ECLI:NL:TAHVD:2021:238 Hof van Discipline 's Gravenhage 210304

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2021:238
Datum uitspraak: 26-10-2021
Datum publicatie: 16-01-2024
Zaaknummer(s): 210304
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Verwijzing
Beslissingen: Verwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht niet verwezen.

Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van

het Hof van Discipline

van 26 oktober 2021

in de zaak 210304

in de klachtzaak van:

klaagster

tegen:

verweerder

1 HET VERZOEK

De plaatsvervangend voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht van 5 oktober 2021 van klaagster waarin zij het hof verzoekt haar klacht tegen verweerder in behandeling te nemen.

2 DE BEOORDELING

2.1 De plaatsvervangend voorzitter stelt vast dat verweerder de Deken van de Orde van Advocaten is in het arrondissement Oost-Brabant. Klaagster stelt dat verweerder oneerlijk onderzoek heeft gedaan naar haar klacht tegen haar eigen advocaat. Zij onderbouwt echter niet op welke wijze verweerder haar klacht oneerlijk onderzocht zou hebben. Haar toelichting op de klacht tegen verweerder ziet namelijk niet op verweerder maar op haar klacht tegen haar eigen advocaat. Omdat er geen onderbouwde klacht tegen verweerder ligt ziet de plaatsvervangend voorzitter van het hof geen aanleiding de zaak te verwijzen naar een andere deken. Niet valt in te zien wat een deken waarnaar verwezen zou moeten worden te onderzoeken heeft.

2.2 Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3 BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline:

3.1 wijst het verzoek om verwijzing van een klacht tegen verweerder naar een andere deken af.

Aldus beslist op 26 oktober 2021 door mr. J. Blokland, plaatsvervangend voorzitter.

Plaatsvervangend voorzitter

De beslissing is verzonden op 1 november 2021.