Zoekresultaten 25301-25350 van de 44633 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:193 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 906.2014

    Een van de twee klachtonderdelen is gegrond. Het ligt op de weg van de gerechtsdeurwaarder om een debiteur tijdig in kennis te stellen indien een aangezegde beslaglegging geen doorgang kan vinden. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij heeft nagelaten om aan klager mede te delen dat de reeds aangezegde beslaglegging geen doorgang zou vinden. De Kamer heeft de gerechtsdeurwaarder een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:283 Raad van Discipline Amsterdam 15-091A 15-092A 15-093A

    Klacht tegen eigen advocaat ongegrond en tegen haar kantoorgenoten (deels) niet-ontvankelijk. Het is klaagster voldoende duidelijk geworden dat de kosten, bovenop het door haar rechtsbijstandsverzekeraar beschikbaar gestelde kostenmaximum, voor eigen rekening zouden zijn. Het stond verweerster vrij zich te onttrekken na een gerezen verschil van mening. Klaagster is – daardoor – niet van pleidooi afgehouden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:194 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 235.2015

    De gerechtsdeurwaarder heeft de herberekening van het openstaande bedrag niet met klager gecommuniceerd op het moment dat die herberekening werd uitgevoerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in eerste instantie niet aan klager medegedeeld waarom die herberekening heeft plaatsgevonden. Nu de gerechtsdeurwaarder alsnog de door klager gevraagde duidelijkheid omtrent de herberekening van het openstaande bedrag heeft verschaft en hij heeft aangeboden de in rekening gebrachte kosten voor eigen rekening te nemen, volstaat de Kamer met de constatering dat de klacht gegrond is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:370 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.023

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich vanwege de aanhoudende oorpijn en een loopoor van zijn zoontje tot de huisartsenpraktijk gewend, waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klager verwijt verweerster een onjuiste behandeling en/of geen adequate/tijdige doorverwijzing naar een kno-arts, waardoor een delay is ontstaan in de behandeling. Later wordt op de SEH een facialisparese op basis van een cholesteatoom vastgesteld, waarvoor klagers zoontje wordt geopereerd. Voorts verwijt klager de huisarts het niet verlenen van medewerking om tot een oplossing te komen in het door klager aangespannen civielrechtelijke geding. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:284 Raad van Discipline Amsterdam 15-090A

    15-090A: Klacht tegen advocaat wederpartij in beide onderdelen ongegrond. De door verweerder overgelegde correspondentie kwalificeert niet als confraternele correspondentie. Verweerder heeft aldus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de brief in het geding te brengen. Verweerder heeft zich overigens voldoende welwillend opgesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:195 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 851.2014

    In zaken als de onderhavige dient de vraag beantwoord te worden of het tuchtrechtelijk laakbaar is als de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet aan de curator heeft betekend. Hierbij dient als uitgangspunt dat de gerechtsdeurwaarder zich er niet van hoeft te vergewissen of de juiste persoon wordt gedagvaard wanneer er geen aanwijzingen zijn dat dit niet het geval is. Wel is het vaste rechtspraak van de Kamer dat controle op adresgegevens dient plaats te vinden alvorens tot dagvaarding wordt overgegaan, maar als er geen indicatie is dat van onder curatelestelling sprake is bestaat er vooralsnog geen verplichting om tevens het openbare Centraal Curatele- en bewindregister te raadplegen. Het is de Kamer in deze zaak overigens gebleken dat de koppeling tussen het Centraal Curatele- en bewindregister en de Gemeentelijke Basisadministratie niet altijd sluitend is. Wanneer het gaat om onderbewindstelling vindt registratie eerst vanaf 1 januari 2014 plaats en verder geldt geen verplichte registratie voor alle bewinden. Het register is dus niet volledig. Dat betekent dat zelfs bij raadpleging van het register voor de gerechtsdeurwaarder mogelijk niet steeds kenbaar is dat een curator of bewindvoerder als formele procespartij moet worden gedagvaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:371 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.024

