Zoekresultaten 3251-3300 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:241 Hof van Discipline 's Gravenhage 210121

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:9 Hof van Discipline 's Gravenhage 230063

    Klacht over eigen advocaat. Nieuwe verwijten worden in hoger beroep buiten beschouwing gelaten. Verweerder heeft niet in strijd met gedragsregel 16 lid 2 gehandeld. De voorwaarden van de afspraak met de wederpartij zijn voldoende doorgenomen. De belangenbehartiging is tijdig en niet op een ongelegen moment opgezegd. Niet is komen vast te staan dat verweerder buitenproportioneel heeft gedeclareerd. Voor het overige wordt aangesloten bij de overwegingen van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:237 Hof van Discipline 's Gravenhage 210326

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:10 Hof van Discipline 's Gravenhage 230026

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft klaagster, de wederpartij van zijn client in een bouwgeschil, benaderd en is meerdere malen (onaangekondigd) bij haar thuis langs gegaan omdat hij – vanuit zijn bedrijf dat handelt in onroerende zaken - belangstelling had voor het pand waarin klaagster woonde. Klaagster stond hier voor open en heeft hem de toegang niet geweigerd. Klachtonderdeel ongegrond. Wel is bij klaagster verwarring over de rol van verweerder ontstaan, hetgeen tuchtrechtelijk verwijtbaar is en leidt tot een berisping. Bekrachtiging onder verbetering van gronden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5691

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij in de periode april/mei 2023 verwijzingen niet (tijdig) heeft opgemaakt en heeft nagelaten een toegezegde visite af te leggen. De huisarts heeft op de zitting erkend dat er in de periode waar de klacht op ziet, sprake was van personele onderbezetting in zijn praktijk. Ook bevond de praktijk zich op het gebied van telefonie en digitale ondersteuning in een transitiefase van langlopende contracten (‘wurgcontracten’, aldus verweerder) naar modernere contracten met andere aanbieders. Dit samenstel van factoren heeft ervoor gezorgd dat de praktijk in de genoemde periode niet optimaal bereikbaar was. Verder speelt mee dat vanwege de vele wisselingen van huisartsen in de praktijk, de medische dossiers uit de praktijk niet met een inhoudelijke toelichting aan verweerder zijn overgedragen. Verweerder heeft zich zodoende zelf moeten ‘inlezen’ in die dossiers. In het geval van klaagster, die kampt met ernstige en complexe medische beperkingen, heeft het verweerder tijd gekost zich de problematiek eigen te maken en een vertrouwensband op te bouwen. Onder de geschetste omstandigheden is het college van oordeel dat het gegeven dat de verwijzing ruim een werkweek op zich heeft laten wachten en uiteindelijk pas tot stand is gekomen nadat klaagster op eigen initiatief weer contact had opgenomen met de praktijk, niet goed is (dit had anders gemoeten), maar ook niet dusdanig ernstig dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Anders is dit, waar het gaat om het niet-afleggen van de toegezegde visite. De huisarts heeft erkend dat de visite van 16/17 mei 2023 hem door drukte is ontschoten. Dit is ernstig, had niet mogen gebeuren en de huisarts betreurt dat het is gebeurd. Het college is dit met de huisarts eens en zal dit onderdeel van de klacht gegrond verklaren. Klacht deels gegrond. Geen maatregel. Publicatie.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:238 Hof van Discipline 's Gravenhage 210304

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:275 Hof van Discipline 's Gravenhage 200084

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:189 Hof van Discipline 's Gravenhage 210325

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:11 Hof van Discipline 's Gravenhage 220329

    Klacht over eigen advocaat. Wederzijds hoger beroep. Het verwijt van klager dat verweerder zonder zijn instemming een medische rapportage heeft vrijgegeven aan de verzekeraar is ongegrond. Aan verweerder wordt wel het tuchtrechtelijk verwijt gemaakt dat hij niet schriftelijk aan klager heeft bevestigd dat het rapport aan de verzekeraar was vrijgegeven en dat hij niet uiteen heeft gezet wat het gevolg zou (kunnen) zijn. Bekrachtiging beslissing raad ook tav opgelegde waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5767

