ECLI:NL:TNORARL:2020:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/365784 KL RK 20-19

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2020:16
Datum uitspraak: 26-02-2020
Datum publicatie: 28-05-2020
Zaaknummer(s): C/05/365784 KL RK 20-19
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing m.b.t. waarneming vacant protocol.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: C/05/365784 / KL RK 20-19

Beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden met betrekking tot de waarneming van het protocol van

1.      [ naam oud-notaris ] ,

oud-notaris te [ vestigingsplaats oud-notaris ],

hierna te noemen: de oud-notaris,

gemachtigde: mr. E.M. Richel, advocaat te Schiedam.

Als belanghebbenden zijn aangemerkt:

2.      [ naam notaris ] ,

notaris te [ vestigingsplaats notaris ],

hierna te noemen: de notaris,

3.      de publiekrechtelijke rechtspersoon de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie ,

gevestigd in ’s-Gravenhage,

hierna te noemen: de KNB,

4.      Stichting Kwaliteitsfonds Notariaat van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie ,

gevestigd in ’s-Gravenhage,

hierna te noemen: het Kwaliteitsfonds,

gemachtigde namens de notaris, de KNB en het Kwaliteitsfonds: mr. R.M. Köhne, advocaat te Voorburg,

5.      [ naam curator ] , advocaat te [ vestigingsplaats curator ], in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [ naam van de B.V.],

hierna te noemen: de curator,

gemachtigde: mr. G.J. Boeve, advocaat te Utrecht,

6.      [ naam kandidaat-notaris ] ,

voormalig kandidaat-notaris te [ vestigingsplaats kandidaat-notaris ],

hierna te noemen: de kandidaat-notaris.

1.          Overwegingen

1.1.       Aan de oud-notaris is met ingang van 1 januari 2011 eervol ontslag verleend uit het ambt van notaris. Met ingang van dezelfde datum is de kandidaat-notaris benoemd tot waarnemer van het notarisambt van de oud-notaris. In het benoemingsbesluit is geen honorarium voor de waarnemer vastgesteld.

1.2.       De voorzitter heeft op verzoek van de kandidaat-notaris bij beslissing van 19 augustus 2016 (kenmerk AL/2016/517) diens benoeming tot waarnemer van het notarisambt van de oud-notaris met ingang van 22 augustus 2016 ingetrokken.

1.3.       Bij beslissing van 22 augustus 2016 (kenmerk AL/2016/518) heeft de voorzitter met ingang van dezelfde dag tot en met 30 september 2016 de notaris benoemd tot waarnemer van het notarisambt van de oud-notaris. In die beslissing is een honorarium voor de notaris als waarnemer vastgesteld.

1.4.       Sindsdien is de notaris waarnemer van het notarisambt van de oud-notaris geweest. Hiertoe heeft de voorzitter verschillende, elkaar opvolgende beslissingen genomen, telkens met vaststelling van een honorarium voor de notaris als waarnemer. In de beslissing van 18 december 2018 heeft de voorzitter de notaris tot en met 31 december 2019 benoemd als waarnemer.

1.5.       Bij beslissing van 30 december 2019 (C/05/362933/ KL RK 19-160) heeft de kamer geen ontheffing verleend als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wna. Daarom is de waarneming geëindigd op 31 december 2019. Sinds 1 januari 2020 is sprake van een ‘zwevend protocol’. Tegen de beslissing van de kamer is hoger beroep ingesteld, welke appelprocedure nog in aanhangig is ten tijde van de beoordeling van onderhavig verzoek.

1.6.       De KNB heeft de voorzitter verzocht om een waarnemer voor het protocol van de oud-notaris te benoemen. De KNB heeft de voorzitter hierbij de garantie gegeven dat de kosten voor de waarneming de komende periode onder alle omstandigheden uitsluitend ten laste van het Kwaliteitsfonds zullen worden gebracht.

1.7.       Alvorens tot een beslissing te komen heeft de voorzitter de belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken. De oud-notaris en de curator hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt. Op deze zienswijzen zal de voorzitter, voor zover die zienswijzen van belang zijn voor de beoordeling van het verzoek, hierna nader ingaan.

