Zoekresultaten 21201-21250 van de 44841 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:283 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO b
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:283
Beslissing op verzet. Verweerder heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2016:162 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 706.2016
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 04-08-2016
- ECLI:NL:TGDKG:2016:162
Verzoek tot wraking. Verzoek niet-ontvankelijk verklaard vanwege het feit dat de tuchtrechter geen zaak van verzoeker in behandeling heeft.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16196a
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:55
Klager verwijt verweerder, psychiater, dat hij heeft laten gebeuren dat er een vriendschappelijke en persoonlijke relatie ontstond tussen klager en verweerder en dat deze relatie veel te ver ging. Tevens verwijt klager verweerder dat hij de behandelingsrelatie plotseling heeft beëindigd waardoor klager zich aan zijn lot overgelaten voelde. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:284 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO c
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:284
Beslissing op verzet. Verweerder heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16196b
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:56
Klager verwijt verweerder, psychotherapeut , dat hij heeft laten gebeuren dat er een vriendschappelijke en persoonlijke relatie ontstond tussen klager en verweerder en dat deze relatie veel te ver ging. Tevens verwijt klager verweerder dat hij de behandelingsrelatie plotseling heeft beëindigd waardoor klager zich aan zijn lot overgelaten voelde. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/607725 DW RK/16/456
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 25-04-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:42
Verzoek tot wraking. Verzoek afgewezen. Het verzoek en de aanvullende gronden leveren, op zichzelf beschouwd noch in onderling verband bezien, een grond op voor de stelling dat de plaatsvervangend-voorzitter jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert of dat de dienaangaande bij hem bestaande vrees subjectief dan wel objectief gerechtvaardigd is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:285 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO d
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:285
Beslissing op verzet. Verweerster heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611223 DW RK/16/700
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 25-04-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:43
Verzoek tot wraking. Verzoek niet-ontvankelijk verklaard omdat de rechter niet bij de behandeling van het door klager indiende verzet betrokken was. Onderscheid tussen klacht ingediend in het kader van het tuchtrecht en een klacht van organisatorische aard ingediend in het kader van het klachtrecht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 219/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:84
Fysiotherapeute heeft geneeskundige behandelingsovereenkomst gesloten en vervolgens weer beëindigd voordat de behandeling was begonnen. Op grond van artikel 460 WGBO kan de hulpverlener de behandelingsovereenkomst niet opzeggen, behoudens gewichtige redenen. In richtlijn V.06 “Niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst” van de KNMG is uitgewerkt wat onder gewichtige redenen kan worden verstaan. Ter zitting heeft verweerster aangevoerd dat zij bij eerdere behandelingen niet alleen slechte ervaringen had met het betaalgedrag van deze patiënt, maar dat zij zich tijdens die eerdere behandelingen, die plaatsvonden bij patiënt thuis in aanwezigheid van klager, ook geïntimideerd voelde. Patiënt en klager waren zeer dwingend in hun eisen. Verweerster heeft dit als zeer onprettig ervaren en het heeft afbreuk gedaan aan de vertrouwensrelatie die zij met de patiënt