Zoekresultaten 12851-12900 van de 13660 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0817 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.295
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0817
Klager is vanuit Frankrijk met spoed overgebracht naar een ziekenhuis in Nederland op verdenking van endocarditis met decompensatio cordis. Tijdens zijn ziekenhuisopname is klager vier maal geopereerd. Na het ontslag uit het ziekenhuis zijn ernstige lichamelijke klachten ontstaan. Klager is thans rolstoelgebonden, gebruikt zuurstof en zijn darmen zijn ernstig uitgestulpt. Volgens klager zijn de klachten het gevolg van de operaties die de thorax chirurg heeft uitgevoerd. Klager maakt de arts de volgende verwijten: tijdens de operatie zijn wond- en borstbeeninfecties ontstaan, bij de tweede of derde operatie is een stuk van het borstbeen afgebroken en versplinterd, bij de vierde operatie is het buikvlies geopend hetgeen ertoe heeft geleid dat klagers darmen naar buiten kwamen, ten onrechte is het staaldraad dat het borstbeen bij elkaar hield verwijderd, de arts heeft geen toestemming gevraagd voor de vierde operatie en klager vooraf niet gewezen op de gevolgen van de operatie en door de langdurige beademing is longemfyseem ontstaan waarvoor klager niet naar een longarts is verwezen. Het RTG heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerkt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0811 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.096
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0811
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens echtgenote. Klager verwijt de beide huisartsen dat zij de klachten van klager met betrekking tot hepatitis c niet serieus hebben genomen, waardoor hij nu gehandicapt is. Hem is niet verteld dat hepatitis c besmettelijk is. Tevens is onzorgvuldig omgegaan met een gevraagde gehandicaptenverklaring voor de verzekeraar en voor de IND. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0824 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.095
- Datum publicatie: 07-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0824
Klacht tegen huisarts en diens praktijkgenoot, tevens echtgenote. Klager verwijt de beide huisartsen dat zij de klachten van klager met betrekking tot hepatitis c niet serieus hebben genomen, waardoor hij nu gehandicapt is. Hem is niet verteld dat hepatitis c besmettelijk is. Tevens is onzorgvuldig omgegaan met een gevraagde gehandicaptenverklaring voor de verzekeraar en voor de IND. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0806 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 063/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0806
Klacht tegen arts in (eerste jaar van) opleiding tot psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Snelle opbouw lamotrigine, in afwijking van de geldende richtlijn, onvoldoende onderbouwd en onvoldoende besproken met patiënte. Evenwel verantwoordelijkheid supervisor die onvoldoende invulling heeft gegeven aan die rol. Wel sprake van onvoldoende dossiervoering door verweerster wat betreft afspraken over medicatieopbouw, het ontwikkelen van koorts door patiënte en het informed consent. In verband met onvoldoende supervisering op dit onderdeel gegrond zonder maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0800 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 283/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0800
Verweerder, niet ingeschreven als bedrijfs- of verzekeringsarts werkt bij een Arbodienst en functioneert feitelijk wel als bedrijfsarts door ziekmeldingen van werknemers te beoordelen. Verweerder schendt zijn beroepsgeheim door zonder (voorafgaande) schriftelijk toestemming van klager schriftelijk medische informatie aan haar werkgever toe te verstrekken. Verweerder heeft werknemer tijdens zijn spreekuur zodanig ‘ziek’ beoordeeld dat hij haar terstond naar een PAAZ afdeling heeft verwezen. Toen zij daar niet werd toegelaten omdat de verwijzing niet via de huisarts was verlopen heeft verweerder haar korte tijd alter, zonder nader onderzoek of een nieuw consult volledig arbeidsgeschikt beoordeeld. Verweerder had dat niet mogen doen, beslissing onzorgvuldig genomen. Bovendien heeft verweerder nagelaten in deze lastige casus een geregistreerd bedrijfsarts te consulteren. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0807 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 064/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0807
