Zoekresultaten 12951-13000 van de 14122 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 178

    Klager verwijt de psycholoog dat zij haar onderzoek van en gesprek met zijn zoontje niet zorgvuldig en niet onafhankelijk heeft uitgevoerd. Het onderzoek was volgens klager beïnvloed door vooringenomenheid, er was sprake van onzekere vaststellingen zonder eindconclusie of aanbeveling en een wetenschappelijke onderbouwing ontbrak. Klacht op een onderdeel gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2009/34

    -

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-082

    Klaagster verwijt de tandarts dat, toen zij zich tot de praktijk had gewend vanwege pijnklachten in een kies, geen spoedzorg is verleend en de behandelrelatie ten onrechte eenzijdig is verbroken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-137

    Klaagster verwijt de tandarts dat hij nalatig is geweest in de juiste behandeling van haar parodontitis. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/14

    -

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-142

    Klager verwijt de tandarts dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door onder zijn verantwoordelijkheid functionerende medewerkers beslissingen te laten nemen die niet tot hun competentie mogen worden gerekend en dat hij, toen hij hoorde wat er speelde, niet heeft ingegrepen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2009/11

    Klager meent dat hij te laat is doorverwezen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG1130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/06

    Klacht tegen algemeen chirurg. Klaagster heeft een operatieve ingreep (galblaasverwijdering via laparoscopie) ondergaan, gecompliceerd door gallekkage en gegeneraliseerde peritonitis. Klaagster verwijt verweerder dat hij fouten heeft gemaakt per- en postoperatief en daarnaast gebrek aan nazorg. Bovendien werd klaagster niet geïnformeerd over de ‘en passant’ verwijderde ovariumtumor. Het college is van oordeel dat de chirurg op meerdere punten ernstig tekort is geschoten. Vijf van de zes klachtonderdelen gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1093b

    Inspectie verwijt anesthesioloog tekortkomingen in de dossiervoering. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1093a

    Inspectie verwijt chirurg tekortkomingen in de dossiervoering. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1093c

    Inspectie verwijt chirurg een ondeugdelijke overdracht. Ook zou hij patiënte ten onrechte niet hebben bezocht en onderzocht en heeft hij niet zelf naar de CT scan gekeken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 304/2009

    Klacht tegen verweerder, kinderarts, en acht collega-kinderartsen. Ingetrokken door klager toen de zitting reeds was gepland. Verweerders hebben hierop, op één na, aangegeven voortzetting van de behandeling te wensen. Het zoontje van klager is geboren met een erfelijke aandoening (een giant omphalocèle) en is na een verblijf van ruim zes maanden overleden in het ziekenhuis aan een infectie met het humaan metapneumovirus. Verweerder en zijn collega's hebben uiteindelijk onder grote druk een excuusbrief ondertekend. Klager, althans diens gemachtigde stelt hierop in essentie dat verweeerders met omkering van de bewijslast zelf moeten aangeven welke fouten zij hebben gemaakt. Klager is voor het grootste deel niet-ontvankelijk in zijn klacht, terwijl die tegen twee verweerders op een klein onderdeel ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 305/2009

    Klacht tegen verweerder, kinderarts, en acht collega-kinderartsen. Ingetrokken door klager toen de zitting reeds was gepland. Verweerders hebben hierop, op één na, aangegeven voortzetting van de behandeling te wensen. Het zoontje van klager is geboren met een erfelijke aandoening (een giant omphalocèle) en is na een verblijf van ruim zes maanden overleden in het ziekenhuis aan een infectie met het humaan metapneumovirus. Verweerder en zijn collega's hebben uiteindelijk onder grote druk een excuusbrief ondertekend. Klager, althans diens gemachtigde stelt hierop in essentie dat verweeerders met omkering van de bewijslast zelf moeten aangeven welke fouten zij hebben gemaakt. Klager is voor het grootste deel niet-ontvankelijk in zijn klacht, terwijl die tegen twee verweerders op een klein onderdeel ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 306/2009

    Klacht tegen verweerder, kinderarts, en acht collega-kinderartsen. Ingetrokken door klager toen de zitting reeds was gepland. Verweerders hebben hierop, op één na, aangegeven voortzetting van de behandeling te wensen. Het zoontje van klager is geboren met een erfelijke aandoening (een giant omphalocèle) en is na een verblijf van ruim zes maanden overleden in het ziekenhuis aan een infectie met het humaan metapneumovirus. Verweerder en zijn collega's hebben uiteindelijk onder grote druk een excuusbrief ondertekend. Klager, althans diens gemachtigde stelt hierop in essentie dat verweeerders met omkering van de bewijslast zelf moeten aangeven welke fouten zij hebben gemaakt. Klager is voor het grootste deel niet-ontvankelijk in zijn klacht, terwijl die tegen twee verweerders op een klein onderdeel ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 296/2009

