Zoekresultaten 12751-12800 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/360330 KL RK 19-127

    Klager heeft zijn woning ‘kosten koper’ verkocht aan een koper. De notaris is door de koper van de woning belast met de levering. Op de nota van afrekening stond onder meer een te betalen bedrag van € 20,43 exclusief BTW vermeld voor ‘3x kosten overboeking’. Klager verwijt de notaris dat hij klager kosten in rekening heeft gebracht die vallen onder het begrip ‘gebruikelijk werkzaamheden’. De gebruikelijke werkzaamheden zijn immers al in rekening gebracht bij de koper. Door de kosten van een drietal overboekingen ook nog eens bij klager als verkoper in rekening te brengen, factureert de notaris die werkzaamheden dus twee keer, aldus klager. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard en heeft hiertoe het volgende overwogen. In lijn met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 16 juli 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:2428) is de kamer van oordeel dat als in een koopovereenkomst is overeengekomen dat de kosten voor rekening van de koper komen, dat met zich brengt dat partijen mogen verwachten dat kosten waarvan niet in de koopovereenkomst concreet staat vermeld dat deze voor rekening van één van beide partijen komen, en deze kosten niet uitsluitend betrekking hebben op de persoon van de verkoper, in hun geheel voor rekening van de koper zullen komen. De door klager aangehaalde kosten van telefonische overboekingen hebben echter uitsluitend betrekking op werkzaamheden die enkel ten behoeve van hem als verkoper zijn verricht. Het gaat immers om overboekingen aan klager zelf, zijn hypotheekgever(s) dan wel aan de door klager ingeschakelde makelaar. Het is daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris deze kosten bij klager als verkopende partij in rekening heeft gebracht. De kamer volgt het betoog van de notaris dat de aflosnota, de volmacht tot royement, de inschrijving daarvan in het kadaster en de kosten van de uitboeking onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Deze kosten behoren dan ook tot de gebruikelijke kosten van een doorhaling die bij de verkopende partij in rekening dienen te worden gebracht. De verkopende partij is immers verplicht om het verkochte te leveren vrij van hypotheek. Gelet op de verbondenheid tussen de verscheidene kostenposten had de notaris er voor kunnen kiezen om één allesomvattend tarief te hanteren en dit bij klager in rekening te brengen. In zijn streven naar transparantie heeft de notaris ervoor gekozen de diverse kostenposten uit te splitsen op de nota van afrekening. Hierdoor is bij klager de indruk ontstaan dat de notaris extra honorarium in rekening heeft gebracht. Dit is echter niet het geval. Naar het oordeel van de kamer is geen sprake van het tweemaal in rekening brengen van dezelfde werkzaamheden. Klager heeft dan ook de notaris volkomen ten onrechte bestempeld als zakkenvuller. In plaats van ongeoorloofd zakkenvullen is de notaris eerder - met de beste intentie - te transparant geweest. De kamer geeft de notaris dan ook in overweging om, ter voorkoming van verdere verwarring, een zogeheten lumpsumtarief te hanteren.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/365784 KL RK 20-19

    Voorzittersbeslissing m.b.t. waarneming vacant protocol.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:114 Raad van Discipline Amsterdam 20-037/A/A

    Gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft de geheimhoudingsplicht uit de mediationovereenkomst geschonden. Waarschuwing + kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:115 Raad van Discipline Amsterdam 19-858/A/NH

    Deels gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft zich onnodig grievend over klager uitgelaten. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/347

    Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster en haar huisarts niet van volledige informatie heeft voorzien en dat zij informatie heeft achtergehouden. Kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:110 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190274