onderhoudt. Deze gebeurtenissen, in combinatie met het eerdere betaalgedrag van de patiënt, kwalificeren als gewichtige redenen als bedoeld in artikel 460 WGBO. Hoewel het beëindigen van de geneeskundige behandelingsovereenkomst op deze korte termijn ongelukkig is te noemen, is geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. In dat verband is van belang dat verweerster zich er van had vergewist dat er geen sprake was van medisch noodzakelijke hulp, dat zij had uitgezocht dat de patiënt al onder behandeling was van een collega en dat tussen de praktijk van die collega en de praktijk van verweerster de afspraak bestond dat zij patiënten terug verwijzen naar de praktijk waar zij in behandeling zijn. Vast staat verder dat patiënt diezelfde middag nog is behandeld door de collega van verweerster. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:81 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170008
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:81
Tav ko 1: Naar het oordeel van het hof doet het er voor de beoordeling van het aan verweerder gemaakte verwijt niet toe of klaagster al dan niet bij het intakegesprek ten kantore van verweerder aanwezig was en of verweerder ervan mocht uitgaan dat klaagster verlangde dat hij voor haar zou optreden. Het kwalijke van zijn behandeling van de zaak zit daarin dat verweerder bij aanvaarding van de opdracht zich niet heeft vergewist van de identiteit van de klaagster als cliënt en vervolgens in geen enkel stadium van zijn bijstand aan klaagster persoonlijk met haar overleg heeft gevoerd over haar bijzondere positie in het geschil, waar zij immers een handtekening had gezet onder een in het Nederlands gestelde akte, waarschijnlijk zonder besef van de inhoud daarvan en de mogelijke consequenties en dat verweerder blijkbaar in het geheel geen oog heeft gehad voor de allerminst denkbeeldige mogelijkheid dat verweerster een wezenlijk tegengesteld belang zou kunnen hebben met zijn vaste cliënt B, op wiens instigatie klaagster de overeenkomst had mede-ondertekend. Tav ko 2: Verweerder erkent in zijn appelmemorie dat hij het voor klaagster ongunstige vonnis van de rechtbank niet met klaagster heeft besproken. Verweerder voert in dit verband aan dat alle contacten via B liepen waarmee hij al jaren een zakelijke relatie had en van wie hij vernam dat hij en klaagster ervan afzagen appel in te stellen. Dit betoog neemt volgens het hof niet weg dat het uiterst laakbaar is dat verweerder geen overleg heeft gevoerd met klaagster en haar bijzondere, van die van zijn vaste cliënt B mogelijk afwijkende, positie in de hele affaire niet met haar heeft besproken en haar niet persoonlijk heeft geadviseerd over de kans om, al dan niet bijgestaan door een andere advocaat, in hoger beroep een beter resultaat te bereiken. Volgt gegrondverklaring van de klacht en het hof acht de door de raad opgelegde maatregel van schrapping passend.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 262/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:85
Tandarts heeft na het ontstaan van caries (wat hem niet valt te verwijten) de mondgezondheid van klaagster onvoldoende in kaart gebracht. Onvoldoende uitgevraagd omtrent gezondheid en voeding en niets opgeschreven. Evenmin is iets vastgelegd omtrent de toestand van het tandvlees en ook van adviezen voor de mondverzorging of behandeling is niet gebleken. Verweerder heeft alleen de verrichtingen genoteerd. Goede, toegankelijke en begrijpelijke verslaglegging in het medisch dossier is van groot belang niet alleen voor de kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening en begeleiding, maar ook omdat het een reconstructie van de toedracht mogelijk maakt en de behandelaar in staat stelt -waar nodig- verantwoording af te leggen van het gevoerde beleid. (Zie CTG 11 december 2014, 2014.140). Het beleid van verweerder valt bij gebreke van een goede verslaglegging dan ook slechts te beoordelen aan de hand van de verrichtingen en foto’s waaruit blijkt van matige behandeling van een aantal caviteiten. Het college heeft rekening gehouden met de omstandigheid dat ter zitting onvoldoende is gebleken dat verweerder inzicht heeft (gekregen) in de beperktheid van zijn . Volgt een berisping en publicatie.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:82 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160252