    Klacht tegen verweerder, kinderarts, en acht collega-kinderartsen. Ingetrokken door klager toen de zitting reeds was gepland. Verweerders hebben hierop, op één na, aangegeven voortzetting van de behandeling te wensen. Het zoontje van klager is geboren met een erfelijke aandoening (een giant omphalocèle) en is na een verblijf van ruim zes maanden overleden in het ziekenhuis aan een infectie met het humaan metapneumovirus. Verweerder en zijn collega's hebben uiteindelijk onder grote druk een excuusbrief ondertekend. Klager, althans diens gemachtigde stelt hierop in essentie dat verweeerders met omkering van de bewijslast zelf moeten aangeven welke fouten zij hebben gemaakt. Klager is voor het grootste deel niet-ontvankelijk in zijn klacht, terwijl die tegen twee verweerders op een klein onderdeel ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 095/2010

    Klacht tegen verweerder, kinderarts, en acht collega-kinderartsen. Ingetrokken door klager toen de zitting reeds was gepland. Verweerders hebben hierop, op één na, aangegeven voortzetting van de behandeling te wensen. Het zoontje van klager is geboren met een erfelijke aandoening (een giant omphalocèle) en is na een verblijf van ruim zes maanden overleden in het ziekenhuis aan een infectie met het humaan metapneumovirus. Verweerder en zijn collega's hebben uiteindelijk onder grote druk een excuusbrief ondertekend. Klager, althans diens gemachtigde stelt hierop in essentie dat verweeerders met omkering van de bewijslast zelf moeten aangeven welke fouten zij hebben gemaakt. Klager is voor het grootste deel niet-ontvankelijk in zijn klacht, terwijl die tegen twee verweerders op een klein onderdeel ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 299/2009

    Klacht tegen verweerder, kinderarts, en acht collega-kinderartsen. Ingetrokken door klager toen de zitting reeds was gepland. Verweerders hebben hierop, op één na, aangegeven voortzetting van de behandeling te wensen. Het zoontje van klager is geboren met een erfelijke aandoening (een giant omphalocèle) en is na een verblijf van ruim zes maanden overleden in het ziekenhuis aan een infectie met het humaan metapneumovirus. Verweerder en zijn collega's hebben uiteindelijk onder grote druk een excuusbrief ondertekend. Klager, althans diens gemachtigde stelt hierop in essentie dat verweeerders met omkering van de bewijslast zelf moeten aangeven welke fouten zij hebben gemaakt. Klager is voor het grootste deel niet-ontvankelijk in zijn klacht, terwijl die tegen twee verweerders op een klein onderdeel ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 138/2010

    Klacht tegen plastisch chirurg betreffende het resultaat van dermabrasibehandeling van een litteken op de bovenlip. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 302/2009

    Klacht tegen verweerder, kinderarts, en acht collega-kinderartsen. Ingetrokken door klager toen de zitting reeds was gepland. Verweerders hebben hierop, op één na, aangegeven voortzetting van de behandeling te wensen. Het zoontje van klager is geboren met een erfelijke aandoening (een giant omphalocèle) en is na een verblijf van ruim zes maanden overleden in het ziekenhuis aan een infectie met het humaan metapneumovirus. Verweerder en zijn collega's hebben uiteindelijk onder grote druk een excuusbrief ondertekend. Klager, althans diens gemachtigde stelt hierop in essentie dat verweeerders met omkering van de bewijslast zelf moeten aangeven welke fouten zij hebben gemaakt. Klager is voor het grootste deel niet-ontvankelijk in zijn klacht, terwijl die tegen twee verweerders op een klein onderdeel ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 303/2009

    Klacht tegen verweerder, kinderarts, en acht collega-kinderartsen. Ingetrokken door klager toen de zitting reeds was gepland. Verweerders hebben hierop, op één na, aangegeven voortzetting van de behandeling te wensen. Het zoontje van klager is geboren met een erfelijke aandoening (een giant omphalocèle) en is na een verblijf van ruim zes maanden overleden in het ziekenhuis aan een infectie met het humaan metapneumovirus. Verweerder en zijn collega's hebben uiteindelijk onder grote druk een excuusbrief ondertekend. Klager, althans diens gemachtigde stelt hierop in essentie dat verweeerders met omkering van de bewijslast zelf moeten aangeven welke fouten zij hebben gemaakt. Klager is voor het grootste deel niet-ontvankelijk in zijn klacht, terwijl die tegen twee verweerders op een klein onderdeel ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-038a

    Klaagster verwijt de verzekeringsarts dat hij zich onheus heeft uitgelaten jegens haar, een verkeerde diagnose heeft gesteld en ten onrechte arbeidsgeschikt heeft bevonden en dat hij onprofessioneel heeft gehandeld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 245

    Klager verwijt de BMA-arts dat zijn advies niet voldoet aan de eisen van vakkundigheid en zorgvuldigheid, aangezien de gestelde feiten en bevindingen de conclusie van het advies niet kunnen dragen. Klager verwijt de arts voorts dat hij heeft nagelaten te onderzoeken of behandeling van klager in zijn thuisland wel effectief kan zijn. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-012

    Klager verwijt de BMA-arts dat hij bij de beantwoording van de vragen over de reismogelijkheden en behandeling in het thuisland onvoldoende rekening heeft gehouden met de risico’s en gevolgen van uitzetting en de reactie van klager hierop en ten onrechte heeft aangenomen dat in het thuisland een behandeling voorhanden was die effectief was. Klacht op beide onderdelen gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09236

    Klaagster verwijt verweerster, kindercardioloog, schending van haar informatieplicht jegens klaagster, het opzettelijk stellen van valse diagnoses, machtsmisbruik, uitlokking en laster. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1103 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.101

    Klaagster heeft in het derde jaar van haar studie geneeskunde stage gelopen in psychiatrisch ziekenhuis. De psychiater was haar stagebegeleider. Klaagster is genoemd ziekenhuis patiënt van collega van de psychiater. Klaagster verwijt de psychiater schending van het beroepsgeheim. Het Regionaal Tuchtcollege verwerpt het niet-ontvankelijkheid verweer van de psychiater en verklaart de klacht ongegrond. In het incidenteel beroep van de psychiater overweegt het Centraal Tuchtcollege dat de psychiater op zijn handelen jegens klaagster als BIG geregistreerd beroepsbeoefenaar kan worden aangesproken en verwerpt het incidenteel beroep. In het principaal beroep bevestigt het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht bij gebrek aan feitelijke grondslag ongegrond is. Het beroep wordt verworpen. Beslissing wordt ter publicatie aangeboden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1100 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.076

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.207

    Klachten van gepromoveerd internist/oncoloog tegen psychiater over gedwongen opname, afwijzing verzoek verlof/ontslag, verhoging van de kans op maartschappelijke teloorgang van klaagster, beperking van in haar vrije artsenkeuze en het verwijt dat de psychiater haar gedrevenheid voor werk verwart met een waan, ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1101 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.082

    Klacht tegen crisisdienst psychiater is kennelijk ongegrond, omdat de gewraakte uitlatingen niet voorkomen in de door verweerder getekende verklaring maar in een aanmeldklacht die niet door verweerder is opgesteld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.094

    De aangeklaagde psychiater is vanaf eind 2003 tot begin 2008 bij de behandeling van klager betrokken geweest. Klagers klacht tegen de psychiater houdt in dat zij: 1) niet heeft gezegd hoe lang de behandeling zou gaan duren. 2) niet heeft gewaarschuwd voor de verslavende werking van Oxazepam en niet heeft geïnformeerd over de alternatieven. 3) te laat, te weten pas eind augustus 2006, de diagnose PDD-NOS heeft gesteld. Het RTG acht klager ontvankelijk maar wijst de klacht als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1098 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.299

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze haar ten onrechte niet heeft verwezen naar een vaatchirurg en dat deze in de verwijsbrief aan de cardioloog onder meer heeft geschreven dat klaagster lijdt aan een bipolaire stoornis. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1093 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.241

    Klacht tegen huisarts. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk voor zover de klacht handelingen van de huisarts van meer dan tien jaar geleden betreft, omdat in zoverre voor klager de bevoegdheid is vervallen tot het indienen van een klacht. Voor het overige wijst het Regionaal College de klacht af als kennelijk ongegrond vanwege het ontbreken van een nadere onderbouwing van de klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.169

