Zoekresultaten 1051-1100 van de 1481 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:51 Accountantskamer Zwolle 13/210 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-10-2013
- Datum uitspraak: 14-10-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:51
Klacht houdt in dat betrokkene klager heeft bewogen in te stemmen met omzetting van het bedrag dat de vennootschappen van klager schuldig zijn aan het kantoor van betrokkene voor door (het kantoor van) betrokkene verrichte accountantswerkzaamheden, in een geldlening aan klager in privé. Een van deze vennootschappen (de grootste schuldenaar) was enkele maanden daarvoor failliet verklaard. De accountant heeft het bedrag van de lening opgeeist nadat was gebleken dat klager zich tot een andere dienstverlener had gewend. Na beslaglegging op een onroerende zaak van klager en het uitbrengen van een dagvaarding heeft klager na onderhandelingen een (lager) bedrag betaald aan het kantoor van betrokkene. Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer staat het een accountant vrij rechtsmaatregelen te treffen jegens een betalende cliënt, tenzij gezegd moet worden dat de accountant daartoe, na afweging van de betrokken belangen, niet had mogen overgaan. Het handelen van betrokkene kan de toets aan deze maatstaf doorstaan. De omstandigheid dat de grootste schuldenaar al enige tijd failliet was, is geen reden om anders te oordelen. Daarbij is meegewogen dat klager in het overleg over (de voorwaarden van de) geldlening werd bijgestaan door een financieel adviseur. Vaste jurisprudentie van de Accountantskamer is ook dat het innemen van een civielrechtelijk standpunt (zoals dat over de opeisbaarheid van de lening) door een accountant in zijn zakelijke betrekkingen geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt oplevert, tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Die zijn er in dit geval niet.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:52 Accountantskamer Zwolle 13/943 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-10-2013
- Datum uitspraak: 14-10-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:52
Over declaraties kan alleen met succes worden geklaagd indien aan de orde is een schending van de Wet RA en/of de VGC, zoals bijvoorbeeld het bewust en te kwader trouw onjuiste of misleidende declaraties indienen of het niet nakomen van specifiek afspraken omtrent declareren. In dit geval wordt vastgesteld dat drievoudig overschrijden van de overeengekomen prijsafspraak, als het gaat om het daarover communiceren, het bieden van inzicht in de facturen en het hebben van een voldoende deugdelijke grond voor zo'n overschrijding, een schending oplevert van de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. Voorts heeft betrokkene door een beroep te doen op een retentierecht en stukken terug te houden onaanvaardbaar en tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Volgt de maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:59 Accountantskamer Zwolle 13/367 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-10-2013
- Datum uitspraak: 14-10-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:59
Beleggingsfonds in onroerend goed mocht bij de inrichting van haar jaarrekening kiezen voor eigen grondslagen voor waardering, resultaatbepaling en presentatie en was niet gehouden te voldoen aan Titel 9 Boek 2 BW. Bij zijn jaarlijkse beoordeling of de accountant bij de controle van de jaarrekening toepassing kon geven aan NVCOS 800 dient de accountant, gelet op het bepaalde in de artikelen A-100.1 en A.110.2 VGC, niet alleen na te gaan of de gekozen wijze van verslaggeving voldoet aan de daarvoor geldende regels maar ook op die wijze van opstelling voldoende inzicht verschaft in de financiële situatie van de entiteit, gelet op het doel van de jaarrekening, de beoogde gebruikers en de aanvaardbaarheid van het gekozen stelsel van verslaggeving in de gegeven omstandigheden. In dit geval kon betrokkene, gelet op specifieke aanvullende gegevens en toelichtingen, van opvatting zijn dat het door het fonds gekozen stelsel van financiële verslaglegging aanvaardbaar was. Het verwijt dat betrokkene ten onrechte een goedkeurende verklaring heeft afgegeven is daardoor ongegrond. Voorts is ongegrond het aan betrokkene gemaakte verwijt dat de jaarrekening ruimer is verspreid dan waarvoor betrokkene toestemming heeft gegeven. Betrokkene heeft na het hem bekend worden daarvan zoveel mogelijk bewerkstelligt dat dat strijdige handelen zou eindigen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:48 Accountantskamer Zwolle 13/511 Wtra AK
- Datum publicatie: 14-10-2013
- Datum uitspraak: 11-10-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:48
AA verricht al vanaf 1997 op basis van mondelinge opdracht jaarlijks werkzaamheden voor vof, waaronder samenstellen jaarrekening. AA heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken dat hij geen verzoek om een betalingsregeling te treffen aan de belastingdienst had gedaan. Klacht daarom gegrond. Overige klachten ongegrond. Een vof hoeft geen jaarrekening op te (laten) maken maar van AA kan niet worden gevergd dat hij vennoten daarop wijst omdat van vennoten wordt verwacht dat zij zelf op de hoogte zijn van de voor hun onderneming geldende regelgeving op dit stuk. Van de door AA gestuurde declaraties kan niet worden gezegd dat ze bewust onjuist of misleidend zijn. Geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:49 Accountantskamer Zwolle 13/466 en 739 Wtra AK
- Datum publicatie: 14-10-2013
- Datum uitspraak: 11-10-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:49
Klachten over advisering en factuur daarvoor door accountant (tevens lid van de raad van bestuur van het accountantskantoor) aan (vennootschap van) familielid over emigratie van Nederland naar Frankrijk ongegrond verklaard. Geen strijd met fundamentele beginselen van geheimhouding, professioneel gedrag en integriteit.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:43 Accountantskamer Zwolle 13/242 Wtra AK
- Datum publicatie: 01-10-2013
- Datum uitspraak: 30-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:43
Onder omstandigheden kan van de accountant verlangd worden zich ervan te vergewissen of een door vertegenwoordiging tot stand gekomen opdracht (vallende onder standaard 4400 van NVCOS) daadwerkelijk in overeenstemming is met de wil van de vertegenwoordigde opdrachtgever.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:44 Accountantskamer Zwolle 12/2336 Wtra AK
- Datum publicatie: 01-10-2013
- Datum uitspraak: 30-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:44
Kwaliteit als onvoldoende getoetst , onvoldoende PE-punten . Definitieve doorhaling 6 maanden + geldboete.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:45 Accountantskamer Zwolle 12/2338 Wtra AK
- Datum publicatie: 01-10-2013
- Datum uitspraak: 30-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:45
Kantoortoetsing en PE-tekort. Definitieve doorhaling 2 jaar.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:46 Accountantskamer Zwolle 12/2449 Wtra AK
- Datum publicatie: 01-10-2013
- Datum uitspraak: 30-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:46
Kwaliteit als onvoldoende getoetst; geen waarnemingsovereenkomst. Tijdelijke doorhaling.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:47 Accountantskamer Zwolle 12/2450 Wtra AK
- Datum publicatie: 01-10-2013
- Datum uitspraak: 30-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:47
