Zoekresultaten 13451-13500 van de 13660 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0194 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/047

    Klager verwijt de huisarts dat hij hen met hun ernstig zieke dochtertje te lang op het consult heeft laten wachten, een onjuiste diagnose heeft gesteld en niet adequaat hebben gereageerd toen zij op de hoogte werden gesteld van het ziektebeloop (hersenontsteking). Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ten dele gegrond en legt de huisarts een waarschuwing op. Zowel de arts als de klager komen in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het principaal beroep van de arts gegrond en het incidenteel beroep van de klager ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0188 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/150

    Bij de echtgenoot van klaagster is een openhartoperatie verricht. De operatie is zonder complicaties verlopen . De patiënt is echter overleden. De cardiopulmonaal chirurg heeft als vertegenwoordiger van het ziekenhuis in de civiele procedure een aantal notities opgesteld. De arts wordt verweten dat deze notities tegenstrijdigheden en onjuistheden bevatten en dat de arts heeft bijgedragen aan het stellen van een onjuiste diagnose met als gevolg de fatale afloop. Het RTG heeft klaagster deels niet-ontvankelijk en de klacht deels ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege heeft bij tussenbeslissing de zaak tot een nader te bepalen datum aangehouden teneinde de advocaat van de arts in de gelegenheid te stellen relevante stukken te overleggen en een bij de zaak betrokken longarts als getuige te horen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0195 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/046

    Internist komt in beroep van het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht dat hij (1) ten onrechte is blijven vasthouden aan een onjuiste diagnose en (2)de patiënt en familie onheus heeft bejegend grotendeels gegrond is en van de opgelegde maatregel van waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege rekent de arts tuchtrechtelijk aan dat hij te lang is blijven vasthouden aan de aanvankelijk door hem gestelde diagnose diverticulose en dat hij de mogelijkheid van vaatlijden niet in de differentiaal diagnose heeft opgenomen en geen gericht specialistisch onderzoek heeft ingezet. Het Centraal Tuchtcollege acht het eerste onderdeel zij het op enigszins andere gronden dan het Regionaal Tuchtcollege gegrond maar acht de klacht over de bejegening ongegrond. De opgelegde maatregel van waarschuwing wordt gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0189 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/149

    Bij de echtgenoot van klaagster is een openhartoperatie verricht, De operatie is zonder complicaties verlopen. De patiënt is echter overleden. De arts assistent wordt verweten dat zij niet heeft onderkend dat er sprake was van een nabloeding, te kort is geschoten in de verslaglegging en in een civiele procedure onwaarheden heeft vermeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten als kennelijk ongegrond verworpen. Het Centraal Tuchtcollege heeft bij tussenbeslissing de zaak tot een nader te bepalen datum aangehouden teneinde de advocaat van de arts in de gelegenheid te stellen relevante stukken te overleggen en een bij de zaak betrokken longarts als getuige te horen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0196 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/002

    Internist wordt verweten onvoldoende zorg te hebben besteed aan scherpere instelling van de bloedsuikerwaarden. In beroep wordt geoordeeld dat de internist door onvoldoende in te grijpen in de daling van de bloedsuikerwaarden te kort is geschoten in de zorg jegens klaagster. Maatregel van waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0190 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/120

    Klager verwijt de uroloog dat hij hem op onjuiste wijze heeft geopereerd waardoor klager onnodig lang pijn heeft ervaren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat de operatie lege artis is uitgevoerd en heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0197 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/001

    Gynaecoloog wordt verweten onvoldoende zorg te hebben besteed aan scherpere instelling van bloedsuikerwaarden. In beroep wordt geoordeeld dat na verwijzing van patiënte naar de internist voor behandeling van hoge bloedsuikerwaarden de verantwoordelijkheid voor die behandeling in de eerste plaats bij de internist ligt. Gynaecoloog heeft mogen volstaan met het signaleren dat de bloedsuikerwaarden hoog bleven en de internist daarop te attenderen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0191 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/082

