Zoekresultaten 2721-2740 van de 44627 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:48 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-114/DB/OB
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:48
Voorzittersbeslissing. De klacht vloeit voort uit een zakelijk geschil en heeft betrekking op gedragingen van verweerder als privépersoon en niet op gedragingen van verweerder die verband houden met zijn beroepsuitoefening als advocaat. Voor het ernstige verwijt dat verweerder zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal heeft de voorzitter in de overgelegde stukken geen enkel aanknopingspunt gevonden en van gedragingen die absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen is evenmin gebleken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5132
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:14
verweerder (chirurg) wordt verweten, dat hij voorafgaand aan de operatie (het plaatsen van een thoracale stent/TEVAR) klager niet heeft geïnformeerd over het afsluiten van de bovenste middenrifslagader, dat er in het geheel niet is gesproken over afsluiten van aderen en dat er schade is toegebracht door het afsluiten van de bovenste middenrifslagader.Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen ongegrond zijn. Er is wel gesproken over het afsluiten van aderen, namelijk de zijtakken van de aorta. Er is namelijk gesproken over mogelijke complicaties waaronder een dwarslaesie. Er is niet gesproken over het afsluiten van de bovenste middenrifslagader. Dit is geen bekende complicatie bij een dergelijke operatie. Het is ook niet voorgekomen tijdens de operatie. De klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H20223/5605
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:15
Klaagster wordt behandeld in een ziekenhuis waarna een acute beenischemie optreedt. Er wordt in verband met aansprakelijkheid om een deskundigenrapport verzocht. Het rapport wordt opgemaakt door de chirurg. Klaagster verwijt vervolgens de chirurg dat hij een ondeugdelijk rapport heeft uitgebracht, de Rutherford classificatie onjuist heeft toegepast, geoordeeld heeft dat chirurgische interventie niet nodig was en ondanks verzoek daartoe van klaagster en haar eigen deskundige, het rapport niet heeft aangepast. Volgens klaagster had het rapport ook na akkoordbevinding door haar voormalig gemachtigde, niettemin moeten worden aangepast. Het college komt tot het oordeel dat het rapport voldoet aan de eisen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:4 Kamer voor het notariaat Amsterdam 735508/NT23-24
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:4
De kamer komt ten aanzien van alle klachtonderdelen in de negen dossiers tot het oordeel dat de klacht ongegrond is. Voor zover de notaris een verwijt valt te maken, is dit in het licht van het totale plaatje van onvoldoende gewicht om tot een gegronde klacht te leiden. Bij haar oordeel heeft de kamer ook de duur van het onderzoek/de indiening van de klacht (bij elkaar iets meer dan 3 jaar) en de impact die dat heeft gehad op de notaris en zijn kantoor laten meewegen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5849
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:57
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster is gedwongen opgenomen geweest in een GGZ-instelling. De psychiater was verantwoordelijk voor het medicatiebeleid, de zorgmachtiging en de verplichte zorg. Een psychiater van het FACT-team was verantwoordelijk voor de ambulante behandeling en begeleiding van klaagster. Voor deze behandelconstructie is gekozen omdat de behandelrelatie in het verleden vaak stuk liep op het medicatiebeleid. Klaagster heeft tijdens de ambulante begeleiding haar depot-medicatie gestaakt. Na verschillende waarschuwingen en aanzeggingen van verplichte zorg is uiteindelijk het FACT-team samen met de politie de woning van klaagster binnengetreden om haar op te halen voor een gedwongen opname in de GGZ-instelling. Klaagster verwijt de psychiater dat zij haar onvoldoende heeft geïnformeerd. Ook beschuldigt ze de psychiater van grensoverschrijdend gedrag en het toedienen van een te hoge dosering depotmedicatie. Uit de stukken blijkt dat de psychiater meerdere gesprekken heeft gevoerd met klaagster over het doel van de behandeling, de voor-en nadelen van de medicatie en de bijwerkingen. Ook is op verschillende momenten met klaagster gesproken over de zorgverantwoordelijkheidsverdeling. Het college kan niet vaststellen of klaagster agressief is bejegend door de psychiater. Het binnentreden van de woning was begrijpelijk en gerechtvaardigd. Het college heeft geen aanleiding om te twijfelen aan het feit dat klaagster de voorgeschreven dosering depotmedicatie heeft gekregen. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:44 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-563/DB/ZWB
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:44
Raadsbeslissing. Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van deken. De raad is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder zich bij de vervulling van de functie van deken op de punten die in deze tuchtzaak aan de orde zijn zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 721341/NT 22-25 721342/NT 22-26
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 08-02-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:5
Klacht betreft geheimhoudingsplicht notarissen. Gelet op de op klager rustende verplichtingen uit hoofde van zijn verkrijgingstitel was de informatie over de overdracht van de onroerende zaak bedoeld om met de Beheervereniging, als belanghebbende, te delen. In de koopovereenkomst wordt ook de vastgoedbeheerder (de Beheervereniging) expliciet genoemd als partij waarmee de notarissen persoonsgegevens mogen delen. Vast staat bovendien dat klager bekend was met het voornemen, de noodzaak en de intentie van de notarissen om de Beheervereniging te informeren en dat hij de toegevoegd notaris daartoe, desgevraagd, de contactgegevens van de Beheervereniging heeft verstrekt. Van enig bezwaar van klager tegen het informeren van de Beheervereniging is de kamer niet gebleken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6584
