Zoekresultaten 1801-1850 van de 1979 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:203 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6892

    Gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager is strafrechtelijk vervolgd voor (samengevat) het maken en bezit van kinderporno. De gz-psycholoog heeft hem pro justitia psychologisch onderzocht. Klager vindt dat het onderzoek niet goed is uitgevoerd en dat de conclusies en diagnoses die hij heeft gesteld onvoldoende steun vinden in de resultaten van het onderzoek. Het college overweegt dat alle onderdelen van de klacht gegrond zijn. Het rapport geeft onvoldoende inzicht in de manier waarop en de omstandigheden waaronder het onderzoek is uitgevoerd. Gedeeltelijk is bij het uitvoeren van het onderzoek niet conform de richtlijnen gehandeld, zonder dat dit is gemeld en beargumenteerd. Als gevolg daarvan wordt ook geen verantwoording afgelegd over of en in hoeverre die factoren van invloed zijn op de onderzoeksresultaten. De gestelde diagnoses konden in redelijkheid niet worden gesteld, deels als gevolg van het voorgaande maar deels ook los daarvan. Deze punten wegen voor het college extra zwaar omdat een deskundigenrapportage grote consequenties kan hebben voor een persoon die onderzocht wordt. De grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening zijn ruim overschreden. Gelet op het grote aantal tekortkomingen, de zeer beperkte reflectie en de eerdere berisping acht het college het noodzakelijk dat het de gz-psycholoog niet meer is toegestaan om deskundigenrapportages op te stellen. Klacht is gegrond verklaard, een gedeeltelijke bevoegdheidsontzegging wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5415

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5409

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:109 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/732086 / DW RK 23/113MdV/RH

    De gerechtsdeurwaarder heeft bedragen uit het ene dossier verrekend met bedragen uit een ander dossier. Dit is niet toegestaan. De kamer overweegt dat het een gerechtsdeurwaarder is toegestaan in een individueel dossier, of dossiers van dezelfde (schuld-)eiser bedragen te verrekenen. Verrekening van het ene dossier met een ander dossier, met verschillende eisers, is echter niet toegestaan. Dat de gerechtsdeurwaarder hiervoor heeft gekozen gelet op de slechte communicatie met klager en de vrees van de gerechtsdeurwaarder achter het net te vissen voor wat betreft de betaling aan haar, levert geen rechtvaardiging op voor deze ongeoorloofde gang van zaken. Maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7136

    Deels gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog was de behandelaar en regiebehandelaar van klaagster. De behandeling is adequaat uitgevoerd, wel was het beter geweest als er meer aandacht was geweest voor monitoring en evaluatie. Dit levert geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op. Ook ten aanzien van de eindfase acht het college de klachten ongegrond. Naar het oordeel van het college is de gz-psycholoog op redelijke gronden tot het standpunt gekomen dat de behandeling in de eindfase terecht was gekomen en dat het niet zinvol was om deze nog lang voort te zetten. Wel heeft de gz-psycholoog haar beroepsgeheim geschonden door contact op te nemen met de huisarts van klaagster terwijl het onduidelijk was of klaagster haar toestemming hiervoor nu wel of niet had ingetrokken. Zolang dit onduidelijk was, stond het de gz-psycholoog niet vrij om contact op te nemen met de huisarts. Van een te weinig lerende, evaluerende en reflecterende opstelling is het college niet gebleken. Ook heeft het college geen gebreken in het medisch dossier aangetroffen die zouden leiden tot een tuchtrechtelijk verwijt. De klacht is deels gegrond. Gelet op de complexe zaak, de toetsbare opstelling van de gz-psycholoog en het feit dat de klacht voor het grootste gedeelte ongegrond is verklaard, wordt er geen maatregel opgelegd. Klacht deels gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:162 Raad van Discipline Amsterdam 24-255/A/A

    Klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat. Hoewel de klacht buiten de vervaltermijn van drie jaar is ingediend, is deze gedeeltelijk ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 2 Advocatenwet. Klager heeft toereikend toegelicht dat hij weliswaar vanaf het vonnis van 7 mei 2018 bekend was met de toegewezen boeterente, maar dat hij niet wist dat verweerder door geen verweer hiertegen te voeren klager onnodig heeft blootgesteld aan het risico dat de vorderingen van de verhuurder in reconventie onbetwist zouden worden toegewezen en derhalve met de (mogelijke) gevolgen van verweerders nalaten. Pas door voorlichting door zijn huidige advocaat is klager bekend geraakt met de gevolgen van het nalaten van verweerder. Daarna heeft klager alsnog binnen een jaar - en daarmee tijdig - een klacht over verweerder ingediend. Voor zover de klacht ontvankelijk is, is deze bovendien gegrond. Verweerder is ernstig tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klager door hem de kans te hebben ontnomen om de schade te beperken door te verzuimen verweer te voeren tegen de door de verhuurder gevorderde boeterente en/of door na te laten te adviseren tegen het vonnis van 7 mei 2018 hoger beroep in te stellen. Wanneer klager verweerder via een aansprakelijkstelling op zijn gedrag aanspreekt, verzuimt verweerder vervolgens hierover helder, adequaat en coöperatief met klager te communiceren. Deze omstandigheden rechtvaardigen het opleggen van een ingrijpende maatregel. Daarbij weegt de raad naast de omstandigheden van deze klachtzaak ook het zeer uitgebreide tuchtrechtelijke verleden van verweerder mee. De maatregel van schorsing voor de duur van twaalf (12) weken, waarvan zes (6) weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee (2) jaar is passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:163 Raad van Discipline Amsterdam 24-391/A/A

    Klacht over de werkzaamheden van verweerder als waarnemer. De klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk in verband met het ne bis in idem beginsel. klaagster heeft eerder al een klacht over verweerders waarneming ingediend, die bij beslissing van 26 september 2022, ECLI:NL:TADRAMS:2022:192 gegrond is verklaard en waarbij aan verweerder een berisping is opgelegd. Deze beslissing is onherroepelijk geworden. Klaagster kan niet een tweede maal klagen over hetzelfde feitencomplex. Voor het overige is de klacht ongegrond. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerder in de vorige klachtprocedure leugenachtige verklaringen heeft afgelegd tegenover de raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6933

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij zich tijdens het intakegesprek onbeleefd heeft gedragen. Het college kan dit niet vaststellen De verklaringen van klager en de gz-psycholoog over hoe het gesprek is gegaan zijn verschillend en het tuchtcollege kan niet bepalen welke versie de juiste is. In de stukken zijn geen aanwijzingen te vinden die één van beide versies ondersteunen. Daarbij komt dat een uitspraak of een gedraging heel anders bij iemand kan aankomen dan hij is bedoeld. Omdat onbekend is wat er tussen partijen is besproken, kan ook niet worden vastgesteld dat de verslaglegging van de GZ-psycholoog aan de huisarts onjuist is. Verder verwijt klager de gz-psycholoog dat zij hem niet in behandeling heeft willen nemen. De conclusie van de gz-psycholoog dat de instelling waar zij werkzaam is niet passend was voor klager kan het college goed volgen. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:164 Raad van Discipline Amsterdam 24-509/A/A

    Ongegronde klacht over kwaliteit van dienstverlening eigen advocaat. De werkzaamheden die verweerder voor klaagster heeft verricht in de drie zaken voldeden op alle vlakken aan de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6828

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk in de klacht voor zover de klacht ziet op aspecten die zien op een eerder ingediende klacht, omdat hier al op is beslist (ne bis in idem). De klacht van klaagster gaat erover dat de gz-psycholoog geen onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde diagnoses. Er is volgens het college geen sprake van een wisseling in diagnose gedurende de behandeling. Dat de gz-psycholoog getwijfeld heeft en meerdere diagnoses heeft gesteld is niet ongebruikelijk en niet onzorgvuldig. Uit het dossier volgt verder dat de diagnoses, en de gedachten van de gz-psycholoog hierover, meerdere malen met klaagster zijn besproken. Dat de gz-psycholoog in zijn verslaglegging van de gesprekken met klaagster onvolledig of ongenuanceerd zou zijn kan het college niet vaststellen. Klaagster is deels niet-ontvankelijk en de klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5327