Klacht tegen arts in opleiding tot psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Het college is van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt treft. Zij heeft patiënte meteen aan het begin van haar dienst gezien en onderzocht. Gelet op haar bevindingen hoefde zij op dat moment geen aanleiding te zien patiënte in te sturen. Toen verweerster later telefonisch door kreeg dat de temperatuur was gestegen tot 40,9° is zij meteen zelf naar patiënte toegegaan. Zij heeft klager, die in haar ogen in paniek was, op dat moment willen geruststellen door te zeggen dat er geen levensbedreigende situatie was en dat zij ging overleggen. Zij heeft vervolgens overleg gehad met de somatische achterwacht en met het ziekenhuis waarna de ambulance is gebeld. Het college is van oordeel dat deze handelwijze zorgvuldig is geweest. Met verweerster is het college van oordeel dat het te betreuren valt dat bij klager de indruk is ontstaan dat hij heeft moeten aandringen om patiënte in te sturen. De woorden van verweerster zijn kennelijk door klager op een bepaalde manier geïnterpreteerd maar hiervan kan verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0801 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 316/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0801
Klacht tegen arts niet in opleiding (ANIOS) tot chirurg. Klager is tijdens motorcross op zijn rug gevallen. Verweerster heeft hierbij de diagnose wervel-/ribfracturen gemist. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0808 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 065/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0808
Klacht tegen internist. Psychiatrisch patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie.Het college is van oordeel dat niet gebleken is dat verweerster de ernst van de situatie niet goed heeft ingeschat. Zij heeft patiënte zelf onderzocht en kon op basis van de uitkomsten van dit onderzoek tot de conclusie komen dat er op dat moment geen aanleiding was om patiënte in te sturen. Zij heeft zorgvuldig gehandeld door de toediening van lamotrigine stop te zetten en een beleid op te stellen als handvat voor verpleegkundigen en artsen. Ten slotte is er onvoldoende grond om het uitgangspunt van klager te kunnen aanvaarden dat verweerster heeft geweten van de versnelde medicatieopbouw en dit in de doofpot heeft willen stoppen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0802 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 317/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0802
Klacht tegen chirurg. Klager is tijdens motorcross op zijn rug gevallen. Verweerder had dienst als achterwacht van een assistent niet in opleiding (ANIOS) tot chirurg en hij heeft de diagnose wervel-/ribfracturen gemist. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0809 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 066/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0809
Klacht tegen psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Verweerder heeft de functie van geneesheer-directeur ingevolge de Wet BOPZ. In die functie bevindt hij zich niet in de lijn van hiërarchisch leidinggevenden van de psychiaters en de assistenten in opleiding, eindigend bij de Raad van Bestuur. Hij heeft na kennis te hebben genomen van het ongenoegen van patiënte en klager een gesprek gevoerd met klager en een kennis van het echtpaar. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0810 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 062/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0810
Klacht tegen psychiater. Patiënte onwikkelt een maligne hyperthermie als reactie op de medicatie. Snelle opbouw lamotrigine, in afwijking van de geldende richtlijn, onvoldoende onderbouwd en onvoldoende besproken met patiënte. Voorts onvoldoende invulling gegeven aan de rol van supervisor. Het later aanbrengen van toevoegingen in de decursus op naam van de arts-assistent is onacceptabel en laakbaar. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0798 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 079/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0798
Verweerder is de derde tandarts op rij van klaagster. Klaagster is bijna drie jaar patiënte geweest van verweerder. Er is sprake van onvoldoende tandheelkundige zorg, omdat verweerder heeft nagelaten solofoto's te maken alvorens kronen te plaatsen. Voorts heeft verweerder voor het wit maken van klaagsters voortanden een onjuiste materiaalkeuze gemaakt, omdat de toegepaste flowable composiet een onderlaag composiet is. De bejegeningklacht slaagt niet, wel had verweerder de klachten van klaagster met haar moeten bespreken voordat hij haar naar een klachtencommissie verwees. Het college heeft verweerder de maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0799 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 080/2009
- Datum publicatie: 06-01-2011