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij niet op zijn verzoek om afschrift van het medisch dossier heeft gereageerd. De huisarts heeft verklaard dat zij niet aan het verzoek van klager kan voldoen, omdat hij niet meer bij haar staat ingeschreven als patiënt en zij dus niet meer over het medisch dossier van klager beschikt. Het college oordeelt hierover als volgt. Het klopt dat de huisarts een bewaarplicht heeft voor medische dossiers van patiënten. Deze plicht beslaat een termijn van twintig jaar en gaat in vanaf het moment dat de laatste wijziging in het medisch dossier is aangebracht. Deze bewaarplicht geldt echter alleen voor patiënten van de huisarts. Klager was sinds 2017 uitgeschreven uit de praktijk en dus geen patiënt meer. Het medisch dossier is destijds overgedragen aan de nieuwe huisarts van klager. Als een medisch dossier wordt overgedragen, wordt de bewaarplicht van het dossier mee overgedragen. De nieuwe arts bewaart het volledige dossier gedurende de wettelijke bewaartermijn. Op de huisarts rustte vanwege de overdracht van het dossier geen bewaarplicht meer. De huisarts heeft derhalve terecht en op juiste gronden verklaard dat zij niet aan het verzoek van klager kan voldoen omdat zij het medisch dossier niet meer heeft. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:239 Hof van Discipline 's Gravenhage 210192

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:276 Hof van Discipline 's Gravenhage 200119

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5134

    Klacht tegen huisarts. Klagers moeder (patiënte) was opgenomen in een verpleeghuis. De huisarts is als zelfstandige werkzaam bij een organisatie die onder meer verbonden is aan dit verpleeghuis. Na een val van patiënte in de nacht, heeft de verzorging/verpleging telefonisch contact opgenomen met de huisarts, omdat het hen niet lukte om patiënte zelf weer in bed te leggen. Zij adviseerde de ambulancedienst te bellen. Deze wilde echter niet komen. Ook het advies van de triagist om de brandweer te laten komen, leidde tot niets. De huisarts is uiteindelijk zelf naar het verpleeghuis gegaan. Daar heeft zij patiënte laten insturen naar de eerste hulp met het verzoek om de enkel te laten beoordelen. Diezelfde ochtend is patiënte weer overgedragen aan het verpleeghuis. Hierna is de toestand van patiënte snel verslechterd. Enkele dagen later is patiënte overleden. Klager verwijt de huisarts – kort gezegd – het niet bieden van een oplossing na de val van patiënte. Naar het oordeel van het college is de huisarts tekortgeschoten in de zorg die van haar verwacht mocht worden. Zij heeft ten onrechte geoordeeld dat de bij patiënte na de val verrichte metingen onvoldoende reden waren om patiënte op dat moment al te bezoeken. De klacht is gegrond en het college legt aan verweerster een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:7 Hof van Discipline 's Gravenhage 230008

    Ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid voor krediet na echtscheiding. Bekrachtiging ongegrondverklaring door raad van klacht over dienstverlening van en communicatie met eigen advocaat.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:370 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-1004/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht van twee advocaten over een collega advocaat. Op grond van de overgelegde stukken en de door klaagster en verweerder ter zitting afgelegde verklaringen kan niet worden vastgesteld dat verweerder in zijn e- mail onwaarheden heeft gesteld. Over wat precies is gezegd en afgesproken tijdens het telefonisch contact hebben klaagster en verweerder tegenstrijdig verklaard. Ter onderbouwing van zijn versie van hetgeen is besproken, heeft verweerder handgeschreven telefoonnotities overgelegd. Er bestaat geen reden om aan de inhoud daarvan te twijfelen en klagers hebben deze notities ook niet betwist. Op de vraag van de raad of zij destijds ook iets op papier heeft gezet over de inhoud van het telefoongesprek met verweerder heeft klaagster verklaard dat zij zich dat niet kan herinneren, maar dat zij wel klager over het telefoongesprek heeft verteld. Voor het in dat kader door klagers gedane aanbod om onder ede een verklaring af te leggen over hun versie van de feiten is geen aanleiding. Immers, ook dan blijft de door klagers gestelde versie van de feiten lijnrecht tegenover die van verweerder staan. Klacht op dit punt ongegrond vanwege een gebrek aan een voldoende feitelijke onderbouwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:5 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-818/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:371 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-217/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster onvoldoende te informeren over de mogelijkheid van het indienen van een verzoek tot voorlopige voorzieningen en door de voorlopige voorzieningen niet tijdig in te dienen. De aard en ernst hiervan rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:6 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-819/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerder mocht de samenwerking met klager beëindigen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:229 Hof van Discipline 's Gravenhage 210345

