Zoekresultaten 321-340 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:60 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-063/AL/NH

    Voorzittersbeslissing. Verweerder staat zijn cliënt bij in een geschil met diens wederzijdse buren over een aan de cliënt verleende omgevingsvergunning. Het verwijt van klagers dat verweerder bewust in strijd met de waarheid zou hebben verklaard richting Welstandscommissie, gemeente en de bezwaarcommissie is onvoldoende onderbouwd. In de procedure bij de bestuursrechter mocht verweerder afgaan op de van zijn cliënt verkregen informatie zonder nader onderzoek. Dat verweerder in de procedure bewust onjuistheden heeft verkondigd, is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Evenmin is de voorzitter gebleken dat verweerder misbruik van zijn bevoegdheden heeft gemaakt door beslag te laten leggen onder klager 2 voor incassering van de verschuldigde proceskosten. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:43 Raad van Discipline Amsterdam 25-048/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang en deels kennelijk ongegrond; verweerder mocht afgaan op de informatie die hij van zijn cliënt had ontvangen. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder nader onderzoek had moeten doen is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:67 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-833/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Door zijn persoonlijke betrokkenheid bij zijn cliënt, klaagster en het geschil tussen zijn cliënt en klaagster heeft verweerder zijn onafhankelijkheid in gevaar laten komen door de ex partner van klaagster bij te staan. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De aard en ernst daarvan rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:40 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-676/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens gebrek aan eigen belang. Klacht voor het overige ongegrond. Hoewel de raad zich kan voorstellen dat klager door de inhoud van de ingediende (proces-)stukken onaangenaam is getroffen en gelet op het hierboven onder 5.5 geschetste toetsingskader van een familierechtadvocaat mag worden verwacht dat die zich terughoudend opstelt, geldt dat onwelgevallige uitlatingen van een wederpartij niet zonder meer ontoelaatbaar zijn. Daarvan is pas sprake als uitlatingen bijvoorbeeld apert onjuist zijn of in redelijkheid geen bijdrage kunnen leveren aan het debat. Dit is de raad niet gebleken. Evenmin gebleken dat verweerder onprofessioneel heeft gehandeld, geen blijk heeft gegeven van een oplossingsgerichte insteek en klager op onnodige kosten heeft gejaagd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:61 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-466/AL/DH

    Verzetbeslissing. Verzet voor een deel gegrond, omdat de voorzitter niet is ingegaan op de stelling van klaagster dat zij er pas op 23 december 2022 achter is gekomen dat geen melding bij Veilig Thuis was gedaan. Het betreffende klachtonderdeel is ongegrond, omdat verweerster mocht vertrouwen op de informatie die zij daarover van haar client kreeg. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerster die informatie destijds had moeten verifiëren is uit het klachtdossier niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:44 Raad van Discipline Amsterdam 25-061/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Voor zover verweerder wordt verweten misbruik te maken van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand door namens zijn cliënte zoveel procedures te voeren, heeft klager geen rechtstreeks belang en is de klacht niet-ontvankelijk. Verder is de klacht kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder namens zijn cliënte procedures start met het enkele doel klager financieel en mentaal te verzwakken. Tot slot heeft verweerder met zijn reactie op de Google review van klager de grenzen van het betamelijke opgezocht. Maar omdat de voorzitter op zich begrip heeft voor de boosheid van verweerder over de geplaatste review van klager en verweerder zijn review kort daarna weer heeft aangepast voert het te ver om verweerders handelen in deze context als onbetamelijk en klachtwaardig aan te merken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:68 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-834/AL/GLD/D