    Klacht tegen arts-assistent interne geneeskunde. Klacht gaat over (1) medisch handelen, (2) informatieverschaffing en (3) beslissing patiënte te ontslaan. In beroep bestrijden klagers het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het tweede klachtonderdeel ongegrond is en leggen door het Regionaal Tuchtcollege onbesliste klachtonderdelen ter beoordeling aan het Centraal Tuchtcollege voor. De arts-assistent komt incidenteel in beroep tegen oordeel dat klachtonderdelen (1) en (3) gegrond zijn en tegen de opgelegde maatregel van waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is en dat de arts-assistent ten aanzien van haar handelen jegens patiënte geen tuchtrechtelijk verwijt treft. De opgelegde maatregel vervalt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0198 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/248

    Klager verwijt de gynaecoloog dat hij in verband met een door hem gewenste geslachtsverandering van vrouw naar man onzorgvuldig heeft geopereerd waardoor naderhand een interne bloeding is opgetreden. Hierdoor was, tegen de uitdrukkelijke afspraak in, een vervolgoperatie via de buikwand noodzakelijk. Het Regionaal Tuchtcollege legt de arts een waarschuwing op omdat hij tekortgeschoten is in zijn informatieverplichtingen. De arts komt hiertegen in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van de arts gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 083/2009

    Klacht tegen huisarts. Klaagster heeft klachten van pijn op de borst. Zij bezoekt daarvoor haar huisarts en meerdere artsen van de huisartsenpost. Gedacht wordt aan spierpijn. Zij krijgt vervolgens een hartinfarct. Zij verwijt de huisarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en haar haar niet eerder heeft doorgestuurd naar de cardioloog. Het college is van oordeel dat, nu sprake was van atypiche klachten en klaagster bekend was met forse spanningsklachten, verweerder niet bedacht hoefde te zijn op cardiale problematiek. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 239/2008

    Klacht tegen arts van huisartsenpost. Verweerder legt 's nachts visite af in verband met klachten van pijn op de borst. Klaagster verwijt verweerder dat hij te weinig actief en onprofessioneel is opgetreden. Het college oordeelt dat verweerder gelet op de klachten had moeten denken aan cardiale problematiek en meteen AED moeten meenemen. Verweerder heeft onvoldoende lichamelijk onderzoek gedaan. Verweerder heeft ten onrechte AED niet gebruikt. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0403 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 087

    Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij klaagster niet goed heeft voorgelicht over de risico’s en bijwerkingen van het middel Dermalive, een middel dat hij volgens klaagster niet had mogen gebruiken. Voorts wordt de plastisch chirurg verweten dat hij het middel in strijd met de voorschriften van de fabrikant heeft ingespoten en dat hij het, anders dan afgesproken, ook in de neus- en mondplooien heeft geïnjecteerd. Daarnaast verwijt klaagster de plastisch chirurg o.m. dat hij niet heeft voldaan aan de dossierplicht en dat hij klaagster in de bejegening niet serieus heeft genomen. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in al haar onderdelen als ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 134/2009

    Klacht tegen tandarts. Klager is het niet eens met factuur. Verweerder geeft desgevraagd geen uitleg over factuur. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/082

    De klacht betreft de behandeling van klagers vader. Klager verwijt de internist onder andere dat hij geen actie heeft ondernomen naar aanleiding van de op de thoraxfoto getoonde afwijkingen in de longen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelde het verwijt terecht, nu vast stond dat de internist de door hem aangevraagde foto nimmer had gezien. Wanneer hij de foto wel had gezien zou immers meteen analyse van de beschreven afwijkingen, mogelijk leidend tot behandelopties zijn begonnen. Het college heeft de internist de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0181 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/057