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:186 Hof van Discipline 's Gravenhage 210348

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-833/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:6 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-531/DB/LI

    Raadsbeslissing. Tussenbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad is van oordeel dat op basis van het door de deken aan de raad doorgezonden klachtdossier de met de klachtonderdelen 1 tot en met 7 samenhangende feiten en omstandigheden niet goed kunnen worden vastgesteld. Verweerder heeft naar voren gebracht dat hij niet is ontheven van de op hem jegens zijn cliënt rustende geheimhoudingsplicht en heeft op grond daarvan een beroep gedaan op zijn verschoningsrecht. Verweerder heeft in dit verband tevens naar voren gebracht dat de deken een onderzoek is gestart, dat verweerder aan dit onderzoek zijn volledige medewerking heeft verleend en zal verlenen en aan de deken volledige openheid van zaken heeft gegeven en zal geven. De raad verwijst de zaak terug naar de deken en de verzoekt de deken om het onderzoek voort te zetten dan wel te heropenen en de raad van zijn bevindingen op de hoogte te stellen. In het bijzonder verzoekt de raad de deken om de raad te berichten of de verklaringen van verweerder stroken met de inhoud van het dossier dan wel de dossiers die de deken in het kader van zijn onderzoek heeft ingezien. De raad houdt de verdere behandeling van de zaak en iedere verdere beslissing aan.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:187 Hof van Discipline 's Gravenhage 210342

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:10 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-580/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerder in zijn pleitnota onjuiste feiten gesteld of is onvolledig geweest. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij als productie een verklaring van zijn cliënt heeft ingediend die op meerdere punten onnodig grievend is en doordat hij niet alle producties aan klager heeft verstrekt, terwijl hij de producties wel heeft verstrekt aan de andere procespartijen. Deels gegrond deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:10 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1793

    Klacht tegen een neuroloog. Klager is in 2000 betrokken geweest bij een auto-ongeval. Daarna is aanvankelijk de diagnose postwhiplashsyndroom gesteld. Omdat de klachten verergerden en klager een dystonie ontwikkelde van onder meer zijn handen en voeten, is klager vervolgens door verschillende neurologen gezien. Sinds 2004 heeft hij last van dystone en epileptiforme aanvallen. In 2019 werd klager door zijn huisarts verwezen naar de beklaagde neuroloog. Deze concludeerde dat bij klager sprake was van een functionele stoornis. Klager verwijt de neuroloog onder meer dat hij geen goed onderzoek heeft uitgevoerd en een verkeerde diagnose heeft gesteld, heeft geweigerd hem te verwijzen naar twee nader genoemde collega-neurologen en andere zorgverleners negatief heeft beïnvloed. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond voor zover deze betrekking heeft op het verzoek van klager de diagnose functionele stoornis uit zijn medisch dossier te verwijderen en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.In beroep is het debat door partijen schriftelijk nog een keer gevoerd, waarbij door ieder van hen standpunten zijn ingenomen naar aanleiding van de door het Regionaal Tuchtcollege gegeven beschouwingen en beslissingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 november 2023 is dat debat voortgezet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:8 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-561/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-269/DB/LI

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5085

    Klacht tegen huisarts. Klaagster en haar zoontje zijn beiden patiënt bij de praktijk waar de huisarts werkt. De huisarts had het zoontje op verzoek van klaagster vanwege gedragsproblemen verwezen naar een ggz-instelling voor kinderen. Nadat de huisarts op verzoek van de instelling nadere informatie heeft verstrekt, heeft de instelling klaagster bericht dat zij het zoontje niet kunnen behandelen. Klaagster ging naar de huisarts om te vragen welke informatie hij heeft doorgegeven aan de instelling. Dit bezoek aan de huisarts resulteerde in een vervelend gesprek dat escaleerde, waarbij de huisarts klaagster heeft laten weten haar en haar zoontje niet meer te willen behandelen en haar heeft weggestuurd. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat hij haar onheus heeft bejegend tijdens het betreffende gesprek. Het college verklaart dit klachtonderdeel gegrond. Het college is van oordeel dat de huisarts zich zeer grensoverschrijdend en onprofessioneel heeft opgesteld tegenover klaagster. De huisarts is al vaker met het tuchtrecht in aanraking is geweest vanwege de wijze waarop hij patiënten bejegent en heeft al eerder forse maatregelen hiervoor gekregen. Ondanks dat is de huisarts toch weer de fout in gegaan en toont hij onvoldoende zelfinzicht. Het college heeft er geen vertrouwen in dat de huisarts zijn manier van handelen zal verbeteren. Alles overziend acht het college het noodzakelijk om de inschrijving van de huisarts in het BIG-register door te halen. De bevoegdheid van de huisarts om zijn beroep uit te oefenen wordt geschorst zolang de beslissing nog niet onherroepelijk is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:2 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-910/AL/MN

