Zoekresultaten 1-20 van de 13847 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:114 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2761
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:114
Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klaagster heeft beroep aangetekend. Het beroepschrift is echter niet tijdig ontvangen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De maatregel van waarschuwing blijft in stand.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2695
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:115
Klacht is door het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam deels gegrond verklaard zonder oplegging van maatregel. Klager komt tijdig in beroep maar voert onvoldoende beroepsgronden aan. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De gedeeltelijke gegrondverklaring zonder oplegging van maatregel blijft in stand.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7362
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:76
Gedeeltelijk gegronde klacht (doorhaling) van een zorgverzekeraar tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige stelde voor verschillende zorgaanbieders (thuis)zorgindicaties. De gegrond verklaarde klachtonderdelen gaan over het afgeven van indicaties die n iet voldeden aan de daaraan te stellen eisen en het niet beschikken over een deugdelijke zorgadministratie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7361
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:77
Gegronde klacht (doorhaling) van een zorgverzekeraar tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige was eigenaar/bestuurder van een onderneming die (thuis)zorg verleende. De gegrond verklaarde klachtonderdelen gaan over het declareren van niet geleverde zorg, het declareren van zorg die niet voor vergoeding in aanmerking komt en het niet voldoen aan de dossierplicht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7920
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:78
(Kennelijk) ongegronde klacht van patiënt (vertegenwoordigd door zijn vader) tegen een kinderarts. Klager werd vanwege het vermoeden van een insult gezien op de SEH. Verwijt gaat over het stellen van een onjuiste diagnose en verlenen van onjuiste zorg als gevolg van het afzien van beeldvormend onderzoek. Het college oordeelt dat de werkdiagnose obstipatie met overloopdiarree niet onzorgvuldig was en dat beeldvormend onderzoek niet geïndiceerd was.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7457
- Datum publicatie: 10-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:79
Klacht tegen een orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Bij klager is in 2017 door de orthopedisch chirurg een heupprothese geplaatst. De operatie verliep voorspoedig en er waren geen complicaties. Wel kreeg klager na enige tijd (ernstige) rugklachten, waarvoor hij meerdere keren bij de orthopedisch chirurg op consult kwam. De orthopedisch chirurg heeft klager onderzocht en naar diverse specialisten verwezen. Klager verwijt de orthopedisch chirurg, samengevat, dat hij de operatie onzorgvuldig heeft uitgevoerd en niet adequaat heeft gereageerd op zijn klachten.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7127
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:75
Een klacht tegen een gz-psycholoog wordt ongegrond verklaard.Klager is veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Verweerder was van juli 2020 tot en met mei 2024 zijn hoofdbehandelaar. Klager verwijt verweerder dat hij beloftes over het deelnemen van de reclassering aan de gesprekken met klager en het tijdstip van het insturen van de verlofevaluatie van klager niet is nagekomen en diens huidige verlofmachtiging heeft laten verlopen.Het college acht klager ontvankelijk in zijn klachten omdat deze betrekking hebben op de individuele gezondheidszorg. De door klager gestelde feiten zeggen namelijk iets over de huidige status en voortgang van de behandeling van klager. Uit de stukken blijkt echter niet dat verweerder de door klager gestelde beloftes heeft gedaan of de verlofmachtiging van klager heeft laten verlopen. Deels blijkt daaruit eerder het integendeel. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit anders is. De klacht is daarom ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7441
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:76
Klager wordt in een klacht tegen een chirurg gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht wordt gedeeltelijk ongegrond verklaard. Verweerder voert in 2014 een fundoplicatie bij klager uit. Dat is een chirurgische operatie waarbij de bovenkant van de maag als een “manchet” om de onderkant van de slokdarm wordt gewikkeld. Op deze manier wordt voorkomen dat de maaginhoud terugvloeit naar de slokdarm. Klager dient in 2024 een klacht in over het vooronderzoek, de operatie en de nazorg. Het college oordeelt dat een aantal klachtonderdelen te laat is ingediend en daarom verjaard zijn en dat de andere klachtonderdelen geen steun vinden in het dossier en klager deze ook niet aannemelijk heeft gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7514