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7214

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychotherapeut. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk in de klacht voor zover de klacht ziet op aspecten die zien op een eerder ingediende klacht, omdat hier al op is beslist (ne bis in idem). De klacht van klaagster gaat erover dat de psychotherapeut geen onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde diagnoses. Er is volgens het college geen sprake van een wisseling in diagnose gedurende de behandeling. Dat de psychotherapeut getwijfeld heeft en meerdere diagnoses heeft gesteld is niet ongebruikelijk en niet onzorgvuldig. Uit het dossier volgt verder dat de diagnoses, en de gedachten van de psychotherapeut hierover, meerdere malen met klaagster zijn besproken. Dat de psychotherapeut in zijn verslaglegging van de gesprekken met klaagster onvolledig of ongenuanceerd zou zijn kan het college niet vaststellen. Klaagster is deels niet-ontvankelijk en de klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5408

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:174 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-190/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Advies aan cliënte om het geld van de gezamenlijke bankrekeningen over te maken leidt tot onnodige polarisatie. Verweerster heeft ook niet eerst op een andere, minder ingrijpende manier geprobeerd de liquiditeit voor haar cliënte veilig te stellen. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:168 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-566/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over opstelling advocaat wederpartij in een geschil met de Belastingdienst. Verweerster heeft het standpunt van haar cliënt verwoord. Niet gebleken dat zij daarbij klachtwaardig heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-627/AL/OV

    Verweerder heeft klaagster namens haar rechtsbijstandsverzekeraar bijgestaan na ontdekte problemen na in de woning na levering daarvan. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder haar voldoende voortvarend bijgestaan en daarbij met medeweten van klaagster is bijgestaan door zijn kantoorgenoot. Nadat over de wijze van aanpak van de kwestie een onoverbrugbaar verschil van inzicht is ontstaan, heeft verweerder zich onttrokken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:256 Hof van Discipline 's Gravenhage 240088

    Geen hoger beroep mogelijk door klaagster van gegrond verklaard klachtonderdeel (art. 56 lid 1 Advw) en evenmin van beslissing raad om geen maatregel op te leggen. Hof neemt ook geen nieuwe verwijten in behandeling (art. 46c lid 1 en 3 Advw). Geen concrete bezwaren aangevoerd tegen ongegrond verklaarde klachtonderdelen. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:175 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-170/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familierechtelijke procedure. Verweerder heeft een processtuk ingediend zonder dat klager daarop zijn goedkeuring heeft gegeven. Hierdoor heeft klager de voor hem belangrijke punten in de procedure niet naar voren kunnen brengen. Diezelfde kans om zijn persoonlijke kant van de zaak toe te lichten, is klager ook ontnomen omdat hij niet op de hoogte was gebracht door verweerder van de dag en het tijdstip van de zitting. Ook heeft verweerder onvoldoende nazorg geleverd aan klager. Daargelaten dat het, zeker met het hiervoor geschetste verloop van de procedure bij de rechtbank, niet gepast is om het volledig aan de cliënt over te laten om grieven aan te leveren, heeft verweerder nagelaten om schriftelijk vast te leggen dat klager niet in hoger beroep wenste te gaan en om welke redenen. Voorwaardelijke schorsing van 2 weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:169 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-565/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familierechtelijke procedure. Klachten over het niet tijdig doorsturen van een aangifte, het niet inschakelen van een tolk en het optreden ter zitting kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6658

    Klacht tegen een aios chirurgie ongegrond. De klacht gaat over de behandeling van klaagster, destijds 30 jaar oud, aan haar galblaas. Zij is door verweerder geopereerd. Het betrof een kijkoperatie, waarbij de galblaas zou worden verwijderd. Daarbij zijn, in plaats van de afvoergang van de galblaas, de centrale galgang en een vertakking van de leverslagader doorgenomen. Toen verweerder besefte dat het niet goed ging heeft hij zijn supervisor erbij gehaald. Deze heeft de galweg rechtstreeks aangesloten op de dunne darm. Twee dagen later is klaagster opnieuw geopereerd. Klaagster is niet volledig hersteld. Zij ondervindt nog steeds beperkingen in haar dagelijks leven. Klaagster verwijt de arts dat hij een fout heeft gemaakt tijdens het opereren door de galweg en een slagader door te snijden, en niet op tijd zijn supervisor erbij heeft gevraagd. Het college concludeert dat er sprake is geweest van een misinterpretatie. De arts valt dit echter niet tuchtrechtelijk te verwijten. Het gaat hier om een aan deze operatie inherente complicatie. Het feit dat deze complicatie is opgetreden, betekent op zichzelf niet dat de arts verwijtbaar heeft gehandeld. Dat de misinterpretatie het gevolg is van onbekwaamheid of onzorgvuldigheid is het college verder niet gebleken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:257 Hof van Discipline 's Gravenhage 240200

    Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. De deken heeft dit verzoek afgewezen en hieraan ten grondslag gelegd dat klager niet heeft aangetoond dat hij zelf moeite heeft gedaan om een advocaat te vinden en dat klager, die voor de derde keer een dergelijk verzoek indient, zich niet kan voegen naar de aanpak van zijn (gespecialiseerde) advocaat. Het hof volgt de deken hierin en verklaart het beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:176 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-064/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Het stond verweerster vrij om stellingen namens NN in te nemen over de toepassing van het Sociaal Plan en het dienstverband van klaagster. Het feit dat klaagster het niet eens is met die stellingen betekent niet dat verweerster klachtwaardig heeft gehandeld. Verder heeft verweerster bij de behartiging van de belangen van NN mogen uitgaan van de informatie die hij van NN kreeg. Ook is het niet gebleken dat verweerster opzettelijk onjuiste informatie heeft gebruikt om klaagster daarmee onder oneigenlijke druk te zetten om tot een einde van haar dienstverband met NN te komen. De stukken bieden daar ook geen aanknopingspunten voor. Klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6987

    Klacht tegen fysiotherapeut. De fysiotherapeut mocht uitgaan van informed consent van klaagster. Het medisch dossier biedt geen feitelijke grondslag voor het verwijt van klaagster dat de fysiotherapeut de dry needling behandeling bij haar verkeerd heeft uitgevoerd. De behandelverslagen zijn conform de KNGF-richtlijn fysiotherapeutische dossiervoering 2019. De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:170 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-221DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder is onvoldoende bereikbaar geweest voor klagers en heeft hun zaak niet voortvarend behandeld. Ook had verweerder al eerder klare wijn moeten schenken over zijn strategie in de zaak en welke kansen er waren voor het vergoed krijgen van de (gestelde) schade. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:164 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-793/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:177 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-026/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Het stond verweerder vrij om stellingen namens NN in te nemen over de toepassing van het Sociaal Plan en het dienstverband van klaagster. Het feit dat klaagster het niet eens is met die stellingen betekent niet dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld. Verder heeft verweerder bij de behartiging van de belangen van NN mogen uitgaan van de informatie die hij van NN kreeg. Ook is het niet gebleken dat verweerder opzettelijk onjuiste informatie heeft gebruikt om klaagster daarmee onder oneigenlijke druk te zetten om tot een einde van haar dienstverband met NN te komen. De stukken bieden daar ook geen aanknopingspunten voor. Klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:171 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-214/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familierechtelijke procedure. Niet gebleken dat sprake is geweest van belangenverstrengeling of dat verweerder voor de belangen van de wederpartij heeft opgetreden. Verweerder was als dominus litis niet gehouden om alle documenten van klager in te dienen. Van verweerder wordt verwacht niet polariserend op te treden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-344/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een arbeidsrechtelijk geschil. Verweerster heeft klaagster onvoldoende ingelicht over de gevolgen van de gesloten vaststellingsovereenkomst voor haar recht op een WW-uitkering, althans verweerster heeft dat advies onvoldoende schriftelijk vastgelegd. Klacht in zoverre gegrond. Klacht over de klachtenbehandeling door verweerster ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:178 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-013/DH/DH