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich vanwege de aanhoudende oorpijn en een loopoor van zijn zoontje tot de huisartsenpraktijk gewend, waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klager verwijt verweerster een onjuiste behandeling en/of geen adequate/tijdige doorverwijzing naar een kno-arts, waardoor een delay is ontstaan in de behandeling. Later wordt op de SEH een facialisparese op basis van een cholesteatoom vastgesteld, waarvoor klagers zoontje wordt geopereerd. Voorts verwijt klager de huisarts het niet verlenen van medewerking om tot een oplossing te komen in het door klager aangespannen civielrechtelijke geding. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99a/14

    Klager verwijt verweerder terecht dat hij gemaakte afspraken heeft geschonden. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerder om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten In dit geval heeft verweerder zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerder Door in de mede namens hem geschreven brief op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden, heeft verweerder klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Klager is door toedoen van verweerder ernstig in zijn belangen geschaad. Gezien de reeds eerder aan verweerder opgelegde disciplinaire maatregelen acht de raad een voorwaardelijke schorsing een passende maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:263 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 89 - 2015

    niet onbegrijpelijk dat verweerder meende dat het vermogen van klaagster boven de toegestane heffingstoets lag, maar het had op de weg van verweerder gelegen om, zeker gelet op de bijzondere omstandigheid dat klaagster niet over haar vermogen kon beschikken, deze zaak ter toetsing aan de Raad voor Rechtsbijstand voor te leggen. Verweerder heeft klaagster de mogelijkheid om voor een toevoeging in aanmerking te komen ontnomen. Klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:257 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 78 - 2015

    Ook indien de aard en de omvang bij aanvang van de zaak niet direct vast staan dient de advocaat hetgeen omtrent de opdracht en zijn honorering is afgesproken vast te leggen. Niet gebleken dat de advocaat had moeten begrijpen dat haar cliënte tijdens de zitting psychisch niet in staat was om de getroffen regeling te begrijpen. Klacht gedeeltelijk gegrond; enkel waarschuwing

  • ECLI:NL:TNORARL:2014:55 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2013/72

    De Kamer is niet gebleken van enige aanwijzing dat de notaris niet onafhankelijk en onpartijdig zou zijn geweest. Aan de verwijten van klaagster lijkt een onjuist beeld van de rol en de taak van de notaris bij het opstellen en passeren van testamenten ten grondslag te liggen. Een notaris legt in een testament de laatste wil van een testateur vast. Het is niet zijn taak om de door de testateur aangeleverde informatie op waarheid te onderzoeken. Evenmin is het zijn taak om de belangen te behartigen van de in het testament vermelde personen. Een notaris dient slechts de wensen van de testateur in een juridisch juiste vorm in een testament te verwoorden. Het is dus niet aan hem om de inhoud ervan te beoordelen. Slechts wanneer de inhoud van een testament zou ingaan tegen de goede zeden of de openbare orde kan de notaris weigeren daaraan zijn medewerking te verlenen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99b/14

    Naar het oordeel van de raad klaagt klager terecht over het feit dat verweerder zich niet aan de afspraken heeft gehouden die gemaakt waren over de betaling van de te maken kosten van de rechtsbijstand aan klager. Deze afspraken zijn door verweerder steeds nauwkeuriger en tot in detail vast gelegd vastgelegd in meerdere brieven. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien dergelijke prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerder om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten. In dit geval heeft verweerder zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerder. Door de stellingname van verweerder (en zijn collega’s) dat klager de facturen voor de werkzaamheden voor zover deze het kostenmaximum te boven gingen, wel degelijk diende te voldoen, heeft hij een onterechte inbreuk gemaakt op de duidelijk omschreven afspraken. Door in diverse brieven op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden, heeft verweerder klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Een voorwaardelijke schorsing is een gepaste maatregel gezien de leidende positie van verweerder in deze kwestie en de schade die klager heeft geleden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:264 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 318 - 2014

    Ook in verzet is niet gebleken dat de afwijzing van de vordering door de rechtbank wegens onvoldoende onderbouwing aan verweerder is te wijten. Hoger beroep afgeraden tenzij klager in hoger beroep schade wel onweersprekelijk zou kunnen aantonen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:258 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 27 - 2015

    Het schriftelijk en zonder voorbehoud onjuist informeren van een cliënt omtrent de mogelijkheid om een rechtsmiddel in te stellen is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het incasseren van een bedrag waarop verweerder geen recht had is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dat verweerder geen contact kreeg met cliënt doet hier niet aan af nu hij had moeten volstaan met een verwijzing naar de opvolgend advocaat of de cliënt zelf. Klacht gegrond; enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2014:56 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL//2013/73

    Ten aanzien van het verwijt van klaagster dat de notaris de erfdelen uit de nalatenschap van moeder heeft uitgekeerd zonder dat zij daarvoor toestemming had gegeven, overweegt de Kamer als volgt. Vooropgesteld zij dat de boedelnotaris in opdracht van de executeur heeft gehandeld. De executeur had de bevoegdheid om de erfdelen uit de nalatenschap van moeder uit te keren. Hoewel de notaris in opdracht handelde, is hij niet onverhoeds te werk gegaan. Hij heeft de door klaagster gestelde verduistering door broer Jan uitgebreid onderzocht. Ondanks dat hij klaagster meerdere malen heeft uitgenodigd om haar stellingen inzake de verduistering te onderbouwen, bleven de bewijzen daarvan uit. De notaris is derhalve niet gebleken dat er gronden waren voor de verdenking van verduistering. Er bestond tussen klaagster en haar beide broers geen discussie over de opeisbaarheid en de hoogte van de vorderingen. Ondanks de aankondigingen van de notaris dat hij zou overgaan tot uitkering van de erfdelen, heeft klaagster geen kort gedingprocedure aangespannen om dit te voorkomen. De Kamer acht het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris onder deze omstandigheden is overgegaan tot uitkering van de erfdelen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99c/14

    Klager klaagt terecht over het feit dat verweerster zich niet aan de afspraken heeft gehouden die gemaakt waren over de betaling van de door haar te maken kosten voor haar rechtsbijstand aan klager. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien dergelijke prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerster om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten. In dit geval heeft verweerster zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerster. Door de stellingname van verweerster (en haar collega’s) dat klager de facturen voor de werkzaamheden voor zover deze het afgesproken bedrag te boven gingen, diende te voldoen, heeft zij een onterechte inbreuk gemaakt op die duidelijk omschreven afspraken. Niet voor niets zijn er drie brieven geschreven waarin die afspraken steeds nauwkeuriger en tot in detail zijn vast gelegd. Door op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden heeft verweerster klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerster gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. De positie van verweerster op haar (toenmalige) kantoor in aanmerking nemende is de maatregel van een berisping op zijn plaats.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:265 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 99 - 2015

    De aard en de omvang van letselschadezaken brengt in zijn algemeenheid met zich mee dat met de behandeling daarvan een lange tijd gemoeid is. De periodes tussen de door de advocaat verzonden brieven en e-mails was, zeker gelet op de omstandigheid dat deze in afwachting was van een reactie van zijn cliënt, niet dusdanig lang dat de advocaat daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:259 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 92 - 2015

    Het nalaten om een cliënt voorafgaand aan de ondertekening van een echtscheidingsconvenant schriftelijk te informeren over de financiële gevolgen die aan de ondertekening van dat convenant zijn verbonden, is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond; enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:260 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 84 en L 85 -2015

    Voor zover verweerders van oordeel waren dat het horen van de door klager vermelde getuigen niet nodig dan wel niet in het belang van de zaak van klager was, had het op de weg van verweerders gelegen dit gemotiveerd aan klager voor te houden en om misverstand hierover te voorkomen dit schriftelijk te bevestigen. Dit geldt temeer nu klager een andere mening had dan verweerders over welke getuigen gehoord moesten worden en er bovendien sprake was van een taalbarrière tussen klager en verweerders. Overigens niet gebleken dat verweerders zijn tekortgeschoten, noch dat klager is er van is weerhouden om een rechtsmiddel in te stellen. Klacht gedeeltelijk gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:261 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 88 - 2015

    Advocaat heeft, zich ten onrechte op het standpunt stellende dat zij haar client nimmer heeft bijgestaan, ten onrechte de afweging zoals omschreven in gedragsregel 7 lid 5 niet gemaakt, wat haar tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. De raad rekent een advocaat het zonder nadere concrete onderbouwing uiten van ernstige beschuldigingen zwaar aan. Klacht gegrond; berisping

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:201 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 953.2014

    Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij e-mails met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn beantwoordt. Nu beantwoording van twee e-mails is uitgebleven, is dit gedeelte van de klacht terecht voorgesteld. Hierbij wordt mede in overweging genomen dat de gerechtsdeurwaarder de ten onrechte ingehouden gelden eerder had kunnen terugstorten, indien hij wel op de e-mails van klaagster had gereageerd. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:262 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-481/DB/L

    Het is de taak van de voorzieningenrecht om een verzoek tot het leggen van conservatoir beslag te toetsen aan de daartoe wettelijke vereisten. De rolrechter beslist of al dan niet in strijd met het rolreglement is gehandeld. Terzake komt de tuchtrechter geen bevoegheid toe.Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:256 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 60 - 2015

    Een in de opdrachtbevestiging opgenomen algemene clausule ten aanzien van de verrekeningsbevoegdheid van de advocaat voldoet niet aan hetgeen ingevolge het bepaalde in artikel 6 lid 6 Vafi om tot verrekening te mogen overgaan is vereist. Advocaat heeft nog wel expliciet toestemming gevraagd maar is ten onrechte is uitgegaan van een ondubbelzinnige instemming met de verrekening van haar kosten. Klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:304 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150043

    Tussenbeslissing. Verzoek klager aan deken op voet van artikel 13 Advocatenwet om een advocaat aan te wijzen om aansprakelijkheidsprocedures te voeren. Deken heeft verzoek afgewezen omdat twee advocaten hebben aangegeven dat de zaken geen redelijke kans van slagen zouden hebben en omdat onvoldoende is aangetoond dat geen advocaat bereid is zijn diensten te verlenen. Het hof heeft in de stukken evenwel geen grond gevonden voor dit standpunt. Verzoek deken om zijn standpunt nader te onderbouwen, bij voorkeur aan de hand van een (oriënterend) advies van een aan te wijzen advocaat.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-010a

    Klacht echtpaar tegen arts, anios bij acute psychiatrische dienst over diens rol bij binnentreding woning en uithuisplaatsing baby kennelijk ongegrond. Signalen van familie en artsen wegens zorgen over psychische gesteldheid klaagster in kraamperiode. Weigering klager arts toe te laten in woning voor gesprek. Afwijzing klager van afspraak op bureau acute dienst. Melding arts bij Raad voor de Kinderbescherming op advies van AMK. Verzoek RvdK tot voorlopige ondertoezichtstelling toegewezen. Arts heeft adequaat gehandeld. Klager had zelf verhinderd een minder ingrijpende oplossing te vinden. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/047

    Klacht van zorgverzekeraar tegen verweerder, een psychiater/psychotherapeut wegens indiening valse declaraties en niet meewerken aan fraudeonderzoek. De zorgverzekeraar acht dit in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Zorgverzekeraar vraagt om doorhaling van verweerder van de inschrijving in het BIG-register. Schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:305 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7490

    Wrakingverzoek voorzitter afgewezen. Omstandigheid dat voorziter over enkele klachten van verzoeker tegen de griffier en een griffiemedewerkster een beslissing heeft genomen, brengt geen vooringenomenheid van de voorzitter met zich mee. Hetzelfde geldt voor omstandigheid dat voorzitter in reactie op het wrakingsverzoek een volgens verzoek bestaande mogelijkheid voor verdere rechtsbescherming niet heeft genoemd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-088

    Zoontje van klaagster verblijft in pleeggezin. Huisarts van pleeggezin is ook huisarts van zoontje. Ondanks aandringen van klaagster en verwijzing naar wettelijke regeling weigert huisarts klaagster informatie te geven over haar zoontje, omdat zij geen ouderlijk gezag meer heeft. Artikel 1:377c Burgerlijk Wetboek geeft de ouder zonder ouderlijk gezag recht op bepaalde informatie, die de arts moest geven. Klacht gegrond. Berisping, mede vanwege recente waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/308

    Klacht van zorgverzekeraar tegen verweerder, een psychiater/psychotherapeut wegens indiening valse declaraties over de periode 2008-2011 en niet meewerken aan fraudeonderzoek. De zorgverzekeraar acht dit in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Zorgverzekeraar vraagt om doorhaling van verweerder van de inschrijving in het BIG-register. Schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:306 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7381

    Wraking tegen (plaatsvervangend) voorzitter toegewezen. De bij verzoeker bestaande vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid van de voorzitter schade zou kunnen lijden is objectief gerechtvaardigd. Voorzitter heeft het wrakingsverzoek genegeerd, waarbij de wrakingskamer niet heeft kunnen vaststellen dat de gronden van de wraking zijn onderzocht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 075/2015

    Klacht tegen huisarts gegrond: waarschuwing. Verweerster had niet de uitslag van de foto moeten afwachten, maar zelf lichamelijk onderzoek moeten doen en naar de voet moeten kijken en op grond van het klinische beeld het verdere beleid moeten bepalen. Dit is te meer van belang aangezien klaagster voor de derde maal de praktijk bezocht met deze aandoening en een risicopatiënt is in verband met diabetes. Om redenen aan het algemeen belang ontleend gelast het tuchtcollege publicatie van de uitspraak.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/395 herstelbeslissing

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Verder is hij tekortgeschoten in de informatie-uitwisseling met de huisartsen/medisch specialisten en uitkeringsinstanties. Verweerder heeft volgens de IGZ aldus in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg en niet gehandeld in overeenstemming met de voor hem geldende beroeps- en gedragscodes. Verweerder ontkent iedere betrokkenheid en voert aan dat - voor zover er sprake is van fraude – hij daar zelf ook het slachtoffer van is. Gegrond, doorhaling met een voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:307 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150032

    Geen hoger beroep mogelijk tegen de beslissing van de raad van discipline tot ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen de beslissing van de voorzitter van die raad waarbij de klacht als kennelijk ongegrond is afgewezen (artikel 46h lid 7 Advocatenwet).

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-279

    Klacht tegen psychiater wegens beëindiging behandelrelatie; niet-aanpassen behandelplan; late mededeling diagnose en schending privacy van klaagster. Klachten deels gegrond deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/394 herstelbeslissing

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Tevens is verweerder volgens de IGZ ernstig tekortgeschoten in de dossiervoering en informatie-uitwisseling met huisartsen, specialisten en uitkeringsinstanties. Door zo te handelen heeft verweerder in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg, aldus de IGZ. Gegrond, doorhaling met een voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-301

    Klacht tegen gz-psycholoog wegens beëindiging behandelrelatie; handelwijze na beëindiging; niet-aanpassen van het behandelplan; late mededeling diagnose en schending privacy van klaagster. Klachten deels gegrond deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2015/01

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog werkzaam in een instelling waar klager verblijft. Klager verwijt verweerster diverse zaken, veelal op beleidsmatig en procedureel terrein. Klacht is gemotiveerd betwist. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:302 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7501

    Toezenden van concept echtscheidingsconvenat aan de wederpartij zonder eerst de goedkeuring van klager te vragen levert geen tuchtrechtelijke verwijtbaarheid op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/394

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Tevens is verweerder volgens de IGZ ernstig tekortgeschoten in de dossiervoering en informatie-uitwisseling met huisartsen, specialisten en uitkeringsinstanties. Door zo te handelen heeft verweerder in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg, aldus de IGZ. Gegrond, doorhaling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:303 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150011

    Dekenbezwaar dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaarheid heeft gehandeld doordat hij talrijke keren vergeefs is aangeschreven om de jaarstukken 2013 en financiële bescheiden over jaar 2014 aan te reiken, en zorgen over solvabiliteit en liquiditeit. Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft de deken belemmerd in zijn toezichthoudende taak. Eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen en ernst van de situatie rechtvaardigen schrapping als maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/395

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Verder is hij tekortgeschoten in de informatie-uitwisseling met de huisartsen/medisch specialisten en uitkeringsinstanties. Verweerder heeft volgens de IGZ aldus in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg en niet gehandeld in overeenstemming met de voor hem geldende beroeps- en gedragscodes. Verweerder ontkent iedere betrokkenheid en voert aan dat - voor zover er sprake is van fraude – hij daar zelf ook het slachtoffer van is. Gegrond, doorhaling.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:151 Accountantskamer Zwolle 15/1400 Wtra AK

    Nba-klacht over kantoorkwaliteit. Vast wordt gesteld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing na een herhaalde onvoldoende in 2010 opnieuw tekortschiet. Die constatering, gevoegd bij het niet voldoen aan de PE-verplichtingen, leidt tot de maatregel van doorhaling, onder bepaling van de termijn van niet-inschrijving op 18 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:150 Accountantskamer Zwolle 15/551 Wtra AK

    Klacht van voormalig aandeelhouder/bestuurder van moedervennootschap over de verwerking van de aan dochtervennootschap toekomende beheervergoeding en de ter zake getroffen voorziening in de jaarrekening van die dochtervennootschap. Na overdracht van die vordering, verdween die vordering en die voorziening echter uit de boeken bij de dochtervennootschap, wat echter geen vrijval van een voorziening ofwel resultaatboeking oplevert, zodat het klachtonderdeel ongegrond is. Evenmin is grond voor het klachtonderdeel dat sprake is geweest van onrechtmatig afzien van beheervergoeding, omdat dochtervennootschap niet gebonden is aan de overeenkomst van verkoop van aandelen in de moedervennootschap, in welk verband is afgesproken dat niet van de oorspronkelijke managementovereenkomst zou worden afgeweken. Het klachtonderdeel dat betrokkene had moeten onderkennen dat gelden frauduleus werden weggesluisd, is onvoldoende onderbouwd. Tot slot ontbeert het klachtonderdeel dat betrokkene in de verviervoudiging van toezichtkosten een aanwijzing voor fraude had moeten zien. Volgt ongegrondverklaring van de klacht in alle onderdelen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:359 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.089

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een valse geneeskundige verklaring heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:353 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.064

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij klager niet heeft gesproken voordat zij een geneeskundige verklaring ten behoeve van de inbewaringstelling van klager heeft uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:360 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.090

    Klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat hij een valse geneeskundige verklaring heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:354 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.066

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld in het kader van een procedure tot het aanvragen van een rechterlijke machtiging. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:361 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.091

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij een vals verslag heeft gemaakt van een second opinion. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:355 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.067

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door als geneesheer-directeur een geneeskundige verklaring afgegeven door een andere psychiater mede te ondertekenen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:362 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.092

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij tijdens een rechtszitting onjuiste informatie heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.