gezien de gevolgen ervan. Bovendien ligt het voor de hand dat nog vervolgoperaties zullen volgen. Juist daarom is goede verslaglegging belangrijk. Dit klachtonderdeel slaagt. Alle andere klachtonderdelen zijn ongegrond. Waarschuwing. Publicatie.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:176 Raad van Discipline Amsterdam 24-148/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:176
Raadsbeslissing; Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:159 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2402
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 03-09-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:159
In eerste aanleg heeft een BIG-geregistreerde tandarts (1) namens een patiënt (2) een klacht ingediend tegen een geregistreerd-mondhygiëniste. Er is sprake van een conflict tussen twee gebruikers van het hetzelfde pand. De gebruikers zijn allebei zorgverlener. Het verwijt van de tandarts aan het adres van de geregistreerd-mondhygiëniste is dat zij de gemeenschappelijke thermostaat op 20 graden Celsius heeft gezet of laten staan waardoor de temperatuur in de praktijk van de tandarts (1) oploopt tot ongeveer 35 graden Celsius. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in deze klacht. Het Centraal Tuchtcollege heeft appellant eveneens niet-ontvankelijk verklaard. Ten eerste omdat in beroep niet is gebleken dat de tandarts (1) namens de patiënt (2) in beroep is gekomen nu ondanks meerdere verzoeken geen ondertekende machtiging is overgelegd. Ten tweede is de eerste noch de tweede tuchtnorm van toepassing op de verweten gedraging. Tot slot overweegt het Centraal Tuchtcollege dat de geregistreerd-mondhygiënist als experimenteerberoep tijdelijk is opgenomen in het BIG-register en het tuchtrecht alleen van toepassing is op drie voorbehouden handelingen waarop deze klacht evident niet ziet.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:264 Hof van Discipline 's Gravenhage 240212
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:264
Beklag op grond van artikel 13 Advocatenwet niet-ontvankelijk, omdat het beklag niet is gemotiveerd.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:141 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-645/DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 23-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:141
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een nalatenschapskwestie. Niet gebleken dat verweerder zeer tegenwerkend gedrag heeft vertoond, waardoor klager op kosten is gejaagd. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:177 Raad van Discipline Amsterdam 24-675/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:177
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. De door verweerster verzonden sommatiebrief betreft een in de advocatuur gebruikelijke sommatiebrief en bevat geen bewoordingen die tuchtrechtelijk niet door de beugel kunnen of als juridisch agressief taalgebruik kunnen worden aangemerkt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:172 Raad van Discipline Amsterdam 24-187/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:172
Raadsbeslissing; Klacht van een advocaat over een advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich in zijn processtukken herhaaldelijk onnodig grievend uit te laten over de praktijkvoering van klaagster en haar intenties. De aard en ernst van deze gegronde klacht rechtvaardigt de oplegging van een maatregel. Daarbij heeft de raad naast de omstandigheden van deze klachtzaak ook rekening gehouden met het feit dat aan verweerder niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Een waarschuwing met kostenveroordeling is passend geacht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:173 Raad van Discipline Amsterdam 24-434/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:173
Raadsbeslissing; De klacht betreft gedragsregel 15 in een VvE kwestie. Uit gedragsregel 15 volgt de regel dat een advocaat in het algemeen niet mag optreden tegen een (voormalige) cliënt, omdat een advocaat zich - kort gezegd - niet in de situatie mag begeven waarin hij de kans loopt ten koste van zijn cliënt in een belangenconflict te geraken. Uit de beslissing van het Hof van Discipline 31 januari 2022; ECLI:NL:TAHVD:2022:16 volgt bovendien dat zodra zich een (potentieel) strijdig belang voordoet, de advocaat dient te overwegen of hij zijn belangenbehartiging nog kan voortzetten. Naar het oordeel van de raad deed een dergelijke situatie zich voor toen verweerster bijstand verleende aan de huurder in de procedure tegen klager als verhuurder, die tevens lid was van de VvE die verweerster in een andere kwestie bijstond. Verweerster had zich eerder moeten afvragen of zij de belangenbehartiging aan zowel de huurder als de VVE nog kon voortzetten. Dat heeft verweerster niet gedaan. Door verweersters optreden voor de huurder enerzijds en de VvE, waaronder klager, anderzijds heeft verweerster zichzelf in een situatie gebracht van potentieel conflicterende belangen en hiermee in strijd gehandeld met de kernwaarden onafhankelijkheid en partijdigheid, alsmede met de betamelijkheidsnorm van artikel 46 Advocatenwet. Het schenden van kernwaarden rechtvaardigt in beginsel de maatregel van (ten minste) een berisping. Aangezien het de raad echter voldoende duidelijk is geworden dat verweerster zich niet (volledig) bewust was van haar klachtwaardig handelen en zij een schoon tuchtrechtelijk verleden heeft, volstaat de raad in dit geval met de oplegging van een waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:262 Hof van Discipline 's Gravenhage 230387 230388
