ECLI:NL:TGZRAMS:2024:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5767

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2024:13
Datum uitspraak: 16-01-2024
Datum publicatie: 16-01-2024
Zaaknummer(s): A2023/5767
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij niet op zijn verzoek om afschrift van het medisch dossier heeft gereageerd. De huisarts heeft verklaard dat zij niet aan het verzoek van klager kan voldoen, omdat hij niet meer bij haar staat ingeschreven als patiënt en zij dus niet meer over het medisch dossier van klager beschikt. Het college oordeelt hierover als volgt. Het klopt dat de huisarts een bewaarplicht heeft voor medische dossiers van patiënten. Deze plicht beslaat een termijn van twintig jaar en gaat in vanaf het moment dat de laatste wijziging in het medisch dossier is aangebracht. Deze bewaarplicht geldt echter alleen voor patiënten van de huisarts. Klager was sinds 2017 uitgeschreven uit de praktijk en dus geen patiënt meer. Het medisch dossier is destijds overgedragen aan de nieuwe huisarts van klager. Als een medisch dossier wordt overgedragen, wordt de bewaarplicht van het dossier mee overgedragen. De nieuwe arts bewaart het volledige dossier gedurende de wettelijke bewaartermijn. Op de huisarts rustte vanwege de overdracht van het dossier geen bewaarplicht meer. De huisarts heeft derhalve terecht en op juiste gronden verklaard dat zij niet aan het verzoek van klager kan voldoen omdat zij het medisch dossier niet meer heeft. De klacht is in alle onderdelen ongegrond. 

A2023/5767

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM

Beslissing in raadkamer van 16 januari 2024 op de klacht van:

A,
wonende te B, klager,

tegen

C,
huisarts, werkzaam te B,
verweerster, hierna ook: de huisarts,
gemachtigde: mr. A.W. Hielkema, werkzaam te Utrecht.

1. De zaak in het kort
1.1   Klager verwijt de huisarts dat zij niet op zijn verzoek om afschrift van het medisch dossier 
heeft gereageerd. De huisarts heeft verklaard dat zij niet aan het verzoek van klager kan voldoen, 
omdat hij niet meer bij haar staat ingeschreven als patiënt en zij dus niet meer over het medisch 
dossier van klager beschikt.

1.2   Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent 
dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht 
niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing is 
gekomen.

2. De procedure
2.1  Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
-  het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 20 juni 2023;
-  het aanvullende klaagschrift met de bijlagen;
-  het verweerschrift met de bijlagen.

2.2   De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het 
college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.

2.3   Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak 
beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.

3. Wat is er gebeurd?
3.1   Klager stond van 1 augustus 2011 tot 18 april 2017 ingeschreven in de praktijk van de 
huisarts. De huisarts heeft deze praktijk eind 2016/begin 2017 overgenomen.

3.2   Bij brief van 13 januari 2023 heeft klager de huisarts schriftelijk verzocht om onverwijld 
zijn medisch dossier per aangetekende post naar zijn huisadres te sturen, met op elke pagina een 
stempel van de praktijk, dagtekening en handtekening. Ditzelfde verzoek heeft hij tot en met half 
juni 2023 nog dertien keer ingediend bij de huisarts.

3.3   Op 16 januari 2023 heeft de huisarts klager een brief gestuurd met daarin het bericht dat de 
praktijk niet meer beschikt over het opgevraagde medische dossier van klager, omdat klager in april 
2017 is uitgeschreven en het medisch dossier is overgedragen aan de nieuwe huisarts van klager. De 
huisarts heeft verder niet gereageerd op de (herhaalde) verzoeken van klager.

4. De klacht en de reactie van de huisarts
4.1  Klager verwijt de huisarts dat zij:
a) zijn medisch dossier niet twintig jaar lang bewaart of heeft bewaard;
b) naar aanleiding van zijn verzoek om het medisch dossier niet binnen een maand een (getekend en 
gestempeld) afschrift heeft gezonden naar het adres van klager.

4.2  De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

4.3  Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.1   De vraag is of de huisarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden. De norm 
daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts. Bij de beoordeling wordt rekening 
gehouden met de voor de huisarts geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

5.2  Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Het medisch dossier
5.3   De klachtonderdelen worden gezamenlijk behandeld. Klager verwijt de huisarts dat zij zijn 
medisch dossier niet twintig jaar of langer heeft bewaard en dat zij niet binnen een maand aan zijn 
verzoek om een afschrift van het medisch dossier heeft voldaan.

5.4   Het college oordeelt hierover als volgt. Het klopt dat de huisarts een bewaarplicht heeft 
voor medische dossiers van patiënten. Deze plicht beslaat een termijn van twintig jaar en gaat in vanaf het moment dat de laatste wijziging in het medisch dossier is aangebracht. Deze bewaarplicht geldt echter alleen voor patiënten van de huisarts. Klager was sinds 18 april 2017 uitgeschreven uit de praktijk en dus geen patiënt meer. Het medisch dossier is destijds overgedragen aan de nieuwe huisarts van klager. Als een medisch dossier wordt overgedragen, wordt 
de bewaarplicht van het dossier mee overgedragen. De nieuwe arts bewaart het volledige dossier 
gedurende de wettelijke bewaartermijn. Op de huisarts rustte vanwege de overdracht van het dossier 
geen bewaarplicht meer. De huisarts heeft derhalve terecht en op juiste gronden verklaard dat zij 
niet aan het verzoek van klager kan voldoen omdat zij het medisch dossier niet meer heeft. De 
klacht is in alle onderdelen ongegrond.

Slotsom
5.5  Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht kennelijk ongegrond zijn.

6. De beslissing
De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 16 januari 2024 door J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, S. Colsen, 
lid-jurist, J.C. van der Molen, A. Wewerinke, G.J. Dogterom, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door T.C. Brand, secretaris.