Zoekresultaten 41851-41900 van de 44975 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1085 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 15-2010

    Aan een advocaat van de wederpartij komt een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0617 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 H 178c

    Klager verwijt de neuroloog dat zonder de toestemming van klager een tracheostoma is geplaatst bij zijn meerderjarig kind, terwijl er geen sprake was van een levensbedreigende situatie. De neuroloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1092 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H63-2010

    De gedragsregels 17 en 18 zijn van oudsher bedoeld als gedragsregels die gelden voor het verkeer tussen advocaten onderling en zijn niet normgevend voor het gedrag van een advocaat jegens iemand die geen advocaat is. Er is geen grond deze regels analogisch toe te passen ten faveure van andere rechtshulpverleners, aangezien die, wat er zij van “fatsoen”, zelf niet aan die regels gebonden zijn. verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1100 Raad van Discipline Amsterdam 09-271U

    Uit de werkzaamheden die verweerder voor klager heeft verricht, blijkt niet van een onvoldoende belangenbehartiging danwel onvoldoende aandacht voor de zaak. Het door verweerder zoekraken van door klager aan verweerder verstrekte originele foto's ten behoeve van het dossier is tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klager. Dit onderdeel van de klacht oordeelt de raad gegrond, maar houdt er ook rekening mee dat verweerder de ernst van de hem verweten gedraging inziet. Aan verweerder wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1086 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 56- 2010

    Het verbod van gedragsregel 7 lid 4 vindt geen analoge toepassing ingeval van optreden van een advocaat die de verdediging voert voor een bestaande cliënt, wanneer die verdediging met zich mee zou brengen dat een voormalig cliënt als kroongetuige aan een scherp kruisverhoor zou worden onderworpen en in die zin sprake zou zijn van tegenstrijdigheid van belangen. Een advocaat dient grote terughoudendheid te betrachten bij het doen van publieke uitlatingen aan het adres van een oud cliënt van zijn kantoor. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij er nauwlettend op toeziet dat een interne notitie, die uiterst vertrouwelijke informatie bevat, niet naar buiten wordt gebracht. Door dit na te laten schendt hij niet alleen het vertrouwen van die cliënt maar verzaakt hij ook zijn geheimhoudingsplicht. Een termijn van 5 maanden voor de overdracht van een dossier is niet betamelijk. Klacht (deels) gegrond Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing van 2 weken

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0611 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/374T

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0618 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 H 178d

    Klager verwijt de neuroloog onder meer dat zonder de toestemming van klager is besloten tot overplaatsing van zijn meerderjarige kind naar een ander ziekenhuis. De neuroloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1093 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H29-2010

    Feiten waarop de klacht is gebaseerd zijn niet komen vast te staan. verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1101 Raad van Discipline Amsterdam 10-067U

    Klacht tegen verweerder betrekking hebbend op de kwaliteit van de geleverde dienstverlening. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag is niet gebleken. De raad acht het aannemelijk dat met het oog op de spoed die het kort geding met zich bracht in plaats van de gebruikelijke voorschotnota in overleg met klaagster is besloten in plaats daarvan de pandakte te ondertekenen. Niet is komen vast te staan dat zulks onder druk is geschied. Het zonder medeweten van klaagster (i) aanvragen van een toevoeging, terwijl afstand van gefinancierde rechtsbijstand is overeengekomen; en (ii) het intrekken van die toevoeging op goede gronden, is verweerder tuchtrechtelijk niet te verwijten. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1087 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 264-2010

    Niet gebleken dat verweerder heeft aangedrongen op betaling met ‘zwart’ geld. Bovendien is slechts sprake van betaling in ‘zwart geld’ indien de ontvanger daarover geen belastingen en/of premis afdraagt. Ook hiervan is niet gebleken. klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0707 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 H 178e

    Klager verwijt de neuroloog dat zonder de toestemming van klager is besloten om bij complicaties van patiënte niet meer te reanimeren en de afdeling IC er niet meer bij te betrekken. De neuroloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht af en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn overige klachtonderdelen voor zover die na sluiting van het vooronderzoek is geformuleerd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0612 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/344T