    Schrapping van het tableau op grond van artikel 8e Advocatenwet. Verweerder oefent al geruime tijd, in ieder geval sinds juni 2021, niet meer duurzaam en stelselmatig het beroep van advocaat uit. Niet te verwachten is dat verweerder binnen een redelijke termijn zijn praktijk weer kan voortzetten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:188 Hof van Discipline 's Gravenhage 210341

    Klacht niet verwezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:9 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-646/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerster is tekort geschoten in de behartiging van klagers belangen, doordat zij heeft nagelaten een procedure voor klager te starten. Het lag op verweersters weg om contact met klager op te nemen om duidelijkheid te krijgen. Zij heeft te weinig in het werk gesteld. Klacht gegrond. Waarschuwing. Klacht over beëindigen samenwerking ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:5 Hof van Discipline 's Gravenhage 220153

    Klacht tegen eigen advocaat. Belanghebbende begrip. 1) Klager geen belanghebbende bij urenverantwoording die verweerder aan de Raad voor Rechtsbijstand heeft gestuurd. De door klager te betalen hogere eigen bijdrage houdt geen verband met de urenspecificatie. Klager niet-ontvankelijk. 2) Verweerder heeft in zijn correspondentie met klager enkele malen onjuiste kenmerken en/of verwijzingen opgenomen waardoor verwarring bij klager heeft kunnen ontstaan over de vraag op welke dossier de betreffende correspondentie betrekking had. Verweerder heeft dat erkend en toegelicht hoe dat heeft kunnen gebeuren. Deze erkenning rechtvaardigt tuchtrechtelijk gezien echter niet de conclusie dat verweerder de opdrachtbevestiging en/of de factuur ter zake het voorschot achteraf heeft opgemaakt zoals klager heeft gesuggereerd. Het gestelde antedateren valt ook niet te rijmen met het gegeven dat klager conform de voorschotnota heeft betaald. Tegenover de door verweerder overgelegde opdrachtbevestiging, factuur en het betalingsbewijs, is de enkele stelling van klager dat hij geen opdrachtbevestiging en voorschotfactuur heeft ontvangen, onvoldoende om daarvan uit te gaan. Klacht ongegrond. 3) Verweerder heeft ondanks het verzoek van klager de toevoeging niet laten intrekken. Intrekking heeft pas plaatsgevonden nadat klager een klacht bij de deken heeft ingediend. Klager belanghebbende om een klacht in te dienen als een toevoeging ten onrechte niet wordt ingetrokken door zijn advocaat. Het niet intrekken kan immers gevolgen hebben voor een eventueel verschuldigde eigen bijdrage. Uitgangspunt is dat een advocaat in beginsel gehouden is een toevoeging in te trekken als de cliënt daarom vraagt. Dat kan anders zijn, dan wel onder voorwaarden gebeuren als de advocaat ter zake werkzaamheden heeft verricht. Dat daarvan sprake is, is door verweerder niet, dan wel onvoldoende onderbouwd gesteld. Klacht gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:8 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-467/DB/ZWB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5433

    Klacht tegen orthopedisch chirurg ongegrond. De klacht gaat over de behandeling van klaagster. Klaagster is scoliose patiënte en is in verband met de daaraan gerelateerde problematiek door verweerder geopereerd. Na deze operatie ging het aanvankelijk goed, maar na enige tijd kreeg klaagster pijnklachten en is uiteindelijk het osteosynthesemateriaal verwijderd. Na het verwijderen van dit materiaal is de scoliose terug gekomen. Volgens klaagster heeft verweerder bij de eerste operatie een onjuiste operatiemethodiek toegepast en heeft verweerder beeldmateriaal onjuist geïnterpreteerd, waardoor er ten onrechte van uit werd gegaan dat voldoende fusie was opgetreden. Tot slot verwijt klaagster verweerder dat hij niet open heeft willen zijn over de behandeling. Verweerder voert gemotiveerd verweer.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:6 Hof van Discipline 's Gravenhage 230106

