Zoekresultaten 2761-2780 van de 44989 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5224

    Klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft een beugelbehandeling met aligners bij klaagster uitgevoerd. Klaagster is niet tevreden over de behandeling en het eindresultaat. Het college overweegt dat voor een tandarts weliswaar geen resultaatsverplichting geldt, maar de inspanningsverplichting die de tandarts heeft vergt dat hij regelmatig nagaat of het hetgeen hij doet wel zinvol is en of het ook resultaat heeft. De tandarts is hierin tekortgeschoten. Hij heeft de situatie van het gebit van klaagster onderschat en zijn eigen expertise overschat. De tandarts heeft geen goede diagnose gesteld en zijn daaropvolgende behandeling is niet juist is geweest en heeft ook niet het gewenste resultaat heeft gehad. Ter zitting heeft verweerder verklaard dat hij gelet op zijn opgedane kennis en ervaring de behandeling nu wellicht anders zou doen. Het ontbreekt verweerder echter aan voldoende inzicht, want ook nu nog stelt hij dat zijn diagnostiek en behandeling in de basis goed was en technisch in orde en dat het niet schadelijk voor klaagster is geweest. Het college rekent hem het tuchtrechtelijk verwijtbaar tekort schieten in de behandeling van klaagster daarom in die mate aan, dat niet met het opleggen van de lichtste maatregel kan worden volstaan. Dat betekent dat niet met een mindere maatregel dan een berisping kan worden volstaan.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:122 Hof van Discipline 's Gravenhage 230222

    Klacht ingetrokken. Betrof verwijt aan eigen advocaat over het niet op de hoogte houden van strategie en gewerkte uren. Hof vernietigt beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:123 Hof van Discipline 's Gravenhage 230200

    Klacht gericht op heropening van dossiers niet-ontvankelijk wegens tijdverloop. Klachtrecht herleeft niet met het na vele jaren sturen van een e-mail met het verzoek de zaken opnieuw op te pakken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:59 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-192/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft niet achter de rug van klaagster om cassatie ingesteld. Klaagster heeft ingestemd met de inhoud van het cassatieschriftuur. Niet gebleken dat verweerder in klaagsters procedures niets heeft uitgevoerd. Klacht kennelijk ongegrond.Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft niet achter de rug van klaagster om cassatie ingesteld. Klaagster heeft ingestemd met de inhoud van het cassatieschriftuur. Niet gebleken dat verweerder in klaagsters procedures niets heeft uitgevoerd. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:124 Hof van Discipline 's Gravenhage 230282

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen eigen advocaat, die toevoeging had aangevraagd en verkregen maar na bestudering van dossier tot de conclusie kwam dat hij de door klager gewenste procedure niet voor hem kon voeren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:106 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-527/AL/GLD

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:90 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-760/DH/RO

    Verweerder heeft een in een VSO opgenomen geheimhoudingsclausule geschonden door de VSO als productie te overleggen in een procedure met een derde. Verweerder heeft daarmee gehandeld in strijd met de – ook voor hem geldende – geheimhoudingsverplichting. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-589/AL/GLD

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:91 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-768/DH/DH

    Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een echtscheidingszaak deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. Klacht voor het overige ongegrond. Zo is de raad niet gebleken dat verweerster stelselmatig niet (tijdig) heeft gereageerd en is evenmin gebleken dat verweerster stukken onjuist, ontijdig of zonder toelichting heeft ingediend. Van excessief declareren is niet gebleken, onder meer omdat sprake is van langdurige bijstand en verschillende procedures, zowel bij de rechtbank als in hoger beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:108 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-593/AL/GLD

    Verzetzaak. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:92 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-786/DH/RO

    Klacht over het (tegelijk) handelen als curator en advocaat van de wederpartij. De raad is van oordeel dat het verweerder op het moment van het faillissement vrij stond de benoeming als curator in het faillissement te aanvaarden. Op het moment dat klager een maand later de dubbele rol van verweerder aan de orde stelde, heeft verweerder de kwestie direct met de RC besproken en zijn cliënten naar een andere advocaat verwezen. De RC heeft geoordeeld dat verweerder zijn rol als curator kon blijven vervullen. Van tegenstrijdige belangen is daarom niet gebleken. De raad ziet de door klagers gestelde onduidelijkheid over verweerders hoedanigheid niet. Klacht over het noemen van klagers naam in de openbare faillissementsverslagen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:93 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-832/DH/RO

    Verweerder heeft in een procedure bij de Geschillencommissie een flink pakket producties ingediend zonder toelichting of concrete verwijzingen. De Geschillencommissie heeft in haar beslissing in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk gemaakt dat deze manier van indienen volstrekt onvoldoende is ter onderbouwing van de klacht. Verweerder heeft daarmee de kansen van zijn evident kwetsbare cliënt in de zaak bij de Geschillencommissie tenietgedaan. Overige klachtonderdelen ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5594

    Ongegronde klacht tegen een longarts. Klaagster vindt dat de diagnose eosinofiel astma ten onrechte in twijfel is getrokken, en bovendien op een onjuist moment, namelijk tijdens een visite tijdens de opname van klaagster. Hierdoor voelde zij zich onheus bejegend. Zij verwijt de longarts verder dat de longarts zonder haar toestemming haar dossier naar een ander ziekenhuis heeft gestuurd voor advies/overleg. Ze voelt zich ook onvoldoende geïnformeerd over de astmatest. Het college overweegt dat de visite een moment is waarbij de arts en patiënt informatie uitwisselen, ook over diagnose en behandeling. Het college ziet geen aanleiding voor het oordeel dat de visite in dit geval geen passend moment was om (terechte) twijfel over diagnose en behandeling te uiten. Daarnaast staat het de longarts vrij om een collega-vakgenoot om advies te vragen in het kader van een behandeling, zie ook artikel 7:457 lid 2 BW. Het gaat hierbij niet om het gehele dossier maar om het relevante gedeelte. Voor zover het informeren over de astmatest hier niet is gebeurd, geldt echter dat uit het dossier blijkt dat klaagster dit onderzoek eerder al vaker heeft ondergaan. Het college is daarom van oordeel dat bekend mag worden verondersteld wat de meting inhoudt. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:12 Accountantskamer Zwolle 23/2085 Wtra AK 23/2087 Wtra AK