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1094 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H62-2010

    Een advocaat behoort zijn cliënt op de hoogte te stellen van wetswijzigingen. Dit geldt, gelet op de aandacht die een advocaat voor de gefinancierde rechtshulp dient te hebben, zeker als het gaat om een wetswijziging die gevolgen kan hebben voor de mogelijkheid tot het verkrijgen van een toevoeging. klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1102 Raad van Discipline Amsterdam 10-062U

    Verzetzaak waarbij klager zich beklaagt over het optreden van de advocaat tegenpartij. Bij de beoordeling van klachten over het optreden van een advocaat van een tegenpartij behoort ervan te worden uitgegaan, dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënten te behartigen op de wijze, die hem - in overleg met zijn cliënten - passend voorkomt. Niet is komen vast te staan dat verweerder door het namens zijn cliënt nemen van executiemaatregelen de grenzen van voornoemde vrijheid heeft overschreden. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1088 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M102-2010

    Het belang van waarborging van een behoorlijke uitoefening van de praktijk door een advocaat dient te prevaleren boven het belang van die advocaat die wegens zijn gezondheidstoestand niet in staat tot een (behoorlijke) praktijkuitoefening en er geen uitzicht is op een (spoedig) herstel. Verzoek ex art 60b toegewezen; schorsing voor onbepaalde tijd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0626 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 096a

    Klaagster verwijt de internist dat hij niet voorafgaand aan de uitvoering van een gastroduodenoscopie een cardioloog heeft geraadpleegd met betrekking tot de beslissing om de antistollingsmedicatie te staken. De internist heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0613 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/293T

    Klaagster verweet de tandarts dat hij in de periode dat hij haar heeft behandeld verrichtingen heeft gedeclareerd die niet zijn gedaan. De tandarts heeft dit ter zitting erkend. Hij heeft aangevoerd dat hij de klacht onderling wilde oplossen maar dat hij daartoe niet in de gelegenheid is gesteld vanwege een conflict met zijn voormalig compagnon. Het college stelde voorop dat een tandarts zelfstandig verantwoordelijk is voor een correcte afhandeling van declaraties met betrekking tot de behandeling die is verricht. Het college heeft de tandarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1097 Raad van Discipline Amsterdam 10-229Alk

    Oplegging voorwaardelijke schorsing na dekenbezwaar wegens structurele problemen met de financiële bedrijfsvoering alsmede het niet schriftelijk vastleggen van verkregen toestemming om derdengelden met declaraties te verrekenen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1095 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 20-2010

    Geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd, die aannemelijk maken dat de klacht niet eerder dan 4 jaar en 8 maanden, nadat bekendheid met de aan de advocaat verweten gedragingen bestond, kon worden ingediend. Geen sprake van een redelijke termijn waarbinnen de klacht is ingediend. klacht niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1103 Raad van Discipline Amsterdam 10-016U

    Klager verwijt verweerder ontoelaatbaar te hebben gedreigd met gerechtelijke stappen. De gebezigde bewoordingen overschrijden de grenzen die door de norm van art. 46 Advocaten wet worden gesteld, niet. Er gaat geen zodanige dreiging vanuit dat sprake is van tuchtrechtelijk ontoelaatbare toonzetting. Klager heeft geen belang bij de klacht dat verweerder abusievelijk twee erfgenamen heeft verwisseld. Verweerder heeft, door ervoor te kiezen op een aantal verzoeken van klager niet te reageren, gehandeld binnen de vrijheid die een advocaat heeft om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem en de cliënt goeddunkt. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1089 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H23-2010

    Bijstaan in rechte ter zake de handelwijze van een cliënt staat niet gelijk aan medeverantwoordelijkheid voor die handelwijze. verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0614 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 O 063

    Klaagster verwijt de psychotherapeut dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en die diagnose tijdens de behandeling nooit heeft medegedeeld en dat hij zich zeer onprofessioneel heeft gedragen door verbale agressie en een bedreigende houding, waardoor hij klaagster angst heeft berokkend. De psychotherapeut heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klachten. Het College acht de klacht op meerdere onderdelen gegrond en beveelt ten aanzien van de psychotherapeut de doorhaling van de inschrijving in het register.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1083 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 94-2009