    Klacht over advocaat in zijn hoedanigheid van deken met betrekking tot de behandeling van een gezamenlijke klacht van klager en de advocaat van klager. Toetsingsmaatstaf. Beslissing raad wordt bekrachtigd voor zover de klacht ongegrond werd verklaard en deels vernietigd voor zover de klacht gegrond werd verklaard. Herhaalde poging tot bemiddeling in het licht van de omstandigheden te begrijpen. Uitlating dat het de eigen keuze was van klager om niet bij de bespreking aanwezig te zijn is, gelet op de gegeven toelichting voor klagers afwezigheid, ongelukkig en niet passend, maar niet badinerend en intimiderend. Wel is verweerder jegens klager voorbijgegaan aan de heersende tuchtrechtelijke jurisprudentie over het overleggen van confraternele correspondentie en heeft verweerder klager hierover onjuist geïnformeerd. Door het doen van zo’n onjuiste mededeling wordt het vertrouwen in de advocatuur beschadigd. De deken onderzoekt ingediende klachten als voorportaal van de tuchtrechter en van hem mag worden verwacht dat hij klagers in tuchtzaken correct informeert over de heersende uitleg van gedragsregels. Van het innemen van leugenachtige standpunten of een gebrek aan juridische kennis is het hof niet gebleken. Dit klachtonderdeel wordt deels gegrond verklaard, zij het op een andere grondslag dan de raad heeft gedaan. Waarschuwing, kostenveroordeling. Bezwaar dat proceskostenveroordeling niet past bij optreden als deken wordt gepasseerd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:113 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200070

    Beklag tegen afwijzende beslissing ex art. 13 beklag. In deze kwestie heeft klager al een verzoek ingediend dat door de deken is afgewezen en waarin een beklag is ingediend bij het hof. Het hof oordeelde toen dat het beklag ongegrond was (200012). Klager heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd, dus het beklag is opnieuw afgewezen door het hof. Dit is een derde beklag tegen deze deken inzake een verzoek tot aanwijzing van een advocaat door klager. Klager moet er rekening mee houden dat volgende beklagen in deze en aanverwante kwesties niet in behandeling woorden genomen door het hof.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/17

    Hond. Onnodig gebruik en langdurig voortzetten medicatie, onderbouwing gebuik medicatie, verslaglegging. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:202 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/645880/ DW RK 18/520

    Beslag op een UWV uitkering terwijl het onduidelijk is dat beslagene nog in Nederland verblijft. Klaagster stelt dat haar aanspraak op de uitkering is vervallen op het moment dat zij geen adres in Nederland meer had, en dat de gerechtsdeurwaarders deze gelden heeft verduisterd door ze te innen. De kamer behandelt ook de vraag of de gerechtsdeurwaarder terecht geen beslagvrije voet heeft toegepast in het kader van artikel 475e Rv. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:112 Raad van Discipline Amsterdam 20-256/A/A 20-257/A/A

    Voorzittersbeslissing. Niet is gebleken dat verweerders in hun verweerschrift in strijd met de waarheid hebben verklaard.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:3 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/15

    Hond. Voorschrijven medicatie, verslaglegging. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:113 Raad van Discipline Amsterdam 19-350/A/A 19-351/A/A

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft in haar e-mail aan klager van 18 maart 2019 toegelicht waarom de secretaresse tijdens het telefoongesprek met klager haar naam niet heeft genoemd en waarom verweerders de zaak van klager niet kunnen behandelen. Dat hierbij sprake is geweest van discriminatie heeft klager niet of onvoldoende onderbouwd. De stelling van klager dat de secretaresse haar naam wel heeft genoemd toen hij onder een autochtone schuilnaam belde is onvoldoende om vast te kunnen stellen dat sprake zou zijn van discriminatie. Anders dan klager kennelijk veronderstelt stond het verweerders vrij de opdracht van klager niet te aanvaarden.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/16

    Hond. Niet meteen aanleggen Midazolam-infuus nadat Diazepam onvoldoende werkzaam bleek, niet doorverwijzen naar specialistische kliniek. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:101 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-622