- Datum uitspraak: 06-01-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0799
Verweerder is de vierde tandarts op rij van klaagster. Klaagster is circa acht maanden patiënte geweest van verweerder. De behandelkaart van verweerder biedt volstrekt onvoldoende inzicht in de behandeling van klaagster. Verweerder heeft, ondanks de forse klachten van klaagster, geen behandelplan opgesteld. Klaagsters pijnklachten zijn onvoldoende onderzocht en na verwijzing naar de kaakchirurg te lijdzaam gevolgd. Verweerder was direct actief in het zonder medische noodzaak, onomkeerbaar afslijpen van de zes gave voortanden van klaagster om daarop kronen te plaatsen die niet haar voorkeur hadden. Daarbij heeft Verweerder ten onrechte niet de mogelijkheid besproken om de aanwezige flowable composiet te vervangen door gewone composietlaagjes. Verder waren de kronen in verhouding iets te breed en zichtbaar zeker 2 mm te lang. Verweerder heeft klaagster aldus niet de vereiste tandheelkundige zorg gegeven. Het college heeft verweerder berispt.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0795 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1058
- Datum publicatie: 05-01-2011
- Datum uitspraak: 05-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0795
Klager verwijt verweerder, chirurg, dat deze een operatie bij hem heeft uitgevoerd, terwijl tevoren was overeengekomen dat zijn collega die zou uitvoeren. Het college stelt vast dat verweerder inderdaad met klager had afgesproken dat hij de laparoscopische operatie zou uitvoeren. Maar omdat bij aanvang van de operatie niet op onjuiste gronden besloten is een laparotomie te verrichten, oordeelt het college dat het niet verwijtbaar is dat verweerder de laparotomie heeft uitgevoerd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0796 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1004a
- Datum publicatie: 05-01-2011
- Datum uitspraak: 05-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0796
De klacht luidt dat verweerder, chirurg, onzorgvuldig is geweest ten aanzien van de behandeling van patiënte, klaagsters moeder, die met een appendicitis werd opgenomen en niet lang daarna aan de gevolgen daarvan is overleden. Verweerder was bij patiënte betrokken als zaalarts. Het college is van oordeel dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0797 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1004d
- Datum publicatie: 05-01-2011
- Datum uitspraak: 05-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0797
De klacht luidt dat verweerder, chirurg, onzorgvuldig is geweest ten aanzien van de behandeling van patiënte, klaagsters moeder, die met een appendicitis werd opgenomen en niet lang daarna aan de gevolgen daarvan is overleden. In het bijzonder wordt hem verweten dat zijn beslissing om patiënte te ontslaan, onzorgvuldig was en dat hij is tekortgeschoten in de communicatie. Verweerder was bij patiënte betrokken als zaalarts. Het college is van oordeel dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0793 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1019
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0793
Klaagster verwijt verweerster, huisarts, onder meer dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden en dat zij de opinie van specialisten naast zich heeft neergelegd. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht het niet aannemelijk dat de ex-echtgenoot van klaagster informatie over haar heeft ontvangen. Bij het beantwoorden van vragen van de Raad voor de Kinderbescherming was verweerster niet gehouden andere hulpverleners te raadplegen. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0794 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1017
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0794
Klaagster verwijt verweerder, huisarts, onzorgvuldig handelen bij de diagnose, waardoor sprake is geweest van onnodig lijden, alsmede een ongeïnteresseerde en laconieke houding. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht de diagnose begrijpelijk. Verweerder heeft de patiënte vervolgens nauwlettend gevolgd en haar direct laten opnemen zodra daartoe aanleiding was en de patiënte daarom vroeg. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0803 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/405
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0803