    Niet waarschuwen voor de termijn voor verval van instantie is niet verwijtbaar nu de akte tot verval van instantie dateert van 21 maanden nadat verweerder zich uit de zaak had teruggetrokken; de nazorg die een advocaat moet betrachten nadat hij zich uit een zaak heeft teruggetrokken, strekt zich niet zo lange tijd uit. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1098 Raad van Discipline Amsterdam 08-038A

    Verzet ongegrond na kennelijk niet ontvankelijk verklaarde klacht wegens tijdverloop tussen de bemoeiingen van verweerster ten behoeve van haar cliënte midden jaren negentig en indiening van onderhavige klacht.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0615 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 H 178a

    Klager verwijt de huisarts, dat zij niet binnen 15 minuten na het telefonische verzoek een visite heeft afgelegd en dus geen urgentie aan de melding heeft gegeven, dan wel onvoldoende snel heeft gereageerd. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1090 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M13-2010

    Essentie Het bestaan van wederzijds vertrouwen tussen een advocaat en een cliënt is essentieel voor een behoorlijke beroepsuitoefening. In het geval de cliënt, de opdracht tot het verrichten van werkzaamheden door de advocaat beëindigt, is het alleszins redelijk dat de advocaat zich op het standpunt stelt dat de door hem verrichte werkzaamheden betaald moeten worden. De tuchtrechter waakt slechts tegen excessief declareren. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1084 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 34-2010

    Essentie Gedragsregel 15 lid 2 slechts van toepassing nádat om uitspraak is gevraagd. Telefonisch mededeling aan een rechter van een administratieve omissie, waarvan nadien ook nog schriftelijke mededeling is gedaan, brengt geen overtreding van gedragsregel 15 lid 1 met zich mee. In het geheel niet reageren op een verzoek om uitleg is niet behoorlijk. Gelet op de verstoorde verhouding tussenbeide advocaten en gelet op de geringe ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, gegrond verklaring zonder oplegging van maatregel passend Klacht (deels) gegrond; geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1099 Raad van Discipline Amsterdam 10-072A

    Verzet ongegrond na kennelijk niet ontvankelijk verklaarde klacht wegens het feit dat de klacht ziet op handelen dan wel nalaten van de advocaat van klager in een periode waarin verweerder niet langer voor klager optrad.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0606 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09234a

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar echtgenoot drie verschillende bloedverdunnende medicijnen heeft toegediend en dat hij aan haar geen informatie heeft verstrekt over de behandeling, de mogelijke gevolgen en eventuele alternatieven. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat het medicatiebeleid zeer zorgvuldig en naar de regelen der kunst is geweest. Vast staat dat het beleid met patiënt en klaagster is besproken. Het risico op een bloeding zoals zich korte tijd later heeft voorgedaan, is zodanig minimaal dat het niet nodig en gebruikelijk is de patiënt over dit risico te informeren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0607 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09234b

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar echtgenoot drie verschillende bloedverdunnende medicijnen heeft toegediend en dat hij aan haar geen informatie heeft verstrekt over de behandeling, de mogelijke gevolgen en eventuele alternatieven. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat het medicatiebeleid zeer zorgvuldig en naar de regelen der kunst is geweest. Vast staat dat het beleid met patiënt en klaagster is besproken. Het risico op een bloeding zoals zich korte tijd later heeft voorgedaan, is zodanig minimaal dat het niet nodig en gebruikelijk is de patiënt over dit risico te informeren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0608 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09234c

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar echtgenoot drie verschillende bloedverdunnende medicijnen heeft toegediend en dat hij aan haar geen informatie heeft verstrekt over de behandeling, de mogelijke gevolgen en eventuele alternatieven. Verweerder stelt dat hij geen enkele bemoeiing met de behandeling heeft gehad, zodat klaagster niet-ontvankelijk is. Voor het college is komen vast te staan dat verweerder inderdaad geen enkele bemoeiing met de zaak heeft gehad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0529 Kamer van toezicht Amsterdam 446718/NT09-55 B