    Voorzittersbeslissing. Bij het opstellen van zijn second opinion heeft verweerder zorgvuldig gehandeld door klaagster daarbij te betrekken, haar thuis te bezoeken en haar dossier te bestuderen. Voor deze werkzaamheden heeft verweerder een declaratie aan klaagster gestuurd. Het verwijt van klaagster dat deze declaratie pittig hoog was, is echter onvoldoende door klaagster onderbouwd en mist daardoor feitelijke grondslag. Dat verweerder zijn oordeel over de haalbaarheid van procedures tegen de buren van klaagster en het Kadaster ten onrechte heeft gebaseerd op verjaring en daarbij klakkeloos het eerste advies van mr. E heeft overgenomen kan de voorzitter, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door verweerder, niet vaststellen. Klaagster heeft daartoe onvoldoende gesteld. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:108 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-769

    Voorzittersbeslissing met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening. Gebleken is dat verweerder tijdig de vermeerdering van eis heeft ingediend. Een plicht tot instellen van hoger beroep bestaat niet. Na vertrouwensbreuk met klager diende verweerder zich terug te trekken als advocaat. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-460

    Essentie: Klacht over het optreden van een collega-advocaat. Verweerder heeft op enig moment de behandeling van een strafzaak overgenomen van klaagster. Ondanks diverse verzoeken van klaagster heeft verweerder pas 13 maanden na de beëindiging van de strafzaak de toevoeging ter uitbetaling bij de Raad voor Rechtsbijstand ingediend. Vervolgens heeft hij nog ruim 3 jaar gewacht met het verstrekken van de benodigde gegevens aan klaagster voor het vaststellen van het aandeel van klaagster in de toevoegingsgelden en de betaling daarvan aan klaagster. Klacht gegrond; onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:102 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-597

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de haar, als advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid in het arbeidsgeschil tussen partijen heeft overschreden of op enigerlei misbruik heeft gemaakt van (dreiging met) rechtsmiddelen. De door klaagster gewraakte brieven van verweerster aan haar advocaten zijn zakelijk in toon en inhoud en verwoorden het standpunt van haar cliënte. Evenmin is gebleken dat verweerster een intimiderende of chantabele of op andere wijze ongepaste houding heeft ingenomen jegens (de advocaten van) klaagster, die haar in het kader van het tuchtrecht niet vrijstond. Ook overigens niet tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerster. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/368681 KL RK 20-44

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:109 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-364/AL/OV

    Verweerster werkt als Rechtsanwältin in Duitsland en heeft tot voor kort als EU-advocaat in Nederland gewerkt. Naar het oordeel van de raad is zij tekortgeschoten in de zorgplicht jegens klager in zijn geschil met een Duitse aannemer over schade aan zijn badkamer. Verweerster heeft zijn zaak onvoldoende voortvarend behandeld, daarover ook onvoldoende met hem gecommuniceerd en klager aan zijn lot overgelaten wat betreft de risico’s van het tussentijds laten treffen van noodmaatregelen. De raad is niet gebleken dat verweerster bij aanvang van de opdracht navraag bij klager heeft gedaan naar een rechtsbijstandsverzekering. Ook toen zij ermee bekend was dat klager een rechtsbijstandsverzekering had, is verweerster niet in het belang van klager tot actie over gegaan. Daarnaast heeft verweerster klager maandenlang in het ongewisse gelaten over te nemen vervolgstappen richting de wederpartij, heeft zij geen regie genomen bij de aanpak van de zaak maar wel op enig moment een toezegging te doen tot dagvaarding gedaan. Door die toezegging vervolgens niet na te komen, heeft verweerster jegens klager niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Onvoorwaardelijke schorsing van 6 weken na herinschrijving op het tableau.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-461

