ECLI:NL:TGZRSHE:2024:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7132
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSHE:2024:141 |
---|---|
Datum uitspraak: | 04-12-2024 |
Datum publicatie: | 04-12-2024 |
Zaaknummer(s): | H2024/7132 |
Onderwerp: | Geen of onvoldoende zorg |
Beslissingen: | Ongegrond, kennelijk ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. De huisarts zou communicatie, consulten en behandeling van klager hebben geweigerd. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE ’s-HERTOGENBOSCH
Beslissing in raadkamer van 4 december 2024 op de klacht van:
[A],
wonende in [B],
klager,
tegen
[C],
huisarts,
werkzaam in [B],
verweerder, hierna ook: de huisarts
gemachtigde: mr. drs. E.E. Rippen, werkzaam in Utrecht.
1. De zaak in het kort
1.1 Klager verwijt de huisarts in vijf klachtonderdelen nalatigheid en incompetentie.
De klachten van klager komen er in de kern op neer dat de huisarts communicatie, consulten
en behandeling van klager zou hebben geweigerd.
1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is gekomen.
2. De procedure
2.1 De procedure blijkt uit:
-het klaagschrift, ontvangen op 23 april 2024;
-de aanvulling op het klaagschrift met de bijlagen;
-het verweerschrift met als bijlage het medisch dossier.
2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.
2.3 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.
3. De feiten
3.1 Op 7 augustus 2023 heeft de huisarts in het medisch dossier genoteerd (alle
citaten zijn letterlijk overgenomen, inclusief type- en spelfouten):
“S spoedvisite familie/contact [naam] aanwezig. dhr is aanspreekbaar
gister van trap gevallen op zijn hoofd. dhr lijkt geintoxiceerd tgv alcohol/diazepam
of klap op het hoofd niet geheel adequaat
O ABC stabiel
O Syst.RR:110
O Diast.RR: 70 behaarde hoofd met oud bloed en niet duidelijk waar wondje zit verwaarloosd
qua kleding en hygiene glucose 6,7 neuro; gb
O PolsfrqNHG: 66
P gezien trauma acpitis en bloedverdunners en niet adequaat reactie: verwijz via
ambulance naar SEH-arts [naam ziekenhuis].”
3.2 Op 12 september 2023 heeft de huisarts in het medisch dossier genoteerd:
“S spoedvisite intensief dhr zit met forse hoofdwond [naam contactpersoon] dhr is
gevallen hard op zijn hoofd gevallen
O forse hoofdwond 15 cm ABC stabiel goed aanspreekbaar
P gezien bloedverdunner en harde trauma capitis en fors hoofdwond; naar SEH via
ambulance (…)”
3.3 Op 19 september 2023 heeft de huisarts in het medisch dossier genoteerd:
“S viste intensief aanwezig [namen]. dhr gaat verder achteruit, qua cognitie tgv
alcohol, middelelmisbruik/verslaving, benzo’s en de 2x harde val op het hoofd/trauma
capitis en hersenschudding zorg heeft hem weer helemaal schoongemaakt wel grote smetplek
rug/billen tgv in de urine te liggen en zelfverwaarlozing zie foto. morgen komt bemoeizorg
na nogmaals bellen met hen door [contactpersoon] in opdracht van HA
O dhr zit rustig. aanspreekbaar. lijkt niet de ernst in te zien wil eigenlijk niet
veel
P - morgen beoordeling bemoeizorg met psychiater voor RM – zalf CMG voor smetplek
(…)”
3.4 Op 5 december 2023 heeft de huisarts onder meer in het medisch dossier genoteerd:
“S B/ Mededeling aan collega HA JL Zie bericht crisisdienst en HAP. Dhr is al uitgebreid
bekend en de klachten en complete problematiek loopt al lange tijd. Dhr meerdere malen
gezien en vaak visites en wilde keer op keer niet opgenomen worden of geholpen. Geen
ziekteinzicht en geen ziektebesef. Doel van visite is om somatische oorzaak uit te
sluiten. Bij geen somatische oorzaak ligt de regie bij [instelling verslavingszorg]
voor een opname aldaar ivm fors alcoholabusus en middelenmisbruik.
Zorgmachtiging loopt al via [instelling verslavingszorg] voor gedwongen opname.