    Onderzoeksplicht notaris. Notaris hoefde niet meer dan de gebruikelijke zorg te verlenen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0603 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 041/2009

    Klacht tegen neuroloog. Bij patiënte is in 2001 de diagnose epilepsie gesteld. Zij is hiervoor bij verweerder onder behandeling. In 2004 wordt zij onder de douche onwel. Verweerder is van oordeel dat dit geen epileptisch insult is. In 2005 heeft verweerder een verklaring geschreven voor het CBR voor het nemen van rijlessen. In mei 2007 is begonnen met afbouw van de medicatie. Patiënte komt in juni 2007 om bij een auto ongeluk. Klagers verwijten verweerder onder meer het bagatelliseren van de klacht, het nemen van oongeloorloofde riscico's met de toestemming het rijbewijs te mogen halen en het niet geven van een rijverbod na het voorstel de medicatie af te bouwen. Het college is van oordeel dat verweerder ten onrechte niet heeft onderkend dat er in 2004 in ieder geval sprake was van een bewustzijnstoornis en hij heeft op dat punt niet gehandeld conform paragraaf 7.3 van de regeling van het CBR "Eisen aan de medische rijgeschiktheid". Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0604 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 137/2008

    Klager verwijt verweerder, bedrijfsarts, dat hij tekortgeschoten is in de zorg die van hem mocht worden verwacht door onder meer zijn superviserende taken onvoldoende uit te voeren. Verweerder was belast met superviserende taken en klachtafhandeling, en had de eindverantwoording voor het waarborgen van kwaliteit en deskundige verzuimbegeleiding. Het college acht de klacht gegrond maar ziet af van het opleggen van een maatregel omdat verweerder in zekere zin het slachtoffer was van de werkdruk die hij ervoer bij zijn organisatie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0605 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 144/2008

    Verweerder was basisarts en onder supervisie werkzaam als bedrijfsarts. De klacht houdt onder meer in dat verweerder klager een ondeugdelijk advies heeft gegeven en geen informatie heeft gegeven over een onafhankelijk deskundigenoordeel bij het UWV. De klacht wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1234 Raad van Discipline Amsterdam 10-129Arn

    Klager heeft verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter van de raad, waarin werd overwogen dat verweerder tuchtrechtelijk geen verwijt kan worden gemaakt van zijn handelen als lid van de raad van discipline. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0601 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 267/2009

    Betrekkelijk zeldzame schouder fractuur na trauma, geen traumatische bursitis zoals aanvankelijk gediagnosticeerd. Na paar weken werd atrofie van de musculus infraspinatus vastgesteld. Er bleek sprake van dislocatie van de tuberculum majus. Gelet op bij anamnese vertelde trauma, tegen deur gelopen, de zeldzaamheid van de uiteindelijke diagnose, welke eigenlijk alleen door een val op ene gestrekte arm kan plaatsvinden, heeft verweerder van een traumatische bursitis mogen uitgaan en daarvoor behandeling, middels een kenacort injectie mogen inzetten. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0602 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 216/2009

    Klacht tegen verpleegkundige in thuiszorgsituatie betreffende ophoging zuurstoftoediening. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1079 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 2 - 2010

    De grenzen van de vrijheid als advocaat van de wederpartij overschreden door, onder verwijzing naar bijlagen waaruit de juistheid van de beschuldiging niet blijkt, de wederpartij te beschuldigen van incest en van het toebrengen van een geslachtsziekte. Grenzen niet overschreden door te stellen dat de wederpartij een lastercampagne tegen haar cliënt voert en niet gebleken dat zij hof van leugenachtige informatie heeft willen voorzien. Klacht gedeeltelijk gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0610 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09171

    Klager klaagt over het niet behandelen van haar (inmiddels overleden) echtgenoot volgens de professionele standaard. Het college is van oordeel dat verweerder bij de gepresenteerde klachten volgens de hematurie-richtlijn een urinecytologie en cystoscopie had moeten laten verrichten. Verweer had, toen hij afweek van deze richtlijn beter moeten motiveren en registreren. Door zowel de onderzoeken niet te laten verrichten als onvoldoende te documenteren waarom van de richtlijn afgeweken wordt, kan verweerder een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De klacht wordt daarom gegrond verklaard en verweerder krijgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1080 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 10 - 2010