    Klacht betreft uitlatingen van de advocaat van de wederpartij van klager, gedaan in een schriftelijk pleidooi in een procedure betreffende de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden. Klager stelt dat die uitlatingen onnodig grievend zijn. De raad is van oordeel dat daarvan geen sprake is omdat verweerster het standpunt van haar cliënte heeft verwoord en in de geschetste omstandigheden mocht afgaan op de feiten die haar cliënte haar meedeelde. Dat zijn geen objectieve feiten maar betreffen de subjectieve ervaringen van de cliënte van verweerster. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:103 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-667

    Naar het oordeel van de voorzitter kunnen klagers niet klagen over de vermeende of toekomstige belangenverstrengeling tussen de verschillende cliënten van verweerder onderling bij gebreke aan een eigen persoonlijk belang daarbij. Het is in het voorkomende geval aan die cliënten om daarover bij verweerder te klagen. Kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:110 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-369/AL/MN

    Verweerster is de (opvolgend) advocaat van de ex-partner van klager in een familiegeschil. Naar het oordeel van de raad kon, gelet op de omstandigheden van een al jarenlang geëscaleerd conflict tussen klager en zijn ex-partner, redelijkerwijs niet verwacht worden dat overleg tussen verweerster en de advocaat van klager nog tot een voor beide partijen gewenst resultaat had geleid. Klacht in zoverre, dat geen poging om een regeling in der minne te bereiken is gedaan, ongegrond. Met de door verweerster gebruikte door klager gewraakte woordkeus in haar processtukken heeft verweerster zich naar het oordeel van de raad onnodig grievend jegens klager uitgelaten en daarmee de grenzen van het betamelijke overschreden. Verweerster heeft onvoldoende de-escalerend opgetreden door af te gaan op van haar cliënte verkregen eenzijdige ernstige informatie, terwijl niet is gebleken dat zij naar de juistheid ervan zelf ook onderzoek heeft gedaan. Stukken die dat onderbouwen, ontbreken. Voor zover de deken bij doorzending van het klachtdossier niet alle relevante stukken heeft doorgestuurd aan de raad, zoals verweerster ter zitting nog heeft betoogd, had het op haar weg gelegen om die stukken alsnog in te dienen bij de raad. Dat heeft verweerster niet gedaan, zodat de raad daarvan geen kennis heeft genomen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-443

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster heeft als advocaat een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het bewaren van het evenwicht tussen partijen in een juridische kwestie en het in dat verband benaderen van een partij die door een advocaat wordt bijgestaan. Door klaagster rechtstreeks te benaderen terwijl verweerster wist dat klaagster werd bijgestaan door mr. B. heeft verweerster niet gehandeld zoals het een zorgvuldig en behoorlijk handelend advocaat betaamt. Klacht gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:104 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-659

    Voorzittersbeslissing. Klachten deels niet-ontvankelijk wegens verjaring klachtrecht, deels kennelijk ongegrond. Verweerder, die werd bijgestaan door een advocaat, mocht in de civiele procedure die klager tegen hem privé had aangespannen de standpunten innemen zoals door hem gedaan. Klager heeft met juridische bijstand van een advocaat in de procedure op die standpunten kunnen reageren, op basis waarvan de rechter - uiteindelijk in hoger beroep - een beslissing heeft genomen. Het is aan de civiele rechter geweest om daarover te oordelen; niet aan de tuchtrechter.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:98 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-455

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in de conclusie van antwoord in het incident en in de conclusie van antwoord in reconventie informatie over de mediation op te nemen en e-mails van de mediator over te leggen. Het is ook tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerder zijn conclusie van antwoord in reconventie met producties naar mr. C. heeft gestuurd, terwijl hij wist dat klager in de dagvaardingsprocedure niet door mr. C. werd bijgestaan. Klacht gegrond. Waarschuwing en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:105 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-623

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft de belangen van klagers, als advocaat van de wederpartij in een complex echtscheidingsgeschil, niet onnodig geschonden. Hij heeft de belangen van zijn cliënt daarbij op juiste en partijdige wijze behartigd. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-507