    Patiënt was bekend met een chronisch langzaam progressieve nierinsufficiëntie. Klaagsters verwijten de internist dat zij een gecontraïndiceerd geneesmiddel heeft voorgeschreven waarvan bekend was dat dit eerder bij patiënt tot een allergische reactie had geleid. De internist heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht gegrond verklaard en heeft de internist een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de internist niet alleen had mogen vertrouwen op het elektronisch medicatie systeem "Diamant" maar ook het papieren poliklinische nefrologie dossier had moeten raadplegen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0949b

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0182 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 032

    Klagers verwijten de gynaecoloog dat hij geen volledig echo-onderzoek heeft gedaan en daardoor afwijkingen niet heeft gezien. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht gegrond geacht en hierbij opgemerkt dat in de door de arts ingevulde checklist aan de hand waarvan onderzoek is uitgevoerd gegevens ontbraken hetgeen niet getuigt van een zorgvuldig onderzoek. Het College heeft de arts een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 067

    Klager verwijt de arts dat hij ten onrechte heeft nagelaten klager meteen met een ambulance naar het ziekenhuis in te sturen vanwege aanwijzingen van cardiale problematiek en dat hij klager ten onrechte medicamenteus is gaan behandelen voor hoge bloeddruk zonder eerst een myocardinfarct uit te sluiten. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft een van de twee klachtonderdelen gegrond geacht en de arts een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0184 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 031

    Klaagster, verpleegkundige en als zodanig werkzaam in een Zorgcentrum, verwijt de huisarts dat hij op een middag niet langs een patiënte is gegaan. Klaagster heeft de indruk dat de arts slecht gefunctioneerd had waardoor de verpleging van die patiënte onmogelijk is gemaakt. Vanwege slechte communicatie tussen de verpleging en de arts is het voor klaagster onmogelijk haar werk te doen. De arts heeft primair aangevoerd dat klaagster niet-ontvankelijk is, omdat zij geen rechtstreeks belanghebbende is in de zin van artikel 65 lid 1 onder a. van de Wet BIG. Het college verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht. Een collega heeft behoudens bijzondere omstandigheden in het algemeen geen rechtstreeks belang bij indiening van een klacht. In casu is niet gebleken dat een rechtstreeks en bijzonder belang van de gezondheidszorg aan de orde is gesteld dat juist klaagster heeft te behartigen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 08159

    Klager verwijt verweerder dat hij hem rücksichtslos Quinapril/Acupril heeft voorgeschreven tijdens een spoedopname, terwijl hij had behoren te weten dat hiervoorbij klager een allergie bestond. Verweerder voerde gemotiveerd verweer. Het college heeft de klacht afgewezen. Niet is komen vast te staan dat verweerder betrokken is geweest bij het voorschrijven van de medicatie. Verweerder had weliswaar uit het dossier de allergie kunnen opmaken, maar in dit geval kan hem daarvan geen verwijt gemaakt worden.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09138

    Klaagsters verwijten verweerder dat hij op verzoek van hun broer een verklaring heeft opgesteld inhoudende dat hun vader leed aan Alzheimer en ten tijden van het opstellen van zijn testament reeds wilsonbekwaam was. D e verklaring is niet objectief, niet deskundig en niet onafhankelijk. Verweerder was een bekende van vader. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder de verklaring niet had moeten afgeven. De conclusies zijn niet of onvoldoende onderbouwd, zodat voor betrokkenen niet is na te gaan waarop de conclusies zijn gebaseerd. Gegrond: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09114

    Klager stelt dat bij hem op aangeven van verweerder een ICD is geplaatst op grond van een onjuiste indicatie en na onvoldoende voorlichting. Tevens heeft verweerder niets gedaan met het verzoek van klager een verklaring voor zijn werkgever op te stellen. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college ziet in waarom verweerder een ICD voor klager aangewezen vond. Deze klacht is ongegrond. Wel heeft verweerder klager vooraf onvoldoende geïnformeerd. Eveneens gegrond acht het college de klacht over de reactie op het verzoek van klager om een verklaring. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09104