- Datum publicatie: 09-07-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:77
Tandarts. Klacht: bij extractie niet nagevraagd of verdoving werkte, niet geacht tot verdoving werkte, geen afspraken gemaakt wat te doen bij pijn verzoek te stoppen; doorgegaan met trekken kies terwijl klaagster herhaaldelijk riep dat zij pijn had en hand van de tandarts probeerde weg te duwen; doorgegaan met trekken terwijl begeleidster verzocht te stoppen en zei dat er sprake was van PTSS/trauma bij klaagster. Tandarts zou niet bekend zijn met termen PTSS/trauma en klaagster niet serieus genomen hebben. College: Ongegrond. Niet vast komen te staan of tandarts heeft gevraagd of verdoving was ingewerkt of afspraken heeft gemaakt wat te doen bij pijn of verzoek te stoppen. Wel aannemelijk geworden dat tandarts heeft gewacht tot verdoving was ingewerkt. Niet vast komen te staan dat klaagster heeft gezegd dat zij pijn had en tandarts heeft verzocht om stoppen. Ook geen aanknopingspunten in dossier. Niet verwijtbaar dat tandarts doorging met trekken kies, ondanks verzoek begeleidster om te stoppen omdat rol/status begeleidster niet bekend was. Aanwezigheid eventuele PTSS was tevens niet bekend en niet gebleken dat tandarts niet bekend zou zijn met termen PTSS/trauma. Klaagster wel serieus genomen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7597
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:173
Klaagster kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster klaagt namens haar moeder (hierna: patiënte) die in behandeling bij de cardioloog is geweest. Na een aantal gesprekken met patiënte en haar familie is aan patiënte en een andere dochter uitgelegd dat er geen medische mogelijkheden meer waren en dat besloten is dat een nieuwe opname niet zinvol was. Klaagster verwijt de cardioloog dat hij de patiënte niet geïnformeerd heeft over de beslissingen betreffende niet behandelen en het no-returnbeleid. Het college is van oordeel dat onvoldoende concrete aanknopingspunten zijn te vinden die aannemelijk maken dat klaagster de wil van patiënte vertegenwoordigt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7628
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:174
Deels gegronde klacht tegen een arts. Klager en de arts zijn bekenden van elkaar. De arts vernam tijdens een patiëntenbespreking dat klager plotseling was opgenomen. Zij bezocht hem twee keer en bekeek het medisch dossier. Klager verwijt haar dat dit ongeoorloofde inzage was en dat de arts medische informatie heeft gedeeld die anders was dan de informatie die door zijn behandelend arts werd gedeeld. De arts heeft inzicht getoond in de onjuistheid van haar handelen en mede gelet op de omstandigheden waaronder de schending van het inzagerecht heeft plaatsgevonden, het reflecteren van de arts ter zitting en de reeds genomen maatregelen naar aanleiding van de onbevoegde inzage, ziet het college geen aanleiding om de arts nog een maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7945
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 08-07-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:172
Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager is onvrijwillig opgenomen op een gesloten afdeling voor mensen met dementie in een verpleeghuis. Klager verwijt verweerster met name dat zijn opname te lang heeft geduurd. Het college is van oordeel dat het niet te lang heeft geduurd voordat een (her-)beoordeling van de diagnose van klager heeft plaatsgevonden. Weliswaar was niet met zekerheid te bevestigen of uit te sluiten dat er sprake was van dementie, maar er bestond wel een reden voor opname.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8556
- Datum publicatie: 04-07-2025
- Datum uitspraak: 03-07-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:75
Voorzittersbeslissing. Klager kennelijk niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht. Klager (tandarts) dient – na diverse eerdere (tucht)klachten – weer een tuchtklacht in tegen een collega tandarts met wie hij een conflict heeft. Ondanks een poging van het Centraal Tuchtcollege tijdens een zitting op 7 april 2025 klager tot andere inzichten te brengen, volhardt klager in zijn handelwijze en heeft hij opnieuw een tuchtklacht tegen aangeklaagde ingediend. De voorzitter komt tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van aangeklaagde om te worden beschermd tegen het steeds opnieuw indienen van klachten tegen hem.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2781
- Datum publicatie: 03-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:109
