Zoekresultaten 3081-3100 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:25 Hof van Discipline 's Gravenhage 230045D
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:25
Dekenbezwaar. De raad heeft een groot deel van de bezwaren tegen verweerder gegrond verklaard en een schorsing opgelegd. De deken komt op tegen twee door de raad ongegrond verklaard bezwaren en verzoekt het hof een schrapping op te leggen. De raad is van oordeel dat de door de raad gegrond verklaard bezwaren al voldoende argumenten geven voor een schrapping, omdat daaruit blijkt dat verweerder structureel ondermaats presteert. De gegrond verklaarde klachten zijn zeer ernstig en tonen dat verweerder gedurende een langere periode de kernwaarden onafhankelijkheid, partijdigheid, deskundigheid en integriteit heeft geschonden. Het bezwaardossier toont naar het oordeel van het hof het beeld van een advocaat die ongeschikt is voor het vak. Verweerder heeft opdrachten van cliënten die hem als advocaat inschakelden stelselmatig niet (afdoende) bevestigd aan cliënten. Hij heeft geld gegeven aan een cliënte, met wie hij bovendien een te vriendschappelijke en flirterige en daarmee onprofessionele en ongepaste relatie had. Verweerder heeft in deze relatie zijn onafhankelijkheid uit het oog verloren en heeft zijn cliënte daarmee (financieel) nadeel toegebracht. Verweerder heeft voorts declaraties verrekend met derdengelden zonder schriftelijke toestemming van cliënten, hij heeft cliënten niet op de hoogte gehouden van belangrijke informatie en hij is tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens cliënten. Verder zijn de dossiers van verweerder incompleet en onoverzichtelijk, heeft hij de deken op verschillende momenten onjuist geïnformeerd, en heeft verweerder werkzaamheden laten uitvoeren door een niet-advocaat, zonder zijn cliënten hierover te informeren en zonder een geheimhoudingsbeding met deze persoon overeen te komen. Verweerder heeft ook structureel onvoldoende ook voor het belang om standpunten van zijn cliënten juridisch te (kunnen) onderbouwen. Met een en ander staat vast dat er veel is aan te merken op het functioneren en de praktijkvoering van verweerder en dat verweerder onvoldoende op de hoogte is van de regels die gelden voor een advocaat, althans deze regels niet naleeft, en zich bovendien niet bewust is van het belang van toepassing van deze regels.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1897
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:20
Klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster heeft in een kinderziekenhuis een cardiale ablatie via de rechter lies ondergaan. Na de ablatie ontstond een hematoom in de rechter lies dat later geïnfecteerd is geraakt. In de maanden daarna is klaagster hiervoor meermalen in het ziekenhuis opgenomen geweest omdat de infectie bleef terugkeren. Op enig moment vond in het ziekenhuis een multidisciplinair overleg plaats waar werd gesproken over de situatie van klaagster. Er was sprake van een terugkerende infectie ondanks adequate wondbehandeling en tevens werden er orale verwekkers in de wond gevonden. Bij het behandelteam van klaagster, waar de verpleegkundig specialist onderdeel van was, bestond het vermoeden dat de wond gemanipuleerd werd door klaagster of door haar ouders en dat er mogelijk sprake was van pediatric condition falsification. Na overleg met Veilig Thuis heeft een aantal leden van het behandelteam van klaagster, waaronder de verpleegkundig specialist, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist onder meer dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van de melding aan Veilig Thuis, dat zij obsessief in het medisch dossier van klaagster heeft gekeken en dat zij op een aantal momenten de gezondheidssituatie van klaagster verkeerd heeft ingeschat. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/733493 / DW RK 23/154
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:1
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder, onder bedreiging van verhogingen, een bedrag vordert, waarbij enige onderbouwing ontbreekt. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:26 Hof van Discipline 's Gravenhage 220250
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:26
Klacht tegen eigen advocaat. Hoger beroep klager. Verkorte bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:6 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-602/AL/GLD
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:6