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0177 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 08156

    Klager verwijt verweerster dat zij onterecht geen follow-up heeft gegeven aan de grote daling LVEF (van 56% naar 44%). Vier jaar na de eerste meting werd patiënt met spoed werd opgenomen wegens zeer ernstig hartfalen. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd.. Het college oordeelde dat het beloop, mede gelet op de uitslagen in het verleden, niet zodanig was dat er voor verweerster aanleiding bestond voor een follow-up. Het college wees de klacht af.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 08158

    Klager verwijt verweerder dat hij geen follow up heeft gegeven aan een in 2001 gestelde diagnose die later correct bleek te zijn. Klager verwijt verweerder voorts dat hij op grond van een 24-uurs Holter registratie een foute diagnose heeft gesteld. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college overweegt dat in 2001 als een (voorlopige) diagnose is gesteld. Verweerder heeft voorts terecht via een 24-uurs Hollterregistratie een nadere diagnose gesteld Het college beslist dat de klachten ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0965 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1027

    Klacht tegen BMA-arts die in zijn advies geen rekening zou hebben gehouden met de effectiviteit van de behandeling in het land van herkomst. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/078

    Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij heeft verzuimd de juiste conclusie te trekken uit de duidelijke signalen die hem tijdens de bevalling bereikten. Zij verwijt de gynaecoloog voorts dat hij na de operatie, waarbij een uterusruptuur werd vastgesteld, is tekortgeschoten in de nazorg. De gynaecoloog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de gynaecoloog een berisping opgelegd. Voorop werd gesteld dat de gynaecoloog onzorgvuldig had gehandeld door klaagster niet de expliciete keuze voor een sectio voor te houden, nu sprake was van een bevalling met een verhoogd risico op complicaties. Het college oordeelde ten aanzien van de klacht dat de informatie die hij van de verloskundige tijdens het eerste telefoongesprek vernam, zoals de voortdurende weeën, niet vorderende ontsluiting en de ernstige pijnklachten, aanleiding had moeten zijn om de situatie van klaagster zelf te onderzoeken teneinde te beoordelen of een verder afwachtend beleid verantwoord was of dat er ingegrepen had moeten worden. Dat gold zeker voor het tweede telefoongesprek toen hij werd geïnformeerd over het feit dat klaagster iets voelde knappen in de buik. Na het derde telefoongesprek heeft verweerder bij klaagster een spoedsectio verricht. Ook de klacht met betrekking tot de nazorg achtte het college gegrond. Bij de keuze voor de maatregel van een berisping heeft het college meegewogen dat verweerder niet meer werkzaam is als gynaecoloog

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/086

    Klager verwijt de psychiater dat hij een onzorgvuldige rapportage over hem heeft uitgebracht. De psychiater heeft de klacht betwist. Het college heeft de psychiater een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de psychiater de conclusie in het rapport, dat bij klager geen sprake was van een depressie, onvoldoende had onderbouwd. De psychiater had moeten onderbouwen waarom en op welke wijze hij tot een afwijkende diagnose was gekomen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/161

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar een verkeerde –de hoogste- dosering Metoprolol heeft voorgeschreven waardoor zij een gezondheidsrisico heeft gelopen. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft de klacht gegrond verklaard zonder dat aan de huisarts een maatregel werd opgelegd. Het college oordeelde dat de huisarts na de omissie zorgvuldig heeft gehandeld door onder meer klaagster direct te bezoeken, zijn excuses aan te bieden, het incident te bespreken met de apotheek en de casus (geanonimiseerd) in te brengen in een nascholingscursus voor huisartsopleiders.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 171/2008