    Het accountantskantoor waaraan betrokkenen verbonden zijn/waren, heeft verschillende werkzaamheden voor klaagster, haar toenmalige echtgenoot en diens vennootschappen verricht. Naar aanleiding van de echtscheiding is klaagster tot de vaststelling gekomen dat de huwelijkse voorwaarden financieel ongunstig voor haar uitpakken, hetgeen zij aan onjuiste interpretatie en advisering door betrokkenen toeschrijft. Ook heeft klaagster diverse klachten over de aangiften Inkomstenbelasting (IB) van zowel haarzelf als haar ex-echtgenoot aan de orde gesteld. Van een deel van de klachten is de termijn waarbinnen de klacht kon worden echter ingediend verstreken. Dat betekent dat de Accountantskamer de klacht deels niet inhoudelijk beoordeelt. Klaagster is wel deels ontvankelijk in haar klacht over de belastingaangiften, maar die klacht is ongegrond. Betrokkenen hadden geen vaktechnische of inhoudelijke betrokkenheid bij het opstellen, voorleggen en indienen van de belastingaangiften. Dat deel van de opdracht werd uitgevoerd door een kantoorgenoot, die als register-belastingadviseur is onderworpen aan eigen tuchtrecht. Betrokkenen zijn niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor diens handelen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:119 Hof van Discipline 's Gravenhage 230235

    Klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft klaagster laten bijstaan door zijn zoon, die aan zijn advocatenkantoor was verbonden als jurist, maar geen advocaat is. Het betreft hier een wederzijds appel. Nu de klacht van klaagster tegen verweerder (geheel) gegrond is verklaard, kan klaagster niet tegen de beslissing van de raad in hoger beroep, ook niet tegen de hoogte van de opgelegde maatregel (art. 56 lid 1 sub a Advocatenwet). De beroepsgronden van verweerder falen. Het hof ziet op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling te komen dat die van de raad. Bekrachtiging beslissing raad. Klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:120 Hof van Discipline 's Gravenhage 230177

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerster zou de ondertekening van de boedelbeschrijving ter discussie hebben gesteld, terwijl verweerster volgens klager wist dat dit standpunt van haar cliënt onjuist was. Bekrachtiging beslissing raad. Verweerster had gegronde redenen om te twijfelen aan de juistheid van de onder de boedelbeschrijving geplaatste handtekening. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:121 Hof van Discipline 's Gravenhage 230156

    Het betreft hier een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft verzuimd een afschrift van een door hem ingediend verzoekschrift naar klagers advocaat te sturen. Geen tuchtrechtelijk verzuim, nu klagers advocaat op tijd een afschrift van verweersters verzoekschrift via de rechtbank heeft ontvangen. Klager is door het handelen (in dit geval: nalaten) van verweerder niet in zijn belangen geschaad. Daarnaast is de stelling van verweerder dat klager niet heeft meegewerkt aan het tijdig aanleveren van de benodigde informatie niet onjuist. Zowel uit het dossier als uit het onderzoek ter zitting is het hof gebleken dat klager tussen februari 2020 en maart 2022 geen stukken heeft aangeleverd, terwijl hem daarom wel herhaaldelijk is verzocht. Beroepsgronden klager falen. Bekrachtiging beslissing raad. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6593

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist-intensivist. De internist-intensivist wordt verweten dat hij een AIOS een arterielijn liet inbrengen. Dit terwijl er al eerder twee arterielijnen gesneuveld waren. Ook wilde zij niet in haar rechterarm geprikt worden. Als gevolg van een complicatie gedurende die opname na het inbrengen van een arterielijn is haar rechterhand ernstig bedreigd geweest en heeft zij een spoedoperatie moeten ondergaan. Er resteert blijvende schade aan de rechterhand (duim). Het college oordeelt dat de internist-intensivist een AIOS met zijn ervaring de handelingen waar het hier om gaat heeft mogen laten verrichten. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2024:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/87

    Dierenarts wordt verweten dat hij geen fluoresceïne test heeft gedaan bij het diagnosticeren van het oogprobleem van een kat en dat hij de verkeerde medicatie heeft voorgeschreven voor de behandeling van het oog. Klacht deels gegrond, waarschuwing volgt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:74 Raad van Discipline Amsterdam 24-016/A/A 24-020/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaten van de wederpartij gegrond. Verweerders hadden een meer kritische houding dienen aan te nemen ten aanzien van wat hun cliënt hen als waarheid heeft voorgehouden. Zij hebben niet kunnen en mogen vertrouwen op de verklaring van F zoals verweerders deze in de verschillende procedures naar voren hebben gebracht, maar zij hadden deze op z’n minst moeten verifiëren. Uit niets blijkt dat verweerders dit hebben gedaan en zij hebben daarmee gedragsregel 8 veronachtzaamd. Ook het niet inbrengen dan wel het niet noemen van cruciale informatie door verweerders is naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar. Aan verweerders wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.