    Dekenbezwaar. Verweerster heeft de belangen van enkele cliënten veronachtzaamd door niet of slecht bereikbaar te zijn. Zij heeft ook beroepsfouten gemaakt. Omdat dit alles zich afspeelde in een periode waarin verweerster te maken had met ingrijpende persoonlijke omstandigheden, volstaat de raad met een berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-482/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De stelling van verweerster dat haar cliënt moet worden aangemerkt als klokkenluider en het beroep op de Klokkenluidersrichtlijn en de Wet bescherming Klokkenluiders maken niet dat het optreden van verweerster niet vatbaar is voor tuchtrechtelijke toetsing. Verweerster heeft bij herhaling vorderingen aanhangig gemaakt bij de overheidsrechter ondanks het feit dat in meerdere procedures is bevestigd dat de overheidsrechter niet bevoegd is vanwege een tussen partijen overeengekomen arbitragebeding. Verweerster heeft misbruik gemaakt van procesrecht. Verweerster heeft blijk gegeven van een gebrek aan vakbekwaamheid en onafhankelijkheid ten opzicht van haar cliënt. Het met voorbijgaan aan de domiciliekeuze laten betekenen van dagvaardingen aan de privé adressen van gedaagden, zonder gelijktijdige verzending van een afschrift van de dagvaarding aan hun advocaten, is een schending van gedragsregel 25 en in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerster heeft haar verantwoordelijkheid miskend voor de belangen van anderen en is niet in staat gebleken tot professionele distantie en terughoudendheid. Verweerster heeft bij herhaling en gedurende een periode van meerdere jaren tuchtrechtelijk verwijtbaar en in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid en deskundigheid gehandeld. Op grond van de ernst van het vastgestelde tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en het feit dat verweerster reeds meerdere malen tuchtrechtelijk is veroordeeld acht de raad oplegging van een schorsing voor de duur van twaalf weken, waarvan vier weken voorwaardelijk, passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-478/AL/MN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:69 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-858/AL/MN

    Verweerster heeft klager, een aannemer, onvoldoende geïnformeerd en geadviseerd over het aansprakelijk stellen en in vrijwaring oproepen van een onderaannemer. Hiermee heeft verweerster de belangen van klager geschaad. Verweerster is verder niet welwillend geweest bij het overdragen van dossiers van klager aan een opvolgend advocaat. De raad legt een berisping op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-520/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:70 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-721/AL/GLD/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in een zedenzaak geprobeerd te bemiddelen voor de verdachte. De verdachte werd bijgestaan door een andere advocaat en verweerder heeft de behandelend advocaat niet in kennis gesteld van het verzoek van de verdachte tot het doen van een bemiddelingspoging en zijn voornemen om daaraan gehoor te geven. Het verwijt dat verweerder met zijn bemiddelingspoging ongeoorloofde druk heeft uitgeoefend op een slachtoffer getuige in de zedenzaak oordeelt de raad ongegrond. Waarschuwing, waarbij de raad in aanmerking neemt dat verweerder excuses heeft gemaakt aan zowel de advocaat van de verdachte als de advocaat van het slachtoffer.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:40 Raad van Discipline Amsterdam 24-717/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat ongegrond. Dat verweerder klager op enig moment op onjuiste of onzorgvuldige wijze zou hebben bijgestaan en niets voor hem zou hebben willen doen, zoals klager verweerder verwijt, is de raad niet gebleken en klager heeft dit verwijt ook niet nader geconcretiseerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:64 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-594/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:58 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-024/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over onvoldoende informatieverstrekking en onttrekking in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:38 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-797/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Samenhang met 24-795 en 24-797. De deken vordert tenuitvoerlegging van de bij beslissing van de raad van 18 juli 2022 (kenmerken 21-936 en 21-937/DB/ZWB) opgelegde voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee maanden. De proeftijd ving aan op 18 augustus 2022 en eindigde op 18 augustus 2024. De in de klachtdossiers 24-795 en 24-796/DB/ZWB aan de orde zijnde tuchtrechtelijke verwijten hebben betrekking op het handelen en nalaten van verweerder gedurende deze proeftijd. Toewijzing vordering TUL.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:10 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440376 KL RK 24-123