Klager verweet de sportarts dat zij een verkeerde diagnose had gesteld, waardoor klager een verkeerde behandeling is geadviseerd en hij onnodig pijn had geleden en een groot risico op permanent letsel had gelopen. De klacht heeft voorts betrekking op de wijze van afhandeling van klagers brief aan de klachtencommissie. De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college achtte het eerste klachtonderdeel gegrond. De toename van de pijnklachten bij klager en de omstandigheid dat Paracetamol, Ibuprofen of Tramadol geen verlichting van de pijn gaven hadden voor de sportarts voldoende aanwijzingen moeten zijn dat een radiculaire oorzaak van de pijn niet afdoende was uitgesloten. Met betrekking tot het tweede klachtonderdeel oordeelde het college klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het college heeft de sportarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0804 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/024
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0804
De klacht betreft de behandeling van klagers zoon, verder patiënt te noemen. Klager verwijt de arts dat zij nalatig is geweest in het onderzoek naar de klachten van de patiënt en niet tijdig de diagnose longcarcinoom heeft gesteld. De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist. De klacht is afgewezen omdat het college van oordeel is dat er voor verweerster aanleiding bestond om meer aanvullend onderzoek te (laten) verrichten dan zij heeft gedaan.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0805 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/333
- Datum publicatie: 04-01-2011
- Datum uitspraak: 04-01-2011
- ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0805
Klager verweet de internist dat hij als behandelend arts van klagers ex-echtgenote een schriftelijke verklaring heeft afgegeven, waardoor klager in een juridische procedure nadeel heeft ondervonden. De internist heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college achtte de klacht gegrond en oordeelde dat de internist als behandelend arts van klagers ex-echtgenote met zijn brief had gehandeld in strijd met de richtlijnen van de KNMG inzake het omgaan met medische gegevens. Het college heeft de internist de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0790 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 099
- Datum publicatie: 30-12-2010
- Datum uitspraak: 28-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0790
Klaagster verwijt de tandarts dat zij een verrichting heeft uitgevoerd zonder toestemming van klaagster en voorts een behandeling waarom uitdrukkelijk was verzocht heeft nagelaten en dat zij aanvankelijk heeft geweigerd klaagster door te verwijzen naar de kaakchirurg. Ook verwijt klaagster de tandarts dat zij ondanks diverse verzoeken van klaagster zonder deugdelijke reden een gesprek heeft geweigerd en zonder voldoende gewichtige redenen eenzijdig de behandelingsovereenkomst heeft opgezegd. Het College acht een klachtonderdeel gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0791 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 223a
- Datum publicatie: 30-12-2010
- Datum uitspraak: 28-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0791
Klaagster verwijt de tandarts dat hij het daartoe ingeleverde goud niet heeft gebruikt in de brugconstructie en dat de tandarts deze brug niet deugdelijk heeft gemaakt althans een ondeugdelijke brug heeft geleverd. Voorts zijn er ten onrechte meer kosten in rekening gebracht dan voorafgaand aan de behandeling waren begroot. Het College wijst de klacht in al zijn onderdelen af.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0792 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 204
- Datum publicatie: 30-12-2010
- Datum uitspraak: 28-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0792
Klager verwijt de tandarts met name dat hij onjuiste facturen heeft gestuurd, omdat hierop behandelingen staan die niet zijn verricht. Het College oordeelt dat de klacht gegrond is en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0789 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/24
- Datum publicatie: 24-12-2010
- Datum uitspraak: 24-12-2010
- ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0789
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0788 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 045/2010
- Datum publicatie: 23-12-2010
- Datum uitspraak: 23-12-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0788
Klacht tegen SCEN-arts, die van oordeel is dat niet (meer) kan worden gesproken van ondraaglijk lijden. Het komt met enige regelmaat voor dat tussen het definitief uitspreken van de euthansiewens door de patiënt en de komst van de SCEN-arts een verandering in de toestand van de patiënt is opgetreden in die zin dat deze niet meer aanspreekbaar is omdat zijn bewustzijn is verlaagd. Anders dan klaagster wellicht meent, is deze conclusie van verweerster er niet op gebaseerd dat de echtgenoot van klaagster zijn duurzame wens om te sterven niet meer kon uiten, maar op het gegeven dat hij door zijn verlaagde bewustzijn de pijn niet meer ervoer. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0786 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 006/2009