    Klacht tegen verloskundige. Bij de thuisbevalling van klaagster, 18 jaar en à terme, constateert verweerster cortonen van 180, terugzakkend naar 150 à 160. Zij wijt dit aan het douchen van klaagster en blijft klaagster niet controleren. Na enige tijd blijken de cortonen plots zeer slecht (<60) te zijn. Verweerster besluit klaagster met spoed per ambulance over te laten brengen naar het ziekenhuis, zonder te onderzoeken of een natuurlijke bevalling mogelijk is. Het kindje komt dood ter wereld. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 172/2008

    Klacht tegen verloskundige. Verweerster wordt gebeld door de maatschappelijk werkster die klaagster begeleidt. Na bespreking van de situatie van klaagster biedt verweerster aan bij het ziekenhuis te bespreken of het mogelijk is dat klaagster poliklinisch kan bevallen met de verloskundige maar daarna wel enkele dagen voor een zogenaamd klinisch kraambed zal worden opgenomen in het ziekenhuis. Verweerster bespreekt dit met de arts-assistent gynaecologie, bij wie klaagster vervolgens op consult komt. Inmiddels heeft de maatschappelijk werkster aangekondigd een AMK-melding te zullen doen. Hierdoor afgeschrikt besluit klaagster thuis te bevallen. Als er dan bij de bevalling problemen ontstaan, komt de baby te overlijden. Klacht, ondermeer over schending beroepsgeheim en verspreidng van smaad en laster, indirect de dood van het kindje tot gevolg hebben, ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0160 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/027

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager ook in hoger beroep ontvankelijk in de klacht. De werkzaamheden van coördinator patiëntenservice bureau zodanig verweven met de professie van verpleegkundige, dat handelen valt onder tuchtrecht. Schending beroepsgeheim. Klacht ook in hoger beroep gegrond. Maatregel van waarschuwing bevestigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 O 181

    Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij de operatie onvoldoende heeft voorbereid en voorts dat hij ten onterechte heeft vastgehouden aan de in de status onjuist vermelde gegevens omtrent de operatie. De arts heeft verweer gevoerd en aangegeven dat waarschijnlijk een verkeerde invulling van de status heeft plaatsgevonden. Het College heeft de klacht gegrond geacht en hieraan toegevoegd dat de dossiervorming onvoldoende is geweest. Het College heeft de arts een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/040

    Klager is onder curatele van zijn zus gesteld. De klacht tegen de gezondheidszorg-psycholoog betreft met name haar rol in de informatieverstrekking rond deze onder curatele stelling. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de gz-psycholoog de juiste zorg heeft betracht, hulp heeft aangeboden bij het omgaan met de curatele en op deugdelijke wijze bemoeizorg heeft verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/015

    Partner van klaagster is overleden aan de gevolgen van een hersentumor. Klaagster klaagt erover dat de huisarts een onjuiste diagnose (vitale depressie) heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0161 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/052

    Klager is na een epileptische aanval door de neuroloog behandeld op basis van de waarschijnlijkheidsdiagnose glioblastoom, gesteld door een collega-neuroloog (zaak 2009/053). Als klagers toestand snel achteruit gaat, adviseert de neuroloog een DNR-beleid. Na een second opinion op verzoek van klagers familie blijkt dat er sprake is van een hersenabces. Klager wordt geopereerd en behoorlijk herstel volgt. Klager verwijt de neuroloog onzorgvuldig handelen. Het Regionaal Tuchtcollege legt de neuroloog een waarschuwing op overwegende dat na de klinische achteruitgang van klager spoed beeldvorming obligaat was, omdat in de differentiaaldiagnose nog steeds een hersenabces stond vermeld. De neuroloog komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep overwegende dat zonder nadere diagnostische gegevens en beeldvormend onderzoek de heersende waarschijnlijkheidsdiagnose glioblastoom en - in het verlengde daarvan - de medische behandeling en het DNR-beleid, tussentijds niet konden worden getoetst of bijgesteld, terwijl de verslechterende situatie van klager daarom wel vroeg. Zie ook zaak 2009/053.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 134

