ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1511 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2011/28
ECLI: | ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1511 |
---|---|
Datum uitspraak: | 15-11-2011 |
Datum publicatie: | 15-11-2011 |
Zaaknummer(s): | G2011/28 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: |
|
Inhoudsindicatie: | - |
Rep.nr. G2011/28
15 november 2011
def. 126
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE GRONINGEN
Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 januari 2011
binnengekomen klacht van:
A,
wonende te B,
klaagster,
tegen
C,
wonende te D,
SEH-arts,
BIG reg.nr: ,
verweerster,
advocaat: mr. T.A.M. van den Ende.
1. Verloop van de procedure
Het College heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift van 6 januari 2011, ingekomen op 7 januari 2011;
- het aanvullend klaagschrift van 4 april, ingekomen op 6 april 2011;
- het verweerschrift van 9 mei 2011, ingekomen op 9 mei 2011.
In het kader van het vooronderzoek zijn partijen in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Klaagster heeft te kennen gegeven hiervan geen gebruik te willen maken.
De klacht is behandeld ter openbare zitting van 4 oktober 2011. Klaagster is verschenen vergezeld door haar dochter. Verweerster is verschenen samen met haar advocaat.
2. Vaststaande feiten
Voor de beoordeling van de klacht gaat het College uit van de volgende feiten,
die tussen partijen als niet of onvoldoende betwist vaststaan.
2.1
De moeder van klaagster (hierna ook wel te noemen: patiënte) is op 22 oktober 2010 om 09.00 uur binnengebracht op de Spoedeisende Hulp (SEH), nadat zij is doorverwezen door haar huisarts.
2.2.
Patiënte is doorverwezen naar de SEH wegens COPD exacerbatie (verergerde vorm van Chronic Obstructive Pulmonary Disease = chronische ziekte van de luchtwegen).
2.3
In de verwijsbrief van de huisarts wordt geen melding gemaakt van een eventuele geneesmiddelenallergie.
2.4
Verweerster heeft patiënte Augmentin (penicillineantibioticum) voorgeschreven.
2.5
Omstreeks 11.30 uur is patiënte opgenomen op de afdeling longziekten. Aldaar is haar rond 12.00 uur door een verpleegkundige Augmentin toegediend.
2.6
Omstreeks 15.00 uur is patiënte is verband met een ontstane totale respiratoire insufficiëntie opgenomen op de Intensive Care afdeling (hierna mede te noemen: IC-afdeling). Patiënte is op 27 oktober 2010 omstreeks 17.00 uur overleden.
2.7
Klaagster was bij de opname van haar moeder in het ziekenhuis en daarna aanwezig.
3. De klacht
De klacht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
3.1
Klaagster verwijt verweerster dat haar moeder is overleden als gevolg van het toedienen van onjuiste medicatie.
3.2
Volgens klaagster heeft verweerster nagelaten om te vragen naar eventuele allergieën en desondanks penicilline toegediend.
3.3
Klaagster stelt dat verweerster geen uitleg/verklaring heeft gegeven voor de plotseling verslechterde toestand van haar moeder, terwijl uit het dossier blijkt dat ze op de IC –afdeling werd opgenomen met de diagnose “mogelijke penicilline allergie”.
4. Het verweer
4.1
Verweerster kan zich feitelijk niet herinneren of zij heeft gevraagd of patiënte allergisch was voor bepaalde geneesmiddelen. Zij kan uitsluitend aangeven dat zij overeenkomstig de SEH standaard vraagt naar allergieën. Ook het verpleegkundig personeel vraagt altijd naar allergieën alvorens er medicatie wordt toegediend aan patiënten. Gezien haar werkwijze en ervaring gaat verweerster ervan uit dat zij in de onderhavige zaak heeft vastgesteld of er sprake was van een allergie. Verweerster heeft in de SEH-status geen documentatie kunnen terugvinden over een mogelijke allergie.
4.2
De registratie van allergieën was ten tijde van de behandeling van patiënte ingewikkeld. Indien er sprake was van een allergie was het gebruikelijk deze op te nemen onder het kopje ‘dieet’. Als er echter geen sprake was van een allergie, werd dit niet ingevuld omdat de registratie daarvan technisch moeizaam was. Inmiddels is de registratie van allergieën vereenvoudigd. Nu wordt op de SEH geregistreerd door middel van een ‘ja’ (vinkje) (met uitgebreide toelichting) of een ‘nee’ (kruisje). Verweerster benadrukt dat zij zich nu - nog meer dan voorheen - bewust is van het documenteren van de aan- dan wel afwezigheid van een mogelijke allergie.
4.3
Verweerster meent, afgaand op haar collega’s die betrokken waren bij de behandeling van patiënte, dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de klinische achteruitgang van patiënte (mede) veroorzaakt is door een ernstige dan wel allergische reactie op de Augmentin. Aanwijzingen die deze constatering ondersteunen zijn de onbekendheid van de huisarts met de aangegeven allergie, de niet gedocumenteerde reactie op de Flemoxin (penicillineantibioticum) in 1995 en het ontbreken van een ziekenhuisopname als gevolg daarvan.