Kantoortoetsing. Berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:42 Accountantskamer Zwolle 12/2539 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-09-2013
- Datum uitspraak: 16-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:42
Klacht over het toerekenen van winst (behaald op de verkoop van een gerenoveerd pand dat in december van een bepaald jaar is verkocht en in januari van het volgende jaar is geleverd) in de aangifte inkomstenbelasting van een van de vennoten van een VOF aan het jaar waarin de koopovereenkomst is gesloten ongegrond. De keuze om de winst in dit jaar te verantwoorden is fiscaal gezien houdbaar omdat de werkzaamheden aan het pand in dat jaar waren afgerond. Dat de koopovereenkomst nog ontbonden kon worden als de koper geen hypothecaire financiering kon krijgen, is daarvoor geen belemmering. Ook de klacht over de mening van betrokkene dat de vennoten in dit geval verplicht zijn eenzelfde stelsel voor de winstbepaling te hanteren is ongegrond. (Het uiten van) die mening levert geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op want wat klager daartegenover stelt brengt niet mee dat de mening van betrokkene niet pleitbaar is dan wel in strijd met een toepasselijke rechtsregel.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:69 Accountantskamer Zwolle 13/1057 Wtra AK
- Datum publicatie: 12-09-2013
- Datum uitspraak: 09-12-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:69
Nieuwe directeur van vennootschap stelt aan voormalige accountant van de vennootschap een aantal vragen, waarna deze accountant in de visie van die directeur te traag en onvoldoende antwoord geeft en zich ten onrechte verschuilt achter zijn geheimhoudingsplicht. Uit de vraagstelling behoefde de accountant echter niet te begrijpen dat ‘slechts’ om voorafgaande journaalposten en kolommenbalansen werd gevraagd nu die vraagstelling veeleer wees op een nadere opdracht tot het analyseren en zoveel mogelijk verklaren van de door de vennootschap aangedragen verschillen in de rekening-courant tussen de vennootschap en haar voormalige directeur. Dat betrokkene zo’n opdracht niet kon of wilde aanvaarden is te billijken, gelet op de mogelijke implicaties voor die voormalige directeur, die nog cliënt van betrokkene was, en de daardoor ontstane bedreiging voor een juiste naleving door betrokkene van de fundamentele beginselen uit de VGC. Volgt ongegrondverklaring.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:37 Accountantskamer Zwolle 12/2499 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 06-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:37
Onvoldoende onderbouwde klacht, derhalve ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:38 Accountantskamer Zwolle 13/440 en 441 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 06-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:38
Klacht tegen twee door de Nba aangestelde toetsers in het kader van uitvoering van de VPPT, ingediend door getoetste accountant en diens adviseur. Anders dan toetsers menen, moeten hun toetsingswerkzaamheden als beroepsmatig handelen of beroepsuitoefening worden aangemerkt zodat de klacht ontvankelijk is. Toetsers hebben in de eerste plaats te voldoen aan de voor hen geldende wet- en regelgeving met betrekking tot de door hen uit oefenen toezichthoudende werkzaamheden, binnen welke grenzen zij ook hebben te voldoen aan de VGC. Indien gedragingen van toezichthoudende accountants in overeenstemming zijn met die wet- en regelgeving is er geen aanleiding voor een gegronde tuchtklacht, behoudens bijzondere omstandigheden. In dit geval is niet aannemelijk geworden dat de toetsers toetsingsformulieren onzorgvuldig of inconsistent hebben ingevuld of anderzins niet hebben gehandeld zoals van een redelijk handelend toetsers mocht worden verwacht. Voorts staat in dit geval vast dat de toetsers hebben voldaan aan de vereisten uit de VPPT inzake het laten reageren door de getoetste accountant op hun bevindingen en vastleggen van hun bevindingen in een toetsingsverslag, waarbij hun rol en verantwoordelijkheid niet kan worden losgezien van wat voor het overige is bepaald in de VPPT ten aanzien van de andere bij het toetsingsproces betrokken rolspelers. Daardoor is ongegrond het verwijt dat de toetsers een verplichting tot hoor en wederhoor hebben geschonden. Volgt ongegrondverklaring van de klacht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:32 Accountantskamer Zwolle 12/2746 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 06-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:32
Klacht tegen accountant die als gerechtelijk deskundige een rapport heeft uitgebracht. Verjaringstermijnen voor een tuchtklacht worden beheerst door artikel 22 Wtra en niet door de door de accountant gebruikte algemene voorwaarden. De civiele procedure waarbinnen de accountant zijn deskundigenbericht heeft uitgebracht is een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang. Van de accountant behoeft niet te worden gevergd dat na het uitbrengen van zijn definitieve deskundigenbericht hij zich ongevraagd tot de rechter wendt en/of hij kennisneemt van eenzijdig toegezonden informatie. Dit is slechts onder bijzondere omstandigheden anders, in welk geval hij de rechter verzoekt aan te geven of deze van hem een nadere reactie verlangt. In dit concrete geval was er, anders dan klager had aangevoerd, geen aanleiding voor betrokkene voor zo'n buitengewone stap. Volgt ongegrondverklaring van de klacht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:39 Accountantskamer Zwolle 13/141 en 13/142 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 09-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:39
Niet ontvankelijk ivm 3-jaarstermijn, ook indien er sprake is van constatering door klager van zodanige feiten dat daarop redelijkerwijs een vermoeden in de zin van art. 22 Wtra gebaseerd kan worden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:33 Accountantskamer Zwolle 12/2439 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 06-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:33
Klacht tegen het accountantskantoor van de betrokken accountant is niet-ontvankelijk. Klacht tegen betrokkene over het wijzigen van de tenaamstelling van de facturen is ongegrond gezien de tussen partijen geldende algemene voorwaarden. Onjuist inlichten tijdens investeringsonderhandelingen niet aannemelijk geworden; klacht daarover is ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:40 Accountantskamer Zwolle 12/2362 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 09-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:40
Klachten met betrekking tot verslag onderzoek naar rekening-courantverhoudingen niet-ontvankelijk verklaard omdat klaagster al meer dan drie jaar voor indiening klacht gelet op de informatie waarover zij beschikte, kennis droeg van het handelen en nalaten waarover zij klaagt.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:34 Accountantskamer Zwolle 12/2540 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 06-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:34
Klacht grotendeels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het ontvankelijke klachtonderdeel over het in een civiele procedure indienen van verschillende urenspecificaties is ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:41 Accountantskamer Zwolle 12/1922 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 09-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:41
Accountant kan tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor handelen of nalaten dat zich heeft voorgedaan toen hij nog wel ingeschreven stond in de accountantsregisters. Betrokkene is, hoewel hij samenstellingsverklaring bij de jaarrekening van een vennootschap die belang heeft in een andere vennootschap en de verklaring bij de jaarrekening van die andere vennootschap, niet heeft ondertekend en daartoe ook niet meer bevoegd was na zijn uittreden, gelet op de omstandigheden van dit geval vaktechnisch gezien wel zelfstandig verantwoordelijk voor het samenstellen van die jaarrekeningen. Vanwege deze vaktechnische verantwoordelijkheid had van betrokkene gevergd kunnen worden dat hij ervoor zorg had gedragen dat van dividendbesluit geen melding was gemaakt in de (concept)jaarrekening van een van de betreffende vennootschappen. Dat de opdracht ondertussen was teruggegeven hoefde hem hiervan niet te weerhouden omdat het om informatie ging die wezenlijk was voor de getrouwheid van de jaarrekening. Ook de LoR ontsloeg hem niet van deze verplichting. Strijd met eisen voortvloeiend uit fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. Fundamentele beginsel van objectiviteit vergt dat elke accountant (ook een accountant in business) iedere situatie waarin zijn objectiviteit in het gedrang komt, vermijdt. Gezien de hiervoor vastgestelde (vaktechnische) verantwoordelijkheid van betrokkene voor het samenstellen van de jaarrekeningen van de beide hiervoor bedoelde vennootschappen (waarin gegevens zijn opgenomen die niet elkaar overeenstemmen), ontstond er toen betrokkene ging optreden als zegsman van twee van de drie aandeelhouders in onderhandelingen over de verkoop van de aandelen in een van de verbonden vennootschappen met de derde aandeelhouder, een serieuze bedreiging voor zijn objectiviteit. Dat wordt bevestigd doordat uit gegevens van de Kamer van Koophandel daterend van enkele maanden na de aandelenoverdracht blijkt dat betrokkene bestuurder is van rechtspersonen waarbij ook de twee aandeelhouders zijn betrokken waarvoor hij als zegsman is opgetreden. Betrokkene heeft geweigerd uitsluitsel te verschaffen over zijn belangen in de ondernemingen van deze rechtspersonen. Gesteld noch gebleken dat betrokkene ook maar enige waarborg heeft getroffen om gesignaleerde bedreigingen van zijn objectiviteit weg te nemen. Definitieve doorhaling voor 24 maanden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:35 Accountantskamer Zwolle 12/2246 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 06-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:35
Niet ontvankelijk wegens termijnoverschrijding 3 jaar. Belangenverstrengeling.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:36 Accountantskamer Zwolle 12/1684 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-09-2013
- Datum uitspraak: 06-09-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:36
Vervolgklacht nadat eerdere klacht tegen betrokkene gegrond is verklaard (zie zaak 10/1788 Wtra AK, LJN YH0193) door familieleden/medebestuurders van de klagers in de eerdere klachtzaak. Van de nauwe verbondenheid van de huidige klagers met de klagers in de vorige zaak, moeten zij worden vereenzelvigd. Dit betekent dat de nieuwe klachtonderdelen in die eerdere klachtprocedure hadden kunnen en moeten worden aangevoerd. Volgt niet-ontvankelijkverklaring.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:31 Accountantskamer Zwolle 13/305 Wtra AK
- Datum publicatie: 02-09-2013
- Datum uitspraak: 30-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:31
Een specifiek verzoek van een cliënt tot opstellen van stukken door een accountant, terwijl die cliënt met een andere cliënt van de accountant in een geschil is geraakt, had de accountant moeten doen beseffen dat daarmee sprake was een serieuze bedreiging voor de naleving van de fundamentele beginselen. In dit geval heeft de accountant zich die bedreiging gerealiseerd, maar heeft hij onvoldoende waarborgen getroffen om die bedreiging weg te nemen. De accountant had meer moeten doen dan alleen het uitprinten op blanco papier met de tekst 'concept' daarop. Onvoldoende duidelijk is gemaakt dat die stukken niet meer waren dan alleen een partij-standpunt. Betrokkene had of de opdracht niet moeten aannemen of toestemming van de andere cliënt moeten krijgen of duidelijker in dat stuk moeten maken dat het ging om niet meer dan een partij-standpunt. In de gegeven omstandigheden wordt aanleiding gezien om af te zien van een maatregel.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:30 Accountantskamer Zwolle 13/918 Wtra AK
- Datum publicatie: 26-08-2013
- Datum uitspraak: 26-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:30
Klachten Nba op basis uitkomsten hertoetsing praktijk betrokkene over tekortkomingen in interne stelsel van kwaliteitsbeheersing op het gebied van acceptatie en continuering van opdrachten, uitvoering en documentatie van werkzaamheden en rapportering gegrond verklaard.(Tijdelijke) doorhaling zou op zijn plaats zijn maar toch berisping opgelegd gezien besef tekortschieten en aannemelijkheid professionele begeleiding.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:26 Accountantskamer Zwolle 13/942 Wtra AK
- Datum publicatie: 26-08-2013
- Datum uitspraak: 23-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:26
Geen rechtsregel verplicht een controlerend accountant zich jegens de wederpartij van de controleclient uit te laten over een juridisch geschil dat die wederpartij heeft met de gecontroleerde huishouding, en evenzo niet over een processtuk dat is ingebracht in een civiele procedure waarin de gecontroleerde huishouding procespartij is.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:27 Accountantskamer Zwolle 13/91 Wtra AK
- Datum publicatie: 26-08-2013
- Datum uitspraak: 26-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:27
In het kader van een samenstellingsopdracht meer dan 6 jaar geleden onvoldoende navraag bij de client gedaan waardoor niet is opgemerkt dat in strijd met het toenmalige artikel 2:207c lid 3 BW inzake een lening geen wettelijke reserve is gevormd. De klacht daarover is i.v.m. de 6-jaarstermijn van artikel 22 lid 1 Wtra niet ontvankelijk. Nu in de jaren daarna van de accountant in het kader van zijn samenstellingswerkzaamheden geen hernieuwde afweging behoefde te worden verwacht, is de klacht ook voor wat betreft de samenstelling van de jaaroverzichten daarna, waarin niet alsnog een wettelijke reserve ter zake is verwerkt, niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:28 Accountantskamer Zwolle 12/601 Wtra AK
- Datum publicatie: 26-08-2013
- Datum uitspraak: 26-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:28
Onder bijzondere omstandigheden als in casu dient de (extern) accountant, die een bijzondere opdracht van zijn (controle)cliënt aanvaardt, de opdracht en de voorwaarden waaronder deze wordt uitgevoerd jegens de cliënt schriftelijk vast te leggen. Gegrond maar geen maatregel.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:29 Accountantskamer Zwolle 13/916 Wtra AK
- Datum publicatie: 26-08-2013
- Datum uitspraak: 26-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:29