    Klager verwijt de arts dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en daardoor tot een onjuiste conclusie is gekomen. Hierdoor is door de arts een onjuist advies afgegeven. Voorts verwijt klager de arts door hem onheus te zijn bejegend. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/074

    Klaagster heeft een borstcorrectie laten uitvoeren door de plastische chirurg vanwege asymmetrie en tubereuze borsten. Na de operatie is er nog steeds sprake van een geringe asymmetrie en klaagster ondergaat een tweede operatie. Echter nu is er sprake van ontsierende littekens en “bottomming out” van de implantaten. Klaagster verwijt de arts dat hij in strijd heeft gehandeld met de zorg, medisch onjuist heeft gehandeld waardoor de borsten zijn ontsierd en tekort is geschoten in zijn informatieplicht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klaagster verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0149 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/019

    Betreft informed consent. Een chirurg heeft bij klager de indicatie gesteld tot een spataderoperatie. Klager klaagt erover dat hij vervolgens door de arts-assistent heelkunde is geopereerd. Het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat de arts-assistent er niet voor verantwoordelijk kan worden gehouden dat klager er niet tevoren van op de hoogte is gesteld dat hij door een ander dan de behandeld chirurg (2009/018) zou worden geopereerd, dat het niet ongebruikelijk of ongepast is dat een andere arts dan degene die de indicatie stelt, een operatie uitvoert, dat de arts-assistent bekwaam was en de operatie op acceptabele wijze heeft uitgevoerd. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing en voegt daaraan toe dat het voor de arts-assistent niet in de rede lag klager toestemming te vragen voor de operatie, omdat de arts-assistent er vanuit mocht gaan dat klager in een eerder stadium van het behandeltraject door de behandelend chirurg was geïnformeerd over de mogelijkheid dat de ingreep door een andere arts zou worden uitgevoerd. Zie ook zaken 2009/018 en 2009/020.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0162 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/053

    Klager is na een epileptische aanval behandeld door de neuroloog. De neuroloog heeft de waarschijnlijkheidsdiagnose glioblastoom gesteld. De behandeling wordt later overgenomen door een collega-neuroloog (zaak 2009/052) die, als klagers toestand snel achteruit gaat, een DNR-beleid adviseert. Na een second opinion op verzoek van klagers familie blijkt dat er sprake is van een hersenabces. Klager wordt geopereerd en behoorlijk herstel volgt. Klager verwijt de neuroloog onzorgvuldig handelen. Het Regionaal wijst de klacht af. De neuroloog kan geen verwijt worden gemaakt ten aanzien van de door haar gestelde waarschijnlijkheidsdiagnose en er was geen noodzaak met spoed een neurochirurg in consult te vragen, noch gezien de gestelde waarschijnlijkheidsdiagnose, noch gezien de klinische toestand van klager tijdens de opname. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Zie ook zaak 2009/052.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 168

    Klager is niet ontvankelijk in de klacht, aangezien de arts klager niet als patiënt heeft behandeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0156 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/084

    Klager was gedetineerd met een TBS-maatregel en weigerde mee te werken aan een door de gz-psycholoog uit te voeren psychologisch onderzoek naar de noodzakelijkheid van de (verdere) verlenging van de TBS-maatregel, omdat klager alleen met een transculturele deskundige wilde praten. De gz-psycholoog heeft (toch) een Pro Justitia rapportage uitgebracht. Klagers klacht houdt in dat de door de gz-psycholoog uitgebrachte rapportage niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat er sprake is van een gebrekkige verantwoording van de conclusie in de rapportage, nu daarin de neerslag van een gedegen beoordeling van de transculturele aspecten ontbreekt, terwijl daarvoor alle aanleiding was. Het Centraal Tuchtcollege legt de gz-psycholoog ter zake een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0150 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/020