    Klager beklaagt zich erover dat hij door zijn oogarts, naar wie hij was verwezen door zijn maag-, darm- en leverarts, niet serieus is genomen en onheus is bejegend. Klager had last van fel licht en was snel moe. De oogarts heeft tijdens het gebruikelijke onderzoek geconstateerd dat klager op oogheelkundig gebied niets mankeerde en tevens dat er geen relatie bestond tussen zijn oogheelkundige klachten en het vocht in zijn knie. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG heeft deze beslissing bekrachtigd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1094 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.242

    Klacht tegen tandarts. De vermelde verrichtingen in het Persoonlijk Dental Plan, de historie en de bijbehorende declaratie komen met elkaar overeen. Er valt de tandarts geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1095 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.238

    Klacht tegen huisarts. Klager verwijt de huisarts dat deze is tekortgeschoten in zijn informatieplicht en zorgplicht jegens klager door informatie aan de verzekeraar van klager te verstrekken waar de medische machtiging gecombineerd met de brief van de verzekeraar geen ruimte voor bood. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal College daarbij niet van oordeel dat het zeker aanbeveling had verdiend om klager over de inhoud van de machtiging te consulteren voordat de informatie werd verstrekt, zodat het College zich niet verenigt met de desbetreffende passage in de overwegingen van het Regionaal College.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.236

    Klager is opgenomen geweest op de open opname afdeling psychiatrie van een ziekenhuis, waar de aangeklaagde psychiater bij de zorg voor klager was betrokken. Klager voelt zich onheus behandeld en bejegend door de arts. Voorts bevat de ontslagbrief volgens hem onwaarheden. Het RTG oordeelt de klacht als kennelijk ongegrond en wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1096 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.265

    "Klacht tegen tandarts ongegrond. Klaagster heeft haar klachten niet onderbouwd. De door de tandarts weergegeven diagnose is door klaagster niet althans onvoldoende onderbouwd. Beroep moet worden afgewezen."

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.237

    Klager is opgenomen geweest op de open opname afdeling psychiatrie van een ziekenhuis, waar de aangeklaagde arts in opleiding tot psychiater bij de zorg voor klager was betrokken. Klager voelt zich onheus behandeld en bejegend door de arts. Voorts bevat de ontslagbrief volgens hem onwaarheden. Het RTG oordeelt de klacht kennelijk ongegrond en wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1097 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.281

    Klaagster verwijt huisarts dat hij onvoldoende aandacht heeft geschonken aan haar schouderklachten na een val van de trap en aan haar hoge bloedruk/hartklachten en dat hij haar voortdurend onheus heeft bejegend. Het Regionaal tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/377p

    09/377P: Klager verwijt de psychotherapeut dat hij is tekortgeschoten in de zorg die klager van hem mocht verwachten door gemaakte afspraken niet na te komen. De psychotherapeut heeft de klacht erkend. Het college overwoog onder meer dat de psychotherapeut zeven maanden na een eerdere vergelijkbare klacht geen maatregelen voor een adequate waarneming had getroffen. Daarmee heeft de psychotherapeut willen en wetens het risico genomen dat een patiënt die zijn hulp zocht bij hem een gesloten deur vond op een moment dat hij hulp nodig had. Schorsing ex artikel 3 Wet Big voor de duur van drie maanden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/282Ap

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1099 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.054

    "Klagers verwijten de arts dat hij er geen electieve sectio caesarea is verricht en dat hij heeft nagelaten de mogelijke risico's van een vaginale bevalling tegenover een keizersnede te bespreken. Het Centraal Tuchtcollege acht beide klachten gegrond. De zorg die de arts ten opzichte van klaagster en haar kind had te betrachten, heeft de arts in de gegeven omstandigheden nagelaten door af te wijken en te bewerkstelligen dat na de overdracht tijdig zou worden afgeweken van het op een vaginale bevalling gerichte behandelplan door het achterwege laten van de inleiding van een vaginale bevalling en uitvoering van een selectieve sectio caesarea. Klaagster heeft aan de arts uitdrukkelijk de wens te kennen gegeven om te bevallen door middel van een sectio caesarea. Het door de arts ingestelde behandelplan hield met die wens echter geen rekening vanwege het destijds algemene beleid. Ook na de conclusie van de arts dat bij voortduring van de afwijkende hoofdligging van het kind een sectio caesarea geïndiceerd was, had de arts dit zeker mede in het licht van de wens van klaagster, met haar moeten bespreken. Daarvan is echter niet gebleken. Het Centraal Tuchtcollege legt de maatregel van waarschuwing op."