- Datum publicatie: 24-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:262
Het gaat in deze zaak om de vraag of de door de deken en de voormalig cliente van verweerder tegen verweerder ingediende klachten, die naast advocaat tevens Rechtsanwalt is, ontvankelijk zijn. Het hof is van oordeel dat de raad terecht de voormalig cliënte van verweerder en de deken heeft ontvangen in hun klacht respectievelijk dekenbezwaar. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6732
- Datum publicatie: 24-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:115
Klacht tegen huisarts. Klager is door de huisarts gezien nadat hij op zijn werk rugklachten had opgelopen. De klacht gaat onder meer over het beleid van de huisarts ten aanzien van de rugklachten, de dossiervoering hiervan en het langdurig voorschrijven van pijnstillers. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:261 Hof van Discipline 's Gravenhage 240071
- Datum publicatie: 24-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:261
Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familierechtkwestie. Verweerster heeft de belangen van de vader van klagers behartigd in een kwestie die gaat over zijn beschermingsbewind. Klagers 1 en 3 zijn de bewindvoerders van de vader. Het hof is het eens met het oordeel van de raad dat verweerster als partijdige belangenbehartiger in het belang van de vader heeft gehandeld en daarbij de belangen van klagers niet onnodig heeft geschaad.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:16 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-03
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 16-10-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:16
Vast staat dat de notaris zelf geen werkzaamheden heeft verricht in het dossier dat ziet op de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Pas als opvolger van het protocol van de oud-notaris is de notaris bekend geraakt met deze nalatenschapskwestie. In zijn verweerschrift en opnieuw ter zitting heeft de notaris uiteengezet wat zijn rol als protocolopvolger inhoudt en hoe hij hier uitvoering aan heeft gegeven. De klacht is dan ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:257 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-233/AL/GLD
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:257
De raad is van oordeel dat klagers als voormalige cliënten van het kantoor van verweerder moeten worden beschouwd. Nu echter aan de drie voorwaarden van de uitzonderingsmogelijkheid van gedragsregel 15 lid 3 door verweerder is voldaan, mocht verweerder naar het oordeel van de raad optreden in de kwestie tussen zijn cliënt tegen een van de klagers. Daarnaast is de raad van oordeel dat verweerder niet onduidelijk is geweest over zijn hoedanigheid waarin hij optrad. Dat zijn cliënt daarover onduidelijkheid bij klagers heeft laten bestaan, kan verweerder niet worden aangerekend. Deels niet-ontvankelijk, voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-36
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 16-10-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:17
Klager verwijt de notaris dat het testament met daarin de tweetrapsmaking niet door moeder kan zijn gewild en dat klager niet serieus wordt genomen. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:258 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-196/AL/MN
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:258
Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De juiste maatstaf is toegepast en er is rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:259 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-197/AL/MN
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:259
Verzetbeslissing. Geen twijfel aan de juistheid van de voorzittersbeslissing. Verzetgronden slagen niet. De juiste maatstaf is toegepast en er is rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Niet gebleken dat de voorzitter een van de klachtonderdelen niet heeft behandeld. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:260 Hof van Discipline 's Gravenhage 230330
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:260
Het gaat in deze zaak over de vraag of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door tekstvoorstellen en een conceptconvenant voortvloeiend uit schikkingsonderhandelingen aan het gerechtshof voor te leggen. De raad heeft dit klachtonderdeel gegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing raad, ook ten aanzien van de maatregel.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2024:15 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-34 en 24-12
- Datum publicatie: 23-10-2024
- Datum uitspraak: 16-10-2024
- ECLI:NL:TNORDHA:2024:15
De notaris wordt verweten dat hij zijn toezeggingen niet nakomt en dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door als notaris de voorwaarde van het intrekken van de tuchtprocedure te stellen aan het betalen van een geldbedrag aan klager ter oplossing van een tussen hen ontstaan geschil. De Kamer volstaat met het opleggen van de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:256 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-653/AL/GLD
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:256
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een procedure bij de kantonrechter. Klacht is kennelijk ongegrond, omdat verweerder mocht afgaan op de juistheid van het feitenmateriaal van zijn cliënt.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:180 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-888/DH/DH
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:180
Verzetbeslissing. Verzet gedeeltelijk gegrond, klacht ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het dossier niet aan klager te retourneren. Verweerder heeft betwist dat hij in deze zaak voor klager heeft opgetreden en uit de overgelegde stukken ook niet worden afgeleid dat klager en verweerder na de e-mail met daarin een kostenvoorstel tot overeenstemming zijn gekomen over de behandeling van de zaak door verweerder. Van inhoudelijke werkzaamheden van verweerder voor klager in de zaak is ook niet gebleken. Er was dan ook geen reden voor verweerder om het dossier in zaak aan klager terug te geven.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:181 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-602/DH/RO
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 09-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:181
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Klager heeft zijn klacht onvoldoende onderbouwd. Van onjuistheden of grievende uitlatingen is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:182 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-108/DH/DH
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:182
Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een procedure over voornaamswijziging. Klacht in alle onderdelen ongegrond. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster. Hoewel zij beter had moeten communiceren over het feit dat zij op vakantie ging, is een dergelijke slordigheid niet direct tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:258 Hof van Discipline 's Gravenhage 240097
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:258
Klacht in een zaak die gaat over een uit de hand gelopen (familie)ruzie tussen moeder en haar minderjarige dochter. Anders dan de raad komt het hof tot de slotsom dat de beklaagde advocaat zich niet onbetamelijk heeft gedragen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:183 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-162/DH/RO
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:183
Beslissing na ambtshalve voortzetting. Intrekking van de klacht door de deken niet meer mogelijk. Verweerder heeft een aan hem opgelegde proceskostenveroordeling door zijn cliënte, de ex-partner van de klager, laten betalen. Verweerder is weggelopen voor zijn verantwoordelijkheid en heeft zo bijgedragen aan verdere escalatie van het conflict tussen de klager en verweerders cliënt. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:253 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-608/AL/GLD
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:253
Voorzittersbeslissing. Omdat de inhoud van de klacht onvoldoende duidelijk is - wat ook betekent dat het voor verweerster lastig is om tegen de klacht verweer te voeren - is het niet mogelijk om een inhoudelijk oordeel over de klacht te geven. Dat betekent dat de voorzitter de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaart.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:259 Hof van Discipline 's Gravenhage 240187
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:259
Klaagster heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen. Het hof volgt de conclusie van de deken en verklaart het beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:254 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-640/AL/GLD
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:254
Voorzittersbeslissing. Klager heeft zich erover beklaagd dat verweerder tijdens een zitting bij de raad in een eerdere klachtzaak (opnieuw) niet naar waarheid heeft verklaard. Het door verweerder genoemde ne bis in idem-beginsel is niet van toepassing omdat in die andere klachtzaak nog geen onherroepelijke beslissing is gedaan. Dat verweerder tijdens de eerdere zitting bij de raad in strijd met de waarheid heeft verklaard kan de voorzitter op basis van de stukken en gelet op de betwisting daarvan door verweerder, niet vaststellen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:255 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-262/AL/MN
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:255
Verweerder heeft niet op eerste verzoek van klaagster het volledige dossier aan haar, dan wel aan haar nieuwe belangenbehartiger, afgegeven. Dat klaagster volgens verweerder zelf al over het dossier beschikte, doet aan die verplichting tot afgifte niet af. De raad volgt verweerder verder niet in zijn standpunt dat de opvolgend belangenbehartiger impliciet heeft ingestemd met het voorstel van verweerder om af te wachten of Nationale Nederland tot betaling van zijn kosten zou overgaan om pas daarna de overdracht van het dossier te bespreken. Van verweerder had, overeenkomstig de strekking van gedragsregel 28 tussen advocaten onderling, ook in dit geval verwacht mogen worden dat hij actief contact met die gemachtigde had gezocht voor nader overleg over de financiële afwikkeling en het moment van afgifte van het dossier. Dat heeft verweerder naar zijn zeggen niet gedaan maar het dossier zes maanden na het eerste verzoek aan de gemachtigde van klaagster gestuurd. Daarmee heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar richting klaagster gehandeld. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:108 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/732714 DW RK 13/135 MdV/SM
- Datum publicatie: 22-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:108
Klacht ongegrond. Volgens vaste jurisprudentie hoeft een gerechtsdeurwaarder slechts marginaal te toetsen of de verstrekte titel voldoende grond biedt voor de betekening, het bevel met aanzegging en executie. Anders dan klagers stellen hoeft van een nauwkeurige lezing van het vonnis geen sprake te zijn.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7161
- Datum publicatie: 21-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:210
Voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond. Klager is de vader van de patiënte. De patiënte is vanwege meerdere geestelijke en lichamelijke beperkingen al lange tijd opgenomen in een zorginstelling. Voor de patiënte is een mentor en tevens bewindvoerder benoemd. Verweerster is de huisarts van de patiënte. Zij heeft in november 2023 contact opgenomen met de revalidatiearts die eerder betrokken was bij de zorg aan de patiënte over de vraag of de patiënte opnieuw verwezen kon worden naar de revalidatiearts. Volgens klager heeft de revalidatiearts, zonder de patiënte te hebben gezien en onderzocht, ten onrechte geconcludeerd dat zij niets meer kan en die conclusie bovendien niet aan klager als vader meegedeeld. Klager verwijt de huisarts dat zij heeft deelgenomen aan deze conclusie en klager ook niet op de hoogte heeft gesteld hiervan. De mentor stemt niet in met de klacht. De voorzitter komt tot het oordeel dat klager gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk is voor zover hij namens de patiënte klaagt en dat de klacht voor het overige kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:168 Raad van Discipline Amsterdam 24-622/A/A
- Datum publicatie: 21-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:168
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over een advocatenkantoor. In lijn met de beslissing van de Raad van Discipline Amsterdam van 30 januari 2023, ECLI:NL:TADRAMS:2023:24 oordeelt de voorzitter dat het starten van een incassoprocedure vanwege het onbetaald laten van declaraties betrekking heeft op de organisatie van verweerster. Gelet hierop is de klacht ontvankelijk. De klacht is inhoudelijk kennelijk ongegrond. Het stond verweerster vrij om in rechte voldoening te vorderen van openstaande declaraties. Daarmee handelt verweerster niet in strijd met het tuchtrecht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:169 Raad van Discipline Amsterdam 24-637/A/A
- Datum publicatie: 21-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:169
Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij omdat de feitelijke grondslag ontbreekt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:170 Raad van Discipline Amsterdam 24-634/A/A
- Datum publicatie: 21-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:170
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft onderbouwd aangevoerd dat hij als partijdige belangenbehartiger namens zijn cliënte de sommatiebrief aan klager mocht versturen. Verweerder heeft niet de grenzen overschreden van de vrijheid die hij als advocaat van de wederpartij heeft.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:171 Raad van Discipline Amsterdam 24-642/A/A
- Datum publicatie: 21-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:171
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij; Verweerder heeft als partijdige belangenbehartiger het standpunt van zijn cliënte verwoord aan de hand van het feitenmateriaal dat hij van zijn cliënte heeft ontvangen. Verweerder mocht van de juistheid van dat feitenmateriaal uitgaan en het is de voorzitter niet gebleken van een uitzonderlijke situatie waarin verweerder het feitenmateriaal moest verifiëren.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:67 Accountantskamer Zwolle 24/1988 Wtra AK
- Datum publicatie: 21-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:67
Betrokkene is door de rechtbank benoemd als bindend adviseur. Betrokkene heeft zijn taak niet volbracht. Naar aanleiding van een e-mail van de advocaat van klager heeft betrokkene aan klager en de andere partij meegedeeld dat hij de opdracht opzegt. Klager is van mening dat de opzegging en de toelichting daarop onbegrijpelijk is. Ook verwijt hij betrokkene te liegen in zijn e-mailberichten en onethisch te hebben gehandeld. De klacht is ongegrond. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene bij de opzegging van zijn opdracht alle belangen voldoende heeft afgewogen en tot de opzegging heeft kunnen komen. Die opzegging is afdoende toegelicht in zijn brief aan partijen. De gestelde leugens en het gestelde onethische handelen heeft klager onvoldoende aannemelijk gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7160