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:82
De raad heeft – kort samengevat – geoordeeld dat niet is gebleken dat verweerder ten aanzien van de in hoger beroep aan de orde zijnde klachtonderdelen ten opzichte van klaagster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De grieven die in het beroepschrift naar voren zijn gebracht en het onderzoek ter zitting, waarbij om een toelichting is gevraagd op de grieven ten aanzien van de afzonderlijke klachtonderdelen, hebben niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden dan ook verworpen en de beslissing van de raad wordt bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 261/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:86
Klacht tegen huisarts. De klacht betreft het niet nakomen van de toezegging van de tragist van de HAP om klager terug te bellen. Niet correct maar, gegeven de omstandigheden, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:83 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160315
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:83
Klaagsters hebben ter zitting verklaard de intrekking van de klacht te handhaven. Verweerder heeft het hof verzocht de beslissing van de raad te vernietigen waartegen klaagsters zich niet hebben verzet. Met deze stand van zaken heeft verweerder verklaard geen voortzetting van de behandeling van de klacht te verlangen. Het hof ziet geen aanleiding de deken de gelegenheid te bieden tot het innemen van een standpunt ter zake van de beslissing tot voortzetting van de behandeling van de klacht. Uit de eerdere visie van de deken blijkt immers al dat de deken de klacht ongegrond acht. Op grond hiervan heeft het hof de beslissing van de raad vernietigd en verstaan dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:77 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160309
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:77
Allereerst heeft verweerder gegriefd tegen r.o. 5.4 en 5.5 van de bestreden beslissing van de raad, waarin wordt overwogen dat de raad gebruik maakt van zijn bevoegdheid om de klacht ambtshalve aan te vullen ex artikel 46d, lid 9, Advocatenwet. Naar het oordeel van het hof is deze grief gegrond. Uit de stukken van de procedure bij de raad valt niet af te leiden dat verweerder in de gelegenheid is gesteld te reageren op de ambtshalve toegevoegde klacht, en het hof houdt het er dan ook voor dat verweerder, zoals hij stelt, eerst uit de bestreden beslissing heeft kunnen afleiden dat de raad de klacht ambtshalve heeft aangevuld. Aldus heeft de raad in strijd gehandeld met het fundamentele rechtsbeginsel van hoor en wederhoor. Het hof ziet aanleiding om ook het inhoudelijke oordeel van de raad met betrekking tot de ambtshalve aangevulde klacht, waartegen verweerders tweede grief gericht is, te toetsen. Naar het oordeel van het hof kan gezien de omstandigheden niet worden gezegd dat (de cliënte van) verweerder geen enkele aanleiding had om aan te dringen op een onderzoek. Het hof beseft terdege dat het voor klager hoogst onaangenaam was dat verweerder hem in verband bracht met een mogelijke belangenverstrengeling, maar wijst erop dat het tuchtrecht er niet toe dient om advocaten te corrigeren die een brief hebben verstuurd waarin een visie wordt ontvouwd waarmee de wederpartij van hun cliënt het volledig oneens is. Zelfs als later duidelijk wordt dat die visie onjuist was, is daarmee niet gegeven dat de advocaat zich niet heeft gedragen als een behoorlijk advocaat betaamt (vergelijk HvD 29 november 2010; ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1372).
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 297/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:87
Klacht tegen huisarts. De klacht betreft het niet nakomen van de toezegging van de tragist van de HAP om klager terug te bellen. Niet correct maar, gegeven de omstandigheden, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:75 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-099/DH/RO
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 11-05-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:75
voorzittersbeslissing, klacht tegen advocaat wederpartij
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:78 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160310
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:78
In ko a verwijt klager verweerder in essentie dat verweerder niet, althans onvoldoende met klager heeft gecommuniceerd over de te volgen strategie in hoger beroep en in cassatie en dat verweerder zonder uitdrukkelijke machtiging van klager cassatieberoep heeft ingesteld en een kansloos cassatiemiddel heeft ingediend. Eerst vanaf augustus 2013 was verweerder bekend met een mailadres, waarop hij klager kon bereiken. Het hof is van oordeel dat verweerder vanaf dat moment per mail met klager had dienen te communiceren over de stand van zaken in de procedure in hoger beroep en de te volgen stappen en in te schatten kansen in de cassatieprocedure, waaronder de indiening van een cassatieschriftuur. Met betrekking tot het onderdeel van de klacht dat ziet op het zonder nadrukkelijke machtiging van klager instellen van een cassatieberoep stelt het hof vast dat klager volgens zijn verklaring op 8 november 2013 in kennis werd gesteld van het arrest van het hof. In het daarop volgende contact met verweerder heeft klager begrepen dat verweerder “het zou regelen”. Verweerder heeft dit naar het oordeel van het hof kunnen opvatten als een instructie tot het instellen van cassatieberoep. Tav ko c Met de raad is het hof van oordeel dat verweerder, door pas na anderhalve à tweeënhalve maand een melding te doen bij zijn beroepsaansprakelijkheids-verzekeraar, niet de voortvarendheid heeft betracht die van hem had mogen worden verwacht bij de melding aan zijn assuradeur.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:88
klacht tegen verloskundige. Doorverwijzing naar ziekenhuis na klachten over buikpijn bij zwangerschap 18/4. Verweerster dacht primair aan nierproblemen. Klaagster bleek weeën te hebben en is vroegtijdig in het ziekenhuis bevallen. De afwezigheid van een blaasontsteking, de toenemende pijn over de dag, het feit dat klaagster tot driemaal de verloskundigenpraktijk had gebeld en de golfbeweging van de pijnintensiteit hadden ertoe moeten leiden dat verweerster de mogelijke oorzaken op haar vakgebied, de verloskunde, adequaat had onderzocht en bevestigd of verworpen. .
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:76 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-100/DH/RO
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 11-05-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:76
voorzittersbeslissing, klacht tegen de advocaat van de advocaat-wederpartij in de klachtzaak met nummer 17-099/DH/RO
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:79 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160146
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:79
De raad heeft - kort samengevat - geoordeeld dat verweerder ten aanzien van klager niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden dan ook verworpen en de beslissing van de raad wordt bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 118/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:89
Klacht tegen (beginnend) verloskundige. Klacht dat verweerster niet kenbaar heeft gemaakt dat zij niet bevoegd was echo’s te maken, dat zij tweemaal een echo verkeerd heeft beoordeeld en klaagster ten onrechte heeft laten weten dat zij nog zwanger was. Klacht in alle onderdelen gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:77 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-096/DH/DH
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:77
voorzittersbeslissing; klager verwijt verweerder dat hij onvoldoende heeft gedaan. klacht kennelijk ongegrond. klacht hangt samen met zaak 17-095/DH/DH
-
ECLI:NL:TNORARL:2017:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/313393/KL RK 16/153
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 01-05-2017
- ECLI:NL:TNORARL:2017:12
Klager verwijt de notaris onjuist te hebben gehandeld bij het opstellen en het afhandelen van het levenstestament van de vader van klager. De kamer komt tot het oordeel dat niet is gebleken dat de notaris onzorgvuldig te werk is gegaan en overweegt onder meer het volgende. Het is in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of een partij voldoende bekwaam is om de inhoud van een akte te begrijpen. Slechts als daarover bij hem gerede twijfel bestaat, zal de notaris verdere stappen, zoals genoemd in het Stappenplan, moeten overwegen. De notaris mocht gevolg geven aan het verzoek van een derde om een levenstestament voor vader op te maken. De notaris diende vervolgens wel na te gaan of het de wens van vader was om een levenstestament op te stellen en of vader daartoe in staat was. De notaris is tot de conclusie gekomen dat dit het geval was. Het levenstestament hield niet meer in dan het verlenen van een algemene volmacht tot behartiging van zakelijke belangen. Daarmee werd de feitelijke situatie schriftelijk vastgelegd en bestendigd voor het geval vader niet meer zelf zou kunnen handelen. Van beïnvloeding is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-151/DH/RO
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 11-05-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:78
voorzittersbeslissing, klacht over onwelgevallig procesadvies kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 117/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:90
Klacht tegen verloskundige. Klacht onder meer dat verweerster een waarneemster onbevoegd echo’s heeft laten uitvoeren. De waarneemster had een zeer beperkte minor ‘Echoscopie basis, liggingsbepaling’ gevolgd. Klacht in zoverre gegrond. Volgt een waarschuwing met publicatie.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1218.2016
- Datum publicatie: 11-05-2017
- Datum uitspraak: 25-04-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:41
De gerechtsdeurwaarder heeft de objectieve schijn van partijdigheid en/of afhankelijkheid ten aanzien van gekochte vorderingen gewekt. De Kamer acht dit voor een gerechtsdeurwaarder onwenselijk. De Kamer acht de klacht gegrond en legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:140 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.447
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:140
Klacht tegen een huisarts. De kern van het verwijt (ook in beroep) is dat de huisarts klager bot en/of onheus bejegend heeft, toen klager in de wachtruimte van diens praktijk zat omdat hij een vraag had aan een van de doktersassistentes. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt op grond van het schriftelijk en mondeling debat tijdens de terechtzitting in beroep omtrent het handelen van de huisarts tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege en neemt hetgeen het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De beoordeling van de klacht’ heeft overwogen over de handelwijze van de huisarts hier over. Daarmee onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat er geen aanwijzingen zijn voor enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten van de huisarts. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1058/DB/OB
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:93
Advocaat heeft gemotiveerd uitgelegd waarom de cliënt in een zaak wegens een zakelijk belang niet voor een toevoeging in aanmerking kwam. In een andere zaak is de toevoegingsaanvraag weliswaar even blijven liggen, maar heeft de behandeling van de zaak geen vertraging opgelopen, aangezien gedurende de toevoegingsaanvraag door de advocaat wel werkzaamheden zijn verricht. Gelet op de omvang en de complexiteit van het dossier geen sprake van dusdanig traag handelen, waarvan verweerder tuchtrechtelijk een verwijt dient te worden gemaakt. Dit geldt ook voor de termijn waarbinnen gereageerd is op de ingediende klacht. Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:135 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.199 t/m C2016.235
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:135
Klacht tegen 37 huisartsen. Klager presenteert zich als initiator en woordvoerder van een burgerinitiatief dat zich verzet tegen sluiting van een dependance van een huisartsenpost in een gemeente (waar klager niet woonachtig is), waardoor de inwoners van die gemeente voor acute zorgvragen zijn aangewezen op een andere huisartsenpost (in de gemeente waar klager woont). Klager verwijt verweerders – kort gezegd – dat zij weigeren deel te nemen in een door klager voorgestane waarnemingsregeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, primair omdat hij niet kan worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende en subsidiair omdat er geen sprake is van schending van een tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege volgt het college in eerste aanleg in het oordeel dat klager in casu niet als rechtstreeks belanghebbende kan worden aangemerkt en derhalve niet in zijn klacht kan worden ontvangen. Aan beantwoording van de vraag of de gemaakte verwijten onder een van de tuchtnormen van artikel 47 lid van de Wet BIG valt komt het Centraal Tuchtcollege daarmee niet toe. Het beroep van klager wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:136 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.300
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:136
Klager werd volgens het mutatierapport van de politie aangehouden omdat hij gevaarlijk rijgedrag had vertoond. Hij weigerde mee te werken aan een alcoholtest. Omdat klager zeer verward en mogelijk psychisch niet in orde overkwam is verweerder, forensisch arts, ingeschakeld. Klager is diabetespatiënt. De politie heeft het rijbewijs van klager ingevorderd. Met verwijzing naar het mutatierapport en de mededeling van de politie aan het CBR verwijt klager verweerder dat hij: 1) een uitspraak heeft gedaan over het innemen van klagers rijbewijs, 2) klager geen spreekkamer heeft aangeboden, 3) de politie heeft geïnformeerd over de suikerziekte, 4) niet heeft uitgelegd wat hij zou onderzoeken en rapporteren, 5) ten onrechte een verwijsbrief heeft geschreven, 6) klager geen afschrift van zijn dossier heeft gegeven, 7) geen onderzoek heeft gedaan, en 8) de huisarts heeft geïnformeerd terwijl klager dar niet mee akkoord was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 3 en 4 gegrond verklaard en de arts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht afgewezen en is publicatie gelast van de beslissing na het onherroepelijk worden daarvan. Nadat de arts in beroep is gegaan van deze beslissing heeft het Centraal Tuchtcollege de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege vernietigd en de klacht ook in de onderdelen 3 en 4 als ongegrond afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:89 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1015/DB/OB
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 01-05-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:89
Klager sub 3 overlijdt. Na de deken en verweerster te hebben gehoord geen redenen van algemeen belang, die nopen tot voortzetting van de behandeling van zijn klacht. Verweerster heeft in haar beslagrekest de beslagrechter onjuist en onvolledig ingelicht in de zin van het bepaalde in artikel 21 Rv en handelt daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar. Aangezien de vordering waarvoor beslagverlof werd gevraagd, enige grondslag ontbeert, had het voor verweerster duidelijk moeten zijn dat het beslagverlof op onterechte gronden was gevraagd en verkregen. Onder deze omstandigheden had verweerster op verzoek/sommatie van klaagsters het beslag dienen op te heffen en is het tegen beter weten in en zonder redelijk doel handhaven van het beslag tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2016:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 16/01
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 02-09-2016
- ECLI:NL:TDIVBC:2016:4
Hond. Nalatig handelen bij onder narcose brengen en bij de operatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.389 t/m c2016.425
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:137
Klacht tegen 37 huisartsen. Klager verzet zich persoonlijk maar ook namens een burgerinitiatief tegen sluiting van een dependance van een huisartsenpost in de gemeente waar klager woonachtig is, waardoor de inwoners van die gemeente voor acute zorgvragen zijn aangewezen op een huisartsenpost in een andere gemeente. Klager verwijt verweerders – kort gezegd – dat zij weigeren deel te nemen in een waarnemingsregeling in een extra huisartsenpost in de woonplaats van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht omdat er geen sprake is van schending van een tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep klager.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:90 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-253/DB/OB
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 01-05-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:90
(Vermeende) fouten en onjuistheden in het proces-verbaal van de zitting rechtvaardigen vormen geen grond voor wraking. Verzoek tot wraking afgewezen.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2016:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 16/02
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 13-10-2016
- ECLI:NL:TDIVBC:2016:5
Operatie hond
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:138 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.309
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:138
Klacht tegen verpleegkundige over toediening verkeerde hoeveelheid insuline aan diabetespatiënt en de wijze waarop gehandeld werd toen een lage bloedsuikerwaarde werd geconstateerd. Regionaal Tuchtcollege verwerpt de klacht en ook het beroep wordt verworpen. Het Centraal Tuchtcollege overweegt wel dat, hoewel van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de verpleegkundige geen sprake is, de verpleegkundige er beter aan gedaan zou hebben als zij op het moment dat de lage bloedsuikerwaarde werd geconstateerd de huisartsenpost of diabetesverpleegkundige had geconsulteerd, dan wel in elk geval de thuiszorgverpleegkundige die later in de dienst bij klager thuis zog komen had geïnformeerd. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:91 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1105/DB/OV/D en 16-1187/DB/OV/D
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:91
Een advocaat dient onvoorwaardelijk medewerking te verlenen aan een dekenaal tuchtrechtelijk onderzoek naar aanleiding van door de deken ontvangen signalen, alsmede aan het door de deken uit te oefenen proactief toezicht. Het is niet aan de advocaat maar aan de deken om te bepalen of het toezicht door de deken zelf of door een door de deken daartoe aangewezen ander lid van de raad van de orde wordt uitgeoefend. Het enkele feit dat een advocaat een klacht heeft ingediend tegen een deken maakt dit niet anders. Dit zou immers betekenen dat een advocaat, enkel door een klacht tegen een deken in te dienen, de deken in diens toezichthoudende taak zou kunnen frustreren. Bezwaren gegrond, schorsing zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden dat advocaat binnen een maand na het onherroepelijk worden van de beslissing onvoorwaardelijk medewerking heeft verleend aan het dekenaal onderzoek, de door de deken gestelde vragen heeft beantwoord en de gevraagde jaarcijfers aan het bureau van de orde heeft toegezonden
-
ECLI:NL:TDIVBC:2016:6 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 16/04
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 13-10-2016
- ECLI:NL:TDIVBC:2016:6
Hond. Ten onrechte cardiomyopathie gediagnostiseerd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:139 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.432
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:139
Op 4 mei 2015 is besloten dat van chirurgisch ingrijpen bij de patiënt, de vader van klaagster, gelet op diens conditie zou worden afgezien. De patiënt is later die dag overleden. Klaagster verwijt de arts dat hij palliatieve sedatie heeft nagelaten, waardoor de patiënt voorafgaand aan zijn overlijden onnodig heeft geleden en dat de arts de familie onvoldoende over het traject heeft geïnformeerd. Het Regionaal heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. De arts heeft adequaat gehandeld door het lijden van de patiënt, voor zover dat mogelijk was, te verlichten. Het beroep moet worden verworpen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:92 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1106/DB/NN en 17-135/DB/OB
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:92
De advocaat komt geen bevoegdheid toe om voorwaarden te stellen aan zijn medewerking aan een dekenaal onderzoek dan wel te bepalen door wie het onderzoek dient te worden uitgevoerd. Het is aan de deken voorbehouden om te bepalen op welke wijze hij zijn dekenaal onderzoek inricht en door wie dit wordt uitgevoerd. Het enkele feit dat de advocaat tegen wie het onderzoek zich richt een klacht tegen de deken heeft ingediend maakt dit niet anders. Dit zou immers betekenen dat een advocaat enkel door het indienen van een klacht tegen een deken, die deken in zijn toezichthoudende taak zou kunnen frustreren. Bij uitoefening van toezichthoudenede taak door de deken geen sprake van gedragingen of misdragingen waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klachten ongegrond
-
ECLI:NL:TDIVBC:2016:7 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 16/03
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 13-10-2016
- ECLI:NL:TDIVBC:2016:7
Merrie. Na een inseminatie zonder gegronde reden en zonder overleg met klager vulva gedeeltelijk dichtgehecht.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:74 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160311
- Datum publicatie: 09-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:74
Klacht tegen de advocaat van de voormalig mede-vennoot van klager. Verweerder heeft vanaf de rekening van de geliquideerde vennootschap onder firma betalingen verricht voor zijn eigen declaraties. Nu klager niet de opdrachtgever van verweerder was stond het verweerder niet vrij om zonder voorafgaande toestemming van klager gezamenlijke gelden van klager en diens voormalige mede-vennoot daarvoor aan te wenden. Waarschuwing en proceskostenveroordeling. De klacht wordt voor het overige ongegrond bevonden en de door de raad opgelegde maatregel van schorsing wordt vernietigd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/189VP
