ECLI:NL:TGZRSHE:2024:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5472
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSHE:2024:140 |
---|---|
Datum uitspraak: | 04-12-2024 |
Datum publicatie: | 04-12-2024 |
Zaaknummer(s): | H2023/5472 |
Onderwerp: | Geen of onvoldoende zorg |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Verwijt aan huisarts dat hij klager zonder voldoende onderzoek met een vervette en ontstoken lever heeft laten doorlopen en verkeerde medicatie heeft voorgeschreven. Ontvankelijk: verweer dat huisarts niet persoonlijk betrokken was bij behandeling leidt niet tot ontbreken van een belang van klager bij de klacht. Ongegrond: niet gebleken dat huisarts bij behandeling van klager betrokken is geweest. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE ’S-HERTOGENBOSCH
Beslissing van 4 december 2024 op de klacht van:
[A],
wonende in [B],
klager,
tegen
[C],
huisarts,
destijds werkzaam in [D],
verweerder, hierna ook: de huisarts,
gemachtigde: mr. E.A. Kadijk, werkzaam in Utrecht.
1. De zaak in het kort
1.1 Klager verwijt de huisarts dat hij is tekort geschoten in de zorg voor klager
door hem zonder voldoende onderzoek met een vervette en ontstoken lever te laten doorlopen
en hem de verkeerde medicatie voor te schrijven.
1.2 Het college komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is in zijn klacht, maar dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hierna licht het college dat toe.
2. De procedure
2.1 De procedure blijkt uit:
-het klaagschrift, ontvangen op 14 maart 2023;
-de brief van de secretaris aan klager van 8 mei 2023;
-de e-mail van klager van 12 mei 2023;
-de reactie van klager op de door de secretaris gestelde vragen, ontvangen op 31
mei 2023;
-de op 21 juni 2023 ontvangen medische gegevens van klager;
-het verweerschrift;
-de brief van de secretaris aan de huisarts van 16 augustus 2023;
- e brief van de huisarts van 31 augustus 2023;
-de op 3 oktober 2023 ontvangen brief van klager;
-de brief van de secretaris aan klager van 10 oktober 2023;
-de door klager getekende machtiging opvragen medisch dossier;
-de op 15 november 2023 ontvangen brief van de huisarts met bijlage;
-het proces-verbaal van het op 25 januari 2024 gehouden mondelinge vooronderzoek.
2.2 De zaak is gelijktijdig, maar niet gevoegd behandeld met zaak H2023/5608, op de openbare zitting van 11 oktober 2024. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten mondeling toegelicht. De huisarts werd bijgestaan door zijn gemachtigde, die pleitnotities heeft voorgelezen en aan het college en de andere partij heeft overhandigd.
3.De feiten
3.1 Klager heeft blijkens het medisch dossier in de periode januari tot en met april
2021 diverse keren contact gehad met de huisartsenpraktijk, waar de huisarts werkzaam
is. Op 16 maart 2021 heeft klager voor het eerst melding gemaakt van buikklachten
en obstipatie.
3.2 Op 23 maart 2021 is in het medisch dossier onder meer genoteerd (alle citaten
zijn letterlijk overgenomen, inclusief type- en spelfouten):
“S buikpijn, voorheen obstipatie, vertelt over “mega”-ontlasting
O drukpijn in epigastrio
E D87.01 Gastritis/duodenitis”
3.3 Op 14 april 2021 is in het medisch dossier onder meer genoteerd:
“S Last van lymfeklieren in de hals, geen keelpijn of verkouden geweest.
Tevens pijn in darmen. Nu sinds aantal dagen gehele dag aanwezig, zeurende pijn.
Vanmorgen eenmalig last van duizeligheid, geen last meer van. Geen pob, geen hartkloppingen.
Nu minder vaak ontlasting, geen diarree, geen bloed. Mictie geen klachten. Niet ziek,
geen koorts. Gehele consult heel geagiteerd, omdat patient haast heeft en direct weg
moet.
O T 36,4 C. RR 138/100 mm Hg CRP <2.0 Geen urineonderzoek, heeft haast.
E D93.00 Prikkelbare darm syndroom
P iom S: Uitleg. Mebeverine 1-2 dd 1 tablet. Controle over 4 weken.”
3.4 Op 17 april 2021 is klager bij de huisartsenpost (HAP) geweest.
3.5 Op 19 april 2021 is in het medisch dossier genoteerd:
“P inschrijf- en toestemmingsform
S TC: Zaterdag bij huisartspost geweest, deze arts gaf aan dat er verder onderzoek
diende te gebeuren. Blijft buikpijnklachten houden. Verwijzing echo abdomen gemaakt.
S 16.40uur Dhr komt boos binnen nog niet terug gebelt door ons. Uitgelegd dat nog
gaat vandaag heel druk is en hij zeker nog wordt gebeld. Meteen agressief gedrag van
dhr. Ik verkoop je zo een klap. hij zoet wel andere huisarts. Nogmaals aangesproken
op zijn gedrag we helpen hem zeker maar zijn niet gediend van zon agressief gedrag.
bij kan zich nog normaal gedragen en anders zoek hij maar een andere huisarts S is
eergisteren op de hap geweest vanwege buikklachten, constante pijn in de buik en het
gevoel alsof er een stuiterbal in zijn buik zat, vanaf de buitenkant voelt hij het
kloppen, duizelig pcm helpt nauwelijks. Vraag: graag een verwijzing voor echo of scan,
op de hap hadden ze hem dit blijkbaar ook geadviseerd”
3.6 Het medisch dossier is na 19 april 2021 overgedragen aan de nieuwe huisarts van klager.
3.7 Het verslag door de radioloog bij de gemaakte echo luidt:
“Steatosis hepatis. Slanke galwegen. Normaal aspect van de galblaas. Aan pancreas,
milt en nieren geen bijzonderheden. Slanke aorta. Verder screenend geen afwijkingen.
Conclusie:
Steatosis hepatis.”
3.8 De nieuwe huisarts van klager heeft hem op 28 april 2021 naar een MDL-specialist
(Maag-Darm-Leverziekten) verwezen en onder meer in zijn dossier genoteerd:
“ (…) vorige huisarts heeft een buikECHO gemaakt ;ga anamnestisch geen aanknopingspunten
bij onderzoek alleen een gevoelige onderbuik, heb er een niet pluis gevoel bij hoewel
ik hem niet ken”
De MDL-specialist heeft bij een darmonderzoek twee poliepen verwijderd, die na onderzoek
goedaardig bleken te zijn.
4. De klacht en de reactie van de huisarts
4.1 Klager verwijt de huisarts dat hij in de periode van januari tot april 2021:
a) klager met een verhoogd risico heeft laten doorlopen met een vervette ontstoken
lever, zonder voldoende onderzoek naar de lever te verrichten;
b) medicatie heeft voorgeschreven, die hij in verband met zijn klachten aan de lever
niet mocht slikken.
4.2 De huisarts heeft het college verzocht klager niet-ontvankelijk te verklaren en de klacht dus niet inhoudelijk te behandelen. Voor het geval het college de klacht wel inhoudelijk gaat beoordelen, heeft de huisarts het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.
5. De overwegingen van het college
Ontvankelijkheid
5.1
Om als klachtgerechtigd – en dus ontvankelijk – te worden aangemerkt, moet een klager
een belang hebben dat kan worden geplaatst in het kader van de individuele gezondheidszorg.
De klacht van klager gaat over de medische zorg die hij in de periode van januari
tot april 2021 heeft ontvangen en voldoet aan deze eis. Klager kan daarom als rechtstreeks
belanghebbende, bedoeld in artikel 65 lid 1 onder a van de Wet BIG, worden
ontvangen in zijn klacht
. Het door de huisarts gevoerde verweer dat hij niet persoonlijk betrokken is geweest
bij de behandeling in deze periode, leidt niet tot het ontbreken van een belang van
klager bij de klacht, maar moet inhoudelijk door het college worden beoordeeld. Het
college zal de klacht daarom hierna inhoudelijk bespreken. De criteria voor de beoordeling
5.2 De vraag is of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht
worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen
en andere professionele standaarden. Verder geldt het uitgangspunt dat zorgverleners
alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen. Beoordeling
van de klachtonderdelen
5.3 De huisarts heeft aangevoerd dat hij in de periode van januari tot en met april 2021 niet persoonlijk betrokken is geweest bij de behandeling van en zorg voor klager. Klager erkent dat ook, maar houdt de huisarts als praktijkhouder verantwoordelijk voor het handelen en nalaten van de in zijn praktijk werkzame huisartsen. Ook stelt hij dat de verwijzing voor de echo op naam van de huisarts heeft plaatsgevonden. Verder meent klager dat de huisarts verantwoordelijk is voor de inhoud van het medisch dossier, in het bijzonder voor het feit dat uit de dossieraantekeningen niet (meer) op te maken is welke huisarts op welk moment bij de behandeling van klager betrokken is geweest.
5.4 Het college overweegt als volgt. Zoals in 5.2 is overwogen kan de huisarts alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor zijn eigen handelen. Dat de huisarts op welke wijze ook bij de aan klager verleende zorg betrokken is geweest, is niet gebleken. Zo de verwijzing voor de echo al op naam van de huisarts heeft plaatsgevonden – het college heeft dat niet kunnen vaststellen – betekent dat nog niet dat de huisarts klager zelf heeft verwezen. Volgens de huisarts staat ook in het geval een waarnemer de verwijzing heeft gedaan de verwijzing op zijn naam.
5.5 Met betrekking tot de dossiervoering heeft de huisarts aangevoerd dat in het dossier de initialen van de per verrichting betrokken artsen (en ondersteuners) stonden vermeld, maar dat die initialen bij de overdracht van het dossier aan een nieuwe huisarts moeten zijn weggevallen. Klager is enkele malen van huisarts gewisseld. Het is niet gelukt om de gegevens inclusief de initialen te achterhalen. Hoewel het ongelukkig is dat het dossier geen duidelijkheid meer geeft over de identiteit van de betrokken huisartsen, acht het college het aannemelijk dat de initialen zijn weggevallen bij een van de overdrachten. Dat is mogelijk omdat niet alle huisartsen met hetzelfde systeem werken. Dit valt de huisarts niet te verwijten. Anders dan klager kennelijk meent, behoudt de arts die een medisch dossier overdraagt daarvan geen kopie en is dat in beginsel ook niet toegestaan.
Slotsom
5.6 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de klacht in beide onderdelen ongegrond
is.
6 De beslissing
Het college:
-verklaart de klacht in beide onderdelen ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door E.C.M. de Klerk, voorzitter, C.M.H.M. van Lent lid-jurist,
H.J. Weltevrede, E. Jansen en J.G.E. Smeets, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door
N.A.M. Sinjorgo, secretaris, en in het openbaar uitgesproken door K.A.J.C.M. van
den Berg Jeths-van Meerwijk op 4 december 2024.