ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0296 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0993

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0296
Datum uitspraak: 18-05-2010
Datum publicatie: 18-05-2010
Zaaknummer(s): 0993
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt verweerder, tandarts, dat hij haar verzoek om spoedeisende hulp te verlenen heeft afgewezen en haar heeft geadviseerd een paracetamol in te nemen. Klaagster, 7 maanden zwanger, had toen hevige kiespijn. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelt dat vast is komen te staan dat er sprake is geweest van een uiterst kort telefoongesprek, waarbij verweerder alleen heeft gesproken met de moeder van klaagster. Op een latere voice-mail van de moeder heeft verweerder niet gereageerd. Verweerder is door deze opstelling tekortgeschoten in de communicatie naar klaagster toe. Klacht gegrond: waarschuwing.

Uitspraak: 18 mei 2010

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 mei 2009 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klaagster

gemachtigden: C en D te E

tegen:

F

tandarts

werkzaam te B

wonende te G

verweerder

gemachtigde: mr. O. Walch te Utrecht

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift

-         het verweerschrift

-         de repliek

-         de dupliek

-         de e-mail uitdraai d.d. 7 oktober 2009 van de gemachtigde van klaagster met bijlage.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 9 april 2010 behandeld. De gemachtigden van klaagster zijn verschenen; voorts was verweerder aanwezig, bijgestaan door mr. N. van den Burg.

De standpunten zijn toegelicht.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Op 7 mei 2009 werd klaagster – op dat moment 7 maanden zwanger – ’s avonds geplaagd door hevige kiespijn, waarvoor zij pijnstillers had ingenomen. Zij had al weken last van de kies, maar behandeling van de kies was in overleg met haar tandarts uitgesteld tot na de bevalling. Om 22.30 uur heeft de moeder/gemachtigde van klaagster met de dienstdoende tandartsenpraktijk van verweerder gebeld en om spoedeisende hulp gevraagd. Verweerder heeft het advies gegeven paracetamol in te nemen en is niet gekomen. De moeder van klaagster heeft daarna nog twee keer verweerder telefonisch trachten te bereiken. De tweede keer heeft zij op de voicemail ingesproken. Vervolgens is de eigen tandarts benaderd die aanstonds een zenuwbehandeling heeft uitgevoerd.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht

Klaagster verwijt verweerder dat hij het verzoek van klaagster om spoedeisende hulp te verlenen heeft afgewezen en klaagster heeft geadviseerd een paracetamol in te nemen.

Klaagster voert daartoe nog met name aan:

Er was sprake van een onhoudbare, acute kiespijn. Omdat klaagster al diverse pijnstillers had ingenomen, durfde zij er in verband met de zwangerschap niet meer in te nemen. Dit is verweerder in het telefoongesprek medegedeeld. Gewezen is op het spoedeisende karakter en bij verweerder is aangedrongen op behandeling. Verweerder bleef echter bij zijn standpunt dat hij er niet voor kwam. Hij wekte de indruk totaal geen interesse te hebben. Bij de volgende pogingen hem te spreken te krijgen, werd er niet opgenomen. De voicemail is ingesproken met de mededeling dat de weigering klaagster te behandelen klachtwaardig was.

4. Het standpunt van verweerder

Gelet op het feit dat klaagster al enkele weken met kiespijn rondliep, werd de klacht door verweerder niet zo spoedeisend beoordeeld dat hij direct tandheelkundige hulp diende te verlenen. Verweerder ontkent dat is aangegeven dat de kiespijn al uren nagenoeg ondraaglijke pijn veroorzaakte. Het leek verweerder toereikend het advies te geven paracetamol te slikken. De zwangerschap van klaagster maakte geen verschil. Aan verweerder is wel medegedeeld dat klaagster paracetamol had geslikt, maar niet hoeveel. Verweerder herinnert zich dat de moeder van klaagster eiste dat hij zou komen. Verweerder heeft niet gevraagd de patiënt zelf aan de telefoon te krijgen. Het gesprek was te kort voor overleg.

Verweerder heeft na ongeveer een kwartier gezien dat de moeder van klaagster nogmaals gebeld had. Toen heeft hij afgewacht om te kijken of de paracetamol zou helpen.

5. De overwegingen van het college

Hoewel de standpunten van partijen op onderdelen niet overeenstemmen, is komen

vast te staan dat er sprake is geweest van een uiterst kort telefoongesprek, waarin duidelijk is gemeld aan verweerder dat er al tevoren paracetamol was geslikt door klaagster.

Verweerder heeft alleen de moeder van klaagster aan de telefoon gehad en heeft nagelaten naar klaagster te vragen zodat hij niet rechtstreeks van haar kon horen hoe de situatie was. Vervolgens heeft hij niet gereageerd op de voicemail van de moeder van klaagster.

Het college is van oordeel dat verweerder door deze opstelling tekort is geschoten in de communicatie naar klaagster toe. Daaraan doet niet af dat de moeder van klaagster - volgens verweerder - eiste dat verweerder spoedeisende hulp verleende.

Het college acht de klacht gegrond en is van oordeel dat de maatregel van waarschuwing te dezen passend is.

6. De beslissing

Het college:

-         legt de maatregel van waarschuwing op.

Aldus beslist door mr. P.G.T. Lindeman-Verhaar, als voorzitter,

J.G.J.M. Niessen, R.G. van Eede, als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van

mr. M. van der Hart, als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2010 in aanwezigheid van de secretaris.

secretaris                                                                                                                           voorzitter