    Verzet gegrond omdat de voorzitter in de voorzittersbeslissing niet alle door klagers naar voren gebrachte klachten heeft besproken. Grenzen van de aan de advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Verzet gegrond; klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1081 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 102 - 2009

    Ondanks diverse rechterlijke uitspraken en een berisping door de raad van discipline herhaling van ernstige en onterechte beschuldigingen aan het adres van klaagster. Voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken passend en geboden omdat verweerder volhardt in zijn onbetamelijke gedrag Klacht gegrond; voorwaardelijke schorsing 2 weken

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1082 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch R 181 - 2008

    Binnen proeftijd schuldig maken aan een in artikel 46 bedoelde gedraging en niet naleven van bijzondere voorwaarden gesteld aan het gedeeltelijk voorwaardelijke karakter van de opgelegde maatregel van schorsing. Ambtshalve tenuitvoerlegging voorw. schorsing ex art 48e adv wet

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0527 Kamer van toezicht Breda Kl 1/2010

    In de voorliggende kwestie staat ter beantwoording de vraag of de notaris door gevolg te geven aan het verzoek van [naam] tot haar herinschrijving als directrice van [naam] in het handelsregister, de in artikel 98, lid 1 van de Wet op het notarisambt neergelegde tuchtnorm heeft geschonden. Vastgesteld moet worden dat de notaris zonder meer is uitgegaan van de juistheid van het door [naam] aan haar herinschrijvingsverzoek ten grondslag gelegde veronderstelling, dat haar uitschrijving tegelijkertijd en abusievelijk met de uitschrijving van [naam] als directrice op grond van de levering van de door deze gehouden aandelen aan [naam], had plaatsgevonden. Alvorens aan het verzoek gevolg te geven, had het echter -zeker nu dit verzoek slechts steunde op een aanname van [naam]- op de weg van de notaris gelegen om onderzoek te doen naar de reden of oorzaak van het niet langer ingeschreven zijn van [naam] als directrice. De notaris zou daarbij toen reeds tot de gevolgtrekking moeten zijn gekomen, dat de uitschrijving van [naam] al op 4 juni 2008 had plaatsgevonden op initiatief van klager, dan wel [naam], welke gevolgtrekking hij echter eerst achteraf, na indiening van de klacht, heeft gemaakt

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1077 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 87 - 2009

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door niet naar behoren mee te werken aan het dekenonderzoek en door de deken te misleiden. Dekenbezwaar gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0528 Kamer van toezicht Breda Kl 21/2009