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-568/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. En klacht over het handelen van een advocaat in de hoedanigheid van werkgever is deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:172 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-206/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een erfrechtelijke kwestie. Verweerder heeft op verschillende momenten gedurende zijn bijstand aan klaagster niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht. Zo had hij klaagster beter moeten meenemen in het proces door uitleg en advies te geven en bij klaagster na moeten gaan of hij haar wensen goed begreep. Een schriftelijke vastlegging van de koersbepaling, gegeven adviezen en gemaakte afspraken is in dit verband noodzakelijk en dat heeft verweerder nagelaten. Ook heeft verweerder nagelaten een mail met een voorstel eerst aan klaagster voor te leggen alvorens dit met de wederpartij te delen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:166 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-408/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familierechtprocedure. Klacht over de factuur niet-ontvankelijk vanwege de driejaarstermijn uit artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet. Klacht over de onjuiste advisering bij het sluiten van een echtscheidingsconvenant ongegrond. De raad acht zich onbevoegd om te oordelen over het verwijt dat verweerster niet heeft gereageerd op het LinkedIn-bericht van klaagster. Verweerster was op dat moment uitgeschreven als advocaat en viel niet meer onder het tuchtrecht uit de Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:179 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-794/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:242 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-609/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Het verlenen van rechtsbijstand is een inspanningsverplichting en verweerster heeft op grond van de haar beschikbare informatie voor klager gedaan wat van haar verwacht had mogen worden gelet op de opdracht die zij van klager had gekregen. Geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:254 Hof van Discipline 's Gravenhage 240051

    Bekrachtiging beslissing raad. Klachtonderdeel over beëindiging samenwerking nadat klager had geklaagd over de dienstverlening door verweerster blijft ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:173 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-191/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder is niet gehouden om gratis te werken als er geen dekking van een rechtsbijstandsverzekeraar is en klager niet akkoord gaat met het betalen van de werkzaamheden. Dat verweerder pas antwoord wilde geven op de vragen nadat klager had bevestigd de kosten daarvoor te betalen, is evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar. De raad ziet voor het overige niet in dat verweerder tekort is geschoten in zijn belangenbehartiging. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:167 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-268/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een huurrechtelijk geschil. Klacht over persoonlijke belangen bij de door verweerder gevoerde procedure slaagt niet, omdat dit niet is onderbouwd en wordt betwist door verweerder. Verweerder heeft zich niet van oneigenlijke middelen bediend door een melding te doen van mogelijke bijstandsfraude bij de gemeente door klager. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-610/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over het handelen van een advocaat in de hoedanigheid van executeur kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:255 Hof van Discipline 's Gravenhage 240083

    Klacht tegen eigen advocaat in letselschadezaak over beroepsfout (verjaring niet correct gestuit) door de raad gegrond verklaard. Het hof vernietigt de beslissing, omdat niet tijdig (binnen de termijn van artikel 46g Advocatenwet) is geklaagd. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:237 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-210/AL/GLD

    In een fiscaal-strafrechtelijke kwestie heeft een toenmalige kantoorgenoot van verweerder (mr. W) jarenlang werkzaamheden voor de echtgenoot van klaagster en zijn (inmiddels gefailleerde) bedrijf verricht. Klaagster heeft zich ook over die advocaat beklaagd. De raad doet gelijktijdig uitspraak in die samenhangende zaak (24-211/AL/GLD). Verweerder is op enig moment bij genoemde kwestie betrokken geraakt als bestuurder en als advocaat van het toenmalige kantoor van mr. W. Verweerder heeft wegens het uitblijven van betaling van achterstallige declaraties door de cliënten van mr. W rechtsmaatregelen getroffen, waaronder het leggen van beslagen, ook onder klaagster, het starten van een procedure, ook tegen klaagster, en het indienen van een verzoekschrift tot faillietverklaring van het bedrijf van haar echtgenoot. De raad oordeelt klaagster niet-ontvankelijk in een deel van haar klachten omdat zij daarbij geen eigen rechtstreeks belang heeft. Of klaagster terecht door verweerder als advocaat van het advocatenkantoor van mr. W is aangesproken is niet ter beoordeling van de tuchtrechter. Een dergelijk oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter. Die kan oordelen over de juridische vraag of sprake was van onrechtmatige beslaglegging door verweerder onder klaagster en van gebruik van onrechtmatige rechtsmiddelen door verweerder richting klaagster. De tuchtrechter beoordeelt (alleen) of de advocaat met zijn verweten handelen de hierboven genoemde maatstaf heeft overtreden. Daarvan is de raad echter niet gebleken. De raad begrijpt dat klaagster alle door verweerder richting haar getroffen acties als belastend en intimiderend heeft ervaren en dat zij voor haar gevoel is ‘meegezogen’ in het geschil tussen haar echtgenoot en zijn toenmalige bedrijf enerzijds met verweerder en mr. W anderzijds. Dat klaagster daarbij betrokken is geraakt, is naar het oordeel van de raad deels het gevolg van haar eigen handelen. Zij heeft immers meegewerkt aan omzetting van vermogensbestanddelen van haar echtgenoot op haar eigen naam. Het stond verweerder vrij om daarom ook maatregelen richting klaagster te treffen. Of die maatregelen juridisch juist waren, daarover oordeelt niet de tuchtrechter maar de civiele rechter, zoals hiervoor overwogen. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:238 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-209/AL/GLD