- Datum publicatie: 19-03-2024
- Datum uitspraak: 19-03-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:58
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft op verzoek van Veilig Thuis een verklaring over klaagster gegeven. Klaagster vindt dat hij hiermee zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Ook vindt zij dat het afgeven van de verklaring niet volgens de regels is gegaan. De verklaring bevat bovendien onjuistheden en is onvolledig, volgens klaagster. Het college is van oordeel dat de psychiater informatie over klaagster mocht verstrekken zonder haar toestemming, maar dat hij wel eerst toestemming aan klaagster had moeten vragen en aan haar moeten laten weten welke informatie hij van plan was aan Veilig Thuis te geven. Voor het overige is de klacht ongegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:10 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/421296 KL RK 23-62
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 13-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:10
De notaris is op 8 augustus 2018 benoemd tot vereffenaar in de nalatenschap van erflaatster. Klager verwijt de notaris dat hij niet reageert naar klager en zijn taken als vereffenaar niet uitvoert. De kamer is van oordeel dat de notaris de vereffening van de nalatenschap niet voortvarend adequaat en kundig heeft opgepakt. De notaris geeft geen inzicht in welke werkzaamheden hij als vereffenaar heeft uitgevoerd. De kamer acht de maatregel van berisping passend omdat na de behandeling van de eerste klacht de notaris de communicatie naar klager niet heeft verbeterd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:58 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1979
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:58
Klacht tegen physician assistant (PA). Klager is door een uroloog wegens verminderde erecties na een trap in het kruis verwezen naar de PA in haar hoedanigheid van seksuoloog. Klager is bij de PA twee keer op consult geweest. Bij het tweede consult heeft de PA klager erectiepillen voorgeschreven. Daarna heeft zij klager voor herhalingsrecepten terugverwezen naar zijn huisarts. Klager is ontevreden over de behandeling door de PA en heeft daarover meerdere klachtonderdelen geformuleerd. Deze houden met name verband met het niet (direct) voorschrijven van erectiepillen en de communicatie tussen hem en de PA. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:60 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-682/AL/MN
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:60
Raadsbeslissing. Klachten over de advocaat van de wederpartij zijn door de raad ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:59 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1980
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:59
Klacht tegen verpleegkundige. Verweerster is werkzaam als seksuoloog in een ziekenhuis. Klager maakt haar verschillende verwijten over de door haar geleverde zorg. Klager spreekt haar aan als seksuoloog. Verweerster heeft naast haar BIG‑registratie als verpleegkundige ook een BIG-registratie als physician assistant. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat de feitelijke werkzaamheden van verweerster niet kunnen worden gerekend tot het deskundigheidsgebied van een verpleegkundige. Verweerster verricht zelfstandig voorbehouden handelingen, zoals het voorschrijven van medicatie. Verder heeft zij zich tegenover klager ook enkel als physician assistant gepresenteerd. Dat betekent dat er geen aanwijzingen zijn dat verweerster bij het handelen dat klager haar verwijt in de hoedanigheid van verpleegkundige is opgetreden. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de klacht tegen verweerster in die hoedanigheid kennelijk niet-ontvankelijk is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/418133 KL RK 23-32
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 13-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:9
Door in de akte van levering een passage op te opnemen uit de koopovereenkomst, waarin geen relevante informatie staat voor het passeren van de akte en waarvan die informatie zelfs schadelijk is voor klagers, heeft de notaris in strijd gehandeld met de voor een notaris vereiste zorgvuldigheid. De notaris is geen lijdelijk doorgeefluik van partijen hij dient zich er steeds van te vergewissen of door partijen gewenste inhoud van een akte als een leveringsakte voor de levering relevant is. Zo dat niet het geval is, dient de notaris die inhoud te weigeren. Klacht gegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:61 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-692/AL/MN
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:61
De raad heeft geoordeeld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij een klacht van klager onvoldoende voortvarend bij zijn verzekeraar heeft gemeld en klager daarover niet goed op de hoogte heeft gehouden. De ernst van dit handelen en nalaten rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een maatregel. Gelet echter op de omstandigheid dat verweerder geen advocaat meer is, dient de oplegging van een maatregel geen redelijk doel meer. Er zal daarom worden volstaan met de gegrondverklaring van de klacht, zonder oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:60 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2031
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:60