4.4
Daarnaast had patiënte ’s nachts reeds tweemaal een dosis dexamethason als behandeling voor haar COPD-exacerbatie gekregen. Dit is een medicijn dat ook wordt gegeven als middel tegen een ernstige allergische reactie. Indien patiënte daadwerkelijk allergisch was voor Flemoxin, had zij aldus grotendeels de behandeling voor een eventuele allergische reactie (toevalligerwijs) al gehad voordat het antibioticum werd toegediend. En tot slot is tijdens de opname van patiënte door geen van de behandelende artsen melding gemaakt van een allergische reactie. Patiënte is opgenomen op de IC met de diagnose respiratoire insufficiëntie (stoornis van de gaswisseling in de long) op basis van exacerbatie COPD.
4.5
Klaagster brengt verder naar voren dat verweerster geen verklaring heeft gegeven voor de plotseling verslechterde toestand van patiënte. Verweerster is niet betrokken geweest bij de behandeling van patiënte tijdens haar verblijf op de afdeling longziekten of haar verblijf op de Intensive Care. Voor zover verweerster betrokken was bij de behandeling van patiënte, kan zij aangeven dat deze reeds in slechte toestand op de SEH binnenkwam. Patiënte werd binnengebracht met een zuurstofsaturatie (opname van zuurstof in het lichaam) van 84%. Patiënte was reeds bekend wegens ernstig (onderliggend) longlijden, COPD Gold III. Patiënte is op de gebruikelijke wijze behandeld en is om 10.44 uur intern overgeplaatst naar de afdeling longziekten (B1). Van de plotselinge verslechtering was verweerster als SEH-arts in het geheel niet op de hoogte en derhalve kan zij hier ook geen verklaring voor geven.
5. Beoordeling van de klacht
5.1
De aanvullende klacht die klaagster ter zitting kenbaar heeft maakt, zal door het College buiten beschouwing worden gelaten omdat de behandeling daarvan in strijd is met de beginselen van een goede procesorde. Het betreffende klachtonderdeel is dan ook niet-ontvankelijk.
5.2
Het College acht het naar aanleiding van de stukken en het verhandelde ter zitting aannemelijk dat verweerster heeft nagelaten om te vragen naar eventuele allergieën. Er wordt redelijkerwijs vanuit gegaan dat klaagster bij een dergelijke vraag wel zou hebben medegedeeld dat haar moeder allergisch was voor penicilline. Klaagster heeft immers later op diezelfde dag bij een vraag naar allergieën op de afdeling longziekten ook medegedeeld dat haar moeder allergisch was. Het is daarom onwaarschijnlijk dat zij dit bij een eerdere vraag op de SEH niet zou hebben gemeld. Daarbij komt ook nog dat verweerster niet heeft gedocumenteerd of zij al dan niet heeft geïnformeerd naar allergieën. Het College oordeelt dat verweerster aldus in strijd heeft gehandeld met de zorg die zij in de hoedanigheid van arts hoort te betrachten. Op grond van het hiervoor overwogene acht het College dit deel van de klacht gegrond.
5.3
Hoewel het oorzakelijk verband tussen het tuchtrechtelijk verwijtbare handelen en het overlijden van de moeder van klaagster niet van belang is voor de onderhavige beslissing, acht het College het niet aannemelijk dat de moeder van klaagster is overleden door de toediening van penicilline. Het College merkt daarbij op dat is vastgesteld dat verweerster het antibioticum niet heeft toegediend. Uit het medisch dossier blijkt dat patiënte om 12.00 uur een gift Augmentin heeft gekregen, terwijl de toestand van patiënte rond 15.00 uur is verslechterd. Bij een ernstige penicillineallergie hadden er reeds binnen een uur al allergiesymptomen dienen op te treden (huiduitslag, een snelle bloeddruk of een hartritme met een frequentie van meer dan 100 slagen per minuut). In het medisch dossier is evenmin aantekening gemaakt van symptomen die wijzen op een anafylactische shock (het in shock raken van het lichaam door verwijding van de bloedvaten).
5.4
Het feit dat verweerster aan klaagster geen uitleg heeft gegeven over de plotseling verslechterde toestand van haar moeder kan haar niet worden verweten, omdat zij op het moment dat deze verslechtering intrad niet langer behandelaar van patiënte was. Patiënte was toen niet meer aanwezig op de SEH. Dit deel van de klacht dient derhalve ongegrond te worden verklaard.
6. Slotsom
Nu de klacht deels doel treft, zou in beginsel een tuchtrechtelijke maatregel op zijn plaats zijn. Volstaan zou moeten worden met de lichtste maatregel, een waarschuwing. Verweerster heeft het College ter zitting er echter van overtuigd dat zij tot voortschrijdend inzicht is gekomen met betrekking tot haar handelen en dat zij haar professionele handelen thans beter bewaakt. Het College weegt dit in het voordeel van verweerster. Uit een en ander volgt dat zij zich toetsbaar heeft opgesteld. Het College zal daarom volstaan met een gegrondverklaring van de klacht zonder oplegging van een maatregel.
7. Beslissing
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen:
Verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het aanvullende klachtonderdeel;
Verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond, doch ziet af van het opleggen van een maatregel;
Verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Aldus gegeven door:
mw. mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter,
prof. mr. L. Timmerman, lid-jurist,
dr. C. Halma, lid-geneeskundige,
drs. H. Donkers, lid-geneeskundige,
mw. drs. E.M. ter Braak, lid-geneeskundige,
bijgestaan door mw. mr. F.E. Mobach-Visser, secretaris.
en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2011 door de voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.
De secretaris: De voorzitter: