Zoekresultaten 1-20 van de 495 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-290/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een langlopende echtscheidingszaak ongegrond. Niet gebleken van onnodig grievende of evident ongefundeerde beschuldigingen. Dat verweerster bepaalde standpunten – die klager als kwetsend ervaart – herhaalt, maakt ze niet onnodig grievend. Het is niet aan klager om verweerster te beknotten in wat zij namens de vrouw aanvoert. Verweerster heeft in een exploot een toevoeging laten opnemen die niet in het dictum van het betreffende vonnis stond. Dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:169 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-338/AL/NN

    Voorzitterbeslissing. De voorzitter verklaart diverse klachten over een advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-744/DH/DH

    Raadbeslissing. Verweerder heeft in strijd met de in de mediation afgesproken geheimhouding gehandeld door bij een processtuk producties op te nemen met daarin uitlatingen van zijn cliënte over de mediation. Verweerder heeft de betreffende producties onvoldoende gecontroleerd en lichtvaardig ingediend. Hij heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en klagers vertrouwen dat alles uit de mediation geheim zou blijven geschaad. De raad ziet in de bijzondere omstandigheden van dit geval aanleiding te volstaan met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:103 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-313/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Dat verweerder misbruik heeft gemaakt van procesrecht en heeft geweigerd om te zoeken naar een redelijke oplossing is niet gebleken. Ook het verwijt dat dat verweerder gegevens heeft vervalst en bewust valse documenten heeft ingeleverd bij de rechtbank en andere instanties, mist feitelijke grondslag. Voor de juistheid van het verwijt dat verweerder klaagsters leven en financiële situatie heeft ondermijnd heeft de voorzitter in de overgelegde stukken geen enkel aanknopingspunt gevonden. IN alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-883/DH/DH

    Raadsbeslissing. Verweerder is in zijn bijstand aan klager op meerdere momenten onvoldoende voortvarend geweest. Zo heeft het starten van een kort geding bijna een jaar gekost, terwijl klager meermaals heeft aangegeven dat het financieel zo niet verder kon. Ook heeft verweerder, nadat betekening van het vonnis niet was geslaagd, het vonnis niet direct opnieuw laten betekenen. Verweerder heeft daarbij ook op meerder momenten onvoldoende met klager gecommuniceerd. Zo heeft hij klager onder meer niet laten weten dat de betekening niet geslaagd was. Hij heeft klager ook niet geïnformeerd over de beslissing om toch geen bodemprocedure te starten. Er is sprake van schending van de kernwaarde deskundigheid. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-239/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor de belangen van klaagster uit het oog heeft verloren. De voorzitter begrijpt dat klaagster teleurgesteld is in de verklaringen van de getuigen en in de conclusie van verweerder dat er geen redelijke kans is om de aansprakelijkheid voor de klachten en schade van klaagster erkend te krijgen, maar dat betekent niet dat verweerder ten aanzien van het voorlopig getuigenverhoor steken heeft laten vallen. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-252/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van klachtenfunctionaris. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerster bij de behandeling van de klacht van klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de overgelegde beslissing van verweerster blijkt dat verweerster alle onderdelen van de klacht van klager heeft behandeld en per klachtonderdeel uitvoerig uiteen heeft gezet hoe zij tot haar beslissing komt. Het tijdstip waarop de beslissing door verweerster aan klager is gemaild, zegt niets over de zorgvuldigheid waarmee verweerster de klacht heeft beoordeeld. Geen aanleiding om te twijfelen aan de objectiviteit en onafhankelijkheid van verweerster in haar rol van klachtenfunctionaris. Klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-246/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht grotendeels kennelijk niet-ontvankelijk omdat verweerster in de periode waarover de klacht gaat geen advocaat was. Klacht over het betrekken van haar patroon bij de tuchtklacht is kennelijk ongegrond; dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en wordt zelfs aangemoedigd gelet op de begeleiding van een patroon aan een advocaat-stagiair.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-392/AL/NN

    Toewijzing 60ab verzoek. Voldoende termen aanwezig om verzoek van de deken toe te wijzen. Onmiddellijke schorsing in de uitoefening van de praktijk. Termijn van zes weken voor de deken om dekenbezwaar in te dienen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:122 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-261/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Ne bis in idem. Nieuwe klacht is in de kern gebaseerd op hetzelfde feitencomplex als de eerdere klacht waar verweerder in hoger beroep al een berisping voor opgelegd heeft gekregen. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-247/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan op grond van het klachtdossier niet vaststellen dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verder kan de voorzitter uit de overgelegde stukken niet afleiden dat verweerder klaagster voor een leugenaar heeft uitgemaakt ten aanzien van haar afkomst en dat verweerder klaagster in zijn processtukken heeft neergezet als iemand met een laag IQ. Verweerder verwoordt tijdens een zitting en in zijn processtukken de standpunten van zijn cliënten en niet zijn persoonlijke opvattingen. De omstandigheid dat klaagster deze standpunten als beledigend, kleinerend en discriminerend ervaart, betekent niet dat de door verweerder verwoorde standpunten ook onnodig kwetsend zijn of op een andere wijze als onbetamelijk kunnen worden gekwalificeerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en de voorzitter heeft ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:123 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-397/DH/A/W