1.8.       Anders dan de curator en de oud-notaris hebben betoogd, kan de KNB naar het oordeel van de voorzitter worden ontvangen in zijn verzoek. Het is in het belang van een goedwerkend notariaat dat in de waarneming van een protocol wordt voorzien. De KNB heeft dan ook voldoende belang om een dergelijk verzoek aan de voorzitter te doen. Ook het feit dat de kamer in de uitspraak van 30 december 2019 geen ontheffing heeft verleend, staat aan de ontvankelijkheid niet in de weg. De kamer heeft geoordeeld dat er geen ontheffing wordt verleend om de waarneming onder de condities zoals genoemd in de laatste beslissing van de voorzitter te continueren. Dit staat echter niet in de weg aan de (ambtshalve) bevoegdheid die de voorzitter op grond van artikel 28 sub e Wna heeft.

1.9.       In lijn met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 19 november 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:4040) en de uitspraak van de kamer van 30 december 2019 overweegt de voorzitter dat het wenselijk is dat de termijn gedurende welke de praktijk na ontslag van een notaris voor zijn rekening en risico wordt voortgezet, kort gehouden wordt. Nu het protocol van de oud-notaris reeds sinds 1 januari 2011 vacant is, heeft de Minister van Justitie en Veiligheid (hierna: de Minister) ruimschoots de gelegenheid gehad om op grond van artikel 15 Wna een notaris aan te wijzen om het protocol van de oud-notaris over te nemen.

1.10.     De voorzitter heeft oog voor en onderschrijft de belangen van de oud-notaris en de curator die gebaat zijn bij een spoedige definitieve toewijzing van het protocol. Ook het algemeen belang en de rechtszekerheid zijn er bij gebaat dat er na negen jaar een definitieve oplossing komt. Gelet op de geruime tijd dat het protocol nu vacant is, gaat de voorzitter er vanuit dat de Minister met de grootst mogelijke voortvarendheid het protocol op grond van artikel 15 Wna zal toewijzen aan een notaris. Dit klemt temeer nu zowel de oud-notaris als ook de curator de Minister hier nadrukkelijk om hebben verzocht. Uit de brief van 29 januari 2020 van de Minister aan de curator blijkt dat de Minister de toewijzingsprocedure inmiddels in gang heeft gezet. De voorzitter gaat er vanuit dat, ook als zich geen belangstellenden voor het protocol melden, de Minister het protocol – desnoods in weerwil van de opvolgend notaris – op korte termijn zal toewijzen.

1.11.     De voorzitter is van oordeel dat gedurende de termijn die met de toewijzingsprocedure gepaard gaat in de waarneming van het protocol van de oud-notaris moet worden voorzien. Het algemeen belang dient hier te prevaleren boven de belangen van de oud-notaris en de curator. Te allen tijde dient voorkomen te worden dat de notariële dienstverlening aan cliënten van de oud-notaris niet kan worden voortgezet, hetgeen nu al feitelijk leidt tot vragen en verzoeken van cliënten die onbeantwoord blijven.

1.12.     Gelet op zijn eerdere betrokkenheid bij en bekendheid met het protocol zal de voorzitter de notaris benoemen tot waarnemer van het protocol van de oud-notaris voor de periode totdat de Minister een besluit heeft genomen ex artikel 15 Wna. De notaris heeft de voorzitter bericht in te stemmen met deze benoeming. Gelet op de periode dat het protocol nu vacant is en de door de KNB afgegeven garantie met betrekking tot de kosten van de waarneming, acht de voorzitter het niet langer wenselijk dat de waarneming voor rekening en risico van de oud-notaris zal zijn. Daarom zal de voorzitter aan de notaris geen honorarium toekennen voor zijn werkzaamheden als waarnemer.

2.          Beslissing

De voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-          benoemt de notaris met ingang van 27 februari 2020 tot waarnemer van het notarisambt van de oud-notaris voor de periode totdat de Minister een besluit heeft genomen ex artikel 15 Wna;

-          ontheft de notaris van de verplichtingen zoals vermeld in de artikelen 2 tot en met 4 van de Verordening overdracht protocol.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, op 26 februari 2020.