    Klagers (een inmiddels gefailleerd bedrijf en eigenaar daarvan) beklagen verweerder die jarenlang bijstand heeft verleend in een fiscaal-strafrechtelijke procedure. Een deel van de klachten is niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Daarnaast zijn een aantal klachten ongegrond. Het is de raad gebleken dat verweerder zich voldoende heeft ingespannen in het belang van zijn cliënt en op deskundige wijze de belangen heeft behartigd. Naar het oordeel van de raad is verweerder wel tekortgeschoten in zijn zorgplicht doordat uit de stukken niet is gebleken dat verweerder voor klagers in de strafzaak een ureninschatting heeft gemaakt en duidelijkheid heeft gegeven over de taakverdeling met de ingehuurde strafrechtadvocaat. Verder is voor de raad een beeld naar voren gekomen dat verweerder over langere tijd vooral reactief heeft gehandeld. Bij verweerder lijkt de regie te hebben ontbroken, evenals een plan van aanpak dat telkens aan nieuwe situaties werd aangepast. Daardoor heeft verweerder, ondanks herhaalde verzoeken van klagers over de kosten in verhouding tot de omvang van de fiscale zaak, niet telkens opnieuw gewaarschuwd voor de snel oplopende omvang van de kosten en het risico van te hoge kosten. Naar het oordeel van de raad is verweerder onvoldoende transparant geweest richting klagers over de aard en noodzaak van de werkzaamheden, de gevolgen daarvan en de (snel oplopende) kosten daarvoor. Het besteden van de door verweerder gedeclareerde uren acht de raad dan niet in een redelijke verhouding staan tot de opgedragen werkzaamheden. Gelet daarop is de raad van oordeel dat de declaraties als excessief zijn te beschouwen in die zin dat een gelet op alle omstandigheden onredelijk honorarium aan klagers in rekening is gebracht. Klagers hebben betwist dat verweerder uitleg heeft gegeven over het effect van het notarieel laten verlijden van een een schuldbekentenis ten gunste van het kantoor en de executiemogelijkheden. Stukken die dat onderbouwen, ontbreken. Naar het oordeel van de raad heeft het optreden van verweerder op dat punt geleid tot een ontoelaatbare druk op klager, hetgeen een advocaat niet betaamt. Alle omstandigheden samen resulteren daarin dat naar het oordeel van de raad aan verweerder een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor acht weken moet worden opgelegd met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741863 DW RK 23/394 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klaagster beklaagt zich er over dat zij sinds de beslaglegging nog geen betalingen heeft ontvangen. Klaagster heeft aan de gerechtsdeurwaarders gevraagd wanneer er betaald gaat worden, maar heeft hier geen antwoord op gekregen. Dat klaagster lange tijd geen afdrachten heeft ontvangen lag aan de omstandigheid dat sprake was van een preferent beslag. Dit beslag is, in tegenstelling tot de reguliere gang van zaken, niet ingediend bij de gerechtsdeurwaarders door de voormalige coördinerend gerechtsdeurwaarder, waardoor de gerechtsdeurwaarders hiervan niet op de hoogte waren. De kamer acht dit in dit geval niet verwijtbaar. Bovendien hebben de gerechtsdeurwaarders geprobeerd te achterhalen waarom de afdrachten zo lang op zich lieten wachten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-211/AL/GLD