Klachten Nba op basis uitkomsten hertoetsing praktijk betrokkene met samenstelpraktijk gegrond verklaard. De eerste betreft verstrekken lening aan client van 30.000 euro zonder dat de daaruit voortvloeiende bedreigingen voor de objectiviteit van betrokkene en van de maatregelen die zijn getroffen om bedreigingen tot aanvaardbaar niveau terug te brengen in dossier zijn vastgelegd. Niet vereist is dat vast komt te staan dat professionele of zakelijke oordeel betrokkene is aangetast. Voor schending fundamentele beginsel van objectiviteit is bij het verstrekken van een lening ter hoogte van 30.000 euro dat niet is vastgelegd dat en waarom er sprake kan zijn van een aantasting van dit oordeel. De tweede klacht betreft tekortkomingen in het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing bestaande in het afgeven (in dossiers van samenstelopdrachten) van naar aard en inhoud als assuranceverklaringen te kwalificeren verklaringen zonder dat daaraan deugdelijk uitgevoerde en vastgelegde werkzaamheden ten grondslag lagen. Assurance omvat meer dan alleen controle. Als het niet de bedoeling van betrokkene was geweest om "assurance" te verstrekken dan had betrokkene de stukken niet in deze vorm en met deze inhoud moeten uitbrengen. Nu hij dat wel heeft gedaan had de onderbouwing daarvan moeten worden vastgelegd. Dat de toetsers hun bevindingen over deze verklaringen hebben vastgelegd in formulieren die bedoeld zijn voor de toetsing van samenstellingsopdrachten doet niet ter zake omdat de bevindingen voldoende inzichtelijk zijn. Maatregel: definitieve doorhaling voor één jaar.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:19 Accountantskamer Zwolle 13/829 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:19
Tussen twee cliënten van accountant ontstaat een civiel geschil. De accountant geeft vervolgens ten behoeve van één cliënt verklaringen af die gebruikt worden in de inmiddels aanhangige civiele procedure. De accountant heeft daarbij onvoldoende oog gehad voor de bedreigingen voor zijn objectiviteit als gevolg van zijn vertrouwdheid en zijn band met die cliënt en de tegenstelling van belangen tussen de cliënten. De accountant had de opdrachten tot het afgeven van die verklaringen niet moeten aanvaarden dan wel expliciet toestemming van de andere cliënt moeten verkrijgen alvorens de opdrachten te aanvaarden. De tweede verklaring, die als een goedkeurende verklaring moet worden aangemerkt en assurance verschaft, voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen; het afgeven daarvan strijdt met de fundamentele eisen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. De overige aan betrokkene gemaakte verwijten zijn ongegrond. Als maatregel wordt een waarschuwing passend en geboden geacht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:20 Accountantskamer Zwolle 13/737 en 738 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:20
Klachten tegen twee bij de Belastingdienst werkzame accountants zijn wegens overschrijding van de zesjaarstermijn niet-ontvankelijk. Dit wordt niet anders als het gaat om een recente verklaring van één van de accountants nu die verklaring niet meer behelst dan een recapitulatie van de in 2003 en 2004 verrichte feitelijke handelingen en werkzaamheden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:24 Accountantskamer Zwolle 12/2221 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:24
AFM-klacht tegen de accountant die jaarrekening 2010 van Vestia heeft gecontroleerd. Alle door betrokkene tegen deze klacht opgeworpen formele verweren zijn ongegrond: 1) er was geen verplichting voor de AFM om al in de repliek op die formele verweren te reageren; betrokkene moet immers in staat worden geacht om zijn eigen verweren te adstrueren, ook indien deze eerst ter zitting worden tegengesproken, 2) de eerder door Sobi ingediende klacht is geen omstandigheid die aan de behandeling van de AFM-klacht in de weg kan staan; er is geen sprake van een al rechtens onaantastbare eindbeslissing over hetzelfde feitencomplex, gegeven op een klacht van dezelfde klager, 3) artikel 22 lid 1 Wtra kent geen beperking in de hoedanigheid van klager; het is aan de AFM om af te wegen of de indiening van een klacht is aangewezen; die afweging is niet aan een beoordeling van de Accountantskamer onderworpen, 4) artikel 63d Wta geeft een wettelijke basis voor de verstrekking van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen waarmee de AFM uit hoofde van haar toezicht bekend is geworden zodat er geen grond is voor de conclusie dat de AFM een verplichting tot geheimhouding heeft geschonden, 5) geen schending van het beginsel van proportionaliteit; ook niet aannemelijk dat de door het kantoor aan betrokkene opgelegde maatregelen door de AFM zijn geïnstigeerd, 6) geen schending van het vertrouwensbeginsel nu niet valt in te zien dat betrokkene zijn medewerking aan het onderzoek door de AFM zijn medewerking had kunnen onthouden, 7) geen grond om aan te nemen dat de AFM niet voldoende zorgvuldig heeft gehandeld; geen verplichting tot horen of tot het laten geven van een zienswijze alvorens de AFM een tuchtklacht zou indienen; niet aannemelijk dat de AFM zich in de media onzorgvuldig over de controle door betrokkene heeft uitgelaten en 8) artikel 5:16 Awb geeft een voldoende wettelijke basis voor de verkrijging van de informatie waarvan de AFM zich in de tuchtklacht bedient zodat er geen reden is om die informatie van het bewijs uit te sluiten. Inhoudelijk alle vier onderdelen van de klacht gegrond: 1) omdat betrokkene en zijn team niet beschikten over specifieke deskundigheid over de waardering van complexe financiële instrumenten, niet aannemelijk is geworden dat hij beschikte over de informatie uit de twee door de voorgaande accountant verkregen rapporten, en zo dat laatste al anders is hij daar niet mee heeft mogen volstaan, en hij zelf (aanvullende) controlewerkzaamheden had dienen te verrichten, had betrokkene vanwege de aard en omvang van de derivatenportefeuille een of meer deskundigen moeten inschakelen om voldoende geschikte controle-informatie te verkrijgen, 2) niet aannemelijk is geworden dat betrokkene voldoende en geschikte controle-informatie heeft verkregen over de volledigheid en de juistheid van de door Vestia aangehouden derivaten; daarvoor is redengevend dat de betrouwbaarheid van de daarvoor gebruikte software-applicatie en de daarin opgenomen gegevens niet is onderzocht, dat niet aannemelijk is dat de steekproef adequaat is geweest en dat de binnen de deelwaarneming uitgevoerde werkzaamheden met onvoldoende diepgang zijn verricht, 3) niet aannemelijk is geworden dat betrokkene ter beoordeling van de juistheid van de waardering van de derivaten van Vestia voldoende en geschikte controlewerkzaamheden heeft verricht; daarvoor is redengevend dat betrokkene een deel van de relevante regelgeving heeft genegeerd, dat niet is gebleken dat is onderzocht of de door Vestia geschreven opties op rente-swaps daadwerkelijk konden worden aangemerkt als hedge-instrument, dat niet is gebleken dat betrokkene de tekortkomingen in de door Vestia uitgevoerde effectiviteitstoets heeft gesignaleerd of heeft onderzocht of de bijzondere voorwaarden in de derivatencontracten gevolgen konden hebben voor de waardering van de betreffende derivaten of aandacht heeft gehad voor de kanttekening over de toepassing van kostprijshedge accounting in het rapport van Deloitte FAS en 4) niet aannemelijk is geworden dat betrokkene op alle onderdelen van de toelichting voldoende en geschikte controlewerkzaamheden heeft verricht; daarvoor is onder meer redengevend dat meerdere onderdelen van de toelichting niet (zichtbaar) aansluiten met achterliggende documenten, dat niet zichtbaar aandacht is besteed aan het informatieverschil tussen treasuryverslag en toelichting, dat geen aandacht is geschonden aan de verifieerbaarheid en aanvaardbaarheid van de opgaven van de banken en dat niet aannemelijk is dat getoetst is of het salderen van de derivatenportefeuille voldeed aan de daarvoor geldende voorwaarden. De conclusie is dat betrokkene de controle van de jaarrekening 2010 van Vestia met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling heeft gepland en uitgevoerd, als gevolg waarvan hij een goedkeurende accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer heeft gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag kan worden vastgesteld. Door zijn handelwijze heeft betrokkene op een niet te onderschatten wijze de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag geschonden, welke schending in beginsel een (tijdelijke) doorhaling had kunnen rechtvaardigen. Meegewogen zijn de al door zijn kantoor tegen betrokkene genomen maatregelen en de publiciteit over deze zaak en het ontbreken van een eerdere tuchtrechtelijke veroordeling zodat wordt volstaan met de maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:25 Accountantskamer Zwolle 12/834 Wra AK