    Klaagster stelt dat het concept van het levenstestament niet overeenkomt met de wensen van moeder. Klaagster heeft aangevoerd dat zij de klacht primair namens haar moeder heeft ingediend op grond van een mondelinge volmacht. Ten tijde van het indienen van de klacht was moeder nog handelingsbekwaam. Zij had dus zelf kunnen klagen indien zij van mening was dat de notaris onzorgvuldig had gehandeld of klaagster daartoe schriftelijk kunnen machtigen. Uit niets kan verder blijken dat de moeder op de hoogte was van deze klacht of expliciet instemde met het handelen van klaagster. De conclusie is daarom dat niet is komen vast te staan dat moeder klaagster heeft gemachtigd de klacht namens haar in te dienen. Klaagster is geen partij bij het opstellen van het levenstestament en wordt daarin ook niet (als betrokkene) vermeld. Er is bij het levenstestament geen regeling getroffen of geweigerd die het vermogen of de positie van klaagster rechtstreeks raakt. De enkele omstandigheid dat klaagster de dochter is van moeder, en moeder voorts goederen en tegoeden heeft is onvoldoende om als belanghebbende te worden aangemerkt. Het bestaan van een familierechtelijke relatie geeft op zichzelf dus geen toegang tot het tuchtrecht. De stelling van klaagster dat het “gebruikelijk” is om kinderen als gevolmachtigde in het levenstestament op te nemen, wat daarvan ook zij, levert ook geen rechtstreeks persoonlijk belang van klaagster op. Klaagster kan niet als belanghebbende worden aangemerkt.Klacht niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:7 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/434223 KL RK 24-41

    Klagers verwijten de notaris dat hij weigert om, ondanks verzoek daartoe (jaarlijks), rekening en verantwoording af te leggen over de door hem in depot gehouden gelden. De kamer is van oordeel dat de notaris in dit geval, vooral nu klagers daarom (meermaals) hebben verzocht, een volledig mutatieoverzicht van het verloop van de door hem in depot gehouden gelden, inclusief vermelding van (negatieve) rente en overige (bank)kosten, aan klagers had moeten toesturen. Door dit niet te doen en een weigerachtige houding aan te nemen heeft de notaris niet gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:36 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-795/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Samenhang met 24-796 en 24-797. Klacht over excessief declareren deels niet-ontvankelijk, deels gegrond, deels ongegrond. Klaagster sub 1 is een schaderegelingskantoor dat op grond van rechtsbijstandsverzekeringen de advocaatkosten van de door verzekerden gekozen advocaten vergoedt en klaagt over de hoogte van in drie dossiers door het kantoor van verweerder verzonden declaraties. In een van deze drie dossiers komt de raad de hoogte van de declaraties, alle feiten en omstandigheden in aanmerking genomen, waaronder de complexiteit en het financieel belang van de zaak, bovenmatig voor. Binnen het bestek van de onderhavige klachtzaak kan echter niet van een “patroon van excessief declareren” worden gesproken. Omdat verweerder binnen bekwame tijd na ontvangst van het dekenstandpunt alsnog tot terugbetaling van een deel van de betaalde declaratie is overgegaan, is het verwijt dat verweerder het bedrag van € 21.452,76 ten onrechte heeft behouden, ongegrond. De raad overweegt tot slot dat “oplichting” een strafrechtelijke kwalificatie betreft, terwijl de tuchtrechter niet de bevoegdheid is heeft om te oordelen over de vraag of al dan niet van strafrechtelijk handelen sprake is. De raad zal zich voor wat betreft dit onderdeel van de klacht dan ook onbevoegd verklaren. Onder meer gelet op tuchtrechtelijk verleden: schorsing voor de duur van twaalf weken.

  • Klager is notaris en houdt kantoor in een maatschap samen met de aangeklaagde notarissen. Hij schetst in zijn klacht een beeld van de interne twisten die zich in de maatschap afspelen. Die twisten hebben te maken met het ontvlechten van het kantoor en duiden op sterk getroubleerde onderlinge verhoudingen. Klager maakt de notarissen verwijten, maar volstaat met een summiere opsomming die een fragmentarische indruk maakt. Feitelijke onderbouwing door klager ontbreekt. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in een aantal klachtonderdelen en de overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard.