ECLI:NL:TNORARL:2020:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/360330 KL RK 19-127

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2020:15
Datum uitspraak: 24-04-2020
Datum publicatie: 28-05-2020
Zaaknummer(s): C/05/360330 KL RK 19-127
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klager heeft zijn woning ‘kosten koper’ verkocht aan een koper. De notaris is door de koper van de woning belast met de levering. Op de nota van afrekening stond onder meer een te betalen bedrag van € 20,43 exclusief BTW vermeld voor ‘3x kosten overboeking’.   Klager verwijt de notaris dat hij klager kosten in rekening heeft gebracht die vallen onder het begrip ‘gebruikelijk werkzaamheden’. De gebruikelijke werkzaamheden zijn immers al in rekening gebracht bij de koper. Door de kosten van een drietal overboekingen ook nog eens bij klager als verkoper in rekening te brengen, factureert de notaris die werkzaamheden dus twee keer, aldus klager.   De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard en heeft hiertoe het volgende overwogen. In lijn met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 16 juli 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:2428) is de kamer van oordeel dat als in een koopovereenkomst is overeengekomen dat de kosten voor rekening van de koper komen, dat met zich brengt dat partijen mogen verwachten dat kosten waarvan niet in de koopovereenkomst concreet staat vermeld dat deze voor rekening van één van beide partijen komen, en deze kosten niet uitsluitend betrekking hebben op de persoon van de verkoper, in hun geheel voor rekening van de koper zullen komen. De door klager aangehaalde kosten van telefonische overboekingen hebben echter uitsluitend betrekking op werkzaamheden die enkel ten behoeve van hem als verkoper zijn verricht. Het gaat immers om overboekingen aan klager zelf, zijn hypotheekgever(s) dan wel aan de door klager ingeschakelde makelaar. Het is daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris deze kosten bij klager als verkopende partij in rekening heeft gebracht. De kamer volgt het betoog van de notaris dat de aflosnota, de volmacht tot royement, de inschrijving daarvan in het kadaster en de kosten van de uitboeking onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Deze kosten behoren dan ook tot de gebruikelijke kosten van een doorhaling die bij de verkopende partij in rekening dienen te worden gebracht. De verkopende partij is immers verplicht om het verkochte te leveren vrij van hypotheek. Gelet op de verbondenheid tussen de verscheidene kostenposten had de notaris er voor kunnen kiezen om één allesomvattend tarief te hanteren en dit bij klager in rekening te brengen. In zijn streven naar transparantie heeft de notaris ervoor gekozen de diverse kostenposten uit te splitsen op de nota van afrekening. Hierdoor is bij klager de indruk ontstaan dat de notaris extra honorarium in rekening heeft gebracht. Dit is echter niet het geval. Naar het oordeel van de kamer is geen sprake van het tweemaal in rekening brengen van dezelfde werkzaamheden. Klager heeft dan ook de notaris volkomen ten onrechte bestempeld als zakkenvuller. In plaats van ongeoorloofd zakkenvullen is de notaris eerder - met de beste intentie - te transparant geweest. De kamer geeft de notaris dan ook in overweging om, ter voorkoming van verdere verwarring, een zogeheten lumpsumtarief te hanteren.    

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/360330 / KL RK 19-127

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[ naam klager ],

wonende te [ woonplaats klager ],

klager,

tegen

[ naam notaris ],

notaris te [ vestigingsplaats notaris ].

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit:

-          de klacht, met bijlagen, van 13 oktober 2019;

-          het verweer, met bijlage, van de notaris van 29 november 2019;

-          de brief, met bijlage, van klager van 9 december 2019;

-          de e-mail, met bijlage, van de notaris van 12 december 2019;

-          de brief van klager van 13 december 2019.

1.2.      De klachtzaak is ter zitting van 13 maart 2020 behandeld, waarbij zijn verschenen klager enerzijds en de notaris anderzijds. Beiden hebben op de zitting het woord gevoerd, klager aan de hand van door hem overgelegde pleitaantekeningen.

2.         De feiten

2.1.      Klager heeft zijn woning ‘kosten koper’ verkocht aan een koper. De notaris is door de koper van de woning belast met de levering.

2.2.      De notaris heeft aan klager een concept van de nota van afrekening verstuurd. Op de nota staat onder meer een te betalen bedrag van € 20,43 exclusief BTW vermeld voor ‘3x kosten overboeking’.

2.3.      Klager heeft op 27 september 2019 per e-mail bezwaar gemaakt tegen de nota van afrekening. In die e-mail schreef klager dat de genoemde kostenpost volgens hem valt onder ‘kosten koper’. De notaris heeft op die e-mail niet gereageerd.

2.4.      Op 1 oktober 2019 is de akte van levering middels een door klager afgegeven volmacht gepasseerd.

2.5.      Op 5 december 2019 heeft de notaris een bedrag van € 72,46 aan klager gerestitueerd.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Klager verwijt de notaris dat hij klager kosten in rekening heeft gebracht die vallen onder het begrip ‘gebruikelijk werkzaamheden’. De gebruikelijke werkzaamheden zijn immers al in rekening gebracht bij de koper. Door de kosten van een drietal overboekingen ook nog eens bij klager als verkoper in rekening te brengen, factureert de notaris die werkzaamheden dus twee keer, aldus klager.

3.2.      Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling van de klacht, nader ingaan.

4.         De beoordeling

4.1.       De norm waaraan het handelen van een notaris moet worden getoetst is vastgelegd in artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna). In dat artikel staat dat notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht zijn onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

4.2.       In lijn met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 16 juli 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:2428) is de kamer van oordeel dat als in een koopovereenkomst is overeengekomen dat de kosten voor rekening van de koper komen, dat met zich brengt dat partijen mogen verwachten dat kosten waarvan niet in de koopovereenkomst concreet staat vermeld dat deze voor rekening van één van beide partijen komen, en deze kosten niet uitsluitend betrekking hebben op de persoon van de verkoper, in hun geheel voor rekening van de koper zullen komen. De door klager aangehaalde kosten van telefonische overboekingen hebben echter uitsluitend betrekking op werkzaamheden die enkel ten behoeve van hem als verkoper zijn verricht. Het gaat immers om overboekingen aan klager zelf, zijn hypotheekgever(s) dan wel aan de door klager ingeschakelde makelaar. Het is daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris deze kosten bij klager als verkopende partij in rekening heeft gebracht.

4.3.      De kamer volgt het betoog van de notaris dat de aflosnota, de volmacht tot royement, de inschrijving daarvan in het kadaster en de kosten van de uitboeking onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Deze kosten behoren dan ook tot de gebruikelijke kosten van een doorhaling die bij de verkopende partij in rekening dienen te worden gebracht. De verkopende partij is immers verplicht om het verkochte te leveren vrij van hypotheek. Gelet op de verbondenheid tussen de verscheidene kostenposten had de notaris er voor kunnen kiezen om één allesomvattend tarief te hanteren en dit bij klager in rekening te brengen. In zijn streven naar transparantie heeft de notaris ervoor gekozen de diverse kostenposten uit te splitsen op de nota van afrekening. Hierdoor is bij klager de indruk ontstaan dat de notaris extra honorarium in rekening heeft gebracht. Dit is echter niet het geval. Naar het oordeel van de kamer is geen sprake van het tweemaal in rekening brengen van dezelfde werkzaamheden. Klager heeft dan ook de notaris volkomen ten onrechte bestempeld als zakkenvuller. In plaats van ongeoorloofd zakkenvullen is de notaris eerder - met de beste intentie - te transparant geweest. De kamer geeft de notaris dan ook in overweging om, ter voorkoming van verdere verwarring, een zogeheten lumpsumtarief te hanteren.

4.4.      De notaris heeft verder nog aangevoerd dat hij naar aanleiding van de klacht van klager heeft geconstateerd dat in de door klager met de koper gesloten koopovereenkomst was afgesproken dat door de notaris aan klager als verkopende partij niet meer dan € 340,94 in rekening mocht worden gebracht voor de doorhalingen van de op de woning rustende hypotheken. De notaris heeft in totaal € 413,40 bij klager in rekening gebracht. Het verschil tussen beide bedragen had in rekening gebracht moeten worden bij de koper, hetgeen niet is gebeurd. Daarom heeft de notaris het verschil ad € 72,46 aan klager gerestitueerd, aldus de notaris. Naar het oordeel van de kamer houdt dit, anders dan klager heeft betoogd, geen erkenning van de klacht in. Immers, voor de notaris was er nog steeds voldoende grondslag om de kosten bij klager in rekening te brengen.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

-          verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, mr. D. Vergunst,

mr. E.J. Oostrik, mr. M.M.M. Oors en mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, door de voorzitter, in het openbaar uitgesproken op 24 april 2020.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.