    Raadsbeslissing. Door op de zitting bij het hof, tegen de wens van klager en zonder tijdig overleg met klager, niet de videobeelden te tonen en daarvan ook geen melding te maken in zijn pleitnota heeft verweerder niet gehandeld zoals het een zorgvuldig en behoorlijk handelend advocaat betaamt. Klacht gegrond. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-625

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft als advocaat van de wederpartij van klaagster de grenzen van de haar daarbij toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-719

    Raadsbeslissing. Klachtdossier biedt geen aanknopingspunten voor klaagsters standpunt dat verweerder op enig moment in de aanloop naar en bij de totstandkoming van de VSO als advocaat van klaagster is opgetreden. Hoewel verweerder transparanter had moeten zijn over zijn aanwezigheid bij en zijn rol tijdens de bespreking over de VSO, door bijvoorbeeld bij zijn handtekening te vermelden dat hij als advocaat van de heer K., althans van bedrijf I., optreedt, heeft verweerder door zijn handelen niet de schijn gewekt dat hij alleen voor klaagster dan wel voor klaagster en bedrijf I. tezamen als advocaat optrad. Daarnaast was verweerder tuchtrechtelijk niet gehouden om melding te maken van zijn vriendschap met de directeur van bedrijf I. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-786

    Essentie: Naar het oordeel van de voorzitter heeft klager geen eigen rechtstreeks belang bij de klacht, zodat hij daarin kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 298/2019

    Klaagster had bij collega van beklaagde uit dezelfde praktijk aangegeven dat ze over wilde naar praktijk van beklaagde. Beklaagde heeft voorafgaand aan het kennismakingsgesprek het dossier van klaagster ingezien. Bij voorkeur wordt daarvoor toestemming gevraagd maar college kan het gegeven de omstandigheden billijken dat beklaagde het heeft gedaan zonder toestemming. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 219/2019

    Diverse klachtonderdelen, gericht tegen de huisarts van klager en zijn gemachtigde (echtgenote). De klachtonderdelen hebben betrekking op de tijdigheid van de verwijzing naar een neuroloog, de inhoud van een verwijzing naar een MDL-arts, het aandringen op casemanagement door de huisartsenpraktijk, het verstrekken van onjuiste informatie aan het tuchtcollege en het achterhouden van een deel van het medisch dossier voor de nieuwe huisarts van klager. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 297/2019

    De klacht betreft de zorg in de huisartsenpraktijk voor een complexe psychiatrische patiënte in een crisissituatie. Het beleid van beklaagde is te billijken. Klacht kennelijk onggegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:318 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.240

    Klacht tegen cardioloog. Bij klager dient, na een hartstilstand, een ICD geplaatst te worden. Vanwege problemen in het verleden stelt klager de voorwaarde dat hij daarbij niet behandeld wil worden door drie van de in het team aanwezige cardiologen waarna besloten wordt om klager voor het ondergaan van de implantatie over te plaatsen naar een ander ziekenhuis. Klager verwijt verweerster onzorgvuldig handelen door verdere behandeling te weigeren en voorts dat zij voor klager nadelige informatie op het overdrachtsformulier voor het andere ziekenhuis heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en gelast publicatie van de beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:319 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.241

    Klacht tegen cardioloog. Bij klager dient, na een hartstilstand, een ICD geplaatst te worden. Vanwege problemen in het verleden stelt klager de voorwaarde dat hij daarbij niet behandeld wil worden door drie van de in het team aanwezige cardiologen waarna besloten wordt om klager voor het ondergaan van de implantatie over te plaatsen naar een ander ziekenhuis. Klager verwijt verweerder onzorgvuldig handelen door verdere behandeling te weigeren en voorts dat hij voor klager nadelige informatie op het overdrachtsformulier voor het andere ziekenhuis heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en gelast publicatie van de beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:111 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190259

    Geen doorbreking appelverbod. Wat klagers stellen over door hen aangedragen feiten waarop de raad niet is ingegaan betreft niet het beginsel van hoor en wederhoor, maar de inhoud van de beslissing en daarmee de motivering. Hoger beroep niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:94 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-450