- Datum publicatie: 23-12-2010
- Datum uitspraak: 23-12-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0786
Klacht tegen huisarts. Klaagster was ongeveer 31 weken zwanger toen zij belde met verweerder. Deze bood aan klaagster te zien op het spreekuur maar weigerde een visite af te leggen. Klaagster is de volgende dag naar het ziekenhuis gegaan waar na onderzoek is geconstateerd dat er sprake was van het HELLP-syndroom. Na een keizersnede is dezelfde ochtend de dochter van klaagster geboren. Deze heeft enkele dagen na de geboorte een hersenbloeding gekregen. Het college is van oordeel dat verweerder tijdens het telefonisch consult onvoldoende heeft uitgevraagd naar de aard van de klachten en te snel heeft geconcludeerd dat sprake was van reflux. Verweerder had niet mogen volstaan met het zonder meer weigeren van een visite. Het enkele feit dat klaagster een week geleden nog wel naar het ziekenhuis kon gaan maakt niet dat aangenomen kon worden dat zij nu ook wel naar de praktijk kon komen. Verweerder had dit verder met haar moeten bespreken teneinde te bezien waarom zij zich daartoe niet in staat achtte en met haar moeten onderzoeken wat voor haar wel mogelijk was teneinde gezien te worden door een arts. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0787 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 004/2010
- Datum publicatie: 23-12-2010
- Datum uitspraak: 23-12-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0787
Klaagster heeft een klacht ingediend tegen een waarnemend huisarts omdat hij heeft gemist dat zij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap had. Verweerder heeft op basis van een telefonisch overleg met klaagster als diagnose gesteld dat er sprake was van mennorragie en daarvoor medicijnen voorgeschreven. De klacht behelst dat verweerder haar ten onrechte niet heeft onderzocht en dat hij medicijnen heeft voorgeschreven die niet werkten. De klacht is gegrond. Klaagster viel formeel gezien niet onder de waarneemdienst van verweerder, maar nu hij haar blijkens zijn handelen als patiente heeft geaccepteerd en hij haar niet heeft terug verwezen naar de waarnemend huisarts waaronder zij viel, dient zijn handelen aan de gebruikelijke normen getoetst te worden. Verweerder heeft tijdens het telefonisch consult onvoldoende uitgevraagd naar de aard en oorzaak van de klachten. Gegeven de aard van de klachten en de leeftijd van klaagster had verweerder rekening moeten houden met een mogelijke miskraam en zijn vragen zo moeten stellen dat er meer duidelijkheid kwam over de vraag of er mogelijk sprake was van een zwangerschap. De door klaagster geuitte klachten, rechtvaardigden voorts zondermeer dat zij door verweerder gezien zou worden, danwel dat zij naar een specialist was doorgezonden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0781 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/264
- Datum publicatie: 22-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0781
Klaagster, bij wie tijdens de zwangerschap de diagnose pre-eclampsie is gesteld, verwijt de gynaecoloog –kort samengevat- dat hij zowel tijdens de zwangerschap als na de bevalling is tekortgeschoten in de zorg die zij van hem mocht verwachten. De gynaecoloog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0782 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/372
- Datum publicatie: 22-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0782
Klaagster verwijt de gynaecoloog –kort samengevat- dat zij haar verzoek tot een keizersnede heeft genegeerd, dat zij klaagster niet heeft geïnformeerd over risico’s van een vaginale bevalling na een eerdere keizersnede, en dat zij tijdens de bevalling niet tijdig heeft ingegrepen, met als gevolg dat klaagsters zoontje is overleden. Klaagster verwijt de gynaecoloog voorts dat zij heeft toegestaan dat een arts-assistent de bevalling heeft verricht. De klacht heeft voorts betrekking op de dossiervoering en de nazorg. De klacht is gedeeltelijk gegrond bevonden en het college heeft de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0783 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/222
- Datum publicatie: 22-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0783
Klager verwijt huisarts dat hij inadequaat heeft gereageerd op de oog- en buikklachten door hem niet tijdig te verwijzen naar het ziekenhuis voor nader onderzoek. De arts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college oordeelde dat er geen sprake was –gegeven de omstandigheden- van een aanmerkelijke en verwijtbare vertraging in het beleid van de huisarts. De klacht is afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0784 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/065