- Datum publicatie: 19-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:25
Sobi-klacht tegen de accountant die de jaarrekening 2010 van Vestia heeft gecontroleerd. Bij de beoordeling van de klacht is mede acht geslagen op wat de Accountantskamer in de door de AFM ingediende klachtzaak heeft bevonden en geoordeeld; de behoorlijke tuchtprocesorde staat daar in dit geval niet aan in de weg. In die klachtzaak is al geoordeeld dat betrokkene betreffende de controle van de jaarrekening 2010 niet voldoende en geschikte controlewerkzaamheden heeft verricht en dat daaruit volgt dat betrokkene de controle van de jaarrekening 2010 met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling heeft gepland en uitgevoerd, als gevolg waarvan hij een goedkeurende accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer heeft gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag kan worden vastgesteld. Dit oordeel leidt ertoe dat de door klaagster ingediende klacht al om die reden eveneens gegrond moet worden verklaard. Nu juist de controle aangaande de verwerking van de derivaten in de jaarrekening niet afdoende heeft plaatsgehad, zou deze controle alsnog moeten plaatsvinden alvorens kan worden beoordeeld of de in de jaarrekening 2010 opgenomen informatie daadwerkelijk misleidend is en of het eigen vermogen en resultaat te hoog zouden zijn weergegeven. Bij een dergelijk vergaand onderzoek, als daarvoor al in een tuchtprocedure plaats is, heeft klaagster geen belang nu de klacht al gegrond is. Gelet op de in de AFM-tuchtzaak opgelegde maatregel is er geen reden om aan betrokkene een extra of nadere maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:21 Accountantskamer Zwolle 12/2306 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:21
Vestia-klacht tegen de accountant die haar jaarrekeningen 2006 tot en met 2009 heeft gecontroleerd. Het tegen die klacht, voor zover het de jaarrekeningen 2006 tot en met 2008 betreft, opgeworpen formele verweer van niet-ontvankelijkheid is gegrond. Aangenomen moet worden dat klaagster steeds en volledig is geweest van de staat van haar administratieve organisatie en interne beheersing en de (on)mogelijkheden de aan door haar afgesloten rentederivaten verbonden risico’s te volgen en de wijze en de gronden voor de verslaggeving van die derivaten, zodat zij al vóór 5 november 2009, zijnde meer dan drie jaren voor het indienen van de klacht, wetenschap had van wat zij betrokkene nu verwijt. Anders dan betrokkene betoogt, is de Accountantskamer bevoegd zich een oordeel te vormen of hij tot een goedkeurende verklaring heeft kunnen komen, waarbij betrokkene bij zijn controle een zekere beoordelingsruimte over de verenigbaarheid van de jaarrekening met de regels van het gekozen stelsel van verslaglegging moet worden gelaten, die groter is naarmate de te hanteren normen in het maatschappelijk verkeer minder duidelijk vastleggen. Het komt er daarbij aan of de jaarrekening voldoet aan het inzichtvereiste van artikel 2:362 BW en de aan bij of krachtens de wet gestelde voorschriften. Daarbij kan Richtlijn 290 voor de jaarverslaggeving van belang zijn. In voldoende mate is gebleken dat betrokkene actief, bewust op kritische wijze heeft getoetst of de voor de derivatenportefeuille gekozen en gebruikte waarderings- en verslaggevingsgrondslag van kostprijshedge accounting passend was en dat de controle van de derivatenportefeuille met voldoende diepgang is uitgevoerd. Op zich is verdedigbaar de stelling van klaagster dat het karakter en het gebruik van andere dan eenvoudige rentederivaten niet voldoet aan de voorwaarden voor kostprijshedge accounting. Bij nadere beschouwing moet echter worden geoordeeld dat betrokkene mocht menen dat kostprijshedge accounting voor alle derivaten verdedigbaar en dus aanvaardbaar was. Daarvoor is onder meer redengevend dat waardering tegen reële waarde het inzicht niet had vergroot, dat aan die waardering de complicatie kleeft dat bij uitoefening van een optie op een renteswap de accounting daarvan op basis van reële waarde dient te worden gestaakt, dat er geen reden was voor twijfel over de continuïteit, dat RJ 290 betreffende kostprijshedge accounting niet eenvoudig is, niet steeds eenduidig is geformuleerd en ruimte laat voor meer dan één oplossing, dat de wetgever geen nadere regels had gesteld of kostprijshedge accounting voor sommige of alle typen van derivaten voor woningcorporaties heeft beperkt of uitgesloten en dat er geen rechtspraak voorhanden was die dwingend noopte tot een nu door klaagster voorgestane engere en meer kritische interpretatie van de voorwaarden voor waardering van derivaten op basis van kostprijs. De inhoud van het financieel statuut van Vestia stond niet in de weg aan het gebruik van meer complexe rentederivaten, terwijl het enkele feit dat de marktwaarde van die meer complexe derivaten negatief is niet betekende dat die meer complexe derivaten zich diskwalificeerden voor toepassing van kostprijshedge accounting. Als het gaat om het aan rentederivaten verbonden liquiditeitsrisico van het moeten storten van gelden als onderpand voor toekomstige verplichtingen is gesteld noch gebleken dat er een relevant verschil bestond tussen de reguliere renteswaps en de meer complexe rentederivaten. Er zijn samenvattend geen dwingende normen voor de conclusie dat de derivaten in de boekjaren 2008 en 2009 hadden moeten worden opgenomen in de (balans van de) jaarrekeningen van Vestia. Gesteld noch gebleken is dat de op basis van kostprijshedge accounting buiten de balans gelaten derivatenportefeuille niet voldoende is toegelicht en die toelichting onvoldoende inzicht zou geven. De toelichting gaf voldoende inzicht in welke mate Vestia blootstond aan rente- en kasstroomrisico en het daaruit voortvloeiende liquiditeitsrisico voor Vestia. Het was wellicht te verkiezen geweest dat de rentegevoeligheid in de toelichting concreet cijfermatig was onderbouwd, doch het nalaten daarvan is ook verdedigbaar en dus aanvaardbaar te achten. Onjuist is het verwijt dat op betrokkene een waarschuwingsplicht zou rusten als door klaagster is gesteld. De conclusie is dat de klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond is.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:22 Accountantskamer Zwolle 12/2303 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:22