    Klacht over optreden van de advocaat van de wederpartij. Klaagster en de cliënt van verweerster zijn gescheiden en daarna verwikkeld geraakt in een conflict over de schoolkeuze van de minderjarige dochter van partijen, te weten een school in de plaats waar klaagster woont of in de woonplaats van de vader. Verweerster stond in dat conflict de vader bij. In die situatie heeft verweerster zich persoonlijk in het conflict gemengd door haar eigen dochter in te zetten om de dochter van partijen op een school rond te leiden in de woonplaats van haar cliënt. Daardoor kon bij klaagster de indruk ontstaan dat verweerster probeerde de dochter van partijen te beïnvloeden om een school te kiezen in de woonplaats van de vader. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht is gegrond; waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:112 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190246H

    Herzieningsverzoek op beslissing ex art. 13 Advocatenwet. Verzoeker heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die een uitzondering rechtvaardigen op de regel dat herziening in beginsel niet mogelijk is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:110 Raad van Discipline Amsterdam 20-051/A/A

    Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Verweerster had klager al eerder bijgestaan. Toen hij haar 11 maanden later opnieuw om juridische bijstand verzocht, betrof dat een vervolg op het eerdere contact.Dat klager daar zelf ook vanuit ging, blijkt uit zijn e-mail waarin hij sprak over heropening van het dossier. Verweerster heeft mogen uitgaan van een doorlopende opdracht van klager, waarvoor zij geen nieuwe opdrachtbevestiging hoefde te sturen. Verweerster heeft klager steeds geïnformeerd dat hij wellicht in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtsbijstand, maar dat zij dergelijke zaken niet deed. Klager was er dus mee bekend dat verweerster hem alleen op betalende basis zou kunnen bijstaan.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:111 Raad van Discipline Amsterdam 20-048/A/A

    Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Verweerder heeft aan klaagster diverse keren uiteen gezet op welke wijze hij verweer wilde voeren en welke stukken hij derhalve niet aan de rechtbank wilde overleggen. Klaagster heeft met die aanpak ingestemd. De raad heeft niet kunnen vaststellen dat die aanpak in deze zaak onjuist was. Verwijt dat een processtuk te laat in concept aan klaagster is toegestuurd mist feitelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:2 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/10 VB 2019/11 VB 2019/12 VB 2019/13 VB 2019/14

    Het Veterinair Beroepscollege overweegt dat het in deze zaak gaat om overtredingen van wettelijke voorschriften. De dierenartsen hebben in de onderzochte periode ieder de voorschriften minstens 10 maal overtreden; vier van de vijf dierenartsen hebben in die periode de voorschriften zelfs meer dan 20 maal overtreden. Deze gedragingen bergen een risico in zich, want zij kunnen leiden tot resistentieontwikkeling en daardoor de volksgezondheid in gevaar brengen. Alles afwegende acht het Veterinair Beroepscollege een onvoorwaardelijke geldboete passend.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-257

    Betreft een klacht over het optreden van verweerder voor een cliënt in een huurtoeslagkwestie in een zaak waarmee ook één van de klagers (niet zijnde advocaat) bemoeienis heeft gehad. De andere klager is niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van eigen belang. Verweerder wordt verweten dat hij bij het aannemen van de zaak met klager had moeten overleggen en daarmee gedragsregel 17 en 22 (gedragsregels 1992) heeft overtreden. De raad is van oordeel dat daarvan geen sprake is omdat de genoemde gedragsregels zien op de relatie tussen advocaten onderling, waarvan hier geen sprake is. Ook het verwijt dat verweerder klager een cliënt heeft afgetroggeld is ongegrond, omdat de cliënt zich eigener beweging tot verweerder heeft gewend. Verder stond het verweerder vrij klager mee te delen dat hij overwoog een klacht in te dienen bij een klachtencommissie tegen klager. Dat is geen onbehoorlijk dreigement maar een juridisch geoorloofde maatregel. Ten aanzien van het verwijt dat verweerder misbruik heeft gemaakt van overheidsgelden door op basis van een toevoeging op te treden, is klager niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van eigen belang. De klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-502