    Intrekking hoger beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-518/DB/LI

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:2 Hof van Discipline 's Gravenhage 220218

    Vernietiging beslissing raad. Klacht ongegrond. Is verweerster voldoende duidelijk geweest over de hoedanigheid waarin zij optrad? Het hof beantwoord deze vraag bevestigend en overweegt dat uit de e-mails en de context waarin ze geschreven zijn, blijkt dat verweerster geen onduidelijkheid over haar hoedanigheid heeft laten bestaan. De e-mail waarin verweerster de woordcombinatie "met name" gebruikt moet in de context van de overige correspondentie worden bezien. Verder weegt mee dat klager zich liet adviseren/bijstaan door een eigen advocaat.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:3 Hof van Discipline 's Gravenhage 230178

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5598

    Ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klager vindt dat de verloskundige zijn ex-partner geen gegevens uit haar medisch dossier mocht verstrekken. De passages bevatten opvattingen van de verloskundige op basis van onjuistheden die zijn ex-partner heeft verteld. Tot deze opvattingen heeft de verloskundige - zeker nu klager niet in de gelegenheid is gesteld zijn kant van het verhaal te vertellen - niet mogen komen. Klager is, doordat zijn ex-partner delen van haar medisch dossier in rechte heeft overgelegd en doordat de opvattingen van een verloskundige extra gewicht in de schaal leggen, in de echtscheidingsprocedure benadeeld. Het college is van oordeel dat er geen sprake is van het verstrekken van een verklaring en het verzoek van een behandelde om het dossier in te zien en/of daarvan een kopie te verkrijgen niet mag worden geweigerd. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:4 Hof van Discipline 's Gravenhage 230048

    Klacht over onvoldoende zorgvuldige belangenbehartiging door eigen advocaat. Verweerder heeft niet gewezen op risico’s van huuropschorting en over het hoofd gezien dat bij een zitting van de Huurcommissie twee zaken werden behandeld in plaats van één. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, met dien verstande dat de maatregel wordt gematigd tot berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:368 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-215/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Door niet tijdig namens klager hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de politierechter en door zijn keuze om geen hoger beroep in te stellen niet schriftelijk aan klager te bevestigen, heeft verweerder in de gegeven omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:369 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-316/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de ex-partner van klaagster bij te staan, waardoor verweerder gelet op de omstandigheden van dit geval, waaronder vooral de dubbelrol van zijn echtgenote (vriendin van de ex-schoonmoeder van klaagster en juridisch medewerker op het kantoor van verweerder), onvoldoende onafhankelijk kan optreden ten opzichte van klaagster en de familiekwestie tussen zijn cliënt en klaagster. Met zijn handelen heeft verweerder de kernwaarde onafhankelijkheid geschonden. Klacht op dit punt gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:363 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-105/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Klacht over het handelen van een advocaat in een strafzaak ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:174 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1893

    Klacht tegen een huisarts. De huisarts was vanaf 2016 tot 2022 eigenaar van de huisartsenpraktijk. Daarna heeft zij de praktijk overgenomen en is zij als waarnemend huisarts aan de praktijk verbonden gebleven. Klager staat sinds juni 2017 in de praktijk ingeschreven. Er hebben veel consulten van klager bij de huisarts plaatsgevonden vanwege uiteenlopende lichamelijke en psychische (angst)klachten. Klager verwijt de huisarts (onder meer) dat zij a) heeft geweigerd onderzoek te verrichten naar blijvende schade als gevolg van een vitamine B12-tekort, b) klager vaak heeft geweigerd en telefonische afspraken niet nakwam, c) klagers oogklachten in februari 2021 niet serieus heeft genomen, zodat klager uiteindelijk zelf de oogarts moest bellen en met spoed geopereerd moest worden aan een netvliesloslating, d) heeft achtergehouden dat de aorta van klager te groot is, e) klager probeerde te dwingen om naar de GGZ te gaan en f) klager niet heeft geholpen bij het vinden van een andere huisarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2003

    Klacht tegen apotheker. Klaagster gebruikt sinds 2003 bloeddrukverlagende medicatie. Zij is ontevreden over de levering van haar medicatie door de apotheker, omdat de apotheker volgens klaagster stelselmatig probeert merkmedicijnen te vervangen door een generiek medicijn, met schade voor de gezondheid van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klaagster voor een deel kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige deel kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:364 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-285/AL/GLD

    Raadbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Klaagster is ontevreden over de wijze waarop verweerster haar heeft bijgestaan in een huurconflict. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij geen plan van aanpak had en termijnen heeft laten verlopen en dat zij klaagster niet serieus heeft genomen. De raad overweegt dat op momenten de communicatie tussen verweerster en klaagster over en weer niet altijd helemaal is geweest wat het wellicht had moeten zijn. Klaagster en verweerster zaten niet altijd ‘op hetzelfde spoor’, zonder dat zij dit van elkaar door hadden. Daardoor ook hadden zij van elkaar verschillende verwachtingen. Dat is op zichzelf spijtig, maar in dit geval niet klachtwaardig. Verweerster had wel degelijk een plan van aanpak en heeft dit ook direct met klaagster gedeeld. Verweerster heeft de zaak voortvarend en serieus opgepakt. Er zijn ook geen termijnen verlopen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5832

    Klacht tegen psychiater. De minderjarige dochter van klaagster was vrijwillig opgenomen. Tijdens haar opname heeft de dochter meermalen (ernstig) geweld gepleegd dan wel daarmee gedreigd. Na een ernstig incident heeft de geneesheer-directeur besloten dat de opname moest worden beëindigd en heeft zij de psychiater om een second opinion gevraagd. Klaagster verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld en in zijn rapportage een onvoldoende gefundeerde en foutieve diagnose heeft gesteld. Klacht gegrond; berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1846

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster heeft eerder een klacht ingediend tegen een bij de instelling werkzame gz-psycholoog. Het Regionaal Tuchtcollege heeft deze klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en aan de gz-psycholoog een waarschuwing opgelegd. De gz-psycholoog heeft naar het oordeel van het college verzuimd om klaagster toestemming te vragen om informatie aan Veilig Thuis te verstrekken of ten minste de inhoud van de door de gz-psycholoog aan Veilig Thuis verstrekte informatie vooraf met klaagster te delen, zodat zij daarop had kunnen reageren. De gz-psycholoog heeft klaagster daar ook achteraf niet over geïnformeerd. Het college heeft zich niet uitgelaten over de juistheid van de verstrekte informatie. De psychiater is werkzaam als directeur zorg bij de instelling en als psychiater BIG-geregistreerd. Klaagster verwijt de psychiater (en een collega, eveneens aangeklaagd: C2023/1847) dat zij de genoemde uitspraak van het college niet heeft nageleefd. Klaagster wil dat de psychiater op grond van deze beslissing onderschrijft dat de door de gz-psycholoog aan Veilig Thuis verstrekte informatie uit het dossier wordt verwijderd. Voorts verwijt klaagster de psychiater dat er bij de instelling protocollen ontbreken hoe om te gaan met schending van het beroepsgeheim en dat daardoor een datalek is veroorzaakt, alsmede dat afspraken hieromtrent met ketenpartners ontbreken. Daardoor heeft klaagster het door de instelling veroorzaakte datalek zelf moeten dichten. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk omdat de psychiater uitsluitend in haar bevoegdheid als bestuurder heeft gereageerd op de verzoeken van klaagster. Dit handelen, en wat klaagster de psychiater verwijt te hebben nagelaten, heeft bovendien onvoldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:365 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-242/AL/MN

    Verzetbeslissing. De klacht houdt in dat verweerder het strafdossier (in hoger beroep) van klager niet aan klager heeft verstrekt, ook niet na de beëindiging van de opdracht. De voorzitter heeft enkel beslist op het punt dat verweerder ná beëindiging van de opdracht het dossier niet aan klager (of een opvolgend advocaat) heeft gestuurd. Ten aanzien daarvan is de klacht kennelijk ongegrond verklaard, omdat verweerder geen zodanig verzoek had ontvangen, althans dat is niet komen vast te staan. De klacht zag volgens klager echter ook op de periode rond de overdracht van het dossier door de voormalige advocaat van klager aan verweerder. Ook toen heeft klager zijn dossier niet ontvangen. Daarop is door de voorzitter niet beslist. De raad doet dat alsnog en verklaart eerst dit deel van het verzet gegrond en vervolgens de klacht ongegrond. Het verzet wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5315

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Klaagster verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door onterecht een crisismaatregel en vervolgens twee zorgmachtigingen aan te vragen, en te lang een te hoge dosering depotmedicatie voor te schrijven. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.