Vestia-klacht tegen de accountant die haar jaarrekening 2010 heeft gecontroleerd. De twee door betrokkene tegen deze klacht opgeworpen formele verweren zijn ongegrond: 1) artikel 22 lid 1 Wtra kent geen beperking in de hoedanigheid van klager, zodat de omstandigheid dat klaagster zelf haar jaarrekening heeft opgesteld er niet aan in de weg staat dat zij een tuchtklacht indient en 2) de eerder door Sobi en de AFM ingediende klachten zijn geen omstandigheid die aan de behandeling van deze klacht in de weg kan staan; er is geen sprake van al een rechtens onaantastbare eindbeslissing over hetzelfde feitencomplex, gegeven op een klacht van dezelfde klager. Bij de beoordeling van de klacht is mede acht geslagen op wat de Accountantskamer in de door de AFM ingediende klachtzaak heeft bevonden en geoordeeld; de behoorlijke tuchtprocesorde staat daar in dit geval niet aan in de weg. In die klachtzaak is al geoordeeld dat betrokkene betreffende de controle van de jaarrekening 2010 niet voldoende en geschikte controlewerkzaamheden heeft verricht en dat daaruit volgt dat betrokkene de controle van de jaarrekening 2010 met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling heeft gepland en uitgevoerd, als gevolg waarvan hij een goedkeurende accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer heeft gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag kan worden vastgesteld. Dit oordeel leidt ertoe dat de door klaagster ingediende klacht al om die reden eveneens gegrond moet worden verklaard. Nu juist de controle aangaande de verwerking van de derivaten in de jaarrekening niet afdoende heeft plaatsgehad, zou deze controle alsnog moeten plaatsvinden alvorens kan worden beoordeeld of de in de jaarrekening 2010 opgenomen informatie daadwerkelijk misleidend is en of het eigen vermogen en resultaat te hoog zouden zijn weergegeven. Bij een dergelijk vergaand onderzoek, als daarvoor al in een tuchtprocedure plaats is, heeft klaagster geen belang nu de klacht al gegrond is. Aangenomen moet worden dat klaagster steeds en volledig op de hoogte is geweest van de staat van haar administratieve organisatie en interne beheersing en de (on)mogelijkheden de aan door haar afgesloten rentederivaten verbonden risico’s te volgen en de wijze en de gronden voor de verslaggeving van die derivaten, zodat er op betrokkene ter zake geen waarschuwingsplicht rustte, zodat dit onderdeel van de klacht ongegrond is. Gelet op de in de AFM-tuchtzaak opgelegde maatregel is er geen reden om aan betrokkene een extra of nadere maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:23 Accountantskamer Zwolle 12/1524 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:23
Sobi-klacht tegen de accountant die de jaarrekeningen 2008 en 2009 van Vestia heeft gecontroleerd. Het tegen die klacht, voor zover het de jaarrekening 2008 betreft, opgeworpen formele verweer van niet-ontvankelijkheid is ongegrond. Het enkele feit dat de jaarrekening 2008, inclusief goedkeurende verklaring en het jaarverslag, op de website van Vestia is geplaatst, leidt er niet toe dat klaagster daardoor op de hoogte is geraakt, van wat zij nu betrokkene verwijt. Anders dan betrokkene betoogt, is de Accountantskamer bevoegd zich een oordeel te vormen of hij tot een goedkeurende verklaring heeft kunnen komen, waarbij betrokkene bij zijn controle een zekere beoordelingsruimte over de verenigbaarheid van de jaarrekening met de regels van het gekozen stelsel van verslaglegging moet worden gelaten, die groter is naarmate de te hanteren normen in het maatschappelijk verkeer minder duidelijk vastleggen. Het komt er daarbij aan of de jaarrekening voldoet aan het inzichtvereiste van artikel 2:362 BW en de aan bij of krachtens de wet gestelde voorschriften. Daarbij kan Richtlijn 290 voor de jaarverslaggeving van belang zijn. In voldoende mate is gebleken dat betrokkene actief, bewust op kritische wijze heeft getoetst of de voor de derivatenportefeuille gekozen en gebruikte waarderings- en verslaggevingsgrondslag van kostprijshedge accounting passend was en dat de controle van de derivatenportefeuille met voldoende diepgang is uitgevoerd. Op zich is verdedigbaar de stelling van klaagster dat het karakter en het gebruik van andere dan eenvoudige rentederivaten niet voldoet aan de voorwaarden voor kostprijshedge accounting. Bij nadere beschouwing moet echter worden geoordeeld dat betrokkene mocht menen dat kostprijshedge accounting voor alle derivaten verdedigbaar en dus aanvaardbaar was. Daarvoor is onder meer redengevend dat waardering tegen reële waarde het inzicht niet had vergroot, dat aan die waardering de complicatie kleeft dat bij uitoefening van een optie op een renteswap de accounting daarvan op basis van reële waarde dient te worden gestaakt, dat er geen reden was voor twijfel over de continuïteit, dat RJ 290 betreffende kostprijshedge accounting niet eenvoudig is, niet steeds eenduidig is geformuleerd en ruimte laat voor meer dan één oplossing, dat de wetgever geen nadere regels had gesteld of kostprijshedge accounting voor sommige of alle typen van derivaten voor woningcorporaties heeft beperkt of uitgesloten en dat er geen rechtspraak voorhanden was die dwingend noopte tot een nu door klaagster voorgestane engere en meer kritische interpretatie van de voorwaarden voor waardering van derivaten op basis van kostprijs. De inhoud van het financieel statuut van Vestia stond niet in de weg aan het gebruik van meer complexe rentederivaten, terwijl het enkele feit dat de marktwaarde van die meer complexe derivaten negatief is, niet betekende dat die meer complexe derivaten zich diskwalificeerden voor toepassing van kostprijshedge accounting. Als het gaat om het aan rentederivaten verbonden liquiditeitsrisico van het moeten storten van gelden als onderpand voor toekomstige verplichtingen is gesteld noch gebleken dat er een relevant verschil bestond tussen de reguliere renteswaps en de meer complexe rentederivaten. Er zijn samenvattend geen dwingende normen voor de conclusie dat de derivaten in de boekjaren 2008 en 2009 hadden moeten worden opgenomen in de (balans van de) jaarrekeningen van Vestia. Gesteld noch gebleken is dat de op basis van kostprijshedge accounting buiten de balans gelaten derivatenportefeuille niet voldoende is toegelicht en die toelichting onvoldoende inzicht zou geven. De toelichting gaf voldoende inzicht in welke mate Vestia blootstond aan rente- en kasstroomrisico en het daaruit voortvloeiende liquiditeitsrisico voor Vestia. Het was wellicht te verkiezen geweest dat de rentegevoeligheid in de toelichting concreet cijfermatig was onderbouwd, doch het nalaten daarvan is ook verdedigbaar en dus aanvaardbaar te achten. Onjuist is het verwijt dat een grondslagwijziging heeft plaatsgevonden. De conclusie is dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:18 Accountantskamer Zwolle 12/2061 en 12/2062 Wtra AK
- Datum publicatie: 12-08-2013
- Datum uitspraak: 12-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:18