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster heeft een eigen verantwoordelijkheid en kan niet door haar cliënt worden verplicht zijn opdracht uit te voeren. Verweerster heeft bovendien haar opdracht op een zorgvuldige wijze, als bedoeld in Gedragsregel 14 lid 3, neergelegd. Verweerster is niet gehouden cliënten vooraf over haar afwezigheid te informeren, tenzij in de betreffende periode termijnen verstrijken of andere spoedeisende zaken spelen. Daarvan was, voor zover verweerster kon weten, geen sprake. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:108 Raad van Discipline Amsterdam 19-823/A/NH

    Gegronde klacht over de eigen advocaat. Verweerster is ernstig tekortgeschoten in de behartiging van de belangen van klaagster door in een periode van vijf jaar niet, althans onvoldoende met klaagster te communiceren en door geen aanvang te maken met het verzoekschrift voorlopig deskundigenbericht. Het klachtdossier laat het beeld zien van een advocaat die een te afwachtende houding inneemt en pas in actie komt als de cliënt daar meerdere keren om vraagt. De raad rekent verweerster dit gedrag zwaar aan en acht het passend en geboden dat verweerster daarvoor wordt berispt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-293

    Klacht over eigen advocaat, inhoudend dat het cassatiemiddel ondeugdelijk was. Verweerder heeft uitvoerig uiteengezet wat een cassatieprocedure inhoudt, op welke (beperkte) wijze in cassatie wordt getoetst en dat deze procedure niet een volledige derde instantie is die de zaak opnieuw beoordeelt, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is. Ook de klacht over de kwaliteit van de werkzaamheden is ongegrond. De werkzaamheden voldoen aan wat binnen de advocatuur als professionele standaard geldt. Verder heeft verweerder erkend dat hij vooraf geen afspraken heeft gemaakt met klager voor het geval zijn werkzaamheden de dekkingsruimte van de verzekering zouden overstijgen. Dat had hij moeten doen, maar nu hij het meerdere niet in rekening heeft gebracht aan klager, is dit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Voorts is niet gebleken dat verweerder excessief heeft gedeclareerd. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-184

    Klaagster verwijt verweerder dat hij niet voor elke afzonderlijke opdracht van klaagster een schriftelijke bevestiging heeft verzonden. Verweerder heeft toegegeven dat hij heeft nagelaten voor elke nieuwe opdracht een bevestiging te zenden. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Dit verwijt is dus terecht. Ook verwijt klager verweerder dat hij onjuist dan wel onterecht gedeclareerd heeft. De tuchtrechter toetst slechts of er excessief is gedeclareerd. Dat is niet door klaagster gesteld noch is dat de raad uit de stukken gebleken. De klacht dat verweerder een op zijn kantoor werkzame jurist heeft ingeschakeld voor een aantal werkzaamheden is ongegrond daar klaagster instemde met die werkwijze. Dat verweerder onprofessioneel zou hebben gehandeld in het kader van gelegde derdenbeslagen en de op grond daarvan afgelegde verklaringen, heeft klaagster niet aangetoond. Ook op dit punt is de klacht ongegrond. Het ontbreken van opdrachtbevestigingen is voor de raad geen aanleiding om een maatregel op te leggen mede omdat klager daardoor niet geschaad is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:109 Raad van Discipline Amsterdam 20-129/A/NH

    Gegronde klacht over de eigen advocaat. Verweerder is in grote mate tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klager door (de inhoud van) het convenant niet met klager te bespreken. De raad rekent dit verweerder zwaar aan. Nu (het kantoor van) verweerder de samenwerking met Scheidingsexpert inmiddels heeft verbroken, verweerder ter zitting inzicht heeft getoond in zijn eigen handelen en hij een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft, zal de raad in dit geval volstaan met het opleggen van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:83 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-143