    Kern van de klacht betreft de vraag of de oud-notaris, toen in zijn hoedanigheid van (waarnemend) kandidaat-notaris, zijn medewerking aan de kwestieuze koopoptie heeft mogen verlenen, zonder onderzoek te doen naar de omstandigheden waaronder deze tot stand was gekomen, alsmede naar de wilsbekwaamheid van [naam]. De door klaagster aangevoerde omstandigheden kunnen echter naar het oordeel van de kamer niet leiden tot de conclusie, dat een dergelijk onderzoek door de oud-notaris zonder meer in de rede lag. Gesteld noch gebleken is en bovendien door de oud-notaris gemotiveerd betwist, dat er voor hem ten tijde van het opmaken van de akte en het passeren daarvan enige concrete aanwijzing bestond die noopte tot een onderzoek. Hetgeen klaagsters daaromtrent en met name ten aanzien van de emotionele en geestelijke gesteldheid van [naam] hebben aangevoerd, is niet dan wel onvoldoende aannemelijk geworden. Klaagsters hebben geen medische verklaringen of stukken ter onderbouwing daarvan overgelegd. Evenmin hoefde de overeengekomen lage koopsom voor de oud-notaris aanleiding te zijn voor een onderzoek als door klaagster gesteld. Die koopsom hoefde bij de notaris geen argwaan te wekken ten aanzien van de zuiverheid van de motieven van de koopoptie. De notaris heeft onweersproken aangevoerd, dat er sprake was van een bijzondere, innige, relatie tussen [naam] en zijn huurders, op grond waarvan niet valt uit te sluiten, dat hij hen met die koopoptie wenste te bevoordelen. [naam] stond dit ook vrij, nu sprake was van een zogeheten art. 1167 BW-boedel. Bovendien was, naar de eigen stelling van klaagsters, sprake van een tussen hen en [naam] bekoelde relatie. Daarnaast is, eveneens uit de eigen stellingen van klaagsters, naar voren is gekomen, dat ten aanzien van het pand sprake was van fors achterstallig onderhoud, door klaagsters begroot op € 80.000. Verder is in de akte een indexering van de koopsom opgenomen. Het feit dat de vordering van de optiegerechtigden tot nakoming van de koopoptie door de voorzieningenrechter op grond van de door klaagsters aangevoerde omstandigheden, waaronder de lage koopsom, is afgewezen, doet aan dit alles niet af. In de eerste plaats heeft die beoordeling plaatsgevonden 10 jaar na dato, hetgeen tot andere beschouwingen kan leiden, dan op het moment van het handelen van de oud-notaris, terwijl die omstandigheden in die procedure alleen ter beoordeling hebben gestaan in het licht van de rechtsverhouding tussen [naam] en de optiegerechtigden. Daarbij stond niet ter beoordeling de rol die de oud-notaris daarbij heeft gehad.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0609 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09215

    Klagers klagen over het feit dat zij onvoldoende informatie hebben gekregen van verweerder over het optreden van cognitieve achteruitgang na profylactische schedelbestraling en dat de dosering van de gehanteerde bestraling te hoog zou zijn. Het college is van oordeel dat verweerder klagers niet heeft hoeven informeren over eerdergenoemde cognitieve achteruitgang, nu het optreden hiervan niet als bijwerking van de radiotherapie kan worden gezien. Daarnaast heeft verweerder gehandeld volgens de geldende richtlijn qua stralingsdosering en kan hem dus geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1078 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 7 - 2010

    Vertrouwen in de advocatuur geschaad door feitelijk mee te werken aan het onttrekken van de minderjarige zoon van klaagster aan het ouderlijk gezag van klaagster en door klaagster, die een eigen advocaat had, rechtstreeks te benaderen. Overige onderdelen van de klacht niet komen vast te staan. Klacht gedeeltelijk gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0598 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/230

    Klacht tegen uroloog. Behandeling van stress incontinentie dmv applicatie van peri urethraal bulkmateriaal. Verwijt betreft informatieverschaffing, de behandeling en het niet zelf uitvoeren van de ingreep door de arts. Naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege rustte gelet op het extra protocollaire en experimentele karakter van de behandeling op de arts een verzwaarde informatieplicht en is daaraan door de arts niet voldaan. Arts is daardoor niet alleen ernstig tekortgeschoten in zijn zorgvuldigheidsplicht jegens klaagster maar is ook ernstig in gebreke gebleven wat betreft zijn positie als onderzoeker en opleider. In zoverre is de klacht gegrond. Voor het overige wordt de klacht verworpen. Volgt maatregel van berisping. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van de arts tegen gegrond verklaring van eerste klachtonderdeel en de hem daarvoor opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0600 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09181a

    Klagers verwijten verweerder onder andere het niet verstrekken van/inzage geven in de ruwe testgegevens van het psychodiagnostisch onderzoek van de zoon van klagers, het niet overhandigen van het psychodiagnostisch verslag aan de zoon en het ontbreken van een diagnosestelling. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder aan had moeten geven dat geen kopieën konden worden verstrekt, maar inzage onder zijn begeleiding wel mogelijk was. Als er al sprake is van een huishoudelijk reglement inhoudende dat geen inzage van ruwe testgegevens wordt gegeven, dan ontslaat dat verweerder niet van de verplichting te handelen als wettelijk voorgeschreven. Het eerste klachtonderdeel is gegrond. Overig ongegrond. Waarschuwing.