Raadsbeslissing. Verweerder heeft onzorgvuldig en daarmee klachtwaardig gehandeld ten aanzien van de communicatie met klaagster en de behartiging van haar belangen in de kwestie over aanpassing van het ouderschapsplan. De aard en ernst daarvan raken aan de kernwaarde deskundigheid en rechtvaardigen daarom de oplegging van een maatregel. Bij de bepaling van de maatregel wordt er rekening mee gehouden dat verweerder heeft nagelaten de stukken over te leggen waaruit blijkt wanneer hij met klaagster heeft gecommuniceerd en hoe hij de belangen van klaagster heeft behartigd. Op de zitting heeft verweerder verder geweigerd om uit te leggen waarom hij niet op de klachtbrief van klaagster heeft gereageerd. Ook weegt het tuchtrechtelijk verleden van verweerder mee. Hieruit blijkt dat aan verweerder eerder maatregelen zijn opgelegd voor grotendeels vergelijkbaar klachtwaardig handelen, waaronder een onvoorwaardelijke schorsing van acht weken. In deze zaak ziet de raad aanleiding aan verweerder een onvoorwaardelijke schorsing op te leggen voor de duur van vier weken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1898
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:21
Klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster heeft in een kinderziekenhuis een cardiale ablatie via de rechter lies ondergaan. Na de ablatie ontstond een hematoom in de rechter lies dat later geïnfecteerd is geraakt. In de maanden daarna is klaagster hiervoor meermalen in het ziekenhuis opgenomen geweest omdat de infectie bleef terugkeren. Op enig moment vond in het ziekenhuis een multidisciplinair overleg plaats waar werd gesproken over de situatie van klaagster. Er was sprake van een terugkerende infectie ondanks adequate wondbehandeling en tevens werden er orale verwekkers in de wond gevonden. Bij het behandelteam van klaagster, waar de verpleegkundig specialist onderdeel van was, bestond het vermoeden dat de wond gemanipuleerd werd door klaagster of door haar ouders en dat er mogelijk sprake was van pediatric condition falsification. Na overleg met Veilig Thuis heeft een aantal leden van het behandelteam van klaagster, waaronder de verpleegkundig specialist, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist onder meer dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van de melding aan Veilig Thuis, dat zij obsessief in het medisch dossier van klaagster heeft
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/724070 / DW RK 22/382 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:2
Nu de betekeningskosten zien op de tenuitvoerlegging van de titel, vallen deze kosten onder executiekosten en niet onder nakosten zoals door klager is gesteld. Er is niet tijdig gereageerd op de e-mail van de gemachtigde van klager. Klacht gedeeltelijk gegrond, maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:7 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-509/AL/NN/D
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:7
Verweerder heeft - zonder toestemming en zonder dat vooraf te melden – tijdens een zitting van de raad (waar hij als verweerder aanwezig was) een zender gedragen en daarmee een persoon die zich buiten de zittingzaal bevond in de gelegenheid gesteld om van die zitting een geluidsopname te maken. Die geluidsopname is vervolgens daadwerkelijk gemaakt. Nadat verweerder met die geluidsopname door de deken is geconfronteerd, heeft verweerder hierover meermaals niet naar waarheid verklaard en heeft hij geen openheid van zaken gegeven. Verweerder heeft hiermee in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarde integriteit geschonden. De raad rekent dat verweerder zwaar aan. In het nadeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat verweerder geen verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen. Ook wordt in aanmerking genomen dat een deel van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, te weten zijn communicatie met de deken, binnen de proeftijd van een eerder voorwaardelijk opgelegde maatregel door de Raad van Discipline viel. Rekening houdend met alle omstandigheden is de raad van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere maatregel dan een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:22 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1932
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:22
Klacht tegen een huisarts. Klager is in een periode van drie weken door verschillende huisartsen gezien in verband met aanhoudende klachten. De huisarts heeft klager verwezen naar het luchtwegklachtenspreekuur. Ruim twee weken later heeft de huisarts klager thuis een visite gebracht. Zij heeft klager onderzocht en daarna een gastroscopie in het ziekenhuis en een afspraak bij klager thuis voor bloedprikken geregeld. Na ontvangst van de bloeduitslagen is klager met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Daar werd acuut nierfalen bovenop chronische nierinsufficiëntie vastgesteld. Klager verwijt de huisarts onder meer dat zij te lang gefocust is op corona, dat er geen aandacht was voor klagers nierproblemen en dat te lang is gewacht met bloedonderzoek. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/723995 / DW RK 22/381 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:3
Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft voldoende duidelijk gemaakt welk vonnis wordt geëxecuteerd en waar de vordering op berust. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:8 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-510/AL/GLD
