Zoekresultaten 1-20 van de 1707 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7358

    Deels gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klaagster is van 2016 tot 2023 onder behandeling geweest bij de gz-psycholoog met een wekelijkse frequentie. In 2018 is op initiatief van een andere patiënte van verweerder een lotgenotengroep opgericht, hier maakte klaagster onderdeel van uit. De gz-psycholoog had een relatie met één van de deelnemers van deze lotgenotengroep en heeft dit niet aan de groep/klaagster laten weten. Hierdoor heeft hij een onveilige situatie gecreëerd. De gz-psycholoog heeft voorts zijn beroepsgeheim geschonden door klaagsters privé-informatie aan andere deelnemers bekend te maken. Klacht deels gegrond. Mede wegens gebrek aan reflectief vermogen, een berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7675

    (Kennelijk) ongegronde klacht tegen arts in opleiding tot bedrijfsarts. Klacht van werkneemster over de verzuimbegeleiding. Dat met het re-integratie advies onvoldoende rekening werd gehouden met de klachten en beperkingen van klaagster is niet onderbouwd en blijkt ook niet uit de stukken. Ten aanzien van de door klaagster genoemde sms-berichten met seksuele content kon verweerster op dat moment volstaan met het advies een vertrouwenspersoon in te schakelen. Ook heeft verweerster in voldoende mate zorggedragen voor het wegnemen van eventuele problemen in de communicatie.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7282

    Deels gegronde klacht. In de familie van klagers is een verstoring ontstaan in de familieverhoudingen na een beschuldiging van misbruik tussen twee kleinkinderen van klagers. Verweerster, klinisch psycholoog en psychotherapeut, heeft de familie begeleid in hun wens tot herstel van de verhoudingen. Door haar e-mail aan klagers, hun kinderen en partners heeft zij de stand van zaken zodanig verwoord dat zij de schijn heeft gewekt dat zij niet neutraal en onafhankelijk positie heeft gekozen in het conflict. Dit klachtonderdeel is gegrond. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:68 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-185/DH/DH 25-207/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:81 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-100/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijk geschil in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7318

    Deels gegronde klacht. In de familie van klagers is een verstoring ontstaan in de familieverhoudingen na een beschuldiging van misbruik tussen een kind van klagers en een kind van klaagsters broer en zijn partner. Verweerster, klinisch psycholoog en psychotherapeut, heeft de familie begeleid in hun wens tot herstel van de verhoudingen. Door haar e-mail aan klagers, (schoon)ouders en broer/zwager en diens partner, heeft zij de stand van zaken zodanig verwoord dat zij de schijn heeft gewekt dat zij niet neutraal en onafhankelijk positie heeft gekozen in het conflict. Dit deel van de klacht is gegrond. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:75 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-121/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat naar aanleiding van negatieve advisering over verschillende kwesties kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:69 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-469/DH/RO

    Verzet gegrond, klacht (toch) niet-ontvankelijk vanwege tijdverloop. De voorzitter heeft ten onrechte vastgesteld dat klager al op 18 maart 2015 op de hoogte was van de precieze inhoud van de afkoop. Verzet daarom gegrond. Klager was echter op 25 juni 2015 op de hoogte en kon vanaf toen binnen drie jaar klagen. Dat heeft hij niet gedaan.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:82 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-116/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in een geschil over een levering van een partij edelmetalen. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder onjuiste feiten heeft geponeerd. Evenmin blijkt dat hij zich onnodig grievend heeft uitgelaten of dat hij zijn cliënt behulpzaam is bij fraude.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:76 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-272/DH/RO

    Klaagster werkt met onder meer haar moeder en broer in een familiebedrijf. Na het overlijden van vader zijn conflicten ontstaan. Verweerder heeft in deze geschillen opgetreden als mediator. Door verslagen van individuele mediationgesprekken naar verkeerde personen te sturen en door het verslag van het gesprek met klaagster naar haar zakelijke e-mailadres te sturen, terwijl zij vanwege het conflict binnen het bedrijf ziek thuis was, heeft verweerder onzorgvuldig gehandeld en het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:70 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-749/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een geschil over de afwikkeling van een nalatenschap. Van (onnodig) grievende of escalerende uitlatingen is de raad niet gebleken. Evenmin is gebleken dat verweerder zaken heeft opgeschreven die in strijd met de waarheid zijn. Van onbetamelijk handelen is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:83 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-122/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over gedragingen in andere hoedanigheid kennelijk ongegrond. Geen sprake van handelen en/of nalaten waarvoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Dat verweerster in de tuchtprocedure onjuiste informatie heeft verstrekt, is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:77 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-766/DH/DH

    Verweerster heeft opgetreden voor de ex-man van klaagster in een echtscheidingszaak. Klaagster verwijt verweerster dat zij een kort geding heeft ingesteld, zonder dat zij de advocaat van klaagster daarvan in kennis heeft gesteld. Naar het oordeel van de raad is er geen rechtsregel die voorschrijft dat verweerster dat had moeten doen. De raad stelt verder vast dat verweerster ook overigens zorgvuldig heeft gehandeld rondom het instellen van het kort geding. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:71 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-017/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat niet-ontvankelijk wegens verstrijken van de driejaarstermijn. Eerder ingediende klacht herleeft niet na het vele jaren later verzoeken om een klachtdossier te heropenen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-521/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:72 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-062/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:66 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-228/DH/RO

    Verzoek art. 60b Advocatenwet niet-ontvankelijk. Verweerder is (na indiening van het verzoek) overleden. Anders dan de deken oordeelt de raad dat artikel 60b Advocatenwet alleen van toepassing is en kan zijn, wanneer de advocaat nog in leven is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-702/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de aan klager geleverde bijstand. Klager klaagt over de verkeerde advocaat: niet verweerder, maar zijn kantoorgenoot heeft klager bijgestaan. Daarmee ontbreekt de feitelijke grondslag voor klagers verwijten. Klacht daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:73 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-092/DH/RO 25-093/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over toegevoegde advocaat bij een vordering tot tenuitvoerlegging kennelijk ongegrond. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:67 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-156/DH/NH/W

    Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking. Geen grond voor gerechtvaardigde twijfel aan de onpartijdigheid van de tuchtrechters.