(…)”
3.5 Van 9 januari 2024 tot en met 4 april 2024 is klager met een zorgmachtiging opgenomen
geweest in een kliniek van een GGZ-instelling (hierna: de Kliniek). In de ontslagbrief
van 8 april 2024 aan de huisarts staat onder meer:
“(…)
Relevante verslavingsgerichte voorgeschiedenis:
-
(…)
-
13-12-2023 t/m 19-12-2023: opname PAAZ [naam en plaats ziekenhuis] vanwege alcoholgebruik.
Vertrouwelijk detox met diazepam, (…)
-
22-12-2023 t/m 09-01-2024: opname [instelling verslavingszorg] met zorgmachtiging.
(…)
Somatisch beloop:
(…)
Bij de diverse laboratorium bepalingen blijkt de nierfunctie matig en is er een
ferriprieve anemie [college: bloedarmoede door ijzergebrek] vastgesteld. Suppletie
Ferrofumaraat 2x per week blijkt niet afdoende en is naar dagelijks verhoogd.
(…)
Om gastro-intestinaal bloed [college: bloedverlies in maag-darmkanaal] aan te tonen
is er feces op occult bloed verricht. Dit is positief maar past bij het gebruik van
de DOAC [college: bloedverdunners]. Daar het hemoglobine niet verder afnam is dit
vooralsnog expectatief gelaten. Nierfunctie herstelde eveneens weer naar de uitgangswaard
(eGFR rond de 70).
(…)
Op 03-04-2024 is er sprake van een abces op thorax dorsale zijde [college: bovenkant
rug] rechts. Gezien meer puskoppen rondom en centraal draineren proces is er het vermoeden
geweest van het bestaan van een karbunkel [college: steenpuist]. Om de pusdrainage
te bevorderen is deze centraal aangeprikt met daarbij een goed afvloed. Gezien toename
van de induratie is gestart met clindamycine (…). Daags daarna is het geïnfecteerde
gebied rondom duidelijk afgenomen. De huid rond om kan 1x dd worden ingesmeerd met
fucidine zalf en worden afgedekt met een Mepilex eiland pleister.
Voor vertrek heeft nog een laatste bloedcontrole plaats gehad. Wegens een milde
toename van dyspnoe en ter controle van de nierfunctie en het Hb. Deze laatste zijn
stabiel (…).
(…)
Nazorg:
Casemanager ambulante thuisbehandeling bezoekt cliënt 2x per week, de komende periode
worden oook urineanalyses ingezet om de abstinentie te monitoren.
Somatische adviezen:
Patiënt dien afspraken te maken bij:
- de polikliniek cardiologie ter controle cardiale status.
- De polikliniek longgeneeskunde voor een X-thorax en een spirometrie
- De tandarts dan wel de kaakchirurgie voor saneren van het gebit.
(…)”
3.6 Op 19 april 2024 is in het medisch dossier genoteerd:
“P PT gebeld, meneer deed aan de telefoon neerbuigend. Hij vroeg aan mij dit en
dit weet je wat dat betekend op een neerbuigende manier. meneer wil persee voor volgende
week vrijdag een afspraak hebben voor een (nul recept). ik wist niet wat dit betekende.
meneer vond dit heel raar en moest zuchten. meneer wil zien dat het stoprecept gemaakt
wordt. meneer heeft een tuchtzaak tegen [de huisarts] opgesteld. [De huisarts] zou
de volgende zijn die gaat vallen. dit was een gesprek van 17 minuten. – ik heb [de
huisarts] gebeld en alles uitgelegd zoals het is besproken tijdens het gesprek. voor
nu afspraak verwijderd. eerst gesprek met [de huisarts].
S APO belt, wat moeten ze nu precies voorschrijven, ik heb doorgegeven dat ik eerst
even moet overleggen met [de huisarts]. Hierna bel ik APO terug.
P PT nomaals gebeld en doorgegeven dat [de huisarts] meneer vandaag belt.
P B/ diazepam 10mg verwijderd en 5 mg voorgeschreven
P B/ in recetenbuffer staat diazepam voor meer 2000 stuks. Mogelijk verkeerde aanvraag!
iig niet akkoord. wel akkoord met 28 stus. Deze werd herhaald”
3.7 Er is een afspraak gemaakt voor klager met de huisarts voor 3 mei 2024. Deze afspraak is niet doorgegaan. Klager heeft zich op 23 april 2024 bij een andere huisartsenpraktijk aangemeld. Het medisch dossier is op 29 april 2024 aan die praktjik overgedragen.