    Klacht over eigen advocaat. Deze zou klager onvoldoende hebben geïnformeerd over de mogelijke intrekking van de toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand. Daarvan is, naar het oordeel van de raad, niet gebleken want klager heeft onder meer via de Raad voor Rechtsbijstand een bijlage bij de toevoeging ontvangen waarin staat dat en in welke gevallen een toevoeging kan worden ingetrokken. Klager stelt verder dat hij verweerster heeft meegedeeld dat hij geen resultaat wilde uit de echtscheiding. Dit is niet komen vast te staan, maar afgezien daarvan, maakt dit het oordeel van de raad niet anders. Bij een toevoeging gaat het om door de overheid gefinancierde rechtshulp waaraan voorwaarden worden gesteld. Het is niet aan een advocaat om deze regels op een oneigenlijke manier te omzeilen. Overigens heeft verweerster de belangen van klager naar behoren behartigd. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:77 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-954

    Verweerder heeft een letselschadezaak overgenomen van de vorige advocaat van klager. Klacht betreft de vergoeding van de BGK van de vorige advocaat van klager. De afspraak was dat verweerder in de onderhandelingen met de verzekeringsmaatschappij de BGK van de vorige advocaat zou meenemen. Dat heeft hij gedaan, maar de verzekeringsmaatschappij was niet bereid het totale bedrag van de BGK te voldoen. Niet gebleken is dat verweerder aan klager heeft toegezegd dat deze “zich geen zorgen over de BGK van zijn vorige advocaat hoefde te maken”. De klachtonderdelen hierover zijn ongegrond. Wel is verweerder tekort geschoten in de informatievoorziening naar klager toe door hem er niet uitdrukkelijk op te wijzen dat in de vaststellingsovereenkomst niet was opgenomen dat de BGK van de vorige advocaat niet integraal zouden worden vergoed en dat klager zelf die kosten zou moeten betalen. In de begeleidende brief bij de vaststellingsovereenkomst stond daar wel iets over, maar klager ontkent die brief ontvangen te hebben. Niet vastgesteld kan worden of dat juist is terwijl het op de weg van verweerder had gelegen dat aan te tonen. Dat heeft hij niet gedaan. Ook als klager die begeleidende brief wel had ontvangen, is de raad van oordeel dat verweerder tekort is geschoten. De inhoud van de brief was onvoldoende duidelijk. Dit klachtonderdeel is gegrond. Maatregel: waarschuwing en boete van € 6.500,- met als voorwaarde dat boete niet hoeft te worden betaald als binnen de gestelde termijn een bedrag van € 5.000,- (het bedrag dat klager aan zijn vorige advocaat heeft moeten betalen) aan klager wordt betaald.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:90 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-545 19-546

    Klagers verwijten verweerster dat er onvoldoende communicatie was. Er was geen plan van aanpak en het werk, zoals het opstellen van een dagvaarding werd voornamelijk door een secretaresse gedaan. Ook werd een door klagers geconstateerde fout niet hersteld. De deken is van oordeel dat verweerster ernstig tekort is geschoten in de aan klagers verleende rechtsbijstand en dat zij met name niet de deskundigheid ten toon gespreid heeft die van een behoorlijk advocaat mag worden verwacht. Verweerster erkent de klachten. Hoewel de raad gezien de ernst van de klachten een (voorwaardelijke) schorsing heeft overwogen, heeft zij, omdat dat verweerster blijk heeft gegeven in te zien dat de gang van zaken in deze kwestie een behoorlijk advocaat niet betaamt en adequate maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen, volstaan met een berisping. Daarbij heeft zij ook meegewogen dat verweerster niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel heeft opgelegd gekregen.