- Datum publicatie: 22-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0784
Klager verweet de psychiater dat hij onzorgvuldig onderzoek had verricht, onvoldoende informatie had opgevraagd bij de behandelende sector, klager vooraf geen inzage had geboden in de conceptrapportage, en onnodig grievende opmerkingen en onjuiste conclusies in de rapportage had neergelegd. De psychiater heeft de klacht betwist. Het college achtte de klacht grotendeels gegrond en heeft de psychiater de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0785 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/341
- Datum publicatie: 22-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0785
Klaagster verweet de huisarts dat hij te lang had vastgehouden aan de diagnose spanningshoofdpijn, klaagster een adequate behandeling had onthouden door haar niet te verwijzen naar een specialist, onvoldoende kennis had genomen van het patiëntendossier, en voorts ernstig is tekortgeschoten in de zorg jegens klaagster met fatale gevolgen. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college achtte de eerste drie klachtonderdelen ongegrond. Het vierde klachtonderdeel achtte het college gegrond. Het college oordeelde dat de huisarts –toen klaagster opnieuw de assistente in verwarde toestand belde- onmiddellijk het verband met de hoofdpijnklachten had moeten maken in plaats van te denken aan een paniekaanval. Hij had klaagster op zijn minst genomen zelf te woord moeten staan om zelfstandig te onderzoeken wat er aan de hand was. Het college heeft de huisarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0775 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 165a
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0775
Klager verwijt de uroloog dat hij zonder preventieve antibiotica toediening een cystoscopie heeft uitgevoerd met als gevolg een urineweginfectie, uitmondend in een urosepsis, hoge koorts en een spoedopname in het ziekenhuis. Het College wijst de klacht af.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0776 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 156
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0776
Klager verwijt de psychiater dat zij hem niet heeft geïnformeerd over het onderzoek van zijn dochter en dat het onderzoeksrapport zonder toestemming is doorgezonden. Het College verklaart een onderdeel van de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0770 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 128
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0770
Klaagster verwijt de huisarts dat zij patiënt onvoldoende heeft onderzocht en doordat geen goede anamnese wat uitgevoerd ten onrechte heeft geconcludeerd dat de toestand van patiënt niet ernstig genoeg was voor opname in het ziekenhuis. Patiënt had eerder naar het ziekenhuis moeten worden doorgestuurd. Het College verklaart op een klachtonderdeel de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0777 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 248
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0777
Klaagster verwijt de huisarts dat hij weinig aandacht heeft besteed aan de klachten van de patiënt, geen nader onderzoek heeft verricht en patiënt niet tijdig heeft doorverwezen. Het College wijst de klacht af.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0771 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 219
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0771
Klagers verwijten de oogarts dat hij heeft volstaan met een telefonisch advies en tot twee maal toe, ook toen het beeld verslechterde, ten onrechte heeft nagelaten om het oog van patiënte te onderzoeken waardoor een flinke vertraging in een juiste diagnose en noodzakelijke behandeling is ontstaan. Het College verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op. Het College bepaalt voorts dat de beslissing zal worden bekend gemaakt in de Nederlandse Staatscourant en aan het vaktijdschrift Medisch Contact ter bekendmaking zal worden aangeboden.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0778 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1018a
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0778
Klagers verwijten verweerster onvoldoende zorg bij de behandeling van hun dochter, waardoor niet tot behandeling of therapie is gekomen en dat er zonder mededeling vooraf door verweerster een zorgmelding over de dochter is gedaan bij Bureau Jeugdzorg. Het college is van oordeel dat verweerster te kort is geschoten in de zorg jegens de dochter. Verweerster had onvoldoende regie over de te volgen behandeling. Belangen van de dochters onderling en van het gezin vermengd. Verweerster had klagers vooraf van zorgmelding op de hoogte moeten brengen. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0772 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-056