Klachten over aanvaarden en uitvoeren twee NVCOS 4400 opdrachten van beherend vennootschap van commanditaire vennootschap met het oog op de liquidatie van die vennootschap deels gegrond verklaard. Betrokkenen hebben zich niet voorafgaande aan het aanvaarden van de opdracht ervan verzekerd dat er ook duidelijk overeenstemming bestond met de commanditaire vennoten (die als belanghebbenden bij hun rapporten aangemerkt moeten worden) over de overeengekomen werkzaamheden. Nu betrokkenen dat hebben nagelaten en vanwege de te verwachten beperkte bruikbaarheid van hun rapporten voor (een aantal van) de commanditaire vennoten hadden zij de opdrachten niet mogen aanvaarden. Bij de uitvoering van deze opdrachten hebben betrokkenen niet altijd voldoende duidelijk gemaakt dat posten een uitvloeisel waren van een standpunt van de beherend vennoot, waarvan zij de onderbouwing niet hebben onderzocht. Voor de aanvaarding van een derde NVCS 4400 opdracht hebben zij wel tevoren gesproken met een aantal commanditaire vennoten en van deze een voorstel ontvangen voor te verrichten aanvullende werkzaamheden. In de opdrachtbevestiging gericht tot de beherend vennoot zijn zij op twee punten afgeweken van dit voorstel zonder daarvan melding te maken en zonder zich daarover eerst te verstaan met hun gesprekspartners. Uit de in het verweerschrift gegeven motivering voor een van deze afwijkingen leidt de Accountantskamer af dat betrokkene zich bij het rapporteren over de vorderingen waarom het hier gaat impliciet achter het standpunt van de beherend vennoot hebben geschaard terwijl zij behoorden te begrijpen dat hun gesprekspartners dit standpunt niet deelden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:17 Accountantskamer Zwolle 13/455 Wtra AK
- Datum publicatie: 02-08-2013
- Datum uitspraak: 02-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:17
Registeraccountant stuurt opdrachtbevestiging voor NVCOS 4400 opdracht naar mutaties in projectenadministratie van klaagster aan twee opdrachtgevers met tegengestelde belangen en brengt deelrapport uit. Accountant correspondeert daarna met vertegenwoordiger van één van de opdrachtgevers over zijn rapport en over voortzetting werkzaamheden. Groot aantal klachten gegrond verklaard. Aannemelijk is geworden dat accountant niet heeft voldaan aan het bepaalde in paragraaf 9 van NVCOS 4400 (zich ervan vergewissen dat er overeenstemming bestaat over de overeengekomen werkzaamheden met allen die exemplaar van rapport zullen ontvangen). Accountant had in opdrachtbevestiging ook de te verwachten omvang van de werkzaamheden tot uitdrukking moeten brengen. Het gebruik van het woord 'beoordelen' in een rapport van een NVCOS 4400-onderzoek moet zo veel mogelijk vermeden worden ook al levert het in dit geval geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt op. De bevindingen en oordelen van de accountant over de administratieve organisatie van klaagster gaan de opdracht te buiten en leveren ook een schending van het fundamentele beginsel van geheimhouding op. De accountant heeft niet (kenbaar) afgewogen of hij er verstandig aan deed om alleen met de vertegenwoordiger van één van de opdrachtgevers in contact te treden. In de brieven aan deze vertegenwoordiger rept hij van geconstateerde onregelmatigheden (die in zijn rapport geen enkele steun vinden) en kwalificeert hij de reactie van die vertegenwoordiger op zijn rapport als niet integer en "onbehoorlijk bestuur". Volgens de accountant ontbreekt het die vertegenwoordiger (een AA) aan voldoende kennis van de van toepassing zijnde regelgeving. Een en ander levert strijd op met de eisen voortvloeiend uit het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en met het fundamentele beginsel van professioneel gedrag.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:16 Accountantskamer Zwolle 12/1463 Wtra AK
- Datum publicatie: 29-07-2013
- Datum uitspraak: 29-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:16
De Accountantskamer is van oordeel dat in een procedure die voor haar wordt gevoerd aan de eisen van een eerlijk proces wordt voldaan. Daarom is er geen reden om de klachten niet in behandeling nemen als wordt beweerd, zoals in deze zaak, dat er gebreken kleven aan het vooronderzoek door de AFM. Of er in dit geval aan dat onderzoek gebreken kleven, laat de Accountantskamer in het midden. Een van de klachten ziet op een factuur voor verrichte controlewerkzaamheden die volgens de AFM is vervalst om het te doen lijken dat de controlecliënt niet de kosten heeft gedragen van een bezoek, op uitnodiging van de controlecliënt, aan een voetbalwedstrijd in Madrid door (onder andere) de betrokken accountant. Voor de Accountantskamer is niet aannemelijk geworden dat het in rekening te brengen bedrag met deze intentie eerst met € 2.000,-- is opgehoogd en daarna weer met hetzelfde bedrag is verminderd. Daarom is deze klacht ongegrond verklaard. De gang van zaken wordt door de Accountantskamer wel aangemerkt als weinig nauwgezet en weinig transparant. Drie andere klachten houden in dat betrokkene misleidende verklaringen heeft afgelegd over het verrichten van en het afronden van diverse controlewerkzaamheden in die zin dat hij het heeft willen doen voorkomen dat hij die werkzaamheden heeft verricht voordat hij de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening heeft afgegeven. Ook die klachten zijn niet aannemelijk geworden. De werkwijze van de betrokken accountant verdraagt zich echter niet met de eisen die voortvloeien uit de van een accountant bij een controle van een jaarrekening te vergen deskundigheid en zorgvuldigheid en heeft er toe geleid dat achteraf niet meer nagegaan kan worden over welke controle-informatie hij beschikte ten tijde van het afgeven van de goedkeurende verklaring en evenmin of die informatie op dat moment toereikend was voor het afgeven van die verklaring. Gegrond verklaard is de klacht dat de betrokken accountant de continuïteitsveronderstelling van het bestuur niet volgens de geldende regels heeft gecontroleerd. Volgens die regels wordt van een controlerend accountant verlangd dat hij in het controledossier duidelijk vastlegt dat hij de aanvaardbaarheid van die continuïteitsveronderstelling heeft beoordeeld en op basis van welke gegevens hij die beoordeling heeft verricht. In dit geval is deze beoordeling niet op deze wijze uitgevoerd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:15 Accountantskamer Zwolle 12/2295 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-07-2013
- Datum uitspraak: 19-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:15
AA die op verzoek van de advocaat van de ex-vrouw van klager met het oog op een procedure is gevraagd vragen te beantwoorden met betrekking tot het inkomen van klager uit zijn onderneming, heeft bij de beantwoording van die vragen de fundamentele beginselen van objectiviteit en deskundigheid en zorgvuldigheid onvoldoende in acht genomen. Zo heeft betrokkene niet duidelijk gemaakt waarom hij bepaalde al wel bekende informatie niet bij de beantwoording heeft betrokken. Het had ook op zijn weg gelegen om expliciet tot uitdrukking te brengen dat er voorbehouden moeten worden gemaakt bij de door hem gegeven antwoorden. Een deel van de informatie die hij heeft verschaft had nader onderbouwd moeten worden. Aan deze oordelen doet niet af dat de advocaat van de ex-vrouw van klager en de rechter tot op zekere hoogte in staat moeten worden geacht zich een eigen oordeel te vormen over de juistheid van de antwoorden die klager heeft gegeven.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:13 Accountantskamer Zwolle 12/2639 Wtra AK
- Datum publicatie: 16-07-2013
- Datum uitspraak: 15-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:13
Klacht naar aanleiding van afhandeling interne klacht bij belastingdienst die onder verantwoordelijkheid betrokken accountant inhoudelijk is behandeld, ongegrond verklaard. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de inhoudelijke reactie op de interne klacht in strijd is met de relevante wet- en regelgeving.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:11 Accountantskamer Zwolle 12/870 en 871 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-07-2013
- Datum uitspraak: 12-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:11