    Betreft een klacht tegen een anesthesist. De klacht houdt in dat de anesthesist, zonder dat zij eerst klagers preoperatieve anesthesiegegevens had ingezien, er vanuit is gegaan dat klager voorafgaand aan zijn spataderoperatie een ruggenprik als verdoving zou krijgen. Het regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de anesthesist zich, alvorens met klager in gesprek te gaan, op de hoogte had moeten stellen van klagers anesthesiegegevens en had moeten onderzoeken welke anesthesieafspraken er reeds met klager waren gemaakt. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, nu de anesthesist nadien adequaat heeft gehandeld door zelf een preoperatieve screening bij klager te verrichten, hetgeen ertoe heeft geleid dat klager die dag (toch) nog onder algehele narcose kon worden geopereerd. Zie ook zaken 2009/018 en 2009/019.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0157 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/116

    Klaagster verwijt de tandarts een onprofessionele behandeling te hebben verricht bij het plaatsen van een aantal implantaten in haar bovenkaak. Volgens klaagster heeft zij bij de tandarts herhaaldelijk klachten geuit over (een van) de implantaten, maar adviseerde hij deze te laten zitten. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat gelet op de staat van klaagsters kaak genoegen werd genomen met een insufficiënte situatie, welke op den duur tot klachten zou kunnen leiden. Dat verweerder deze oplossing heeft gekozen is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 107

    Klagers verwijten de psychiater dat hij op meerdere punten nalatig is geweest. Zo heeft hij de suïcidale patiënte na opname niet zelf gezien en onderzocht en is hij niet tijdig ingegaan op een verzoek van de familie om een gesprek. De psychiater heeft verweer gevoerd en daarbij wel erkend dat hij zelf eerder contact had moeten opnemen met de familie. Het College heeft drie van de vijf klachtonderdelen gegrond geacht en de arts een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0151 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/037

    De gynaecoloog heeft haar onderzoeksbevindingen geduid als passend bij een vervroegde overgang (POF). Klaagster verwijt de arts dat ze een onjuiste diagnose heeft gesteld en de bejegening vernederend en onbeleefd was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond geoordeeld en gesteld dat het op grond van twee laboratoriumtesten aannemen dat klaagster aan POF leed onvoldoende is. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van de arts gegrond bevonden en de bestreden beslissing vernietigd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 016a

    Klager verwijt de longarts onvoldoende alert te zijn geweest en de diagnose te hebben gemist. Voorts wordt de longarts verweten dat hij ten onrechte: heeft laten vermelden dat geen sprake was van kanker, patiënt heeft ontslagen wegens zijn vakantie, patiënt niet heeft doorverwezen naar een meer gespecialiseerd ziekenhuis en tot slot de mogelijkheid van autopsie niet is voorgelegd. De longarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/038

    Klager is onder curatele van zijn zus gesteld. De klacht betreft met name de rol van de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige in de informatieverstrekking rond deze curatele stelling. Het Regionaal Tuchtcollege is o.m. van oordeel dat de verpleegkundige niet tekortgeschoten is in het verlenen van zorg aan klager, hulp heeft geboden en op correcte wijze bemoeizorg heeft verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft derhalve de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/272

    De klacht betreft de behandeling van klager door verweerster (gz-psycholoog en psychotherapeut) gedurende de periode dat hij in een TBS-inrichting verbleef. Klager heeft deelgenomen aan een zogenoemde intimiteittraining. Klager verwijt verweerster dat zij niet de juiste diagnose heeft gesteld en ook dat de intimiteittraining bij hem tot onherstelbare immateriële schade heeft geleid. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager in zijn klacht niet-ontvankelijk voor zover betrekking hebbend op zijn deelname aan de intimiteittraining en wijst de klacht voor het overige als ongegrond af. In hoger beroep is alleen verweersters handelen als gz-psycholoog aan de orde. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt klagers beroep op beide onderdelen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0159 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/274