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0772
Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar te laat heeft doorverwezen naar een andere arts/specialist, waardoor te laat een juiste diagnose kon worden gesteld en te laat aan een juiste behandeling kon worden begonnen zodat klaagster maanden lang onnodig pijn heeft geleden. Het College wijst de klacht af.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0779 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1018b
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0779
Klagers verwijten verweerster dat zij zonder mededeling vooraf aan klagers een zorgmelding over hun dochter heeft gedaan bij Bureau Jeugdzorg. Het college is van oordeel dat klagers vooraf van het voornemen een zorgmelding te doen in kennis hadden moeten worden gesteld. Geen reden aangevoerd waarom in kennisstelling achterwege kon worden gelaten. Gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0773 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 130b
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0773
Klager verwijt de psychiater dat deze heft geweigerd de noodzakelijke zorg te verlenen en klager uit de inrichting heft ontslagen, terwijl een machtiging tot voortgezet verblijf was verleend tot x-datum. Voorts verwijt klager de psychiater dat hij geen ontslagbrief heeft onvangen. Het College wijst de klacht af.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0780 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09162
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0780
Klagers verwijten verweerder dat hij een onprofessionele houding heeft gehad tijdens het intakegesprek en te veel heeft gedeclareerd voor het intakegesprek, namelijk twee maal € 278,- in plaats van één maal € 160,- zoals aangegeven was op de website van verweerder. Het college is van oordeel dat hoewel de website misverstanden op kan roepen, deze niet misleidend is. Verweerder mocht bedrag declareren. Ook overig niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0774 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 195
- Datum publicatie: 21-12-2010
- Datum uitspraak: 21-12-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0774
Klaagster verwijt de psychiater dat zij klaagster tijdens het onderzoek bevooroordeeld tegemoet is getreden en intimiderend heeft bejegend toen zij elkaar tegenkwamen op straat. Klaagster verwijt de psychiater voorts dat zij het EPD heeft ingezien zonder toestemming van klaagster en de opgestelde rapportage heeft doorgestuurd zonder klaagster de gelegenheid te bieden tot inzage en correctie van het rapport. Tenslotte verwijt klaagster de psychiater dat de rapportage gebrekkig was. Het College verklaart een klachtonderdeel gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0768 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09189
- Datum publicatie: 20-12-2010
- Datum uitspraak: 20-12-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0768
Klaagster verwijt verweerder dat hij de diagnose heeft gemist door de situatie waaraan moeder van klaagster leed af te doen als een griepje Verder heeft verweerder geweigerd patiënte door te verwijzen naar het ziekenhuis en hij heeft de ambulance niet willen bellen. Bij dit alles heeft verweerder zich jegens patiënte en de dochters onprofessioneel en respectloos gedragen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht de klacht op twee onderdelen gegrond. Te weten tekortschieten ten aanzien van anamnese, onderzoek en diagnose tijdens de visite en de reactie tijdens het telefoongesprek met klaagster daags daarna. Het college voegt daar nog aan toe dat de documentatie van deze visite niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0769 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1029
- Datum publicatie: 20-12-2010
- Datum uitspraak: 20-12-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0769
Verweerder heeft nadat hij ziek werd tijdens een opname wegens desensibilisatie een onjuiste diagnose gesteld en patiënt ten onrechte zonder bloedkweken te nemen en ondanks de koorts naar huis laten gaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Volgens het college is naar het oordeel van het college de diagnose op zorgvuldige wijze tot stand gekomen; ter zake kan aan verweerder niets worden verweten. Het college oordeelt dat de klacht ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0756 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 050/2010