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is gedurende enkele weken opgenomen geweest in een psychiatrische kliniek. De verpleegkundige is betrokken geraakt bij klaagster nadat zij de kliniek heeft verlaten. De verpleegkundige heeft klaagster gesproken in aanwezigheid van haar moeder en haar psycholoog en hiervan aantekeningen gemaakt. Klaagster verwijt de verpleegkundige (a) dat hij valsheid in geschrifte heeft gepleegd en feiten heeft verdraaid; (b) dat hij de moeder van klaagster heeft gestalkt en bedreigd; en (c) dat hij in een brief onjuiste opnamedata heeft genoemd en ten onrechte heeft opgeschreven dat behandeling ‘tot op heden’ nog plaatsvindt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-441/AL/OV
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:62
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:43 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24/053/DB/LI/D
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:43
Dekenbezwaar. Verweerder heeft zich, ondanks een eerdere tuchtrechtelijke veroordeling en langdurige schorsing wegens het handelen in strijd met aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen, opnieuw schuldig gemaakt aan handelen in strijd met aan een gedetineerde cliënt opgelegde beperkingen. Aldus heeft verweerder opnieuw in ernstige mate tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en het vertrouwen in de advocatuur in ernstige mate geschaad. Gelet op de ernst van het aan verweerder gemaakte tuchtrechtelijk verwijt en zijn antecedentenlijst ziet de raad het beeld van een advocaat die blijk geeft zich onvoldoende bewust te zijn van voor de advocatuur elementaire beginselen en regelgeving en zich onvoldoende rekenschap geeft van de belangen die daarmee worden gediend. Ter zitting heeft verweerder er geen blijk van gegeven inzicht te hebben in het kwalijke van zijn handelen. Uit de houding van verweerder, ook in deze procedure, is op te maken dat hij de ernst van de situatie blijkbaar niet inziet. De ernst van de verweten gedraging, verweerders houding ter zitting, het recidiverende karakter van verweerders misdragingen en zijn tuchtrechtelijk verleden laten geen andere keus dan de maatregel van schrapping. De raad zal op grond van het bovenstaande aan verweerder de maatregel van schrapping van het tableau opleggen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:58 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-901/AL/NN/D
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 18-03-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:58
Dekenbezwaar. De deken heeft naar aanleiding van een eerder tegen verweerder ingediend dekenbezwaar zeven dossiers bij hem opgevraagd. Op basis van de bevindingen van dat onderzoek in die zaken, waartegen verweerder bewust geen met stukken onderbouwd verweer heeft gevoerd, is de raad van oordeel dat verweerder op ernstige wijze is tekortgeschoten in zijn zorgplicht richting zijn cliënten in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Verweerder heeft daarnaast in (een aantal van) die zaken in strijd met de kernwaarden deskundigheid en onafhankelijkheid gehandeld (artikel 10a lid 1 Advocatenwet). Verweerder heeft zich richting de deken gedragen op een wijze die een advocaat niet betaamt door haar toezichthoudende taak te frustreren (gedragsregel 29) en door de deken, vooral tijdens de zitting van de raad, herhaaldelijk persoonlijk aan te vallen en zelfs een bedreigende toon aan te slaan én ongefundeerde insinuaties richting de deken te maken. Verweerder miskent daarbij dat de persoon van de deken losstaat van het instituut van de deken. Tijdens de zitting is de raad ook gebleken dat verweerder geen enkel inzicht heeft in het laakbare van zijn handelen en dat hij de deken ongefundeerd beschuldigt van een hetze tegen hem. De raad heeft ook, gezien de opstelling van verweerder, grote zorgen over een goede belangenbehartiging van toekomstige cliënten van verweerder. Verweerder heeft zich ook niet stuurbaar getoond en lijkt geenszins bereid om zijn houding te veranderen of zich daarbij te laten coachen. Verweerder lijkt zich niets gelegen te laten liggen aan de regels die voor elke advocaat gelden, maar vaart in plaats daarvan volledig zijn eigen koers. Nu verweerder meer dan duidelijk heeft gemaakt dat hij niet anders zal optreden dan hij nu doet, komt de raad tot de conclusie dat verweerder dan niet thuis hoort in de advocatuur. Verweerder wordt dan ook geschrapt.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:9 Accountantskamer Zwolle 23/1603 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 15-03-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:9
Klacht over rapport van feitelijke bevindingen. Betrokkene heeft zijn bevindingen gerapporteerd over de financiële middelen die een verdachte in een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen heeft gebruikt voor investeringen in crypto-valuta. Volgens klager was het OM ook beoogde gebruiker van dit rapport, maar heeft betrokkene ten onrechte nagelaten met hem overleg te voeren. Betrokkene heeft in het rapport bewoordingen gebruikt die de indruk wekken dat een mate van zekerheid wordt geboden, hetgeen niet passend is bij een dergelijk rapport. Bovendien heeft betrokkene zijn bevindingen gebaseerd op onjuiste of onvolledige informatie zodat een deugdelijke grondslag ontbreekt. De Accountantskamer vindt alle verwijten van klager gegrond, behalve het verwijt dat betrokkene in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit heeft gehandeld. Daarom is de klacht deels gegrond en legt de Accountantskamer aan betrokkene de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:59 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-679/AL/NN
- Datum publicatie: 18-03-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:59
Ongegrond verzet.