- Datum publicatie: 21-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:209
Voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond. Klager is de vader van de patiënte. Verweerder is revalidatiearts. De patiënte is vanwege meerdere geestelijke en lichamelijke beperkingen al lange tijd opgenomen in een zorginstelling. Voor de patiënte is een mentor en tevens bewindvoerder benoemd. De revalidatiearts is betrokken (geweest) bij de zorg aan de patiënte. Volgens klager heeft de revalidatiearts, zonder de patiënte te hebben gezien en onderzocht, ten onrechte geconcludeerd dat zij niets meer kan en die conclusie bovendien niet aan klager als vader meegedeeld. De mentor stemt niet in met de klacht. De voorzitter komt tot het oordeel dat klager gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk is voor zover hij namens de patiënte klaagt en dat de klacht voor het overige kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:167 Raad van Discipline Amsterdam 24-616/A/A
- Datum publicatie: 21-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:167
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over het optreden van verweerder ten opzichte van een derde.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6992
- Datum publicatie: 18-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:204
Deels gegronde klacht tegen een tandarts en de oplegging van een berisping. Klaagster is onder andere van mening dat de tandheelkundige behandeling die zij heeft ondergaan onzorgvuldig en door onbevoegd personeel is uitgevoerd. Klaagster is daarnaast ontevreden over het feit dat zij haar patiëntendossier, ondanks diverse verzoeken, niet heeft ontvangen. Het college stelt vast dat er sprake van meerdere overtredingen van de beroepsnormen en professionele standaarden: niet alleen is het patiëntendossier veel te laat aan klaagster verstrekt, ook zijn er handelingen gedelegeerd aan een assistent/tandheelkundig medewerker die alleen door een ervaren tandarts hadden mogen worden uitgevoerd. Uit het dossier (en uit dat van de medepraktijkhouder, tevens medebeklaagde) komt bovendien het beeld naar voren dat dat niet incidenteel gebeurde, maar regelmatig. Dit raakt aan de kwaliteit van de patiëntenzorg en is daarom ernstig. Alles afwegend vindt het college een berisping dan ook de meest passende maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6297
- Datum publicatie: 18-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:205
Gegronde klacht tegen een tandarts en de oplegging van een waarschuwing. Deze klacht hangt nauw samen met de klacht met kenmerk A2023/6656, die klaagster in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter tegen verweerster heeft ingediend. De klacht bestaat uit het verwijt dat verweerster niet tijdig het volledige medische dossier (inclusief röntgenfoto’s) aan klaagster heeft verstrekt. Verweerster wordt daarnaast verweten dat zij niet zorgvuldig is omgegaan met de aansprakelijkstelling door geen openheid van zaken te geven. Het college concludeert dat de verweerster is tekortgeschoten in de zorg naar klaagster. Klaagster en haar opvolgende tandarts hadden er belang bij om zo spoedig mogelijk te beschikken over het volledige dossier. Verweerster heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor een zorgvuldige omgang met aansprakelijkstellingen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:206 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6656
- Datum publicatie: 18-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:206
Gegronde klacht tegen een tandarts en de oplegging van een waarschuwing. Deze klacht hangt nauw samen met de klacht met kenmerk A2023/6297, die de moeder van klaagster tegen verweerster heeft ingediend. De klacht bestaat uit het verwijt dat verweerster niet tijdig het volledige medische dossier (inclusief röntgenfoto’s) aan klaagster heeft verstrekt. Verweerster wordt daarnaast verweten dat zij niet zorgvuldig is omgegaan met de aansprakelijkstelling door geen openheid van zaken te geven. Het college concludeert dat de verweerster is tekortgeschoten in de zorg naar klaagster. Klaagster en haar opvolgende tandarts hadden er belang bij om zo spoedig mogelijk te beschikken over het volledige dossier. Verweerster heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor een zorgvuldige omgang met aansprakelijkstellingen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:207 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6889
- Datum publicatie: 18-10-2024
- Datum uitspraak: 18-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:207
Klacht tegen tandarts deels verjaard (en dus kennelijk niet-ontvankelijk) en deels kennelijk ongegrond. Klaagster houdt verweerder verantwoordelijk voor de gebitsproblemen die zij sinds 2008 heeft, omdat hij een verkeerde inschatting heeft gemaakt van de (ernst van de) oorzaak van die problemen. Het college is van oordeel dat klaagster onvoldoende heeft onderbouwd op welke grond zij verweerder, die gezien het patiëntendossier door de jaren heen beperkt betrokken was bij de mondzorg van klaagster, verantwoordelijk houdt voor haar gebitsproblemen. Voor zover zij klaagt dat verweerder door de jaren heen haar klachten niet serieus heeft genomen, slaagt die klacht niet omdat verweerder niet het eerste aanspreekpunt was maar andere tandartsen uit de praktijk.