- Datum publicatie: 16-12-2010
- Datum uitspraak: 16-12-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0756
Klacht van de Inspectie tegen een psychotherapeut, tevens gezondheidszorgpsycholoog over het aangaan van een intieme relatie met een (ex-)cliënte. Het college wijst op artikel III.2.3.7 van de Beroepscode van het NIP. Tegen voorgaande achtergrond behoeft het nauwelijks betoog dat het aangaan van een intieme relatie door verweerder met de cliënte in kwestie niet door de tuchtrechtelijke beugel kan. Het is maar de vraag of de behandelrelatie was beëindigd, al was de EMDR-therapie afgerond, omdat cliënte nog een beroep deed op verweerder bij door haar ondervonden problemen. In elk geval werd die relatie direct aansluitend aan de behandelrelatie aangegaan. Ook het bij cliënte thuis, ook ’s avonds, therapie geven acht het college onvoldoende professioneel, nu de daaraan ten grondslag liggende reden -oppasproblemen van cliënte- zulks niet rechtvaardigen. Verweerder heeft zakelijk en privé met elkaar vermengd, met alle risico’s van dien. Het college heeft bij het bepalen van de maatregel onder meer acht geslagen op de ernst van het feit, tegen de achtergrond van eerdere relaties die verweerder is aangegaan terwijl hij zich realiseerde of in elk geval had moeten realiseren dat dit in die context niet toegestaan was. Schorsing voor de duur van 6 maanden en publicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0763 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.309
- Datum publicatie: 16-12-2010
- Datum uitspraak: 14-12-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0763
Klacht tegen orthopedisch chirurg over met name het verschaffen van informatie over de mogelijke gevolgen van een operatieve ingreep aan de enkel. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in alle onderdelen af. In beroep onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat voor de vraag of de arts klager had moeten informeren dat na de ingreep door klager ervaren klachten mogelijk het gevolg zijn van de ingreep, onderscheid moet worden gemaakt tussen klacht over doof gevoel en over de onmogelijkheid de tweede tot en met vijfde teen te heffen. Het dove gevoel is te beschouwen als een mogelijke complicatie en daarvoor is blijkens het dossier gewaarschuwd. De onmogelijkheid genoemde tenen te heffen kan in redelijkheid niet als gevolg van de operatieve ingreep worden beschouwd. Hiervoor hoefde de arts niet te waarschuwen. Het beroep tegen deze alsmede tegen de ongegrond verklaarde klachten over de behandeling en bejegening wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0757 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 204/2009
- Datum publicatie: 16-12-2010
- Datum uitspraak: 16-12-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0757
Klacht tegen huisarts. De klacht betreft de moeder van klager, hierna patiënte te noemen. Klager trof patiënte thuis aan met een halfzijdige verlamming. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij te laat bij patiënte is verschenen, patiënte niet in aanmerking heeft laten komen voor trombolyse en dat zij een melding bij de ambulance heeft gedaan voor besteld vervoer. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0764 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.310
- Datum publicatie: 16-12-2010
- Datum uitspraak: 14-12-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0764
Verwijt aan anesthesist dat (1) klager niet is geïnformeerd over zenuwletsel en dat (2) neurologische uitval het gevolg is van door arts uitgevoerde anesthesie. Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat preoperatieve informatie is gegeven door een collega anesthesioloog en reeds daarom niet kan slagen. Overigens, aldus Regionaal Tuchtcollege, zijn de door klager ervaren klachten hoogst zelden beschreven als mogelijke complicatie van de uitgevoerde anesthesietechniek en hoefde daarvoor in redelijkheid ook niet gewaarschuwd te worden (artikel 7:448, lid 2 sub b BW). Ook het tweede onderdeel van de klacht faalt. De door klager ondervonden klachten zijn in redelijkheid niet aan te merken als mogelijk gevolg van de uitgevoerde anesthesie. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat, waar de arts is afgeweken van de wijze van verdoven zoals tijdens de preoperatieve informatie is uitgelegd, dit op juiste gronden is gedaan en voorts ook door de arts met klager is gecommuniceerd. Ook overigens onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht ongegrond is. Beroep verworpen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 257
- Pagina: 258
- Pagina: 259
- ...
- Pagina: 274
- Volgende pagina zoekresultaten