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:8
Raadsbeslissing. Door tegen klager, haar voormalige cliënt, op te treden in het geschil tussen klager en X heeft verweerster een belangenconflict gecreëerd waaruit zij zich niet uit eigen beweging heeft teruggetrokken. Daarmee heeft verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Dit klachtwaardig handelen raakt aan de kernwaarden partijdigheid en vertrouwelijkheid en rechtvaardigt daarom de oplegging van een maatregel. Daarbij weegt mee dat verweerster, ondanks dat zij herhaaldelijk op het belangenconflict is gewezen, zich niet uit eigen beweging heeft teruggetrokken maar pas na het advies van het bureau van de Orde van Advocaten Gelderland. Omdat aan verweerster niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, wordt volstaan met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:23 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1933
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:23
Klacht tegen een huisarts. Klager is in een periode van drie weken door verschillende huisartsen gezien in verband met aanhoudende klachten. In die periode is klager één keer door de in deze zaak beklaagde huisarts gezien. Hij wilde een sterkere pijnstiller waarop de huisarts hem heeft meegedeeld dat hij al de sterkste pijnstiller voorgeschreven had gekregen. Klager wilde zich toen niet laten onderzoeken. Twee weken na dit consult is klager met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Daar werd acuut nierfalen bovenop chronische nierinsufficiëntie vastgesteld. Klager verwijt de huisarts onder meer dat zij te lang gefocust is geweest op corona, dat er geen aandacht was voor klagers nierproblemen en dat te lang is gewacht met bloedonderzoek. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:4 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/726561 / DW RK 22/455 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 24-01-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:4
Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder is ingegaan op de bezwaren van klaagster en heeft gecorrigeerde declaratie voldoende duidelijk uitgelegd. Voor het overige dient klaagster zich tot de gewone rechter wenden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:9 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-243/AL/MN
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:9
Raadsbeslissing. De kwaliteit van de dienstverlening van verweerder is ondermaats en een advocaat onwaardig en raakt daarmee aan schending van de kernwaarden deskundigheid en integriteit. Door zijn handelwijze heeft verweerder niet alleen de belangen van zijn cliënt geschaad, maar in algemenere zin ook het vertrouwen in de advocatuur. De raad rekent dit verweerder zwaar aan. De aard en de ernst van de verwijten die verweerder worden gemaakt, rechtvaardigen daarom de oplegging van een maatregel. Daarbij weegt de raad naast de omstandigheden van deze klachtzaak ook het uitgebreide tuchtrechtelijk verleden van verweerder mee. Hoewel verweerder zich per 17 juli 2023 heeft laten uitschrijven van het tableau en dus niet meer werkzaam is als advocaat, ziet de raad ook in deze zaak aanleiding om aan verweerder de zwaarste maatregel van een schrapping op te leggen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:24 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1934
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:24
Klacht tegen een huisarts. Klager is in een periode van drie weken door verschillende huisartsen gezien in verband met aanhoudende klachten. Klager is door de huisarts gezien op het luchtwegklachtenspreekuur. Zij constateerde een luchtweginfectie en heeft klager antibiotica, salbutamol en oxycodon voorgeschreven. Ook heeft zij hem een vangnetadvies gegeven. Drie weken na het consult bij de huisarts is klager met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Daar werd acuut nierfalen bovenop chronische nierinsufficiëntie vastgesteld. Klager verwijt de huisarts onder meer dat er geen aandacht was voor klagers nierproblemen en dat te lang is gewacht met bloedonderzoek. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:23 Hof van Discipline 's Gravenhage 230155 230154D
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:23
Klacht van een curator en dekenbezwaar. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, maar verbetert de gronden.Verweerder stond een BV en een Holding bij. Verweerder heeft zijn derdengeldenrekening beschikbaar gesteld voor ontvangst van betalingen een afnemer van zijn cliënten, terwijl hij wist dat de BV de betalingen niet zelf wenste te ontvangen in verband met een dreigend beslag. Verweerder was bovendien op de hoogte van de bedoeling van de cliënten dat betaling op naam van de Holding zou plaatsvinden. Verweerder heeft aldus medewerking verleend aan het gebruik van zijn derdengeldenrekening voor betalingsverkeer van zijn cliënten, zonder dat daar een noodzaak voor bestond. Verweerder heeft de ontvangen bedragen verder doorgestort naar de Holding, terwijl hij wist dat onduidelijkheid bestond over de het antwoord op de vraag wie rechthebbend was, de BV of de Holding. Verweerder heeft tot slot in twee afzonderlijke dossiers bijstand verleend aan de BV en aan de Holding, maar heeft dat in zijn facturatie niet tot uitdrukking gebracht. Twee maal een geheel voorwaardelijke schorsing van twee weken.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:5 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745305 / DW RK 24/40 EV/SM
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:5
Ordemaatregel (vanwege ernstig vermoeden bewaringstekort): zes maanden schorsing ex art. 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:25 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1812
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:25
Klacht tegen een psychiater. De echtgenote van klager, hierna: patiënte, is gediagnostiseerd met (gevorderde) dementie op basis van de ziekte van Alzheimer. Patiënte verbleef op de afdeling voor jong dementerenden van een psychogeriatrisch verpleeghuis. De psychiater is door de behandeld specialist ouderengeneeskunde telefonisch in consult gevraagd. Klager verwijt de psychiater dat hij zonder het stellen van een diagnose een medicatieadvies heeft gegeven aan de specialist ouderengeneeskunde en zijn zorgplicht heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet ontvankelijk verklaard in zijn klacht omdat het klaagschrift niet (mede) is ondertekend door klaagster zelf en de mentor van klaagster niet heeft ingestemd met het indienen van de klacht. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat klager wel ontvankelijk is in de klacht. De toetsing of klager klachtgerechtigd is als bedoeld in artikel 65 lid 1 van de Wet BIG vindt plaats op het moment dat de klacht wordt ingediend. Het Centraal Tuchtcollege is ervan overtuigd dat patiënte ten tijde van het indienen van de klacht niet voldoende in staat was om de gevolgen daarvan te overzien en dus haar wil hierover tot uitdrukking te brengen. Op dat moment was het eerder bestaande mentorschap over patiënte door de kantonrechter opgeheven. Dit betekent dat klager als levensgezel van patiënte bevoegd is om als naaste betrekking een klacht in te dienen. Het Centraal Tuchtcollege doet de zaak zelf af en verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:24 Hof van Discipline 's Gravenhage 230091D
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 26-01-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:24
Dekenbezwaar over het handelen van een advocaat als patroon. Hoger beroep deken. Het hof acht, anders dan de raad, gegrond dat verweerster de deken en de Raad van de Orde onjuist heeft geïnformeerd. Het betreft het onjuist (waaronder begrepen: onvolledig) invullen van stageverslagen, het onvolledig informeren van de Raad van de Orde over de reden van het vertrek van een stagiaire, zowel per e-mail als in een telefoongesprek, alsmede het onjuist informeren omtrent de mate van begeleiding van stagiaires. In zoverre vernietiging beslissing van de raad en klachtonderdeel alsnog gegrond. Het hof ziet geen aanleiding aan verweerster een andere maatregel op te leggen dan de raad heeft gedaan (voorwaardelijke schorsing voor de duur van 6 weken). Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:19 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1896
- Datum publicatie: 29-01-2024
- Datum uitspraak: 29-01-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:19
Klacht tegen een chirurg. Klaagster heeft in een kinderziekenhuis een cardiale ablatie via de rechter lies ondergaan. Na de ablatie ontstond een hematoom in de rechter lies dat later geïnfecteerd is geraakt. In de maanden daarna is klaagster hiervoor meermalen in het ziekenhuis opgenomen geweest omdat de infectie bleef terugkeren. Op enig moment vond in het ziekenhuis een multidisciplinair overleg plaats waar werd gesproken over de situatie van klaagster. Er was sprake van een terugkerende infectie ondanks adequate wondbehandeling en tevens werden er orale verwekkers in de wond gevonden. Bij het behandelteam van klaagster, waar de chirurg onderdeel van was, bestond het vermoeden dat de wond gemanipuleerd werd door klaagster of door haar ouders en dat er mogelijk sprake was van pediatric condition falsification. Na overleg met Veilig Thuis heeft een aantal leden van het behandelteam van klaagster, waaronder de chirurg, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Klaagster verwijt de chirurg onder meer dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van de melding bij Veilig Thuis, dat zij als hoofdbehandelaar onvoldoende regie heeft gehad bij de behandeling en dat zij onjuiste behandelingen bij klaagster heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.