4. De klacht en de reactie van de huisarts
4.1 Klager verwijt de huisarts nalatigheid en incompetentie op de volgende punten:
a) de huisarts weigerde in de periode van alcohol-abuses behandeling van (doorlig-)wonden
aan de benen, er was volgens de huisarts ‘niets aan de hand’ omdat klager ‘nog in
staat was te drinken’;
b) begin april 2024 weigerde de huisarts consult en interventie voor een abces,
ook na het opsturen van een foto, waarna het abces door een andere bevriende arts
is geopend en gedraineerd. Een door klager opgelopen trauma capitis werd door de huisarts
op dezelfde manier behandeld (foto opsturen, eenmaal visite, geen opvolging);
c) in januari 2023 heeft klager de huisarts per brief gevraagd om een gesprek ter
verbetering van de moeizame verstandhouding. De huisarts wees het verzoek af;
d) op 19 april 2024 heeft klager de assistente van de huisarts gezegd dat hij een
nul-recept diazepam wenste. Eerst zei de assistente dat de huisarts drie weken niet
bereikbaar was, maar later zei ze dat ze hierover telefonisch met de huisarts wilde
overleggen. Klager heeft de assistente gevraagd de huisarts te vragen hem hierover
te bellen, maar is die dag niet teruggebeld door de huisarts;
e) De GGZ-instelling waar klager zich heeft laten onderzoeken, heeft een fors verminderde
Hb en een verminderde nierfunctie vastgesteld en verzocht deze structureel te volgen.
De huisarts heeft na de thuiskomst van klager wekenlang niets van zich laten horen,
ook niet na telefonische berichten van klager.
4.2 De huisarts heeft het college verzocht om de klacht ongegrond te verklaren. Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.
5. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
5.1 De vraag is of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht
worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de huisarts geldende beroepsnormen
en andere professionele standaarden. Dat een zorgverlener mogelijk anders had kunnen
handelen is niet altijd genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt. Klachtonderdeel a)
doorligwonden tijdens alcohol-abuses
5.2 Klager heeft niet vermeld wanneer het aan de huisarts verweten handelen/nalaten heeft plaatsgevonden. De huisarts heeft onder verwijzing naar het uitgebreide medisch dossier (dat vanaf 1 januari 2023 aan het college is overgelegd) aangevoerd dat het niet aan hem is om in dat dossier te zoeken naar een datum die aan het verwijt kan worden gekoppeld. De huisarts kan dus niet nagaan of hijzelf danwel een collega huisarts betrokken is geweest bij de zorgverlening aan klager met betrekking tot de door klager gestelde doorligwonden. Ook heeft de huisarts aangevoerd dat hij zich niet op een wijze als door klager gesteld uitlaat naar zijn patiënten, ook niet naar klager.
5.3 Het college kan op basis van de beperkte informatie van klager niet vaststellen op welk medisch handelen of nalaten van de huisarts klager dit klachtonderdeel baseert en zelfs niet of het verwijt van klager betrekking heeft op de in 2023 aan klager verleende zorg of op een eerdere periode. Het medisch dossier vanaf 1 januari 2023 geeft het college geen aanknopingspunt voor een tekortschieten in de zorg aan klager door de huisarts met betrekking tot eventuele doorligwonden. Het college kan daarom evenmin vaststellen dat de huisarts zich in dat kader heeft uitgelaten in de door klager genoemde bewoordingen, nog los van het feit dat de huisarts zich in deze wijze van communicatie niet herkent. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Klachtonderdeel b) abces april 2024 – trauma capitis 2023
5.4 Uit het dossier blijkt dat klager op 3 april 2024 is behandeld aan het abces op
zijn rug. Hij was toen nog opgenomen in de Kliniek, die de medische zorg voor klager
voor de duur van deze opname van de huisarts had overgenomen. Voor de huisarts was
hierbij geen rol weggelegd. Dat klager de huisarts op 2 februari 2024 een foto van
het abces heeft toegestuurd met de vraag “wat moeten we hiermee” maakt dat niet anders.
5.5 Op 7 augustus 2023 en op 12 september 2023 heeft de huisarts spoedvisites afgelegd
bij klager nadat hij gevallen was en daarbij hoofdletsel had opgelopen (zie 3.1 en
3.2 hiervoor). De huisarts heeft klager beide keren onderzocht en per ambulance ingestuurd
naar het ziekenhuis. Op 19 september 2023 heeft de huisarts ook weer een visite bij
klager afgelegd. Naar het oordeel van het college heeft de huisarts adequaat gehandeld
en gereageerd op de hulpvragen van (en met name namens) klager in deze periode.