Deels persoonsgericht onderzoek, deels COS 4400 rapportage. COS 440 rapportage mag met toestemming van de accountant aan een rechterlijke instantie worden overgelegd; deze rapportage moet zodanig van inhoud zijn dat daardoor de objectieve waarheidsvinding van de rechter niet wordt belemmerd. Grote terughoudendheid en behoedzaamheid vereist bij het toezenden van concept persoonsgerichte rapportages aan opdrachtgever. In casu is conceptrapportage ten onrechte aan opdrachtgever ter kennis gebracht. In strijd met beginsel van objectiviteit onderzoek uitgevoerd, nu een familied van betrokkene door de te onderzoeken persoon ernstig financieel was benadeeld.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:12 Accountantskamer Zwolle 12/2446 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-07-2013
- Datum uitspraak: 12-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:12
Het is niet verenigbaar met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure dat een klager een klacht die haar grondslag vindt in een bepaald feitencomplex bij de tuchtrechter indient, terwijl dit feitencomplex reeds ten tijde van de behandeling van een eerdere door dezelfde klager ingediende klacht bij deze klager bekend was of had kunnen zijn en niet is gebleken van nieuwe, relevante feiten welke een nieuwe tuchtrechtelijke beoordeling zouden rechtvaardigen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:14 Accountantskamer Zwolle 12/2800 en 12/2801 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-07-2013
- Datum uitspraak: 15-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:14
Klacht aan accountants over niet melden van overboekingen van penningmeester aan zichzelf deels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en voor de overblijvende periode gegrond. Van betrokkenen had mogen worden verwacht dat, nu er sprake was van aanwijzingen voor fraude, zij die overboekingen onder de aandacht hadden gebracht bij de andere leden van het bestuur. Door dat na te laten hebben zij gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid, waarvoor de maatregel van waarschuwing wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:6 Accountantskamer Zwolle 13/10 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-07-2013
- Datum uitspraak: 08-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:6
Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boete.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:7 Accountantskamer Zwolle 13/12 Wtra ak
- Datum publicatie: 09-07-2013
- Datum uitspraak: 08-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:7
Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boete.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:8 Accountantskamer Zwolle 13/14 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-07-2013
- Datum uitspraak: 08-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:8
Definitieve doorhaling in verband met recidive niet betalen van opgelegde boetes.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:9 Accountantskamer Zwolle 13/13 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-07-2013
- Datum uitspraak: 08-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:9
Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boetes.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:3 Accountantskamer Zwolle 12/2152 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-07-2013
- Datum uitspraak: 08-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:3
Integriteitsonderzoek door BING inzake een conflict over vermeende sexueel intimiderende opmerkingen tussen een gemeenteraadslid van de gemeente Wassenaar en een VVD-wethouder van deze gemeente gebezigd tijdens een informele bijeenkomst na afloop van de gemeenteraadsvergadering in de werkkamer van een andere wethouder. Tuchtrecht van toepassing op een accountant die beroepsmatig integriteitsonderzoeken uitvoert ook al maakt hij i.v.m. het onderzoek geen gebruik van zijn accountantstitel. Betrokkene heeft een derde, waarvan betrokkene stelt niet geweten te hebben dat deze lid en een voormalig voorzitter van de VVD is (de partij van de beschuldigde wethouder), als bestuurlijk meelezer van de door hem uit te brengen rapportage geaccepteerd zonder enig onderzoek naar diens achtergrond te hebben verricht; dat wordt door de Accountantskamer als onzorgvuldig geoordeeld. Gezien het feit dat tijdens de informele bijeenkomst sprake was van (fors) drankgebruik, van één of meer huilende personen en van een onaangename sfeer als gevolg van al bestaande verstoorde verhoudingen, en het feit dat slechts 5 van de 9 aanwezige personen door betrokkene als getuige gehoord konden worden, terwijl deze 5 getuigen bepaald niet tot het kamp van de klagers (w.o. het betrokken gemeenteraadslid) behoorden, acht de Accountantskamer het onbegrijpelijk dat betrokkene tot ook maar enig waarschijnlijkheidsoordeel is kunnen komen over hetgeen tijdens de bijeenkomst door deze of gene al of niet is gezegd, laat staan dat hij tot het oordeel heeft kunnen komen, zoals hij zelf tijdens een persconferentie het heeft samengevat, dat het voor 99,5% zeker was dat de betrokken wethouder jegens het betrokken gemeenteraadslid geen sexueel intimiderende opmerkingen heeft geuit. Dit oordeel van betrokkene ontbeert dan ook deugdelijke grondslag en is in strijd met het door betrokkene in acht te nemen beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en wel in zo'n ernstige mate dat het gedrag van betrokkene de goede naam van het accountantsberoep heeft geschaad, zodat er tevens sprake is van schending door hem van het beginsel van professioneel gedrag. Betrokkene heeft voorts tijdens de persconferentie over zijn rapport zich onzorgvuldig geuit over de reacties van klagers na het vermeende incident. Betrokkene had zijn 2e onderzoeksopdracht inzake "het proces van het openbaar aan de orde stellen van mogelijk niet integer gedrag van één van de aanwezige wethouders en de daartoe gebruikte middelen" moeten terugggeven, omdat 4 deelnemers van de bijeenkomst, waaronder degenen waartegen zich dit tweede deel van zijn onderzoek richtte, om hun moverende redenen niet wensten mee te werken aan zijn onderzoek, terwijl hijzelf (terecht) heeft aangegeven dat verklaringen van deze personen, en hun reacties op wat anderen hadden verklaard, van groot belang voor dit onderzoek waren. Door vervolgens toch te concluderen dat twee van de klagers hadden gehandeld in strijd met "één van de kernbegrippen van integriteit: zorgvuldigheid" mist deze conclusie deugdelijke grondslag en heeft betrokkene ook in zoverre (zelf) het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid alsmede van professioneel gedrag overtreden. Al met al ernstige schendingen van de beroeps- en gedragsregels voor accountants. Omdat betrokkene zich zelf al heeft laten uitschrijven uit het beroepsregister voor regsiteraccountants kan worden volstaan met een berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:4 Accountantskamer Zwolle 13/9 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-07-2013
- Datum uitspraak: 08-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:4
Definitieve doorhaling in verband met recidive niet betalen van opgelegde boete.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:10 Accountantskamer Zwolle 13/8 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-07-2013
- Datum uitspraak: 08-07-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:10
Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boete.