- Datum publicatie: 09-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:55
Zaak betreft bemoeizorg. Klager verwijt verweerder als teamleider en direct leidinggevende onzorgvuldig jegens klager en zijn moeder te hebben gehandeld door hen niet te informeren over de onaangekondigde huisbezoeken die hebben plaatsgevonden en de privacy te schenden en hen niet te informeren dat er een medische dossier over hen is aangelegd en het medisch dossier zonder rechtsgrond aan te leggen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/420
- Datum publicatie: 09-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:49
Klager verwijt verweerster oncollegiaal gedrag. Klager heeft een patiënt behandeld. Verweerster heeft vervolgens tegen die patiënt ongegronde kritiek geuit over de behandeling die klager heeft uitgevoerd. Ongegrond
-
ECLI:NL:TNORAMS:2017:15 Kamer voor het notariaat Amsterdam 615225/NT 16-62 615227/NT 16-63
- Datum publicatie: 09-05-2017
- Datum uitspraak: 13-04-2017
- ECLI:NL:TNORAMS:2017:15
Klacht ongegrond. Geen sprake van schending notariële zorgplicht van de notaris die als veilingnotaris optrad en volgens klagers haar diensten had moeten weigeren. Geen sprake van door klagers gestelde (schijn van) partijdigheid.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-317
- Datum publicatie: 09-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:76
Ongegronde klacht tegen een internist. De internist was bevoegd en bekwaam om de leverproblemen van patiënt te beoordelen. Ten aanzien van de behandeling van patiënt is een (lange termijn) risico-inschatting bij patiënt gemaakt en een juiste afweging gemaakt om voorrang te geven aan het verrichten van een partiële nefrectomie bij patiënt. Het College acht het van belang dat de behandelend anesthesioloog bij de pre-operatieve screening ook zelfstandig een risico-inschatting maakt ten aanzien van de uit te voeren operatie en ook niet tot een andere conclusie is gekomen. Internist geen (persoonlijk) tuchtrechtelijk te maken dat hij pas na enige tijd patiënt in persoon heeft bezocht, al was het achteraf bezien beter geweest als de arts wel zelf enige actie richting patiënt had ondernomen. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:75 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160288
- Datum publicatie: 09-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:75
Klacht tegen eigen advocaat. Hoger beroep betreft de klachtonderdelen die de raad ongegrond heeft verklaard. Een deel van deze klachten wordt alsnog gegrond verklaard. Verweerder heeft belangrijke documenten, zoals de vaststellingsovereenkomst welke een belangrijk bewijsstuk vormde, niet ter inzage gegeven aan de bestuursrechter zonder dat daarvoor een voldoende rechtvaardiging bestond. Door niet tijdig het griffierecht te betalen heeft verweerder klager de mogelijkheid omtnomen om de documenten bij de hoogste bestuursrechter alsnog in het geding te brengen. Daarnaast heeft verweerder verzuimd om belangrijke informatie en afspraken, waaronder de door klager betwiste stelling dat een schikking met zijn wederpartij is getroffen, schriftelijk te bevestigen aan klager. Hetzelfde geldt voor het advies van verweerder aan klager om de zaak te laten rusten. Het hof verzwaart de door de raad opgelegde maatregel van een berisping tot een onvoorwaardelijke schorsing van 1 maand. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/190
- Datum publicatie: 09-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:56
Zaak betreft bemoeizorg. Klager namens zichzelf en zijn overleden moeder. Klager verwijt verweerder als eindverantwoordelijk psychiater onder andere hem vooraf niet te informeren over de huisbezoeken en zonder rechtsgrond een medisch dossier over hem aan te leggen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-233a
- Datum publicatie: 09-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:77
Ongegronde klacht tegen een oogarts. Opereren was geïndiceerd en aannemelijk is dat de oogarts klager – onder meer vanwege de midwijde pupil en het gebruik van Vesicare – heeft ingeschat als een patiënt met een hoog risico en dat hij daarom door een ervaren arts is geopereerd. Geen aanleiding voor oordeel dat bekendheid met kortdurend gebruik begin 2013 van Tamsulosine tot een ander dan het gekozen beleid had geleid of had moeten leiden. Op grond van informatie in het medisch dossier is aannemelijk dat risico’s voldoende met klager zijn besproken. Klacht afgewezen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 424
- Pagina: 425
- Pagina: 426
- ...
- Pagina: 897
- Volgende pagina zoekresultaten