    Klaagster beklaagt zich over de gevolgen voor haar van het optreden van verweerder als (toenmalige) advocaat van het (toenmalige) bedrijf van haar echtgenoot in een fiscaal-strafrechtelijke kwestie. Haar echtgenoot en diens bedrijf hebben daarover ook over verweerder geklaagd. In die zaak (24-209/AL/Gld) doet de raad gelijktijdig uitspraak. Klaagster is niet-ontvankelijk in een deel van de klachten omdat zij daarbij geen eigen rechtstreeks belang heeft. Of klaagster terecht door verweerder is aangesproken tot betaling van openstaande declaraties van haar echtgenoot en diens toenmalige bedrijf is niet ter beoordeling van de tuchtrechter. Een dergelijk oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter. Die kan oordelen over de juridische vraag of sprake was van onrechtmatige beslaglegging door verweerder onder klaagster en van gebruik van onrechtmatige rechtsmiddelen door verweerder richting klaagster. De raad kan zich voorstellen dat klaagster de rechtsmaatregelen tegen haar als zeer heftig heeft ervaren en het gevoel heeft gehad dat zij in andermans geschil is getrokken. Dat neemt echter niet weg dat verweerder, gegeven zijn toelichting en daarin genoemde redenen om ook beslag onder klaagster te leggen en haar tot afgifte van de auto te dwingen, naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door te handelen zoals hij heeft gedaan. Dat hij de grenzen van het betamelijke heeft overschreden, is de raad niet gebleken. De overige verwijten worden dan ook ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:163 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-690/DH/RO/D

    Verzoek artikel 60ab Advocatenwet. Verweerder is (nog niet onherroepelijk) veroordeeld wegens schending van het beroepsgeheim. De verweten gedraging is dermate ernstig dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is. Anders dan door de deken is verzocht, gaat de raad niet over tot het opleggen van een onmiddellijke, algehele schorsing in de uitoefening van de praktijk. Het individuele belang van verweerder wordt daarmee disproportioneel en onevenredig geraakt. De raad acht het treffen van een voorlopige voorziening, als bedoeld in artikel 60ab Advocatenwet, passend, in dier voege dat verweerder zijn werkzaamheden dient te verrichten onder het toezicht van een door de deken goed te keuren advocaat die erop toeziet dat verweerder geen cliënten in voorlopige hechtenis bijstaat.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:134 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-684/DB/GLD/W

    Wraking kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739313 / DW RK 23/322 MdV/SM

    Klacht gegrond. Afzien van opleggen maatregel. De gerechtsdeurwaarder heeft de e-mail van de opdrachtgever, waarin akkoord is gegaan met het voorstel tegen finale kwijting van klager, in het dossier van klager geplaatst, zonder dat klager daarvan op de hoogte is gebracht. Dit klachtonderdeel is (daarom) terecht voorgesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735996 DW RK 23/236 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er samengevat over dat er maandelijkse teveel wordt ingehouden op zijn AOW-uitkering. Volgens klager valt hij onder de 5% regeling. Klager lijkt enkel uit te gaan van zijn eigen inkomen bij de vaststelling van de beslagvrije voet en niet van het gezamenlijke inkomen met zijn partner.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-556/AL/GLD

    Herzieningsverzoek. De herzieningskamer verklaart verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:106 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/749104 / DW RK 24/150 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarders misbruik maken van hun recht om beslag te leggen op bankrekeningen van klager. Er is geen vonnis van de rechtbank, akte of contract waaruit blijkt dat klager een schuld heeft bij de schuldeiser. Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de kamer zich verenigt. Het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:253 Hof van Discipline 's Gravenhage 240011

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht over gebrekkige dienstverlening in strafzaken ongegrond.