5.6 Klachtonderdeel b) is op grond van het voorgaande kennelijk ongegrond.
Klachtonderdeel c) gesprek geweigerd in/na januari 2023
5.7 De huisarts heeft aangevoerd dat hij de door klager overgelegde brief uit januari
2023 niet ontvangen heeft. Deze maakt ook geen deel uit van het medisch dossier, terwijl
alle inkomende correspondentie gescand wordt en aan het dossier toegevoegd. Ook heeft
de huisarts aangevoerd dat hij in 2023 vele contacten met klager heeft gehad en dat
in die contacten de kennelijke wens van klager om een gesprek te voeren niet aan de
orde is geweest.
5.8 Vast staat dat er in 2023 regelmatig contacten tussen de huisarts en klager zijn geweest. Dat blijkt uit het medisch dossier. Ook in het eerste kwartaal van 2023 zijn regelmatig visites afgelegd bij klager. Het college kan op grond hiervan niet vaststellen dat de huisarts het contact met klager uit de weg is gegaan of een gesprek heeft geweigerd, zodat dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond wordt verklaard.
Klachtonderdeel d) nul-recept diazepam op 19 april 2024
5.9 De huisarts heeft aangevoerd dat de apotheek de praktijk van de huisarts belde
omdat een aanvraag zou zijn gedaan voor meer dan 2000 tabletten diazepam. De huisarts
heeft die aanvraag afgewezen en omgezet naar 28 stuks, conform het laatste recept
van de Kliniek. De huisarts kon het verzoek van klager om een nul-recept (een stop
recept) af te geven niet honoreren. De huisarts heeft gehandeld conform het voorschrift
van de Kliniek.
5.10 Het college overweegt dat de huisarts wegens vakantie op 19 april 2024 niet in
de praktijk aanwezig was, maar telefonisch overleg heeft gevoerd met de praktijk over
de bestelling van de apotheek en de contacten van de praktijk met klager van die dag.
De huisarts heeft instructie gegeven voor het juiste recept. Verder heeft de huisarts
een afspraak met klager ingepland voor 3 mei 2024, na terugkeer van zijn vakantie.
Naar het oordeel van het college heeft de huisarts op 19 april 2024 (tijdens zijn
vakantie) adequaat gehandeld in vervolg op de vraag van de apotheek over de aanvraag
diazepam en op het verzoek van klager om een nul-recept. Dat de huisarts klager op
19 april 2024 niet zelf heeft teruggebeld, acht het tuchtcollege niet tuchtrechtelijk
verwijtbaar. Ook dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.
Klachtonderdeel e) vervolgen nierfunctie en Hb
5.11 De huisarts heeft verwezen naar de ontslagbrief van de Kliniek. De huisarts
heeft verder aangevoerd dat hij de ontslagbrief van de Kliniek op 11 april heeft ontvangen
en dat vanwege zijn vakantie een gesprek met klager niet eerder dan op 3 mei 2024
kon worden ingepland.
5.12 Uit de brief van de Kliniek blijkt niet dat aan de huisarts is gevraagd om het Hb en de nierfunctie van klager structureel te volgen. Daags voor het ontslag van klager uit de Kliniek waren beide waardes stabiel. De Kliniek heeft aangegeven waaruit de nazorg van de Kliniek bestond en welke afspraken klager na zijn ontslag moest maken. Daartoe behoorde niet een afspraak (op korte termijn) voor controle van het Hb en de nierfunctie. De huisarts is voorts kort na het ontslag van klager uit de Kliniek op vakantie gegaan, was voor de praktijk – waar nodig – telefonisch bereikbaar en heeft voor klager een afspraak voor na die vakantie ingepland. Dit gesprek is niet meer gevoerd, omdat klager zich op 23 april 2024 (drie weken na zijn ontslag uit de Kliniek) bij een andere huisartsenpraktijk heeft aangemeld. Klachtonderdeel e) is eveneens kennelijk ongegrond.
Slotsom
5.13 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht kennelijk
ongegrond zijn.
6. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 4 december 2024 door E.C.M. de Klerk, voorzitter,
H.J. Weltevrede en J.G.E. Smeets, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door N.A.M. Sinjorgo,
secretaris.