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen door het medisch dossier niet aan te passen op verzoek van klager en door incorrecte aantekeningen, en dat zij de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt heeft beschadigd door onjuistheden en onjuiste data in het dossier te noteren en het niet aanpassen van het dossier. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ongegrond. De huisarts mocht weigeren om gegevens in het medisch dossier te vernietigen en de huisarts heeft voldoende inspanningen geleverd om klager zijn medisch dossier en de logging-gegevens van zijn medisch dossier te verstrekken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2671
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:107
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2672
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:108
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7539
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 02-07-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:74
Ongegronde klacht tegen oogarts. Vitrectomie na netvliesloslating. Volgens klager had de operatie eerder moeten plaatsvinden vanwege risicofactoren, is er niet adequaat gereageerd op de verergering van zijn klachten en is er onvoldoende verslaglegging. Spoedindicatie. Geen urgentie verhogende argumenten om van standpunt NOG af te wijken. Conclusies onafhankelijke onderzoekscommissie onvoldoende onderbouwd. Op goede gronden afgezien van suboptimale alternatieven. Geen dossieraantekeningen over tussentijdse telefonische hulpvraag van klager en medische afhandeling daarvan. Niet kan worden vastgesteld dat oogarts op de hoogte was. Geen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor het ontbreken van de verslaglegging op dit punt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:110 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2522
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:110
Gegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in het kader van een langlopende letselschade procedure na een ongeval een (derde) deskundigenrapport opgesteld. De conclusie in dat rapport is dat er bij klager sprake is van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis die niet het gevolg is van het ongeval. Klager is het niet eens met de wijze waarop de psychiater tot haar conclusies is gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat het rapport van de psychiater op drie punten niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Dit betreft de manier waarop de psychiater de door haar verkregen informatie heeft samengevat, de wijze van formuleren waardoor de schijn van vooringenomenheid is ontstaan en de onderbouwing van de diagnose (vermoedelijke) persoonlijkheidsstoornis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de psychiater een berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van de psychiater.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2439
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:104
De klacht tegen een psychotherapeut is deels verjaard. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege een door hem als ‘pro‑forma klaagschrift’ geduid stuk ingediend. Hieruit blijkt niet de inhoud van de klacht en evenmin de feiten en omstandigheden waarop deze klacht is gebaseerd. Drie maanden later heeft hij een aanvulling op dit stuk ingediend. In dit stuk is beschreven welke verwijten klager de psychotherapeut maakt en op welke feiten en omstandigheden hij deze verwijten baseert. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat klachtonderdelen a) en b) verjaard zijn en dat klachtonderdelen c) en d) wel inhoudelijk kunnen worden beoordeeld maar kennelijk ongegrond zijn. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. De Wet BIG biedt niet de mogelijkheid om door middel van een als ‘pro forma klaagschrift’ aangeduid stuk als hier aan de orde de verjaringstermijn op te rekken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2694
- Datum publicatie: 02-07-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:111
Klacht tegen een psychiater over handelen in de privésfeer. Tweede tuchtnorm. Klaagster is de zus van de psychiater. De verhoudingen tussen klaagster en haar familie is sinds jaren verstoord. De vader van klaagster en de psychiater (hierna: de vader) is in september 2012 opgenomen in een verpleeghuis. In augustus 2015 is vader overleden. Klaagster is daarna een erfrechtelijke procedure gestart tegen de psychiater en haar (andere) broer. De klacht van klaagster bestaat uit 6 klachtonderdelen. Zij verwijt de psychiater onder andere dat hij vader in 2012 wilsonbekwaam heeft verklaard en een geantedateerde schuldbekentenis heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster in drie klachtonderdelen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en de klacht voor het overige kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in één klachtonderdeel en de klacht voor het overige ongegrond.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 693
- Volgende pagina zoekresultaten