    Wrakingsbeslissing. Verzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-257/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bijzonder curator. Geen aanknopingspunten dat verweerster het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden. De rechtbank heeft verweerster bedankt voor haar vele en goede inspanningen als bijzonder curator. Er is geen reden voor de tuchtrechter om anders te concluderen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:168 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-001/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:106 Raad van Discipline Amsterdam 24-939/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Door klaagster niet tussentijds te informeren over de kosten, heeft verweerster niet aan haar informatieplicht richting klaagster voldaan. Dit valt haar tuchtrechtelijk te verwijten. De raad houdt bij de oplegging van de maatregel rekening met het schoon tuchtrechtelijk verleden van verweerster en het inzicht dat zij ter zitting heeft getoond in haar handelen. De raad acht de oplegging van een maatregel in de vorm van een waarschuwing daarom passend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:112 Hof van Discipline 's Gravenhage 240365

    Beklag artikel 13. Met de deken is het hof van oordeel dat klager ook in de beklagprocedure niet heeft onderbouwd dat de procedure die hij wil starten tegen de verzekeraar kans van slagen heeft. Daarvoor zou hoe dan ook nodig zijn dat de vaststellingsovereenkomst wordt vernietigd. Klager heeft niet onderbouwd waarom bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst sprake zou zijn geweest van door hem gestelde dwaling of misbruik van recht. De verklaringen over zijn (huidige) medische situatie zijn daarvoor onvoldoende.Het standpunt van de deken dat klager zich niet voldoende heeft ingespannen om zelf een advocaat te vinden omdat klager vier e-mails van advocaten heeft toegezonden die hem niet willen bijstaan, volgt het hof niet. Hierbij is van belang de “informatie aanwijzing ex art 13 advocatenwet” van de orde van Advocaten Gelderland waarin als vereiste voor een verzoek om aanwijzing van een advocaat -onder andere- is opgenomen: “U moet aantonen dat u zich voldoende en passend hebt ingespannen om zelf een advocaat te vinden en dat u desondanks niet of niet tijdig een advocaat hebt kunnen vinden die u vrijwillig wil bijstaan. U kunt dit aantonen door schriftelijk opgave te doen van namen van een relevant aantal (op het betreffende rechtsgebied deskundige) advocaten die u zonder succes hebt verzocht uw zaak te behartigen vergezeld van hun reacties met de reden van afwijzing.”Met de afwijzingen van een viertal advocaten, waarvan twee gemotiveerd te kennen hebben gegeven dat zij klager niet willen bijstaan omdat zij van mening zijn dat de procedure die klager wil voeren kansloos is, heeft klager voldaan aan de door de deken gestelde voorwaarde van het indienen van een relevant aantal afwijzingen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:107 Raad van Discipline Amsterdam 25-076/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. De raad concludeert dat verweerder veel tijd en moeite in de zaak van klaagster heeft gestoken. Daarbij heeft verweerder ook een resultaat in de zin van een redelijke regeling weten te bereiken. Dat dit alles veel tijd in beslag heeft genomen is duidelijk. Mogelijk had verweerder op sommige momenten duidelijker met klaagster kunnen communiceren door aan haar bijvoorbeeld meer vastomlijnde keuzes voor te leggen, maar de raad is alles bij elkaar genomen niet van oordeel dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De klacht wordt in alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:113 Hof van Discipline 's Gravenhage 240319

    De klacht betreft het handelen of nalaten van verweerder als partner (‘kantooroudste’) van het advocatenkantoor tijdens afwezigheid en/of ziekte van een advocaat in dienstbetrekking bij het kantoor. Klager stelt dat verweerder verzuimd heeft om tijdig een memorie van antwoord in incidenteel appel in te dienen bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, dat verweerder in een andere zaak een jaar heeft gewacht met het uitbrengen van een advies en dat verweerder in een derde zaak verzuimd heeft een pro-forma verzoekschrift aan te brengen bij het Gerecht van de Europese Unie. De Raad van Discipline in het ressort Den Haag (hierna: de raad) heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof is van oordeel dat de raad op goede gronden de juiste beslissing heeft genomen en zal deze bekrachtigen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:108 Raad van Discipline Amsterdam 24-926/A/A

    Ongegrond verzet.