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.109

    Klager is bij de neuroloog geweest vanwege sensibiliteitsklachten en afnemen van de fijne motoriek links. De neuroloog heeft bij klager een algemeen intern onderzoek verricht, waarbij geen afwijkingen werden gevonden. Later bleek na een MRI dat sprake was van een kanaalstenose met myelumcompressie en myelopathie, waarvoor de arts klager naar een neurochirurg heeft doorverwezen. Klager heeft een klacht ingediend bestaande uit 12 onderdelen. Het RTG oordeelt de klacht met betrekking tot het door klager gestelde onvoldoende lichamelijk onderzoek, de onjuiste diagnose en de te late MRI verwijzing gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het hiertegen gerichte beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.136

    Klager is bij de neuroloog geweest vanwege sensibiliteitsklachten en afnemen van de fijne motoriek links. De neuroloog heeft bij klager een algemeen intern onderzoek verricht, waarbij geen afwijkingen werden gevonden. Later bleek na een MRI dat sprake was van een kanaalstenose met myelumcompressie en myelopathie, waarvoor de arts klager naar een neurochirurg heeft doorverwezen. Klager heeft een klacht ingediend bestaande uit 12 onderdelen. Het RTG oordeelt de klacht met betrekking tot het door klager gestelde onvoldoende lichamelijk onderzoek, de onjuiste diagnose en de te late MRI verwijzing gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt het hiertegen gerichte beroep van de arts gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1090 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 055/2010

    Klacht tegen neuroloog. Klaagster heeft een operatieve ingreep ondergaan waarbij een schroef uit haar knie is verwijderd. Na de operatie kreeg klaagster een klapvoet waarbij verweerder in consult werd gevraagd. Klaagster verwijt verweerder dat hij fouten heeft gemaakt en deze heeft verdoezeld, en dat hij bewust twijfel heeft gezaaid in het dossier over het ontstaan van haar uitval. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1091 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 056/2010

    Klacht tegen chirurg. Klaagster heeft een operatieve ingreep ondergaan waarbij een schroef uit haar knie is verwijderd. Na de operatie kreeg klaagster een klapvoet. Klaagster verwijt verweerder dat hij haar niet op het risico van een klapvoet heeft gewezen en dat hij fouten heeft gemaakt tijdens de operatie welke hij niet wil toegeven. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1089 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 10161

    Huisarts wordt verweten dat hij niet correct heeft gehandeld door klaagster op verzoek van haar echtgenoot te verwijzen naar een GGZ-instelling, zonder te controleren of klaagster van dit verzoek op de hoogte was en zich met de verwijzing kon verenigen. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 10161

    Huisarts wordt verweten dat hij niet correct heeft gehandeld door klaagster op verzoek van haar echtgenoot te verwijzen naar een GGZ-instelling, zonder te controleren of klaagster van dit verzoek op de hoogte was en zich met de verwijzing kon verenigen. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1181 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 10161

    Huisarts wordt verweten dat hij niet correct heeft gehandeld door klaagster op verzoek van haar echtgenoot te verwijzen naar een GGZ-instelling, zonder te controleren of klaagster van dit verzoek op de hoogte was en zich met de verwijzing kon verenigen. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1088 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-069

    Klagers verwijten de gynaecoloog dat zij zonder overleg en toestemming van patiënte besloten heeft tot inleiding van de bevalling met prostaglandine ondanks contra-indicaties; dat zij geen aandacht heeft geschonken aan eventuele verandering van de afwijkende hoofdligging alvorens de tweede gift Prostin toe te dienen; dat zij onvoldoende aandacht heeft geschonken aan pijnklachten gedurende de opnamedag en de overwegingen die haar ertoe hebben gebracht de vaginale bevalling door te zetten niet heeft aangetekend in het medisch dossier. Twee van de vijf klachtonderdelen gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1086 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 t 202

    Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij haar niet heeft geïnformeerd over de lange wachtlijsten voor reconstructie volgens de DIEP-methode, zich kwetsend heeft uitgelaten jegens klaagster en haar niet serieus heeft genomen in haar wens om te overleggen over ziekenhuizen waar op kortere termijn de reconstructie zou kunnen plaatsvinden. Klacht ongegrond. Afgewezen.